Openbare leeszaal bibliotheek en moderne versie van de oude librij levensmiddelen *ie in ons land Keuring van I Si J. s. Fan de Martinytoer Tj. de J. I I Overplaatsing RHZS? Volgens door de Kamercommissie ge stelde vragen bestaat er door de rege ring een plan tot concentrering van het hoger onderwijs, waarbij ook de Rijks Hogere Zuivelschooi te Bolsward zou zijn betrokken. STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND De Boalserter Bolletongersdei Zilveren filmpjes le week november 1935 wil 1 56e JAARGANG No. 86 DINSDAG 1 NOVEMBER I960 i 1 I IF. heeft de directeur-generaal voor de H. mar leafst 11,2 st. oan koart- gets droeg- Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Uitgave: A. J. OSINGA N.V, Bolsward Administratie- en Redactie-adrest Marktstraat 15 Telef. 2451 Na 18.30 uur 2305 of 2335 (K5157) de foerkosten per kou goune ütmeitsje. Op i.. MEVR. POTHARST-GIMBERG ONTVING PRIJS VOOR HET KINDERBOEK 1959 Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal (bij vooruitbetaling) Giro 887926 Advertentieprijs: 13 cent per mm Ingezonden mededelingen dubbel tarief Handelsadvertenties bij contract reductie Rike minsken binne faek oars net as earme minsken mei jild Tenslotte bepalen deze Rijkssubsidie- voorwaarden, dat het personeel van de leeszalen in het bezit moet zijn van een door de Centrale Vereniging van Open bare Leeszalen en Bibliotheken uitge reikt diploma. Sedert tal van jaren bezat Bolsward ’n kleine Openbare Leeszaal, die door een tekort aan middelen een kommervol be staan leidde, maar waarvan het bestuur desondanks altijd getracht heeft aan de doelstelling van Openbare Leeszaal en Bibliotheek te beantwoorden. Alle eer bied voor dit particulier initiatief. Sedert enkele jaren heeft deze instelling echter de officiële status van Openbare Uitleenbibliotheek en later die van Openbare Leeszaal en Bibliotheek ver kregen, doordat zij rayon-bibliotheek werd voor Bolsward en Wonseradeel. Hierdoor is het mogelijk geworden, dat zij steeds beter aan haar doel: I I Gevraagd wordt in welk stadium de plannen tot combinatie met de Hogere Landbouwschool te Leeuwarden zijn ge vorderd en of de regering een fusie mo gelijk acht daar de Hogere Landbouw school niet op neutrale, maar op alge meen Christelijke grondslag staat. Reeds lang was bij insiders bekend dat er aan het bestaan van de R. H. Z. S. te Bolsward werd getornd. Met belangstelling wacht Bolsward, nu dit alarmerend bericht is gelanceerd, de komende gang van zaken af. en de verkoop van de Er wordt tevens op gelet of hygiënisch te werk gaat, de keuringsdienst haar zorgen alle eet. en drinkwaren uitstrekt, is om al deze waren te de handel worden ge bat de kij foartidich nei it der „een culturele instelling voor de gehele bevolking” te zijn, kan beantwoorden. Haar ontwikkeling draagt gelukkig nog steeds een dynamis-'h karakter. Aan de bestaande boekerij kon een zeer belang rijke uitbreiding worden gegeven. Het aantal dag-, week- en maandbladen werd belangrijk vergroot. Een belang rijke bibliotheek van naslag-werken op allerlei gebied kon worden ingericht. Filialen te Makkum en Witmarsum zijn in oprichting, terwijl er plannen worden voorbereid om, voorzovej; nodig, ook de I overige dorpen van Wonseradeel met de service van de bibliotheek te bereiken. Intussen werd ook een jeugdbibliotheek ingericht. Het streven van het bestuur om de boe kenschat te brengen binnen het bereik van een ieder in dit rayon verdient aller steun. Een steun, die gegeven kan wor den in de eerste plaats door zich als lid van de vereniging te laten inschrijven. Bolsward, „hoedster fan kultuer” moge trots zijn op deze instelling. Bolswards Nieuwsblad Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad deze instellingen met daarnaast een aantal filialen en hun aantal neemt ge lukkig nog gestadig toe. Door het onderling leenverkeer tussen deze bibliotheken kan ook in de meest exclusieve behoefte van de lezers wor den voorzien. Deze behoefte-bevrediging vindt alleen haar begrenzing door de Rijkssubsidie- voorwaarden die o.m. voorschrijven, dat uit de bibliotheken dienen te worden ge weerd, die boeken, welker lectuur op grove wijze kwetsend is voor anders denkenden. Een andere subsidie-voorwaarde is, dat in de Statuten van de Openbare Lees zalen en Bibliotheken een bepaling moet worden opgenomen: „dat zij bestemd is voor ieder, zonder onderscheid van gods dienstige overtuiging, politieke gezind heid of maatschappelijke stand”. Voorts schrijft een volgend artikel voor dat zij het karakter van onpartijdigheid behoort te dragen, lectuur van elke richting behoort te bevatten en dat elke bestaande richting in het bestuur zo veel mogelijk dient te zijn vertegenwoor digd. Dit Rijkssubsidie wordt toegekend op voorwaarde, dat de gemeente(n) van vestiging en of de provincie een door het Rijk gesteld minimum-subsidie bij dragen. Daarmede is deze zaak door de Rijks overheid tot een gemeentelijke zaak ge maakt. Op het departement van O. K. en volksontwikkeling, Mr. H. J. Scholvinck, vrijdagav. de prijs voor ’t kinder hoek 1959 uitgereikt aan mevr. C- E. Potharst-Gimberg De dei fan it jier Is elts moarns al ier Drok yn it spier It swart-bünt fé fan ’t aid boete sté Stiet yn Boalsert wet ré Op ’t feest fan ’e hjerst Wurdt it fé efkes test Hja binne wer bést Elts komt oan ’e set, 't Is ier of ’t is let, Dizze dei mist men net. Al is ’t noch al glêd, ’t Giet op nei de stêd Oer ’t fallende blêd De sleur is men ba Fol moed dêr op ta It sjen wol men ha Tradysje wurdt bean En bliuwt bistean Sil fierder noch gean Gjin ien is sleau En seit, ik bliuw Mar thüs mei it reau Dy’t mar heal kinne Wol heel dochs dêr hinne As moat hja ek rinne OPMERKLIKE FEITEN It wiete waer büthüs dreaun, hja koene it net lan. goed meitsje. De wiete en hjir en i ek de sounens fan it fé fergen de boer dêrop. Nou is it winterskoft wer oanbrutsen en de tiid fan fuorjen stiet wer foar de doar. Lokkich is der genóch groeid, sadat hjir- oer gjin soargen hoege to wêzen, mar oan de oare kant duorret it kans in skoft foar de büthüsdoarren wer iepen geane. In heal jier lang sille de boer eii syn feinten hwer dwaende wêze mei de jef- ten hea, kuil en droech gers en dêrneist it koartfoer. En dat bits jut jaen sasear, Bibliotheken waren oorspronkelijk plaatsen, waar documenten bijeengebracht werden die alleen ter beschikking van geleerden stonden. Reeds uit de oude geschiedenis zijn bibliotheken bekend waarin verzamelingen van kleitafeltjes bijeengebracht werden. De kleitafeltjes werden later vervangen door papyrusrollen, die op hun beurt plaats moesten maken voor het papier, waardoor het aantal (nog steeds) ge schreven teksten zeer toenam. In de Middeleeuwen waren er vele bibliotheken met aanzienlijke verzamelingen van dergelijke handschriften. Hoe is het met de toevoeging van vreemde stoffen? De keuringsdienstambtenaren moeten on derzoeken of de waren voldoen aan de eisen, die krachtens de levensmiddelen wetten zijn gesteld. Vroeger was de be reiding van levensmiddelen veel eenvou diger dan nu. De laatste tientallen jaren is, mede door de ontwikkeling van de chemische industrie, het toevoegen van vreemde bestanddelen aan levensmidde len sterk toegenomen. De noodzaak om levensmiddelen langer houdbaar te ma- k en(b.v. voor de grotere afstanden, die bij transport worden afgelegd) en niet in het minst de vraag van het publiek naar mooi gekleurde en gemakkelijk klaar te maken produkten, hebben hiertoe ge leid. Zolang men niet kon vermoeden, dat er onder die toevoegingen schadelij ke stoffen zouden kunnen voorkomen, was er geen reden ze aan banden te leg gen. Uit ervaring is echter komen vast te staan dat er wel schadelijke stoffen bij waren. Men weet, dat niet alles wat „natuurlijk" is, ongevaarlijk is en dat niet alles wat kunstmatig bereid is persé schadelijke ge volgen zal hebben. In onze wetgeving houdt men hiermee zeker rekening; juist op het gebied van de toevoegingen worden steeds wijzigin gen aangebracht. Het is werkelijk niet zo, dat een bereider van levensmiddelen aan zijn produkten van alles en nog wat mag toevoegen. Aan melk b.v. mogen geen vreemde be standdelen worden toegevoegd, met uit zondering van vitamines. Roggebrood, ’n produkt dat spoedig beschimmelt, mag Door de betreurenswaardige margarine-kwestie van enkele weken geleden is de le- wensmiddelenwetgeving en -keuring in ons land volop in de publieke belangstelling gekomen. In vele toonaarden is er over geschreven, maar voornamelijk in een mi neurstemming. Veelal rijzen vragen als: „Wat hebben we aan een keuringsdienst, die alleen achteraf kan keuren?” en „Waarom mogen ze in ons land maar van alles in het voedsel stoppen?”, waarbij men ook de opmerking kan horen, dat onze Wa renwet verouderd is. Hwal bat Qabe Skroar us hjoed p p to sizzen levere wurdt oan foer by de iene 3000 goune mear kostet as by de oare. En hja barre deselde priis foar de molke. Hwant de garansjepriis is foar de sunige en de oerdiedige gelyk en sünt wy witte, hwat de minister bikend makke hat, fier fan roiael. Wy wolle der dit kear net mear fan sizze as dat de krêbbe wer in stik heger oplutsen is en it foar hiel hwat boeren mear as ea saek wurdt, skerp to rekkenjen en ekönomysk to buorkjen. En as men dit wol en ek mient to dwaen, dan sil it foardielich fuorjen net it minst de folie bilangstelling fan de greidboer ha moatte. It wie my derom goed to hearren, dat der nou al mear as 1000 greidboeren binne, dy’t yn de féfoerker- nen elkoar helpe mei har er far in een en ütkomsten. Spitich wie dêrby, fornim- me to moatten. dat de greidhoeke yn de Südwesthoeke der net oan mei die. Dat bigryp ik hast net, hwant de lege Onkos ten fan dit wurk, trochinoar gjin 20 gou ne per bidriuw, wurde der dochs dübei en dwers uthelle. Hwer sit dat dochs yn, dat dit hjir net wol? Yn de Walden nimt it tal féfoerkearnen elts jier ta en hjir binne de trije, dy’t der wiene, yn St. Nyk, op ’e Haske en to Snits, wer oan 'e kant omt er gjin bi langstelling foar wie. Wy meije der wol om tinke, dat de goe de namme fan de greidboeren as bitüf- te faklju, allinnich mar bliuwe sil as der ek oan alle kanten fl t dien wurdt om by to bliuwen. De tiid is lang foarby, dat de sangroun fier efter oan kaem. Yn mannich opsicht stribje hja de klaei foarby. Spilet de selsfoldienens üs hjir in for- kearde rol? Dat soe men dochs wrich- tich net hoopje. het niet nodig is. De wetenschap, dat eet- en drinkwaren op ieder moment gekeurd kunnen worden door een onverwacht op duikende keurmeester heeft er toe geleid, dat vervalsingen van levensmiddelen en Vergiftigingen door besmet voedsel in ons land tot de uitzonderingen behoren. Iedere Nederlander mag aannemen, dat het brood, dat hij koopt, het juiste ge wicht heeft, dat de specerijen niet met zand worden gemengd en dat er in de worst een voldoende hoeveelheid vlees wordt verwerkt. Dit zijn nog maar enkele voorbeelden. Kwamen vóór de landelijke keuring her haaldelijk tyfusyepidemieën voor door ’t gebruik van besmette melk of besmet ijs, of van voedsel, dat met besmet water was behandeld, nu behoren dergelijke geval len vrijwel tot het verleden. Dat het apparaat van de keuringsdiensten een algemene verbetering in de levens middelenbereiding teweeg gebracht heeft, blijkt wel uit het feit, dat het aantal be keuringen de laatste jaren gering is. Hoe langer hoe meer kan de taak van de keurmeester adviserend in plaats van po litioneel worden. Hierbij willen wij nog vermelden, dat niet alleen eet- en drink- Alvorens op deze vragen in te gaan eerst iets over de levensmiddelenkeuring in Nederland. Deze is grotendeels geregeld in de Boterwet, de Vleeskeuringswet en de Warenwet. Zij is opgedragen aan res pectievelijk de Rijkszuivelinspecteurs, de ambtenaren van de Vleeskeuringsdienst en die van de Keuringsdiensten voor Waren. Door de vleeskeurmeesters wordt al het vlees voor en na de slacht gekeurd. Door de keurmeesters van de keuringsdiensten voor waren worden monsters van waren genomen tijdens de winning van het pro dukt (b-v. bij melk), tijdens de bereiding de bewaring en de verkoop van de wa ren. Er wordt tevens op gelet of men daarbij Omdat over het niet mogelijk keuren vóór zij in bracht. Om dat te verwezenlijken zou in iedeie levensmiddelenfabriek, in iedere bakkerij op iedere boerderij en tuinderij en op iedere markt steeds een keurmeester aan wezig moeten zijn. Dit is onuitvoerbaar. In de praktijk is trouwens gebleken, dat mear as in bytsje. Net it mar wol it krekte fuorjen nt hiel hwat yn en ho~ mear men hjir de dingen, fan tichteby bisjocht, hoe ster ker de oertsjüging wurdt dat op dit punt de measte soarch en it greatste omtinken frege wurdt. Yn sa’n winter giet der hiel hwat troch. De stüdzjegroep fan boeren yn Wurdum en Roardhuzum is nou foar it fyfte jier dwaende om der Ijocht oer skine to liften. Hja dogge dat, troch mei- mekoar de gegevens to forgelykjen en mei help fan in riedsman eltse jefte hea of kuil to weagen. Boppedat wurde de gollen en kuilbulten ündersocht, sadat men krekt wit, hwat men fuorret. Nou is it earste, hwat dizze sifers leare, dat oan strie, pulp en koartfoer per kilo molke forline jier 14 sinten forfuorre is. Dat bitsjut likernóch de helt fan it molk- jild. Trochinoar wurdt winterdeis sahwat 45 fan de molke woun, om en de’by 2000 kilo de kou. Dat haldt dus yn, dat de foerkosten per kou gemiddeld 300 goune ütmeitsje. Op in fikse pleats fan goed tritich melke kei giet dus sa’n tsien- tüzen goune oan oankoft foer nei koöpe- raesje of keapman. En dêrmei is it bi- lang fan de foerkwestje wol tige düdlik oanjown. Yn de stüdzjegroep hie men sawn flinke bidriuwen op it harspit nomd. Hja wie ne net allegearre like great, mar üntrou- nen mekoar net folie, hja sieten op sa’n 32 melkekij. Mar hwat in forskil de iene of de oare. De leechste fan de groep hie krapoan 9 sinten foerkosten, de heechste 19 sinten per kilo molke. Soks is hast net to leauwen, hwant dat wol sizze, dat de iene in dübeltsje op el ke kilo molke minder forfuorre as syn kollega. It wie dus net sa, dat de sunige minder molke krige en de rije folie mear né, de foerkosten binne birekkene op el tse kilo molke en dus is dat dêryn al for- rekkene. As men dizze ütrinders fierder neigiet, dan docht bliken, dat de sunige fuorder 0.87 st. ütjoech oan gers droeg- waren worden onderzocht, maar ook ge bruiksartikelen, zoals pannen, verpak kingsmaterialen en kinderspeelgoed. Salarisverlaging der ambtenaren lijkt het enigste middel het evenwicht tussen uit gaven en inkomsten voor de gemeente besturen te herstellen. Er hebben zich voor de St. Maarten-op- tocht nu reeds 550 leerlingen opgegeven. Heropening Sikma’s galanterie en speel goedzaak aan de Dij lakker. Installatie van de heer J. Mink als hoofd der school te Exmorra. Te koop gevraagd een beste jonge trek hond. D. Ozinga, Schettens. Old Finisch Huiskamer Ameublement, bestaande uit 1 dressoir, 1 schuiftafel, 2 fauteuils en stoelen (met moquette) compleet. Jan M. Praamsma, Dijkstraat 10, Bolsward. jen, 0,42 st. oan strie, wylst de rojale üt joech: 2,01 oan gersdroegjen, 0,68 st. oan kuilfoer, 3,22 oan pulp. 1,44 st. oan strie en mar leafst 11,2 st. oan koart foer. Op de gearkomste fan it bistjér fan it Féfoerbureau haw ik op dit gefal neijer ynfrege en de technyske riedsman sei, dat it by dizze boer alle jierren itselde byld joech. Ryklik strie, frijhwat pulp en de moalbak drok brüke. De kij wiene dik en fet, mar de molkjefte wie mar hiel ge woan. Mar it wie in fokker en de kij moasten neffens him der tige goed üt- sjen. Dat wie it üthingbuordtsje fan syn fokkerij, miende hy en hy wie der ek net óf to bringen. De fébisetting wie ek net botte great. Hy hold hwat mear as ien melkekou op de ha. (1.17) en dat is per foarst gjin ütrinder. Nou is it algemien bikend, dat fokkers wol ris hwat oars dogge, as de boeren, dy’t allinnich melke, mar dat hjir net forstannich hannele wurdt, stiet wol fêst. Mocht him al ris in keaper de eagen ticht- klieme litte troch dy fette kij. dan sille de ütkomsten him letter wol oars leard ha en soksoarte fokkers binne gau har namme kwyt. Wis, by in fokker for- wachtet men gjin meagere skarminkels yn it büthüs, mar dik en fet makket de keapers earder ófkearich as happich. It ploechje fan de stüdzjegroep yn Grou wie mear evenredich. Ek der stiene sawn boeren mei har ütkomsten neist mekoar en it is wol opmerklik, dat har gemiddel de krekt itselde wie as yn Wurdum. nl 14 st. oan foerkosten per liter molke. Hjir wie de heechste 16.6 en de leechste kaem op 11,6 st. Lykwols in fierst to great forskil op gelikense pleatsen en mei likefolle fé. Hwant in lyts rekkensomke leart, dat de 130.000 kilo molke fan sa’n pleats, hwerfan yn de winter 60.000 kilo wel kunstmatig geconserveerd worden, maar slechts met bepaalde, met name ge noemde conserveermiddelen en dan nog in een vastgestelde concentratie. Ditzelfde geldt voor diverse andere wille keurige kleurstof. Slechts een gering aan tal kleurstoffen is toegestaan voor ge bruik in eet. en drinkwaren. Dat een fa brikant levensmiddelen kleurt, behoeft men hem trouwens niet aan te rekenen. De huisvrouw, die haar peertjes stooft met pererood, doet precies hetzelfde. Middelen ter bestrijding van insekten, schimmels e.d. mogen in land- en tuin bouw worden toegepast, maaron der bepaalde voorwaarden. Het gebruik van hormoonpreparaten in de kippenfok kerij is onlangs verboden. Het bedrijfsleven is dus in vele opzich ten al aan banden gelegd. Maar dat des ondanks niet altijd ongelukken voorko men kunnen worden is onlangs gebleken. Het voorval met de margarine zal er ze ker toe bijdragen, dat zo mogelijk verde re regelingen in versneld tempo tot stand komen. De moeilijkheid hierbij is, dat het soms heel lastig, of zelfs onmogelijk is, om vast te stellen of een bepaalde stof on schadelijk is en al of niet toegelaten mag worden. De vraag rijst ook of het nodig is om in principe zo min mogelijk toe voegingen toe te staan. Of kan men vol staan met uitdrukkelijk enkele minder gewenste stoffen te verbieden? In onze wetgeving werd tot nu toe van beide systemen gebruik gemaakt. De op vatting is thans echter wel dat men moet komen tot een lijst van stoffen die in le- vensminddelen mogen worden gebruikt, onder uitsluiting van alle andere hulp stoffen. Hierbij zal getracht moeten wor den zoveel mogelijk in overeenstemming te zijn met regelingen die in dit opzicht reeds in andere landen bestaan. Wil een fabrikant een nieuw produkt bij de bereiding van levensmiddelen ge bruiken, dan zal hij moeten aantonen, dat dit produkt voor de gezondheid van de mens niet schadelijk is. Deze eis aan de fabrikant te stellen, lijkt alleszins rede lijk en deze regeling zal ten gevolge heb ben, dat veel onnodige toevoegingen van vreemde stoffen kunnen worden voorko men. De echte grot ontwikkeling van de bibliotheken kwam evenwel pas met het gedrukte boek; daarmede kwam de mo gelijkheid op grote schaal teksten te vermenigvuldigen. Intussen was nog lang niet de tijd aan gebroken, dat bibliotheken plaatsen wa ren waar de gewone man zomaar binnen liep. De 15e en 16e eeuwse folianten aan ket tingen vastgelegd, zoals ze nog heden ten dage te zien zijn o.m. in de oude Librije te Zutphen, werden alleen nog maar gebruikt voor studerenden en ge leerden. De komst van het gewone boek, dat men ter hand kan nemen, met zijn veelzij dige inhoud, de belletrie, de roman, de brochure, de maand-, week- en dagbla den, maar ook het populair weten schappelijke boek, heeft een heel ander type bibliotheek in het leven geroepen, dat niet in de eerste en enige plaats voor de geleerde, maar voor de gemid delde lezer, die belang stelt in de cul tuur van zijn tijd, bestemd is. Onze tijd kent dan ook een splitsing tussen bibliotheken, die zich weten schappelijk hyphen gespecialiseerd en de algemene, voor ieder toegankelijke, bibliotheken, soms eenvoudig van om vang en opzet en soms zo imposant dat ook de meest veeleisende lezer bevredigd kan worden. Deze moderne versie van de oude Li brije heeft haar eerste grote vlucht ge nomen in de Angelsaksische landen. Zij is nog betrekkelijk jong; eerst in de 19e eeuw heeft zij haar plaats veroverd. Ons land kwam daarbij wat achteraan, want de eerste algemene bibliotheek hier te lande is nog slechts ruim een halve eeuw oud. Aanvankelijk bestond er in ons land een zekere tegenstand tegen deze vorm van volksontwikkeling. Had de „Public Library”, de openbare bibliotheek, in Engeland bijv, al voor 1850 een vaste plaats in het culturele leven veroverd, bij ons moest het, zoals gezegd, tot het begin dezer eeuw duren eer de eerste Openbare Bibliotheek tot stand kwam. Wèl kende men de z.g. volksbibliotheken van de Maatschappij tot Nut van het Al gemeen en soortgelijke bibliotheken op levensbeschouwelijke grondslag. Aanvankelijk uitsluitend steunende op particulier initiatief, werd later door de Overheid financiële steun verleend aan de Openbare Leeszalen en Bibliotheken. In een destijds door deze Vereniging uit gegeven vlugschrift lezen wij het vol gende „geen volksbibliotheken, maar boe kerijen en leeszalen voor de ont wikkelden uit alle maatschappelij ke kringen zonder onderscheid. Al leen van deze leeszalen verwach ten wij een beschavende invloed en een praktische steun voor geheel ons volk.” Sedert de oprichting van deze Vereni ging, die het gehele complex van leesza len, ook de confessionele, vertegenwoor digt, heeft de ontwikkeling van de Open bare Leeszaal-beweging een snelle vaart gekregen. Thans bestaan er meer dan honderd van

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1960 | | pagina 1