De winkelier
wordt
zakenman
meer
o
I
V'.
1
de D.A.F. komen
De wielen
van
uit een uniek Dokkumer bedrijf
van Self-made man
I
1 J I
KIM
I wS
I
to sizzen
van
Fan de Martinytoer
Gouden filmpjes
Tj. de J.
us
Boerderij branden
deeember 1960
Boerenzoon stichtte bloeiende industrie uit stenen
Atlantic-Wall
Nieuw vestigingsbesluit betekent kleine revolutie
IWPC.
o
w
DINSDAG 21 FEBRUARI 1961
No. 15
57e JAARGANG
P. PRINS
>g. Zoon Prins
boerderij land-
4<? week februari 1911
hopen
Goede minsken
binne komselden goede minskekenners
Te Weidum zijn de eerste kievitten waar
genomen. Een vlucht van een vijftiental
scheerde over de velden.
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitfive: A. J. OSINGA N.V, Bolsward
Administratie- en Redactie-adres:
Marktstraat IJ
Telef. 2451 Na 18.30 uur 2305 of 2335
(K5157)
een half maal zo groot als bij de in deze
goederen gespecialiseerde winkels.
Uit het CBS-onderzoek bleek ook, dat
dit verschijnsel zich vooral op het plat
teland vertoonde.
DE FEITEN SPREKKE IN
DI DLIKE TAEL
De hoofdinspecteur voor het Brandweer-
wezen van het ministerie van Binnen
landse Zaken deelt mede, dat in de
maand december 1960 12 boerderijbran-
den zijn voorgekomen, waarbij de boer
derij vernield of zwaar beschadigd werd.
Twee van deze branden kwamen voor in
Friesland, één in Overijssel, vier in Gel
derland, twee in Utrecht, één in Zuid-
Holland, één in Zeeland en één in Lim
burg.
De directe schade door deze branden
aangericht, wordt geraamd op f 565.700.
Eén van deze branden werd veroorzaakt
door aardsluiting, één door spelen met
vuur, één door vonken uit de schoor
steen, één door vonken van landbouw-
tractor, twee door hitte-uitstraling van
kachel, terwijl in zes gevallen de oor
zaak onbekend bleef.
Bij deze branden kwamen één paard, 43
koeien en 8900 stuks pluimvee om.
Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Advertentieprijs: 13 cent per mm
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
Handelsadvertenties bij contract reductie
Bolswards Nieuwsblad
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad
al gauw niet genoeg i
metalen hekken maken en kruiwagens.
Er werden lasapparaten in de
Daaruit
zich
Oppassen.
De kruidenier in de levensmiddelensec
tor is het nu toegestaan zo ongeveer te
verkopen wat hij wil. Maar kan hij dat
ook? „Neem de kleine middenstander,”
zegt de kritikus, „die kan nooit zoveel
investeren, dat hij het assortiment van
zijn bedrijfje voldoende door inkopen kan
uitbreiden. Hij heeft er eenvoudig geen I derdaad, zoals het bijgeloof «egt,
geld voor.” ongeluksgetal wordt.
Een ander probleem; zal deze uitbrei
ding de zelfbedieningszaken niet te veel
in de kaart spelen?
Ook van de zijde van de koper kun
nen vragen rijzen. Bijvoorbeeld: „Krijg
ik nu wel voldoende deskundige voor
lichting? Kon de man, die mij zoveel
verschillende dingen verkoopt, wel alles
over zijn artikelen weten?”
Het zijn moeilijkheden, waarop in mid-
denstandskringen verschillend wordt ge
reageerd. Zij zullen echter toch door
de middenstand zelf beantwoord moeten
worden. De middenstander, die langza
merhand tot grote hoogte groeit. Want
door de uitbreiding van zijn verkoop
kansen wordt de winkelier meer zaken
man. Met alle eisen van dien. Hij moet
beter oog hebben voor zijn mogelijkhe
den, meer kijk op zijn klantenkring. De
wet heeft zijn banden (gelukkig) ge
deeltelijk verbroken. Hij moet er nu op
de juiste, manier van profiteren, anders
loopt hij het gevaar, dat voor hem
en daarmee voor de koper dertien in
een
Advertentie: Op 26 februari a.s. I
mijn geachte baas en vrouw hunne 40-
jarige echtvereniging te herdenken. Hun
ne geachte dienstbode Neeltje.
De eerste vestigingswet dateert van
1936. De meeste latere regelingen zijn
op deze oude normen gebaseerd. Toch is
sinds de jaren dertig veel veranderd in
de wereld van de detailhandel. Het nieu
we besluit was daarom hard, heel hard
nodig.
De eerste stappen voor een verandering
in de nogal nare toestand, dat de wet
telijke regeling flink achterop lag bij de
feitelijke situatie in het winkéliersbe-
drijf, werden gedaan in mei 1955. De
staatssecretaris voor economische zaken
vroeg op dat tijdstip voor het eerst een
advies in deze kwestie aan de door de
Sociaal Economische Raad (SER) in het
leven geroepen „Commissie Adviezen
Vestigingsregelingen”,
Vrije goederen.
In december 1956 kwam het antwoord
van de Commissie.
Het hield in de instelling van een nieuw
type winkel: het algemeen levensmid-
delenbedrijf. Dit zou openstaan voor een
ieder, die een bijpassend diploma wist
te veroveren. De te verkopen waren om
vatten vrijwel het gehele levensmidde
lenassortiment. Het voordeel was, dat
de (toekomstige) winkelier veel diplo
ma’s kon verruilen of vermijden voor 't
nieuwe. Het voorstel werd overgenomen
in het voorontwerp van het nieuwe ves-
tigingsbesluit dat in 1958 uitkwam.
Maar toen kwamen de bezwaren van dit
systeem naar voren. Vooropgesteld was.
dat de eigenaar van het Algemeen Le-
vensmiddelenbedrijf tenminste vijf groe
pen van waren behoorlijk zou moeten
verkopen. En dat was een te grote op
gave voor velen, zeker in de overgangs
periode. Een groenteman kan nu een
maal moeilijk plotseling een grote om
zet in thee of koffie bereiken.
Daarop kwam ten slotte het voorstel,
dat nu tot wet geworden is. Niet één be
paald soort winkel is vrijgesteld, maar
een aantal goederen is vrijgekomen. Tot
deze z.g. „gemeenschappelijke waren”
behoren o.a. specerijen, koffie, thee, con
serven, verpakte melk, boter, eieren,
soepen, brood (plus beleg) en fruit. Bo
vendien voor de kruidenier ook nog
rookartikelen.
greatte safolle kanten hat, dat de for-
gean sil.
blyn sjocht op eko-
Verkoping van
erfpacht aan
huurd aan
f 925,—.
Ek al is it wier, dat wy yn mannich ding
Amearika folgje, dan is it ek wer wier,
dat wy üs eigen foarm en üs eigen tem
po halde. Wy kinne fan Amearika in bul-
te leare, mar dit is en dit wurdt nea in
stikje Amearika en dat is mar goed ek.
Hwant neist it ekonomyske, stiet it sosiale
en it psychologysk faset en dizze faktoren
binne like reëel as it earste. As men al
den dei ünderfynt hoe’t der wratten en
stribbe wurdt troch lytse boeren om in
hoekje lan to halden of to bisetten as men
sjoecht, hoefolle hja der foaroer hawwe,
om har eigen spultsje to bihalden, dan
sil men de bleate rekkenarij hwat mei in
skalk each bis jen.
En de boer, dy’t troch de leste sprekker
hwat fan ’e wize rekke is, fynt syn lyk-
wicht under syn bisten gau genóch wer
werom.
Hy hat it wol faker tongerjen heard en
it tal takomstprofesieën, hwer’t men nea
wer hwat fan heart, is tige great,
irp ‘joi.w p si jb )tp ‘azzis jbui jom
men geleidelik wei mear kij per man hal
de en forsoargje sil, om’t de mooglikhe-
den greater wurde, de takomst geleidelik
üt it bisteande üntstean sil en dat it tem
po foar alleman in riedling bliuwt.
It sil net faek bard wêze, dat in gearkom-
ste yn Snits net yn de beide
len, dy fan it gebou foar
langen
Men kin fan tinken wol ha, dat de léste
sprekker minder evenredich wêze soe.
Dr. Vondeling, lêstendeis bütegewoan
heechlearaer yn Grins wurden, is net
bang ütfallen en sokken moatte der ek
wêze. Mar dan is it goed to bitinken, dat
de brij altyd net sa hjit opiten wurde
hoecht as hja optsjinne is.
Men kin wol efkes utblieze. Dr. Vonde
ling is fan syn fak lanbou-ekonoom en
sjocht de fierdere gong fan saken frij-
hwat mathematysk. En yn syn riddenea-
ring spilet de ekonomy, los fan alles,
DEN HAAG Staatssecretaris Veldkamp (economische zaken) heeft in samen
werking met de ministers Marijnen (landbouw en visserij) en Van Rooy (sociale
zaken) zijn nieuwe vestigingsbesluiten voor de detailhandel op de winkelierstafel
gelegd.
De nieuwe regeling is in het Staatsblad gepubliceerd en maandag, de dertiende
februari, van kracht geworden. Zowel van voor als van achter de toonbank zjjn
reacties gekomen. De nieuwe regeling betekent niet minder dan een kleine, zij
het dan niet onverwachte, revolutie. Zij is lange tijd met grote spanning tege-
moet gezien.
een winkelhuizing met
de trekvaart te Parrega, ver-
Jan van der Meer. Geboden
kingsindustrie, waarin ver over de hon
derd mensen werk vinden en die export-
contacten heeft over een groot deel van
de wereld.
De heer Prins heeft zijn agrarische car
rière in feite beëindigd na twee dagen
landbouwschool en werd krullenjongen.
Hij ging met de timmerman op karwei
en menigeen schudde er het hoofd over.
Die jongen kon toch warempel wel wat
beters worden, zei men. Wel, hij is wat
beters geworden, maar van ’t begin van
de N.V. Prins hebben slechts weinigen
iets bemerkt. Zijn carrière als industrieel
begon toch in de boerderij van pa.
Dat kwam door de oorlo;
begon in de schuur van de I
bouwmachines te repareren, hetgeen hem
was. Toen ging hij
- agens.
boeren
schuur gesleept, maar dat werd pa Prins
toch te gevaarlijk en hij maakte een eind
aan de werkzaamheden in de boerderij.
Daarmee waren de activiteiten van de
Hwat hat Qabe Skroar
greating tige stadich
En hwa t him inkeld
nomyske stellingen, dy hat hwat to min
each foar de oare fasetten fan it libben.
Dr. Vondeling seit, dat wy oan ,,de voor
avond staan van een technische revolutie”
Dat bin ik vn safier mei him iens, dat dit
al in hiel skoft oan e gong is en jit fier
der gean sil.
Mar de dingen komme geleidelik en mei
folie fariaesjes. Hja freegje tiid, hja sille
faeks geslachten freegje om nei dy foar-
men ta to groeijen, mar hja komme net
as in tongerbui, dy ’t it bisteande wei-
spielt. It festige libbenspatroan sit folie
djipper as Dr. Vondeling en syn maten
leauwe.
Ek al is it
greatste sea-
kristlike bi-
langen en fan Amicitia, to bergjen wie.
En dochs wie dat woansdei it gefal. Mear
as hundert lju koene gjin plakje mear
fine. En it wie gjin protestgearkomste
of in byinoarkommen foar heger lean of
mear frij, mar simpelwei in technyske
boeredei, in saneamde „Greidedei”.
Mear as trije uren de moarns en jit in
pear middeis hawwe hünderten (1600)
agrariërs sitten to harkjen nei deskundi
ge sprekkers oer ynsichten yn de moder
ne greidebidriuwen. Soks seit dochs wol
hwat. Alderearst is it in komplimint foar
de organisatoren fan dizze dei.
Hja hawwe de tarieding en de opset sa
makke, dat sa’n feit sinneklear sjen lit,
dat de tsjintwurdige greidboer alle bi-
langstelling hat foar de bidriuwsfragen,
ek as it net giet oer de molkpriis.
Hwa docht dat harren nei om lyts twa-
De verandering.
Wat was die ontwikkeling, die de toe
stand zo sterk veranderde en de regels
in dezelfde mate verouderde? Zij lag
voornamelijk in de hoek, die wij met een
vreemd woord aanduiden als paralelli-
satie. Dat is een verzamelnaam voor een
verschijnsel, dat eerst in Amerika, later
in Europa, steeds sterker naar voren
kwam. De winkeliers bemerkten, dat
hun kopèrs steedé meer bij hen kwa
men vragen naar artikelen, die eigen
lijk buiten hun bedrijfstak lagen. Het
gevolg daarvan was, dat zij het assorti
ment, dat zij hadden, sterk gingen uit
breiden.
Er zijn veel economen, die zeggen:
„Sorry, dat is maar gedeeltelijk waar.
Niet de vraag kwam het eerst, maar ’t
aanbod. De winkeliers gingen „zomaar”
hun waren uitbreiden. En de koper vond
het des te beter.”
Het is zo’n soort ruzie als die welke is
ontstaan over de vraag wat er eerder
was: de kip of het ei. Vast staat, dat
een winkelier in de loop van de tijd
steeds meer buiten zijn (branche)boekje
ging. Sterk is het voorbeeld van de
boekverkoop bij de tabakszaak of de
kruidenier.
Het Central Bureau voor de Statistiek
nam nog in 1956 een steekproef in het
levensmiddelenbedrijf. Daaruit bleek,
dat de paralellisatie zich wel het
sterkst voordeed in het kruideniersbe-
drijf. Slechts 51 van de omzet hier
bestond uit de feitelijke kruidenierswa
ren. De melkboer bleek gehoorzamer te
zijn. Zijn omzet bestond voor 85 uit
zuivelprodukten. De groenteman hield
zich, zou hij schoenmaker zijn, voor
90 bij zijn eigen leest. De kruidenier
nam van de totale verkoop van boter,
kaas en eieren éénderde deel van zijn
rekening; zijn omzet in koekjes, choco
lade en suikerwerk, was zelfs twee en
CHAPELLE ARDENTE OP
MELSBROEK
Ingezonden; Mijnheer de Redacteur! Zou
u of een der lezers van uw blad mij mis
schien ook kunnen zeggen hoe het komt,
dat in de laatste tijd nu een Antirevo
lutionair burgemeester van Bolsward is,
zo dikwijls op zondag voetbalwedstrijden
te Bolsward worden gehouden, wat vroe
ger onder de liberale burgemeester zel
den of nooit voorkwam?
tüzen fakminsken bymekoar to bringen,
allinnich om harren hwat to learen oer har
bidriuw? En hwat blykt it in ünwier en
dwaes forhael to wêzen, dat yn bipaelde
kringen jit altyd roun giet, dat de ga-
ransjeprizen de boeren maklik en passyf
meitsje soe. It docht wol bliken, dat hjir
gjin wier wurd by is.
De beide earste sprekkers: de hearen Ir.
Boonman en Huisman hawwe it hawn
oer de mechanisaesjemooglikheden en
dêrby oanslutend oer de gebouwenkwesje.
Har sjenswize wie goed trochtocht en
hwer’t it pas joech ek hoeden.
Dizze minsken, dy’t ticht by de praktyk
steane wisten har ynsichten op in even
redige wize nei foaren to bringen en set-
ten nochal hwat fraechtekens by inkelde
moaderforskynsels. Dat die my goed,
hwant yn de praktyk rinne de dingen
dochs wol in bytsje oars as op it wite pa
pier.
Dr. Reinders, fédokter by de „kezond-
heidsdienst” hjirre, hie hiel hwat goede
tie by de opfiering fan it tal fé per ha.
en de greatere molkjefte. Dan wurdt de
sounens fan it fé mear labyl en freget,
sawol yn it lan as op de stal, mear om
tinken. It blykt wol, dat wy mei de abor
tus net sa maklik ta it doel komme as
mei de t.b.c. en dizze saek bliuwt ton-
earsten jit in hjit hangiisder.
hwat dêrmei mank giet, neffens mv, in
to greate rol. Syn stelling, dat foar de ta
komst ’n bidriuw minstens 30 kij haw
we moat om rendabel to wêzen, is faeks
wol wier, mar oer hokfoar jier wy dat
sa ha sille, dêr wurdt tige üngelikens oer
tocht.
Ik foar my tink, dat Dr. Vondeling dan
earder aid en griis is. In Irbbenswiis man
plichte to sizzen: de maetskippij is in
great lichem, it duorret altyd langer as
men tinkt. It is net de bleate ekonomy,
dy’t de dingen bipaelt, al is dy wichtich,
der is folie, folie mear.
De lanbou is gjin yndustry en wurdt it
ek nea, al foroaret er alle jierren gans
hwat.
Lykwols de tendins sit der wol yn en de
lytse bidriuwen, as men der tan libje
moat, krije it yn de takomst net makliker.
Mar hoefolle fikse arbeiders of jonge
boeren, soene mei in oanfankelik lyts bi-
driuwke en hwat hannel of in molkrit
of mei melken en arbeidzjen by lju yn
need, net geleidelik foarüt buorke wêze.
Dêrby komt, dat de omstannichheden yn
Nederlan yn folie provinsjes jit stikken
minder lizze as hjirre.
Ik wie lêstendeis by de boargemaster fan
Raelte yn Oerisel.
Der wiene jit hünderten lytse bidriuwen
fan minder as 5 ha en jitteris hünderten
fan 5-10 ha. En yn de léste tsien jier wie
it tal fan dy lytse bidriuwen jit tanaem.
Yn dy gemeente wiene ek in 50 bidriu
wen sa as hjirre aimeast, sa fan 20-35
ha. En dy wiene yn oantal sakke.
Sokken wiene der nou mar tritich mear.
Dat kaem omt dy boeren foar in diel har
bidriuw yn twaën makke hiene, sadat er
twa jonges oan 'e slach koene ynpleats
fan ien.
Nou wol ik üt-noch-yn net sizze, dat it
de goede wei is. Né, it liket my ta, dat
hja fierst to min op de tekens fan de tiid
acht slein ha en dêrom letter greate swier.
richheden krije, mar ik wol der inkeld
mei sizze dat de kwestje fan de bidriuws-
In een van de gebouwen van de oude
Brusselse vlieghaven „Melsbroek” is
een Chapelle Ardente ingericht voor
de slachtoffers van de ramp met de
Boeïing 707 van de Sabena. Personeel
van de Luchtvaartmaatschappij be
trok de erewacht
andere specialiteit koudgewalste profielen
op butagas en 1 p.g.-flessen en nog meer
produkten.
Naast de oude fabriekshall uit stenen van
de Atlantic-wall staat nu een grote fa
briek, met een modern machinepark. Er
worden meer wielen gemaakt dan voor
D.A.F.-jes en landbouwwagens; er wor
den ook wielen gemaakt voor de export.
En dat allemaal, omdat een boerenzoon
geen boer wilde worden en zich in het
zicht van vaders boerderij een bijna Ame
rikaanse carrière tegemoet ging.
Het is misschien een wat vreemde uit
spraak maar; in dat D.A.F.-je, dat daar
zojuist bij u door de straat reed, reiken
Eindhoven en Dokkum elkaar de hand
de auto komt uit Eindhoven, de wielen
worden in Dokkum gemaakt.
Dat en nog veel meer komt in feite alle
maal, omdat de heer P. Prins, zogezegd
de Prins van Dokkum geen boer wilde
worden. Hij heeft nu veel meer zorgen
dan die van paarden en koeien, van melk
en hooi, maar eerlijk, de heer P. Prins is
een self-made man, die niet anders wilde
en bezig is zijn idealen te verwezenlijken:
een fabriek, die van grote economische
betekenis voor Dokkum, de plaats waar
hij dichtbij werd geboren. In de lande
rijen bij Betterwird aan de rand van de
Bonifatiusstad staat een boerderij, waar
de heer Prins omstreeks veertig jaar ge
leden werd geboren en waar hij nu boer
had kunnen zijn, als hij gewild had.
Uit de ramen van die boerderij zijn nu
de fabriekscomplexen te zien van de N.V.
Prins Wielenfabriek en Metaalverwer-
Vliegmachines hebben een eigenaardige
uitwerking op schapen, aldus wordt uit
Australië gemeld. De schapen sterven in
zulk een grote getale, dat men de re
gering verzocht heeft de vliegdemonstra-
ties boven de weilanden te verbieden.
self-made man
ogenblik geen wielen meer te krijgen wa
ren. Heel Nederland kon geen er
leveren en in Dokkum dreigde
duktie in het
Toen zei de
zelf maken.”
Dat was een historisch ogenblik, want
pas later, toen de produktie al aan de
gang was, hoorde de heer Prins bij het
ministerie van Economische Zaken te Den
Haag, dat alle wielen geïmporteerd moes
ten worden en dat hij derhalve de stich
ter was van de eerste Nederlandse wielen
fabriek.
Het is niet bij wielen gebleven, want de
heer Prins houdt er niet van om alles op
een kaart te zetten. Dat doet een boer ook
niet, zo weet hij als boerenzoon maar al
te goed.
Zijn bedrijf, dat gestaag werd uitgebreid
richtte zich op pers- en walswerk met als
heer Prins echter niet in de kiem ge
smoord. Hij bouwde een kippenhok bij
de boerderij en ging daar rustig verder.
Het werd een compleet clandestien be
drijf, waarin tenslotte veertien onderdui
kers werkten, die na de oorlog met de
heer Prins boven water kwamen. Toen
had hij andermaal de kans om boer te
worden, doch hij had nog minder lust
dan tevoren en wilde niets meer en niets
minder dan zelf een metaalverwerkende
industrie bouwen en wel in het volgens
velen zo excentrisch gelegen Dokkum.
En, aangezien de heer Prins plannen
waardeloos acht zolang ze niet zijn uitge
voerd begon hij direct na de oorlog met
zijn fabriek, die aan de rondweg van
Dokkum toen nog slechts een aarden
baan verrees uit de sloopstenen van de
Atlantic-wall. Daar begon de produktie
van landbouwwerktuigen, onder meer van
landbouwwagens op luchtbanden.
Dat ging goed, totdat er op een kwaad
■ij gen wa-
:nkel wiel
de pro-
jonge bedrijf te stagneren,
heer Prins; „We gaan ze
•a..
'l