Openbare leeszaal
bibliotheek
en
moderne versie van de oude librij
levensmiddelen
*ie
in ons land
Keuring van
I
Si
J. s.
Fan de Martinytoer
Tj. de J.
I
I
Overplaatsing RHZS?
Volgens door de Kamercommissie ge
stelde vragen bestaat er door de rege
ring een plan tot concentrering van het
hoger onderwijs, waarbij ook de Rijks
Hogere Zuivelschooi te Bolsward zou zijn
betrokken.
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
De Boalserter
Bolletongersdei
Zilveren filmpjes
le week november 1935
wil
1
56e JAARGANG
No. 86
DINSDAG 1 NOVEMBER I960
i
1
I
IF. heeft de directeur-generaal voor de
H.
mar leafst 11,2 st. oan koart-
gets droeg-
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A. J. OSINGA N.V, Bolsward
Administratie- en Redactie-adrest
Marktstraat 15
Telef. 2451 Na 18.30 uur 2305 of 2335
(K5157)
de foerkosten per kou
goune ütmeitsje. Op i..
MEVR. POTHARST-GIMBERG ONTVING PRIJS VOOR HET
KINDERBOEK 1959
Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Advertentieprijs: 13 cent per mm
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
Handelsadvertenties bij contract reductie
Rike minsken
binne faek oars net
as earme minsken mei jild
Tenslotte bepalen deze Rijkssubsidie-
voorwaarden, dat het personeel van de
leeszalen in het bezit moet zijn van een
door de Centrale Vereniging van Open
bare Leeszalen en Bibliotheken uitge
reikt diploma.
Sedert tal van jaren bezat Bolsward ’n
kleine Openbare Leeszaal, die door een
tekort aan middelen een kommervol be
staan leidde, maar waarvan het bestuur
desondanks altijd getracht heeft aan de
doelstelling van Openbare Leeszaal en
Bibliotheek te beantwoorden. Alle eer
bied voor dit particulier initiatief.
Sedert enkele jaren heeft deze instelling
echter de officiële status van Openbare
Uitleenbibliotheek en later die van
Openbare Leeszaal en Bibliotheek ver
kregen, doordat zij rayon-bibliotheek
werd voor Bolsward en Wonseradeel.
Hierdoor is het mogelijk geworden, dat
zij steeds beter aan haar doel:
I
I
Gevraagd wordt in welk stadium de
plannen tot combinatie met de Hogere
Landbouwschool te Leeuwarden zijn ge
vorderd en of de regering een fusie mo
gelijk acht daar de Hogere Landbouw
school niet op neutrale, maar op alge
meen Christelijke grondslag staat.
Reeds lang was bij insiders bekend dat
er aan het bestaan van de R. H. Z. S.
te Bolsward werd getornd.
Met belangstelling wacht Bolsward, nu
dit alarmerend bericht is gelanceerd, de
komende gang van zaken af.
en de verkoop van de
Er wordt tevens op gelet of
hygiënisch te werk gaat,
de keuringsdienst haar zorgen
alle eet. en drinkwaren uitstrekt, is
om al deze waren te
de handel worden ge
bat de kij foartidich nei it
der
„een culturele instelling voor de
gehele bevolking”
te zijn, kan beantwoorden.
Haar ontwikkeling draagt gelukkig nog
steeds een dynamis-'h karakter. Aan de
bestaande boekerij kon een zeer belang
rijke uitbreiding worden gegeven. Het
aantal dag-, week- en maandbladen
werd belangrijk vergroot. Een belang
rijke bibliotheek van naslag-werken op
allerlei gebied kon worden ingericht.
Filialen te Makkum en Witmarsum zijn
in oprichting, terwijl er plannen worden
voorbereid om, voorzovej; nodig, ook de
I overige dorpen van Wonseradeel met de
service van de bibliotheek te bereiken.
Intussen werd ook een jeugdbibliotheek
ingericht.
Het streven van het bestuur om de boe
kenschat te brengen binnen het bereik
van een ieder in dit rayon verdient aller
steun. Een steun, die gegeven kan wor
den in de eerste plaats door zich als lid
van de vereniging te laten inschrijven.
Bolsward, „hoedster fan kultuer” moge
trots zijn op deze instelling.
Bolswards Nieuwsblad
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad
deze instellingen met daarnaast een
aantal filialen en hun aantal neemt ge
lukkig nog gestadig toe.
Door het onderling leenverkeer tussen
deze bibliotheken kan ook in de meest
exclusieve behoefte van de lezers wor
den voorzien.
Deze behoefte-bevrediging vindt alleen
haar begrenzing door de Rijkssubsidie-
voorwaarden die o.m. voorschrijven, dat
uit de bibliotheken dienen te worden ge
weerd, die boeken, welker lectuur op
grove wijze kwetsend is voor anders
denkenden.
Een andere subsidie-voorwaarde is, dat
in de Statuten van de Openbare Lees
zalen en Bibliotheken een bepaling moet
worden opgenomen: „dat zij bestemd is
voor ieder, zonder onderscheid van gods
dienstige overtuiging, politieke gezind
heid of maatschappelijke stand”.
Voorts schrijft een volgend artikel voor
dat zij het karakter van onpartijdigheid
behoort te dragen, lectuur van elke
richting behoort te bevatten en dat elke
bestaande richting in het bestuur zo
veel mogelijk dient te zijn vertegenwoor
digd.
Dit Rijkssubsidie wordt toegekend op
voorwaarde, dat de gemeente(n) van
vestiging en of de provincie een door
het Rijk gesteld minimum-subsidie bij
dragen.
Daarmede is deze zaak door de Rijks
overheid tot een gemeentelijke zaak ge
maakt.
Op het departement van O. K. en
volksontwikkeling, Mr. H. J. Scholvinck, vrijdagav. de prijs voor ’t kinder
hoek 1959 uitgereikt aan mevr. C- E. Potharst-Gimberg
De dei fan it jier
Is elts moarns al ier
Drok yn it spier
It swart-bünt fé
fan ’t aid boete sté
Stiet yn Boalsert wet ré
Op ’t feest fan ’e hjerst
Wurdt it fé efkes test
Hja binne wer bést
Elts komt oan ’e set,
't Is ier of ’t is let,
Dizze dei mist men net.
Al is ’t noch al glêd,
’t Giet op nei de stêd
Oer ’t fallende blêd
De sleur is men ba
Fol moed dêr op ta
It sjen wol men ha
Tradysje wurdt bean
En bliuwt bistean
Sil fierder noch gean
Gjin ien is sleau
En seit, ik bliuw
Mar thüs mei it reau
Dy’t mar heal kinne
Wol heel dochs dêr hinne
As moat hja ek rinne
OPMERKLIKE FEITEN
It wiete waer
büthüs dreaun, hja koene it net lan.
goed meitsje. De wiete en hjir en i
ek de sounens fan it fé fergen de boer
dêrop.
Nou is it winterskoft wer oanbrutsen en
de tiid fan fuorjen stiet wer foar de doar.
Lokkich is der genóch groeid, sadat hjir-
oer gjin soargen hoege to wêzen, mar
oan de oare kant duorret it kans in skoft
foar de büthüsdoarren wer iepen geane.
In heal jier lang sille de boer eii syn
feinten hwer dwaende wêze mei de jef-
ten hea, kuil en droech gers en dêrneist
it koartfoer.
En dat bits jut
jaen sasear,
Bibliotheken waren oorspronkelijk plaatsen, waar documenten bijeengebracht
werden die alleen ter beschikking van geleerden stonden.
Reeds uit de oude geschiedenis zijn bibliotheken bekend waarin verzamelingen
van kleitafeltjes bijeengebracht werden.
De kleitafeltjes werden later vervangen door papyrusrollen, die op hun beurt
plaats moesten maken voor het papier, waardoor het aantal (nog steeds) ge
schreven teksten zeer toenam. In de Middeleeuwen waren er vele bibliotheken met
aanzienlijke verzamelingen van dergelijke handschriften.
Hoe is het met de toevoeging van
vreemde stoffen?
De keuringsdienstambtenaren moeten on
derzoeken of de waren voldoen aan de
eisen, die krachtens de levensmiddelen
wetten zijn gesteld. Vroeger was de be
reiding van levensmiddelen veel eenvou
diger dan nu. De laatste tientallen jaren
is, mede door de ontwikkeling van de
chemische industrie, het toevoegen van
vreemde bestanddelen aan levensmidde
len sterk toegenomen. De noodzaak om
levensmiddelen langer houdbaar te ma-
k en(b.v. voor de grotere afstanden, die
bij transport worden afgelegd) en niet
in het minst de vraag van het publiek
naar mooi gekleurde en gemakkelijk klaar
te maken produkten, hebben hiertoe ge
leid. Zolang men niet kon vermoeden,
dat er onder die toevoegingen schadelij
ke stoffen zouden kunnen voorkomen,
was er geen reden ze aan banden te leg
gen.
Uit ervaring is echter komen vast te staan
dat er wel schadelijke stoffen bij waren.
Men weet, dat niet alles wat „natuurlijk"
is, ongevaarlijk is en dat niet alles wat
kunstmatig bereid is persé schadelijke ge
volgen zal hebben.
In onze wetgeving houdt men hiermee
zeker rekening; juist op het gebied van
de toevoegingen worden steeds wijzigin
gen aangebracht. Het is werkelijk niet zo,
dat een bereider van levensmiddelen aan
zijn produkten van alles en nog wat mag
toevoegen.
Aan melk b.v. mogen geen vreemde be
standdelen worden toegevoegd, met uit
zondering van vitamines. Roggebrood, ’n
produkt dat spoedig beschimmelt, mag
Door de betreurenswaardige margarine-kwestie van enkele weken geleden is de le-
wensmiddelenwetgeving en -keuring in ons land volop in de publieke belangstelling
gekomen. In vele toonaarden is er over geschreven, maar voornamelijk in een mi
neurstemming. Veelal rijzen vragen als: „Wat hebben we aan een keuringsdienst,
die alleen achteraf kan keuren?” en „Waarom mogen ze in ons land maar van alles
in het voedsel stoppen?”, waarbij men ook de opmerking kan horen, dat onze Wa
renwet verouderd is.
Hwal bat Qabe Skroar
us hjoed p p
to sizzen
levere wurdt oan foer by de iene 3000
goune mear kostet as by de oare.
En hja barre deselde priis foar de molke.
Hwant de garansjepriis is foar de sunige
en de oerdiedige gelyk en sünt wy witte,
hwat de minister bikend makke hat, fier
fan roiael. Wy wolle der dit kear net
mear fan sizze as dat de krêbbe wer in
stik heger oplutsen is en it foar hiel hwat
boeren mear as ea saek wurdt, skerp to
rekkenjen en ekönomysk to buorkjen.
En as men dit wol en ek mient to dwaen,
dan sil it foardielich fuorjen net it minst
de folie bilangstelling fan de greidboer
ha moatte. It wie my derom goed to
hearren, dat der nou al mear as 1000
greidboeren binne, dy’t yn de féfoerker-
nen elkoar helpe mei har er far in een en
ütkomsten. Spitich wie dêrby, fornim-
me to moatten. dat de greidhoeke yn de
Südwesthoeke der net oan mei die. Dat
bigryp ik hast net, hwant de lege Onkos
ten fan dit wurk, trochinoar gjin 20 gou
ne per bidriuw, wurde der dochs dübei
en dwers uthelle. Hwer sit dat dochs yn,
dat dit hjir net wol?
Yn de Walden nimt it tal féfoerkearnen
elts jier ta en hjir binne de trije, dy’t
der wiene, yn St. Nyk, op ’e Haske en
to Snits, wer oan 'e kant omt er gjin bi
langstelling foar wie.
Wy meije der wol om tinke, dat de goe
de namme fan de greidboeren as bitüf-
te faklju, allinnich mar bliuwe sil as der
ek oan alle kanten fl t dien wurdt om
by to bliuwen.
De tiid is lang foarby, dat de sangroun
fier efter oan kaem. Yn mannich opsicht
stribje hja de klaei foarby.
Spilet de selsfoldienens üs hjir in for-
kearde rol? Dat soe men dochs wrich-
tich net hoopje.
het niet nodig is. De wetenschap, dat eet-
en drinkwaren op ieder moment gekeurd
kunnen worden door een onverwacht op
duikende keurmeester heeft er toe geleid,
dat vervalsingen van levensmiddelen en
Vergiftigingen door besmet voedsel in
ons land tot de uitzonderingen behoren.
Iedere Nederlander mag aannemen, dat
het brood, dat hij koopt, het juiste ge
wicht heeft, dat de specerijen niet met
zand worden gemengd en dat er in de
worst een voldoende hoeveelheid vlees
wordt verwerkt.
Dit zijn nog maar enkele voorbeelden.
Kwamen vóór de landelijke keuring her
haaldelijk tyfusyepidemieën voor door ’t
gebruik van besmette melk of besmet ijs,
of van voedsel, dat met besmet water was
behandeld, nu behoren dergelijke geval
len vrijwel tot het verleden.
Dat het apparaat van de keuringsdiensten
een algemene verbetering in de levens
middelenbereiding teweeg gebracht heeft,
blijkt wel uit het feit, dat het aantal be
keuringen de laatste jaren gering is.
Hoe langer hoe meer kan de taak van de
keurmeester adviserend in plaats van po
litioneel worden. Hierbij willen wij nog
vermelden, dat niet alleen eet- en drink-
Alvorens op deze vragen in te gaan eerst
iets over de levensmiddelenkeuring in
Nederland. Deze is grotendeels geregeld
in de Boterwet, de Vleeskeuringswet en
de Warenwet. Zij is opgedragen aan res
pectievelijk de Rijkszuivelinspecteurs, de
ambtenaren van de Vleeskeuringsdienst
en die van de Keuringsdiensten voor
Waren.
Door de vleeskeurmeesters wordt al het
vlees voor en na de slacht gekeurd. Door
de keurmeesters van de keuringsdiensten
voor waren worden monsters van waren
genomen tijdens de winning van het pro
dukt (b-v. bij melk), tijdens de bereiding
de bewaring en de verkoop van de wa
ren. Er wordt tevens op gelet of men
daarbij
Omdat
over
het niet mogelijk
keuren vóór zij in
bracht.
Om dat te verwezenlijken zou in iedeie
levensmiddelenfabriek, in iedere bakkerij
op iedere boerderij en tuinderij en op
iedere markt steeds een keurmeester aan
wezig moeten zijn. Dit is onuitvoerbaar.
In de praktijk is trouwens gebleken, dat
mear as in bytsje. Net it
mar wol it krekte fuorjen
nt hiel hwat yn en ho~ mear men hjir de
dingen, fan tichteby bisjocht, hoe ster
ker de oertsjüging wurdt dat op dit punt
de measte soarch en it greatste omtinken
frege wurdt. Yn sa’n winter giet der hiel
hwat troch. De stüdzjegroep fan boeren
yn Wurdum en Roardhuzum is nou foar
it fyfte jier dwaende om der Ijocht oer
skine to liften. Hja dogge dat, troch mei-
mekoar de gegevens to forgelykjen en
mei help fan in riedsman eltse jefte hea
of kuil to weagen. Boppedat wurde de
gollen en kuilbulten ündersocht, sadat
men krekt wit, hwat men fuorret.
Nou is it earste, hwat dizze sifers leare,
dat oan strie, pulp en koartfoer per kilo
molke forline jier 14 sinten forfuorre is.
Dat bitsjut likernóch de helt fan it molk-
jild. Trochinoar wurdt winterdeis sahwat
45 fan de molke woun, om en de’by
2000 kilo de kou. Dat haldt dus yn, dat
de foerkosten per kou gemiddeld 300
goune ütmeitsje. Op in fikse pleats fan
goed tritich melke kei giet dus sa’n tsien-
tüzen goune oan oankoft foer nei koöpe-
raesje of keapman. En dêrmei is it bi-
lang fan de foerkwestje wol tige düdlik
oanjown.
Yn de stüdzjegroep hie men sawn flinke
bidriuwen op it harspit nomd. Hja wie
ne net allegearre like great, mar üntrou-
nen mekoar net folie, hja sieten op sa’n
32 melkekij. Mar hwat in forskil de iene
of de oare. De leechste fan de groep hie
krapoan 9 sinten foerkosten, de heechste
19 sinten per kilo molke.
Soks is hast net to leauwen, hwant dat
wol sizze, dat de iene in dübeltsje op el
ke kilo molke minder forfuorre as syn
kollega. It wie dus net sa, dat de sunige
minder molke krige en de rije folie mear
né, de foerkosten binne birekkene op el
tse kilo molke en dus is dat dêryn al for-
rekkene. As men dizze ütrinders fierder
neigiet, dan docht bliken, dat de sunige
fuorder 0.87 st. ütjoech oan gers droeg-
waren worden onderzocht, maar ook ge
bruiksartikelen, zoals pannen, verpak
kingsmaterialen en kinderspeelgoed.
Salarisverlaging der ambtenaren lijkt het
enigste middel het evenwicht tussen uit
gaven en inkomsten voor de gemeente
besturen te herstellen.
Er hebben zich voor de St. Maarten-op-
tocht nu reeds 550 leerlingen opgegeven.
Heropening Sikma’s galanterie en speel
goedzaak aan de Dij lakker.
Installatie van de heer J. Mink als hoofd
der school te Exmorra.
Te koop gevraagd een beste jonge trek
hond. D. Ozinga, Schettens.
Old Finisch Huiskamer Ameublement,
bestaande uit 1 dressoir, 1 schuiftafel, 2
fauteuils en stoelen (met moquette)
compleet. Jan M. Praamsma, Dijkstraat
10, Bolsward.
jen, 0,42 st. oan strie, wylst de rojale üt
joech: 2,01 oan gersdroegjen, 0,68 st.
oan kuilfoer, 3,22 oan pulp. 1,44 st. oan
strie en mar leafst 11,2 st. oan koart
foer.
Op de gearkomste fan it bistjér fan it
Féfoerbureau haw ik op dit gefal neijer
ynfrege en de technyske riedsman sei,
dat it by dizze boer alle jierren itselde
byld joech. Ryklik strie, frijhwat pulp en
de moalbak drok brüke. De kij wiene dik
en fet, mar de molkjefte wie mar hiel ge
woan. Mar it wie in fokker en de kij
moasten neffens him der tige goed üt-
sjen. Dat wie it üthingbuordtsje fan syn
fokkerij, miende hy en hy wie der ek net
óf to bringen. De fébisetting wie ek net
botte great. Hy hold hwat mear as ien
melkekou op de ha. (1.17) en dat is per
foarst gjin ütrinder.
Nou is it algemien bikend, dat fokkers
wol ris hwat oars dogge, as de boeren,
dy’t allinnich melke, mar dat hjir net
forstannich hannele wurdt, stiet wol fêst.
Mocht him al ris in keaper de eagen ticht-
klieme litte troch dy fette kij. dan sille
de ütkomsten him letter wol oars leard
ha en soksoarte fokkers binne gau har
namme kwyt. Wis, by in fokker for-
wachtet men gjin meagere skarminkels
yn it büthüs, mar dik en fet makket de
keapers earder ófkearich as happich.
It ploechje fan de stüdzjegroep yn Grou
wie mear evenredich. Ek der stiene sawn
boeren mei har ütkomsten neist mekoar
en it is wol opmerklik, dat har gemiddel
de krekt itselde wie as yn Wurdum. nl
14 st. oan foerkosten per liter molke.
Hjir wie de heechste 16.6 en de leechste
kaem op 11,6 st. Lykwols in fierst to
great forskil op gelikense pleatsen en mei
likefolle fé. Hwant in lyts rekkensomke
leart, dat de 130.000 kilo molke fan sa’n
pleats, hwerfan yn de winter 60.000 kilo
wel kunstmatig geconserveerd worden,
maar slechts met bepaalde, met name ge
noemde conserveermiddelen en dan nog
in een vastgestelde concentratie.
Ditzelfde geldt voor diverse andere wille
keurige kleurstof. Slechts een gering aan
tal kleurstoffen is toegestaan voor ge
bruik in eet. en drinkwaren. Dat een fa
brikant levensmiddelen kleurt, behoeft
men hem trouwens niet aan te rekenen.
De huisvrouw, die haar peertjes stooft
met pererood, doet precies hetzelfde.
Middelen ter bestrijding van insekten,
schimmels e.d. mogen in land- en tuin
bouw worden toegepast, maaron
der bepaalde voorwaarden. Het gebruik
van hormoonpreparaten in de kippenfok
kerij is onlangs verboden.
Het bedrijfsleven is dus in vele opzich
ten al aan banden gelegd. Maar dat des
ondanks niet altijd ongelukken voorko
men kunnen worden is onlangs gebleken.
Het voorval met de margarine zal er ze
ker toe bijdragen, dat zo mogelijk verde
re regelingen in versneld tempo tot stand
komen.
De moeilijkheid hierbij is, dat het soms
heel lastig, of zelfs onmogelijk is, om
vast te stellen of een bepaalde stof on
schadelijk is en al of niet toegelaten mag
worden. De vraag rijst ook of het nodig
is om in principe zo min mogelijk toe
voegingen toe te staan. Of kan men vol
staan met uitdrukkelijk enkele minder
gewenste stoffen te verbieden?
In onze wetgeving werd tot nu toe van
beide systemen gebruik gemaakt. De op
vatting is thans echter wel dat men moet
komen tot een lijst van stoffen die in le-
vensminddelen mogen worden gebruikt,
onder uitsluiting van alle andere hulp
stoffen. Hierbij zal getracht moeten wor
den zoveel mogelijk in overeenstemming
te zijn met regelingen die in dit opzicht
reeds in andere landen bestaan.
Wil een fabrikant een nieuw produkt
bij de bereiding van levensmiddelen ge
bruiken, dan zal hij moeten aantonen, dat
dit produkt voor de gezondheid van de
mens niet schadelijk is. Deze eis aan de
fabrikant te stellen, lijkt alleszins rede
lijk en deze regeling zal ten gevolge heb
ben, dat veel onnodige toevoegingen van
vreemde stoffen kunnen worden voorko
men.
De echte grot ontwikkeling van de
bibliotheken kwam evenwel pas met het
gedrukte boek; daarmede kwam de mo
gelijkheid op grote schaal teksten te
vermenigvuldigen.
Intussen was nog lang niet de tijd aan
gebroken, dat bibliotheken plaatsen wa
ren waar de gewone man zomaar binnen
liep.
De 15e en 16e eeuwse folianten aan ket
tingen vastgelegd, zoals ze nog heden
ten dage te zien zijn o.m. in de oude
Librije te Zutphen, werden alleen nog
maar gebruikt voor studerenden en ge
leerden.
De komst van het gewone boek, dat men
ter hand kan nemen, met zijn veelzij
dige inhoud, de belletrie, de roman, de
brochure, de maand-, week- en dagbla
den, maar ook het populair weten
schappelijke boek, heeft een heel ander
type bibliotheek in het leven geroepen,
dat niet in de eerste en enige plaats
voor de geleerde, maar voor de gemid
delde lezer, die belang stelt in de cul
tuur van zijn tijd, bestemd is.
Onze tijd kent dan ook een splitsing
tussen bibliotheken, die zich weten
schappelijk hyphen gespecialiseerd en
de algemene, voor ieder toegankelijke,
bibliotheken, soms eenvoudig van om
vang en opzet en soms zo imposant dat
ook de meest veeleisende lezer bevredigd
kan worden.
Deze moderne versie van de oude Li
brije heeft haar eerste grote vlucht ge
nomen in de Angelsaksische landen.
Zij is nog betrekkelijk jong; eerst in de
19e eeuw heeft zij haar plaats veroverd.
Ons land kwam daarbij wat achteraan,
want de eerste algemene bibliotheek
hier te lande is nog slechts ruim een
halve eeuw oud.
Aanvankelijk bestond er in ons land een
zekere tegenstand tegen deze vorm van
volksontwikkeling.
Had de „Public Library”, de openbare
bibliotheek, in Engeland bijv, al voor
1850 een vaste plaats in het culturele
leven veroverd, bij ons moest het, zoals
gezegd, tot het begin dezer eeuw duren
eer de eerste Openbare Bibliotheek tot
stand kwam.
Wèl kende men de z.g. volksbibliotheken
van de Maatschappij tot Nut van het Al
gemeen en soortgelijke bibliotheken op
levensbeschouwelijke grondslag.
Aanvankelijk uitsluitend steunende op
particulier initiatief, werd later door de
Overheid financiële steun verleend aan
de Openbare Leeszalen en Bibliotheken.
In een destijds door deze Vereniging uit
gegeven vlugschrift lezen wij het vol
gende
„geen volksbibliotheken, maar boe
kerijen en leeszalen voor de ont
wikkelden uit alle maatschappelij
ke kringen zonder onderscheid. Al
leen van deze leeszalen verwach
ten wij een beschavende invloed en
een praktische steun voor geheel
ons volk.”
Sedert de oprichting van deze Vereni
ging, die het gehele complex van leesza
len, ook de confessionele, vertegenwoor
digt, heeft de ontwikkeling van de Open
bare Leeszaal-beweging een snelle vaart
gekregen.
Thans bestaan er meer dan honderd van