Bolswards zilversmeedkunst geniet
grote vermaardheid
De recreatie op de Afsluitdijk
Werk van 80 meesters vond de weg naar alle werelddelen
7 Si «si
5’,
Fan de Martinytcer
Tj. dc J.
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
Buschauffeur
Ir. Wind wordt H.I.D.
in Drente
Zilveren filmpjes
4e week november 1938
DINSDAG 19 NOVEMBER 1963
102e JAARGANG
No. 89
il
[I
DE STAKING VAN DE BUSCHAUFFEURS
to lytsmoedich
hij Rijkslandbouw-
KEKItET IT STJUK DEK UT
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitgave: A. J. OSINGA N.V, Bolswird
Administratie- en Redactie-adres:
Marktstraat 15
Telef. 2451 - Na 18.30 uur 2305 of 2335
(K 5157)
Abonnementsprijs f 1 90 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Advertentieprijs: 13 cent per mm
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
Handelsadvertenties bij contract reductie
De buschauffeur
Snuift graag de geur
Van olie en benzine
Houdt van z’n vak
Steeds onderdak
Hoe zit het met 't verdienen?
Dat steekt niet uit
Soms werd gemuit
Ik ben er niet mee tevreden
Het schraalste deel
En daarbij veel
V erantwoordelij kheden
lang en muoisum to
greatste trochdriuwer
:king, dat it hast ün-
Dizze wike wie ik earne yn Hollan op in
gearkomste fan lju, dy’t allegearre agra-
ryske bilangstelling of bilangen hienen
en hwert mal guod opjown waerd oer de
situaesje fan de bidriuwen. Op de Velu-
we is it al sa roerich en twinge de boeren,
dy’t jit skuld hawwe, fanwege de for-
plichte heffings, de fabryksbistjüren om
de ynhalding op it molkjild stop to set-
ten. Yn Aldeboarn namen in stikmannich
boeren it inisiatyf yn har gearkomste om
de bistjürcn oan to setten ta de striid foar
Enig zilverwerk in de raadzaal en op de oudheidkamers, een paar straatnamen en t (1639) op voorkomt en een meesterteken
een (voor velen reeds vage) herinnering aan de voor enkele jaren te Bolsward dan weten wij dus het jaar en plaats van
gehouden zilvertentoonstelling (1955) is alles wat momenteel nog als accentuering
kan gelden van het feit, dat éénmaal Bolsward een zeer bekend centrum was van
goud- en zilversmeedkunst. Toch is op deze kunst vele malen de aandacht geves
tigd, bijv, reeds op een grote zilvertentoonstelling in 1900 in het Fries Museum.
Dat in ons gewest reeds vanouds belangstelling voor gouden en zilveren sieraden
bestond, blijkt reeds uit het feit, dat in de Friese terpen reeds lijfssieraden zijn
gevonden van dit edel metaal, echter veelal van vreemde oorsprong.
Bolswards Nieuwsblad
Waarin opgenomen: De Bolswardsche Courant, Westergoo en De Jong’i Nieuwsblad
De buschauffeur
In blauwe figuer
Kan het publiek behagen!
Goed stuurtalent
Op tijd present
Voor ’t starten van zijn wagen!
In ’t snelverkeer
Meestal een heer
Men hoort heel zelden klachten
Actief plezier
De passagier
Kan hem globaal hoogachten
por; sisara sp urj jo isguiq sur*)
‘iss isoj uXp s;sjsmi[ pso§ qoolg
De buschauffeur
Zat van ’t gezeur
In tien-procentsontwaking
Dacht; Het is tijd
Voor vakbondstrijd
Op tot de wilde staking!
Twee dagen pal
Het paard op stal
Wij gaan ze mores leren
Verbeten, taai
Maar staat het fraai
Collega’s molesteren?
Né, buschauffeur
Beken zelf kleur
Da’s geen gedrag voor „heren”
PIET
De Avondmaalsbeker van de Herv, kerk
van Oosterwierum dateert blijkens de
inscriptie van 1631, de er op voorkomen
de jaarletter A correspondeert met het
gildejaar 1 dec. 1631—1632. Hieruit
volgt dat de beker dus is gestempeld in
december 1631.
De Bolswardse gildebrief van 1608
(Gysbert Japicx was toen een kleuter
van 5 jaar!) was ondertekend door de
volgende meesters: Meije Poppes, Ger
rit Hendries, Holke Sijwerdtsz, Douwe
Pytters, Piter Inties, F. Sioerds, Heercke
Heerckes en Jan Christoffels.
Deze lijst leert ons, dat deze zilversme
den, gezien hun Friese namen, geen
„buitenlanders” waren, hoewel zich in
deze jaren veel vreemdelingen in Bols
ward vestigden. Ook wordt nog eens be
vestigd, dat de sprong van ambachts
man tot burgemeester destijds niet zo
groot was. Heercke Heerckes was bijv,
vroedman ten tijde van de bouw van het
nieuwe stadhuis (1613—1617).
Het zou ons te ver voeren al de Bols-
wardse meesters uit het handschrift te
noemen. Het zijn er bijna een 80. Mocht
Bolsward nog eens een grote stadsuit
breiding krijgen en behoefte hebben aan
straatnamen, dan is hier ruime voor
raad om uit te putten.
Ook de namen van de leerlingen zijn
alle bekend. Soms zijn zij .meesterszoon’
soms ook komen zij uit een ander be
roep, meermalen worden de leerlingen
later zelf „meester” hetzij in Bolsward
of elders. Af en toe komen we namen
tegen die in Bolsward nog een bekende
klank hebben, bijv, de leerling Caesar
Douwes Eisma (1644), Hans Hanses
Bruinsma, die zich in 1646 als meester
in Dokkum vestigde, Meije Aukes Alge-
ra (1659), Pieter Horrius (Horjus) enz.
Eén van de meesters uit Bolsward, n.l.
Claes Claesen Balck werd tussen 1685 en
1695 keurmeester generaal voor Fries
land.
Een vreemde eend in de bijt is Frans
Lous Macett, die in 1685 leerling werd
bij Claes Baerdt en waarschijnlijk een
nakomeling was van Caesar Macett, vrij
heer van Trur.co en Salugier in Rémont,
die in het begin van de 17e eeuw waar
schijnlijk om des geloofs wille uit zijn
vaderland week en zich te Bolsward ves
tigde.
Het in Bolsward vervaardigde zilver is
te herkennen aan de ingeslagen dubbele
adelaar (het bekende stadswapen).
Ontdekt men op antiek zilver dit stads-
merk, zoals bijv, op een lepel in het
Fries Museum, waar ook de jaarletter H
De bussen van de firma Ten sen uit Soest, waarvan chauffeurs niet aan de sta
king deelnamen, werden ge-escorteerd door de politie. Foto boven: voor het
station in Amersfoort houdt de politie een oogje in het zeil bij het instappen van
buspassagiers. De politiewagen begeleidt tevens de bus op zijn route.. Foto on
der aan de andere kant van de bus trachten stakers de werkwillige chauffeur
over te halen zich bij hen aan te sluiten. Ook hier post een politieman
lings kinne mei ütstellen komme, eltse
kring bihannelt dy, hja geane nei in pro-
vinsiael bistjür en dêrwei nei de top. En
dy haedbistjüren bringe it dan hwert it
wêze moat en bipleitsje dat by regearing
en regearingsynstansjes of by sintrale
wurkjowersbounen. Yn theory is dat de
yn it westen klaget iennige, reedlike wei, mar hwa’t in jier-
1-mannich meirint yn dat ramt, komt ta de
üntdekking, dat fierwei de greatste macht
komt to lizzen by de algemiene sekretaria-
ten en it haedbistjür. De wei fan ófdie-
ling nei de top is lang en muoisum to
bigean en ek de
komt ta de üntdekking, dat it hast ün-
mooglik is, in saek dêrtroch to krijen as
dy oan de haedbistjüren net wolkom is.
Hjir wreekt him de fierst to sterke sintra-
lisaesje fan de forienings en de lytse
macht en foech fan de legere organen.
Dat gefoel fan ünmacht oan de foet,
hwer’t men it swierste ein fan de balke
tilt, brekt nou rounom los. Net yn goed
trochtochte ütstellen mar deagewoan yn
forset. De boel delsmite, stake, gjin kon-
tribüsje bitelje, de boun stikke litte en al
sa mear. De lju witte wol, dat soks oo
himsels nearne ta liede kin, mar hja wol-
le toane, dat it harren mear as dwers sit.
De stimmen op Koekoek en dy mannen
wiene protest, oars net as protest, net ien
fan de tsien, dy’t him stimd hawwe, is
fan miening, dat dizze man seis dy stim
men wurdich is. Mar hja woene net lan
ger de skyn hawwe asof it harren wol nei
it sin gie, dêrom stimden hja sa.
Twa konklüzjes moat men hjir üt lüke.
Aiderearst dizze, dat de sintrale organi-
Er zou eerst óf een tunnel óf een via
duct moeten komen. Het is sprekers over
tuiging, dat er eigenlijk over de gehele
lengte van de afsluitdijk een tweebaans-
weg moest worden aangelegd.
Ook maakt spreker beKend, dat bij het
maken van de nieuwe kruising op de kop
van de afsluitdijk door de Rijks Water
staat een ruimte is vrijgehouden voor de
bouw van een restaurant met een parkeer
ruimte.
De voorzitter gaat volledig accoord met
de overtuiging van beide voorgaande
sprekers dat de accomodatie op recreatie
gebied op de afsluitdijk minimaal is. Dit
punt zal op de vergaderingen van de prov.
Friese WV nog wel eens aan de orde
komen.
De heer Popma ,VW Bolsward) vraagt
of er geen mogelijkheid bestaat, dat de
VVV Bolsward enige financiële steun
van de prov. Friese VVV ontvangt. De
heer Oosterhoff is het hiermede niet eens
De eigenlijke zilversmeedkunst vindt,
wat Friesland betreft, zijn oorsprong
wellicht in de 15e en 16e eeuw. Het
ambacht van edelsmid kon slechts daar
tot stand komen, waar behalve een ze
kere veiligheid voor de beoefening ervan
ook gelegenheid geboden werd het ver
vaardigde aan de man te brengen, De
steden waren dus de aangewezen plaats.
De vroegste vermelding van een edel
smid dateert uit 1398, wanneer in de
grafelijke' rekeningen te Staveren een
„Wybrant die Goutsmit” wordt genoemd.
De oudste voorgangers van Kramer en
Repko te Bolsward vinden we in 1542
n.l. een Ambrosius, een Hessei en een
Sytse. Voor de stedelijke gilde voor
schriften van omstreeks 1600 werd het
Friese zilver alleen met het meesterte
ken getekend, een gebruik, dat, wat on
ze provincie betrof, ook in de volgende
eeuwen in zwang bleef.
Bekende centra van zilversmeedkunst
waren alras Leeuwarden, Bolsward,
Sneek en Dokkum.
Bolsward was destijds ook in dit opzicht
de tweede stad. Wat Bolsward betreft,
in het archief van deze stad is een in
perkament gebonden handschrift be
waard gebleven, dat tot titel draagt:
„Gildcboek der Zilversmeden te Bols
ward 16081798. Uit dit handschrift
valt een lijst van Bolswardse meesters
op te maken. De beroemdste Bolswarder
meester is wel Claes Baerdt, van wie
verschillende stukken bekend zijn, om
dat hij ze met zijn volle naam onderte
kende. Zijn meesterteken, tevens zijn fa-
mieliewapen, bestaat uit een halve maan
met drie sterren. Het doet in de verte
denken aan het wapen van de stad Dok
kum.
Een andere (latere) meester was Ber
nardus Eerdmans die in 1775 zijn mees
terproef aflegde. Van zijn hand is bijv,
een zilveren manekam bekend, waarop
het Bolswardse wapen en het jaartal
1794 voorkomt.
Uit een advertentie in -de Leeuwarder
Courant van 9 augustus 1794 blijkt, dat
deze zilveren manekam (dezelfde die nu
in de vitrine in de raadszaal wordt be
waard?) in dat jaar door de Magistraat
van Bolsward werd uitgeloofd voor die
koopman, die het grootste aantal paar
den van f50,of meer ter markt had
aangevoerd. De marktcommissie was
toen dus ook al actief!
Het gildejaar voor de zilversmeden liep
van 1 december tot 30 november. De
nieuwe jaarletter werd steeds vastge
steld op de dag van de beschermheilige
Sint Eloy, d.i. 1 december.
Aan deze jaarletter, gecombineerd met
het meesterteken, is veelal het jaar
waarin een werkstuk werd gemaakt vast
te stellen.
Niet altijd zal dit gelukken. Waren n.l.
alle letters van het alfabet gebruikt, dan
begon men van voren af aan.
Ir. C. Wind is met ingang van 1 januari
a.s. benoemd tot Hoofdingenieur-Direc-
teur van de Rijkslandbouwvoorlichtings-
dienst in Drente.
Negen jaar lang was hij Rijkslandbouw-
consulent te Sneek. Daarvoor was hij
reeds enkele jaren in dit consulentschap
werkzaam en leraar aan de Rijkslandbouw
winterschool te Sneek. Vanaf oktober ’53
was hij ruim een jaar werkzaam bij de
Inspectie Landbouwvoorlichting in Den
Haag. De scheidende Rijkslandbouwcon-
sulent is in 1923 te Oudeschoot geboren.
Ir. Wind was met de zuid-westhoek ver
groeid. Hij kende de problemen daar, hij
wist duidelijk de knelpunten te ontdekken
Met grote deskundigheid en inzicht, |Ook
in het menselijke vlak, streefde hij naar
verbetering en vooruitgang. Hij heeft
bereikt, dat de mogelijkheden van deze
tijd in de landbouw in Zuid-west worden
benut.
Velen zullen Ir. Wind van harte geluk
wensen met deze eervolle benoeming,
maar zij zullen tegelijk zijn vertrek uit
Sneek betreuren.
Na 1 januari a.s. zal hij nog wel enkele
maanden het consulentschap gedeeltelijk
waarnemen.
saesjes to biskieden en to lytsmoedich
west ha. Hja hiene folie fülder fjochtsje
moatten en op bipaelde mominten iepen-
lik de forantwurdelikens ófwize moatten.
Hja hawwe harren to faek dellein by in
toloarstelling om’t hja tochtenit is better
trijekwart to krijen as alles op it spul to
setten. Mar dizze polityk hat syn grinzen
en dy binne düdlik üt it each forlern.
En twad is it nou wol sinneklear, dat it
kontakt tusken de sintrale organen en de
legere organen oer alle boegen fierst to
lyts is. In greate organisaesje kin allin-
nich bistean en goed wurkje as it bitrou-
wen fan de leden oan de foet hecht en
great is. Dat freget folie mear omtinken
as oant nou ta jown is. Yn wezen is it
konflikt tusken de Romeinske cury en de
biskoppen itselde as hwat wy yn üs for-
ieningslibben waernimme: de striid tsjin
de sintralisaesje. Dizze bidriget it libben
ynpleats fan it to stypjen en to hoedzjen.
In soun lichem freget soune lea.
Dêrom is it to winskjen, dat yn al üs or-
ganisaesjes dizze djippe oarsaek fan de
ünrèst skerp ündersocht wurdt en dat men
folie mear middels en omtinken jowt oan
it wurk fan de legere organen. Allinich
as dy troch har wurk it bitrouwen fan de
minsken winne, kin de boppebou feilich
wêze.
De demokratyske libbensfoarm is allin-
nich to bihalden as troch desintralisaesje
de legere organen wer echte libbene sellen
foarmje fan it greate gehiel. Oats „orga-
nisieren wir üns tot”.
Hwat hat Qabe Skroar
üs hjoed p
to sizzen
in bilangryk hegere molkpriis, hja wiene
fan bitinken, dat de haedbistjüren al jier-
ren fierst to biskieden west hawwe yn har
ünderhannelingen.
Hja woene net langer hjir efter stean. Yn
Frentsjer binne de pleatselike bistjüren
fan de Lanbouforienings bymekoar komd
om aksje to fieren en
men stien en bien oer de legere molkpriis
yn it C.M.C. gebiet, hwert hja as leve-
ransiers fan de konsumptymolke, nei har
sizzen, bilangryk minder barre as de oa-
ren. De chauffeurs hawwe staekt, de ar
beiders yn Tilburg lyksa, koartom roun
om tilt it op fan forset en ünfré.
Soks is, dat kin elts bigripe, tige bismet-
lik, hwant it docht hyltyd bliken, dat
aksjes, dy’t winlik alhiel büten de strin-
gen geane, fakentiids mear opsmite as
reedlike forsiken en riddenaesjes. Giet
men de ündertoan nei, dan is it meastal
in gesachskrisis, iendiels tsjin de regea-
ring, mar net minder tsjin de organisaes-
jes. dy’t sintrael foar de bilangen fan de
leden opkomme.
Elts goedmienend minske wit, dat dizze
methoaden greate biswieren hawwe. As
it gewelt bigjint haldt it rjucht op, seit in
düdlik Frysk sprekwurd en wolle wy net
nei Franske tastannen ta, dan sil der ien
en oar foroare wurde moatte. Op himsels
liket it sa maklik en ienfaldich. De ar
beiders, boeren, middenstanners, ünder-
wizers, kappers, dokters, winkel- en kan-
toarpersoniel en neam mar op hokfoar
maetskiplike groep ek rjuchtet in Boun
op mei ófdielings, kringen, prov, groe
pen en in sterke nationale top. Alle ófdie-
In een ons gezonden verslag van de ge
houden vergadering van de prov. VVV
blijkt, dat in de rondvraag nog al is ge
sproken over de recreatie-mogel ij kheden
op de Afsluitdijk. Wij citeren uit de no
tulen:
„De heer Bontekoe is van mening, dat
wij onze afsluitdijk op een afschuwelijke
manier verkopen. Er moet zeker meer
worden aangedrongen dat de accomodatie
op en om de afsluitdijk grondig wordt
verbeterd. Hier word n.b. al dertig jaar
voor gestreden en de afsluitdijk ligt er,
na dertig jaar, nog zo en dit is werkelijk
een schandalige toestand.
De heer Oosterhoff valt de heer Bonte
koe bij. Als burgemeester van de gemeen
te, waarin het grootste gedeelte van de
afsluitdijk ligt, weet spreker, dat er parti
culieren genoeg zijn, die zeer gaarne geld
in de accomodatie op de afsluitdijk zou
den willen steken. Het grote struikelblok
echter is de verkeersveiligheid.
en is van mening, dat de plaatselijke
WV's voor hun eigen financiën moeten
zorgen. De voorzitter wijst dan op de al
gemeen geldende regel, dat de ANVV
subsidie ontvangt van het Rijk, de Pröv.
VW’s van de prov. besturen en de plaat
selijke VW’s van de gemeenten.
De heer Riemersma (VVV Leeuwarden)
deelt nog mede, dat naar zijn weten door
aan dit departement verschuldigde pacht-
domeinen wordt uitgezocht hoe hoog de
sommen voor de recreatiebedrijven zouden
moeten zijn.
De heer Hartung wijst erop, dat het in
richten van de recreatie op de afsluitdijk
zeer de aandacht heeft van het college
van Gedeputeerde Staten van onze pro
vincie. Hierover wordt geregeld contact
onderhouden met de, daartoe bevoegd
zijnde, instanties te 's-Gravenhage.
De heer Pols zegt, dat de heer Bontekoe
geregeld over de afsluitdijk komt klagen
doch spreker wil eens met iets nieuws
komen. Hij ergert zich jaren lang aan
het weerbericht van het KNMI. Mijn er
gernis geldt niet zo zeer de kwaliteit van
het weer, maar meer de extra nadruk die
er steeds wordt gelegd op de temperatuur
in het Waddengebied. Elke keer weer
wordt heel Nederland gesuggereerd, dat
het in het noorden maar bar koud is. Laat
men dan niet zeggen de temperatuur ligt
tussen de 20 en de 25 graden maar b.v.
tussen 18 en 25 graden, dan wordt ten
minste niet de gedachte gewekt, dat het
op de Wadden-eilanden bar en boos is.
Spreker zou gaarne willen, dat de prov.
VVV hieraan iets deed en er b.v. met
het KNMI over praten; misschien zou dit
kunnen helpen.
ontstaan. Behalve jaar- en stadsmerk
vertoont de bedoelde letter ook ’n mees
terteken. Wanneer wij nu ditzelfde mees
terteken ontdekken op een zilveren
knottedoosje, dan weten wij dus dat dit
óók een werkstuk is van dezelfde Bols
wardse meester.
Zonder dus in een bepaald geval de naam
van de meester te kennen, kan men we
ten dat hij van Bolsward stamt en zijn
werkstukken onderling vergelijken.
Zo komt als teken een lelie voor op twee
kroesjes in het bezit van de Hendrik
Nanneshof en daterend van 1648, een
teken, dat wij op ander zilver soms
terug vinden.
Slechts zelden tekende een meester met
zijn volle naam, zoals bijv. Claes Baerdt
heeft gedaan. Pi'achtige werkstukken
zijn van hem in het Rijksmuseum (een
kandelaarvoet van 1649 met gedreven
bloemen en insecten) in het Aartsbis
schoppelijk Museum te Utrecht (ovaal
lavabo-blad uit 1664 met gedreven rand
van bloemen en engeltjes) en in het Ge
meente Museum in Den Haag (ronde
schotel uit 1661) )en om dichter bij huis
te bl(jven een gedreven schotel behoren
de aan de Herv. gemeente te Itens.
De grootmeester Claes Baerdt (ook wel
Baardt of Baarda geschreven! stamde
uit een te Bolsward vanouds gevestigde
zilversmidsfamilie. Zijn vader, Frans
Riencks, die later de familienaam
Baerdt aannam was in 1614 leerling van
Meije Poppes, een van de 8 zilversmeden
die het gildeboek van 1608 onderteken
den. Hg zelf is waarschijnlijk in 1628
meester geworden (men moest daarvoor
’n meesterproef afleggen), nam in 1642
vier leerlingen aan onder wie zijn zoon
Claes. Deze werd op zijn beurt zelf mees
ter in 1654. Zijn zoon Claes Claeses
Baerdt werd merkwaardigerwijs leer
ling bij Pytter Jans en niet bij zijn va
der. Bedoelde zoon is zelf echter nooit
meester geworden. Wel had Claes Baerdt
een broer Harcke Baerdt wiens naam in
1684 in het gildeboek voorkomt. Hij was
leerling bij Jan Annes Heerckes, die la
ter de naam Jorna aannam.
Van vele Bolswardse meesters is helaas
weinig of geen werk bekend, al is het
wel zo, dat bestudering van de meester
tekens nog wel nieuw licht kan wer
pen. Een vrij uitvoerige beschrijving van
de Bolswarse zilversmeedkunst gaf
reeds in 1927 notaris N. Ottema voor ’t
Fries Genootschap (Vrije Vries 1927).
Vele afbeeldingen vindt men in de In
leiding tot de geschiedenis der Neder
landse Edelsmeedkunst door Caret J. A.
Begeer.
Wanneer zal iemand zich nog eens wer
pen op de bestudering van dit uit cul
tuur historisch oogpunt gezien zo be
langwekkend hoofdstuk uit de Bolsward
se geschiedenis? Er zouden nog vele in
teressante ontdekkingen zijn te doen,
maar daartoe is studie nodig van musea-
bezit en particuliere verzamelingen, die
over heel de wereld zijn verspreid.
Koning Leopold III der Belgen brengt
een bezoek aan ons land.
Psychiatrische Inrichting te Franeker
vraagt: leerling-verpleegsters. Leeftijd
minstens 18 jaar. Salaris: eerste leerjaar
f 276.48.
De collecte voor de Joodse vluchtelingen
van harte aanbevolen door burgemeester
J. Weerstra van Wonseradeel, burgem.
S. J. Praamsma van Bolsward.
De VPN, afd. Bolsward bestaat 25 jaar.
Bestuursleden; L. Mol, voorz.IJ. IJke-
ma, seer.J. E. de Boer, penn.; A. Zuide-
ma en R. J. Elzinga.
Joden die Duitsland verlaten, zullen niet
meer dan 10 mark aan reisgeld mogen
meenemen. Volgens een duits blad gaat 't
niet om „Joods vermogen”, maar om duits
geld, dat door Ahasverus („de wandelen
de jood”) aan de duitse volksgenoten is
afgetroggeld, afgeperst, of op de een of
andere manier uit de zak gestolen. Dit
geld hoort in Duitsland te blijven en het
is een grote brutaliteit van de Joden te
menen, dat zij een gedeelte ervan mee
naar het buitenland zouden mogen nemen
I 1