van
MATTHAUS UITVOERING
IN WORKUM
Uitbreidingsplannen
het Groene Kruis
De taak is veel meer omvattend, dan
men vaak denkt
ffl
1
Fan de Mar tiny toer
r
Dodelijk ongeval
Zilveren filmpjes
Fleurich liet
tl
I 1
a
UI
r
M
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’s Nieuwsblad
DINSDAG 19 MAART 1963
102e JAARGANG
No. 22
niet alleen voor de
3
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A J. OSINGA N.V, Bolsward
Administratie- en Redactie-adres:
Marktstraat IJ
Telef. 2451 Na 18.30 uur 2505 of 2335
(K5157)
oud in devote
de schildering
Abonnementsprijs f 1.90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Advertentieprijs: 13 cent per mm
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
Handelsadvertenues bij contract reductie
Better in rare lape
as in moai gat
Zondagavond omstreeks half negen is
te Witmarsum, waar hij uit de bus was
gestapt, de 65-jarige C. IJssels door een
verkeersongeval om het leven geko
men.
Op weg naar zijn woonplaats Pingjuni
werd hij even buiten het dorp op onver
klaarbare wijze aangereden door de 18-
jarige bromfietser J. Anema uit Kims-
werd.
Het slachtoffer werd met een schedel-
basisfractuur opgenomen en vervoerd
naar het ziekenhuis in Harlingen, waar
hij aan de gevolgen is overleden.
De politie stelt naar de juiste toedracht
een nader onderzoek in.
trictsverpleegsters, leidsters-docenten v.
kraamcentra, het waren ook wel provin
ciale besturen, die warm moesten wor
den gemaakt voor ideeën, die er toe kon
den bijdragen, dat de volksgezondheid
in hun provincie verbeterd werd”.
Zoals het een goede voortrekker betaamt
heeft zuster Hulman telkens achterom
gekeken. Zij mocht niet zo hard lopen
bij haar intense pogingen om ons alle
maal zo gezond mogelijk te maken, dat
men haar niet kon bijhouden. Dat zij dit
niet gedaan heeft, kunnen vele Kruis
verpleegsters ons vertellen: zuster Hul
man heeft er voor gezorgd zij zelf
zegt bescheiden: „Ik heb er misschien
een paar steentjes toe bijgedragen”
dat de wijkverpleegsters en alle andere
vrouwen, die in Kruisverband zorgen
voor onze gezondheid, goed en modem
geschoold zijn en dat zij ons onder alle
omstandigheden goed kunnen helpen.
het organiseren van cursussen, bijscho-
lingscursussen of -dagen voor vele groe
pen van Kruis-verpleegsters. Daarnaast
vormt zij de schakel tussen de Kruis
verpleegsters en de geneeskundige
hoofdinspectie van de volksgezondheid,
met wie allerlei plannen moeten worden
besproken en van wie zij zo nodig geld
moet lospraten voor de verwezenlijking
van plannen ter verbetering van de
„uitrusting” van de Kruisverpleegsters.
„Door mijn functie heb ik de kans ge
kregen nationaal o.a. door gesprekken
met de verpleegsters in algemene dienst
van het Witgele en het Oranje-groene
Kruis, en internationaal, o.a. door stu
diereizen, kennis te nemen van alle nieu
we ontwikkelingen op het gebied van
de gezondheidszorg.
Het was mijn taak die kennis steeds
door te geven aan hen, voor wie ze van
belang was. Dat konden provinciale ver
pleegsters in algemene dienst zijn, dis-
seheidende zuster in algemene dienst,
dat het accent van het werk van de
wijkverpleegster valt op alle hulpver
lening gericht op de gezondheidszorg,
zowel lichamelijk als geestelijk. Ik spreek
graag over; maatschappelijke verple
ging. Dit betekent, dat de wijkzuster
haar mensen niet meer moet zien, als
patiënten, die lijden aan deze of gene
ziekte, of daaraan kunnen gaan lijden.
Zij moet zowel in het curatieve als in
het preventieve vlak inzicht hebben in
de wisselwerking tussen ziekte, maat
schappelijke omstandigheden (een huis
moeder kan vinden de huismoeders
nu eenmaal niet ziek zijn; een man
tobt over de maatschappelijke gevolgen
van zijn ziekte) en psychische faktoren
(het is vaak heus geen kleinigheid een
ziekte geestelijk te verwerken, als die
iets anders is dan een griep of een ge
broken arm, die goed geneest). Het werk
van de Kruisverenigingen heeft zich zo
ontwikkeld, dat achter de wijkzuster in
het Kruisverband een grote schare spe
cialisten staat: artsen en gespeciali
seerde districtsvcrpleegsters, maar de
wijkverpleegster moet haar „kaart”
goed kennen en zij moet de taal,' welke
de specialisten spreken, goed verstaan”.
Dit betekent, dat er grote veranderin
gen zijn gekomen in de opleiding van
de wijkverpleegsters en dat voor allen,
die in het vak werkzaam zijn, telkens
herscholing nodig is. Het is het werk
van de verpleegster in algemene dienst.
Het is dus het werk van zuster Hulman
geweest, te zorgen, dat de opleiding werd
hervormd, dat er bijscholingscursussen
kwamen. En dat
wijkverpleegsters, maar ook voor alle
andere verpleegsters, werkzaam in het
Kruisverband. Want de mogelijkheden
op het gebied van de gezondheidszorg
groeien zo snel, dat iedereen achter raakt
tenzij zij geregeld de kans krijgt van
het nieuwe kennis te nemen.
Een voornaam deel van de taak van
de verpleegster in algemene dienst is
NIEUWE BRUG OVER DE RIJN
IN EMMERIK
In 1965 hoopt men in Emmerik de
nieuwe brug over de Rijn voor het ver
keer open te stellen. De brug zal de
rivier over een breedte van 200 meter
overspannen. De totale lengte zal 803
meter bedragen. De brug krijgt vier
rijbanen. Op de foto zien wij de beton-
vlechters aan het werk
Bolswards Nieuwsblad
enige vrees vervuld zullen zijn geweest
t.o.v. het welslagen.
Kerkdiensten in verband met de Biddag
voor
bussen wegens de
geren de TV met
bal-match.
Maar dat niettegenstaande dit alles toch
nog zovelen naar Workum waren geko
men om van dit muzikale evenement te
opdooi en voor de jon
de internationale voet-
de week maart 1938
Op 19 maart het eerste kievitsei gevon
den door W. v. Hekering te Alkmaar.
Frysk ündetwiis sil ynfierd wurde op de
iepenbiere skoalle to Itens en op 'e bi-
sündere skoallen to Gaest en Wjelsryp.
Voor de „grap” laten nationaal socialis
ten in Wenen Joden knielen op de trot
toirs om met onoplosbare verf op de te
gels geschilderde Oostenrijkse kruisen te
laten wegkrabben. Winkeliers en voorbij
gangers die geen swassiska-armband droe
gen, moesten eveneens gaan knielen om
de verf weg te werken.
pen bymekoar stieken en mei syn seizen
de Stifting foar de Lanbou foarmen. Ein-
lings wie dan dochs de iendracht b'irikt.
Dizze frije organisaesje fan alle agrariërs,
dy’t fan ien fan de seis bounen lid wiene,
hat al hiel hwat forbettering brocht. Mar
twa dingen wiene jit net birikt. Op it
foarste plak bleauwen it frije organisaes-
jes, dy’t gjin inkelde macht hiene om har
bisluten ek ütfierd to krijen. Hja koene
it de lju foarhalde, oanbifele, pleitsje en
propageare, mar trochsette koene hja net.
Dat wie foar bipaelde dingen in greate
bihindering. De bistriding fan fésykten
sa as de T.B-C. koe net earder ta risseltaet
komme, om’t de Stifting gjinien lid bine
koe. En in twadde biswier wie, dat it
wurk fan dizze bouwers mei hiel hwat
agrariërs to meitsjen hie, dy’t wol profi-
teare woene fan har wurk, mar net har
diel bydrage woene yn de kosten. En
hwer’t alle bidriuwen it foardiel fan dit
wurk graech oannamen, bleau it in ünt-
moedigjend ding, dat hünderten bidriu
wen wegeren de kosten fan dat wurk mei
to dragen.
Salang lykwols de organisaesjes frij
bleauwen, wie der gjin inkelde oplossing
foar. De krêft fan har wurk wie dêrtroch
folie lytser en de fortuten navenant. Nou
polysje mei stiennen goaije en ófranselje.
Hwat wol men dan? Nei fiif jier fan
freegjen en jitteris freegjen en wachtsjen
en geduld hawwen Dat soe ik graech ris
hearre fan de lju, dy’t dizze oerstjürens
bijubelje en dy’t har net skamje mei ün-
wiere en healwize praetsjes har eigen glê-
zen smoarch to meitsjen. Wolle hja it
wurk fan fyftich jier opbouwen stikken
ha. Lit hja it sizze en litte hja dan ek
noch de muoite nimrne om in paed to wi
zen nei meat iendracht. Hja sille it nei
alle gedachten yn de neiste takomst hurd
genóch nedich hawwe., Tj. de J. kers behorem
In Workums kathedraal klonk op woens
dagavond 13 maart weer de grootse
Schepping van Johan Sebastiaan Bach, de
Matthaus Passion, een van de hoogtepun
ten van het muziekleven in de Zuidwest-
Hoek van Friesland.
Ditmaal waren er zoveel tegenwerkende
factoren op de avond der jaarlijkse uit
voering van de de Matthaus-Passion te
Workum, dat de organisatoren wel met
Naast deze gezondheidsconsulent of
health educator, die meer bekendheid zal
geven aan hetgeen onze bevolking zowel
individueel als in groepsverband dient
te doen om de gezondheid op het be
staande peil te handhaven en om dit peil
nog te verbeteren, wil men ook de ar
beid van het Groene Kruis zelf meer on
der de aandacht van ons volk brengen.
Dit doel wil men proberen te bereiken
door het scheppen van ruimere voorlich
ting via de bestaande publiciteitsmedia,
dag- en weekbladen, maandbladen, film,
radio en televisie. Daarvoor zal het
Groene Kruis een vakman aanstellen,
die zowel de journalistieke als de pu
blic relations bekwaamheden bezit om
aan het werk van het Groene Kruis, dat
veel meer omvat dan wijkverpléging en
het uitlenen van een ondersteek, meer
bekendheid te geven.
De grote uitbreiding van de gezondheids
zorg en de toeneming van de taken die
het Groene Kruis op dit terrein te ver
vullen heeft, is voorts reden om over te
gaan tot de aanstelling van een tweede
medicus, die in landelijk verband lei
ding kan geven aan het Groene Kruis
werk.
Men overweegt dan ook de aanstelling
van een tweede medicus, die vooral de
sociaal-geneeskundige kant van het werk
ter hand zal nemen. Hij zal ook belast
worden met de leiding van het Instituut
voor de opleiding van leidinggevende
functionarissen op het gebied van de
gezondheidszorg. Dit instituut is door
het Groene Kruis opgericht en heeft al
bewezen goede diensten te kunnen be
wijzen bij de opleiding van functionaris
sen, die in Groene Kruisverband en el
ders leidende posten willen gaan bekle
den.
Het Groene en Witte Kruis in Nederland
omvat thans 987 plaatselijke verenigin
gen, die verenigd zijn in elf provinciale
organisaties. Deze provinciale organisa
ties zijn op hun beurt weer alle verte
genwoordigd in de Alg. Ned. Ver. Het
Groene Kruis, die dus als samenbunde
lend orgaan fungeert. In het gehele land
heeft het Groene en Witte Kruis (in N.-
Holland heet het Groene Kruis nog het
Witte Kruis) 835 wijkgebouwen en 1700
wijkverpleegsters.
Toen in 1900 de eerste Groene Kruis
verenigingen werden opgericht, be
schouwden zij het als hun taak hun le
den goed verplegingsmateriaal te ver
schaffen en hen zo mogelijk goed
te laten verplegen door de wijkzuster.
Die zuster moest in de gezinnen dan
ook hygiënische voorlichting geven. Al
heel gauw kwam daar het preventieve
werk bijzieken verzorgen is goed, ziek
ten voorkomen is beter. De wijkzuster
werd behalve verpleegster van patiënten
thuis ook assistente op de consultatie
bureaus voor tuberculosebestrijding en
zuigelingenzorg. Dit bleef in grote lij
nen zo tot aan en in de tweede wereld
oorlog. Maar daarna breidde het Kruis
werk zich zeer snel uit: voor de kinder-
hygiëne kwamen er naast de zuigelin
genbureaus consultatiebureaus voor a.s.
moeders, er kwam kraamzorg, er kwa
men kleuterbureaus.
In vele plaatsen kregen de zusters ook
te maken met de gezondheidszorg van
schoolkinderen. Er kwamen diensten
voor reuma- en kankerbestrijding, er
kwam de zorg voor lichamelijk gehan
dicapten, voor lijders aan suikerziekten,
voor bejaarden, er kwamen sociaal-psy-
chiatrische diensten.
En bij dit alles werd er steeds meer
nadruk gelegd op het belang van reva
lidatie, van het voorkomen van invali
diteit, van de herscholing van lijders
aan bepaalde ziekten voor werk, dat zij
heel goed zouden kunnen doen.
Nu merken wij, dat wij ons alleen maar
verbeeld hebben, dat wij wisten, wat een
wijkverpleegster is. De tijd is lang voor
bij, waarin zij voornamelijk de zuster
was, die patiënten thuis kwam verbed-
den, wassen en verplegen. „Ik zie het
zo,” aldus zuster Hulman, de thans
De Algemene Nederlandse Vereniging „Het Groene Kruis”, dat is het samen
bundelende toporgaan van het Groene- en Witte Kruiswerk in Nederland, gaat
haar werk belangrijk uitbreiden.
Deze uitbreiding is een gevolg van het inzicht, dat steeds meer veld wint, dat
preventieve gezondheidszorg moet beginnen met voorlichting van het Nederlandse
volk, een voorlichting, die een zo uitgebreid en grondig mogelijk karakter moet
dragen.
Om deze gezondheidsvoorlichting in het gehele land op doelmatige wijze te kun
nen verrichten gaat het Groene Kruis een specialist aantrekken. In Nederland
krijgt deze de titel van consulent, hetgeen is te vergelijken met wat men in het
buitenland een „health educator” pleegt te noemen. In Amerika, waar al sedert
lange tijd health educators hun werk doen, is men zeer tevreden over de resul
taten, die deze met hun werk bereiken.
Tingel-tangel-tong.
Harkjeris nei’t kariljon:
aide Friske lietsjes,
aide Fryske lietsjes,
tingel-tangel-tong
Boppe tusken hoannebalken
trüzelje de toanen drok,
stroffelje en swalkje
üt de müle fan de klok.
En hja dounsje en hja boartsje
yn in sankje, pear nei pear,
en hja stouwe nei in hoartsje
graech en fleurich ynmyn ear.
Tingel-tangel, tingel-tong 1
’t Is dochs nuver, mar it liet
fan it Boalserts kariljon.
bin’k forearst noch lang net kwyt
Mart. W. H. de Weerd
Hwat hat Qabe Skroar
us hjoed 2 p
to sizzen
genieten en de krachtige invloed van deze
heerlijke muziek en zang ondergaan, was
een reden tot blijdschap.
Ook nu hebben jong en
aandacht geluisterd naar
van dit verhaal van lijden en sterven, zo
als de evangelist Mattheus dit in de
hoofdstukken 26 en 27 weergaf.
Sinds 15 april 1729 deze schepping voor
het eerst ten gehore werd gebracht heb
ben millioenen het voorrecht genoten de
ze Passion te kunnen beluisteren. Hoe-
velen hebben er berusting en troost uit ge
put, maar er ook de kracht aan ontleend
om eigen kruis te dragen?!
Reeds bij de inleidende muziek voor het
openingskoor, dubbelkoor, Komt, o
doch’ren, helpt mij klagen, worden wij
geconfronteerd met de hoofdinhoud van
deze Passion, waarbij dan het jongenskoor
aansluit met het ontroerende, O, Lam
Gods, dat onschuldig enz.
Er is veel in deze Matthaus-Passion, dat
w uitblinkt door schoonheid van vorm maar
de oogst, het niet kunnen rijden der ook diep ontroert.
Met deze Matthaus-Passion uitvoering in
de Herv. kerk te Workum hebben de uit
voerenden/weer veel eer ingelegd, als
men teminste deze woorden voor een zo
wijdingsvol geheel mag bezigen. Het ge
heel stond ook nu onder leiding van de
heer Piet Post, een o-i. zeer zware opgave,
die aan de persoon hoge eisen stelt. Ook
nu was deze leiding weer af, soms zeer
bezielend en enthousiast, soms rustig en
kalm. Sterk wisselend tussen die beiden
b.v. in het slotkoor!
Het jongenskoor van de St. Bonifacius-
kerk te Leeuwarden, onder dir. van de
heer Jacquis Bos zong zeer toegewijd.
Toonkunstkoor Concordia te Leeuwarden
kwam tot zeer hoge prestaties, zowel bij
de aansprekende koralen als bij de div.
koren.
Als solisten werkten deze avond mee de
ons bekende Henriëtte Sengers, sopraan.
Aanvankelijk vonden wij haar stem, t-a.v.
de plaats waar wij zaten ’n ietsje te zacht,
naderhand werd dit beter.'Zij heeft ons
goed voldaan en beschikt over een mooie
zangstem; de alt Aafje Heynis is reeds
een bekende figuur op deze uitvoering te
Workum en wist ook nu te ontroeren,
door haar doorvoelde zang. De bas Arie
de Rijk (Christus-partij) en Leo Rom-
merts, bas (aria’s-) traden ook meermalen
op en kweten zich ook nu in het alge
meen loffelijk van hun taak.
Van de beide tenoren is de heer Jan
Waaijer als evangelist een goede bekende
Gerard Honig (aria’s) voor zover we ons
kunnen herinneren een nieuwe verschij
ning bij dit jaarlijks gebeuren te Wor
kum en zeker geen onbeduidende.
Intrumentale solisten waren verderMau
ri ts van der Berg, le viool en Schoo, 2 e
viool (ter vervanging van Silvia v. d.
Hoef) Viola da Gamba, de heer P. Tim
mer, daar Klaas Kueter, de aangewezen
persoon voor deze partij, nog niet geheel
hersteld was van zijn ziekte, Leon Ben-
dien, fluit, Jan Harshagen, Hobo, Jacoba
Kueter-Zwaga, Clave-cembel en Griet
Talsma-Kalsbeek, orgel.
Al deze personen oude bekenden van de
Workumer uitvoeringen der M.P. wisten
elk op het eigen instrument een bijdrage
te geven tot .het zo schoon geheel van
muziek en zangkunst.
Het aandeel van het Frysk Orkest mag
vooral niet worden onderschat, begelei
ding en omspeling, prachtig afgewogen
en indringend, waar nodig, getuigden
daarvan. Zo werd deze uitvoering weer ’n
voor velen vernieuwd vertrouwt worden
met de aangrijpende stof, voor anderen
hopenlijk een openbaring. En zij zullen
een volgend jaar D.V. weer tot de bezoe-
MEIINOAR OF TSJINMEKOAK?
Smaken sille altyd wol ütinoar tinnen
bliuwe, mar as jo it my freegje, haw ik
jit altyd in tankbere neitins oan de lês-
ooekjes, dy’t in fyftich jier forlyn op ’e
skoallen brükt waerden. Boekjes mei lib-
benslessen en histoaryske anekdotes, mei
sprekwurden, dy’t oan 'e han fan in tel-
tsje düdlik makke maerden en sa mear.
Der namen jo hwat fan mei foar it lettere
libben. Faeks hawwe aldere lêzers jit wol
oantinken oan sok in lêzles, mei as op-
skrift: Eendracht maakt macht, twee
dracht, breekt kracht!”
En it forhael wie likernóch sa: In aide
heit, dy’t de ein wachtsjende wie, róp syn
soannen by it béd en doe’t hja allegearre
om him hinne stiene, naem hy in bosk
taken, dy’t stevich mei in ein tou byme
koar boun wiene, frege de aldste om dat
bosk to brekken. Dizze bisocht dat, mar
it slagge him net, doe frege de heit it ke greate bilangen gemien hiene, de kop-
in forwyt oan de regearing, dat hja sa-
folle dingen troch ambtners dwaen liet,
wylst hja mienden, dat hja dat wurk seis
folie better en goedkeaper dwaen koene-
Hja pleiten en trunen oan op oer aame
fan dat wurk. Mar as dat troch gean soe,
dan moast de groep ek ynstean kinne foar
de mooglikheit dêrfan. Mei oare wurden,
as de Steat, dy’t macht hat, in diel fan syn
wurk oan de lju seis oerlitte soe, dan
moast dy groep ek de dingen dwaen kin
ne. Dan moast hja ek garansje jaen, dat
it ütfierd wurde koe. Dit eigen orgaen
MOAST dêrom ek de ünwilligen bine
oan de oaren, ien foar ien, mar net ien
koe it bosk stikken krije. Doe naem de
aid man it bosk tüken seis en makke it
tou los. En mei syn swakke krêft briek hy
de tüken ien foar ien. En doe sei er: Sa
sil it nou ek mei jimme gean, jonges, as
jimme troch it libben geane forboun troch
echte bruorreleafde, sil nimmen
jimme deare kinne. Mar reitsje jimme üt
mekoar troch rüsjes of dwessens dan is de
jimme stik foar stik troch de libbensstriid
orutsen wurde!”
Men soe oanstriid krije dit aide forhael
ek nou wer ris yn it ünthald werom to
roppen, nou 't de leste wiken it lan da
vert fan de wylde, oerstiüre kreten oer
frijheit en forset en it liket oft de agra-
ryske groep him mei man en macht for-
sette wol tsjin bipaelde wetten en regelin
gen. Ik sei, dat soe wol lykje kinne, mar
dan soe men de saek tige oerdriuwe. Lyk
wols, hoefolle oft er sa binne, kinne wy
gjinien fan allegearre sizze, in feit is, dat
düdlik bliken docht, dat hiel hwat lju de
dingen net mear reëel sjogge. Hwant as
er nou ien ding is, hwer’t de agrariërs
gjin forlet fan hawwe, dan is it sok óf-
brekken fan eigen ynstellings.
Hoe lang hat it net duorre, foar ’t har
organisaesjes sa fier wiene, dat hja de
pleatselike forienings ta provinsiale en
dy wer ta nasjonale opboud hiene. Hoe
faek waerd probearre om dy trije boere-
organisaesjes ta mear gearwurking to
bringen. Hwat wie it in stap foarüt, doe
't nei de tritiger jierren dat forstean groei
de en hja ta in fèst oerliz kamen. De trije
C.L.O.’s biseften, dat hja mear meimekoar
koene as los of tsjin mekoar. Datselde
groeide by de boerearbeiders, dy’t ek yn
trije organisaesjes wurken en ynseagen,
dat hja ek great bilang hiene by in ren-
dearend boerebidriuw. Mei greate .yn-
spanning’ en taei trochwrotten is doe bi
rikt, dat dizze seis organisaesjes, dy’t sok-
kinne, oars soe elke ütfiering dêrop fêst
rinne.
Op oanstean fan alle organisaesjes hat
de regearing doe dizze foech jown oan it
seistal boere- en arbeidersorganisaesjes,
mar allinnich yn in biheinde sin. Hja
mochten fan elts agrarysk bidriuw in bil-
like bydrage yn de ünkosten freegje krekt
as by in wetterskip. En twad mochten hja
ek de bidriuwen forplichtsje as hja bi
paelde algemiene lanbou-bilangen biher-
tigen, dy’t de meiwurking fan alle boeren
fregen. Fan dat léste is de T.B.C.-bistri-
ding in foarbyld. T.B.C. wie nea ütband,
as men net de macht krigen hie om de ün
willigen to twingen mei to dwaen. Elk
forstannich minske sjocht nou hoen grea
te woldied dy bistriding west hat en is
der tankber foar. Op it heden docht men
itselde mei de Abortus. En ek dat kin al
linnich as men hjirfoar foech hat en de
leste ünwilligen twinge kin om mei to
dwaen. De kosten fan sok wurk, fan de
bistriding en de forgoedingen, moat elk
neigelang de greatte fan syn bidriuw yn
meidrage. Dat is sa klear as in klüntsje,
hwant it is foar allegear fan deselde bi-
tsjutting.
En as de lju, hwer’t it foar dien wurdt,
nou weger je en wegerjen bliuwe om to
biteljen, as hja alle forsiken en moannin-
wie it yn agraryske formiddens algemien gen yn ’e kachel triuwe en doarwarders en