1965: Honderd jaar
internationale samenwerking
fa
f I'
F
KB
roar
De wereld beter bewoonbaar maken
van
over
niet verschijnen
e
Jaarverslag
de raiffeisen-
organisatie
het jaar ’64
I
u
91
il
o
DINSDAG 13 APRIL 19
104e JAARGANG
No. 29
us hjoed
to sizzen
Fan de Martinytoer
'/z
Zilveren filmpjes
iiiiiHiniiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiniiii
1
Hwat hat (jjCll)
y -"W f
ipii®
1
Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS
Contractprijzen op aanvraag
DE KABINETSFORMATIE
BERICHT.
‘5?
1865 was niet zo’n slecht jaar: het is vrede in Europa. Napoleon en Bismarck
ontmoeten elkaar is Biarritz en zijn nog geen vijanden. Pruisen en Oostenrjjkers
zijn nog niet ten strijde getrokken. In Amerika ovenvinnen de Noordelijken in
de Burgeroorlog. Lincoln wordt vermoord, maar de slavernij van de negers eindigt
definitief. De wereld stapt zoetjesaan een nieuw tijdperk binnen, maar beseft
het nog niet helemaal. Japan is op weg een grote mogendheid te worden. Cultu
reel bezien is 1865 bepaald een vruchtbaar jaar. Tolstoi schrijft zijn meesterwerk
„Oorlog en vrede”. Wagner's „Tristan en Isolde” wordt voor de eerste maai uit
gevoerd. Lewis Caroll voltooit zijn wereldberoemde „Alice in Wonderland”.
Er gebeurt nog meer in dat jaar 1865. William Booth, geschokt door de nood van
de Engelse arbeidersklasse, richt het Leger des Heils op. In Parijs komen voor
de eerste maal de nationale telegraafdiensten van een reeks landen bijeen. Zij
richten er de eerste internationale telegraafunie op. De bijeenkomst viel niet op
tussen al het nieuws van 1865, maar zij was er niet minder belangrijk om. Voor
de eerste maal dwong dé ontwikkeling van de moderne techniek en de moderne
samenleving de mens tot het maken van deugdelijke internationale afspraken.
Niet uit idealisme maar uit praktische noodzaak.
Redactie en Administratie
Bolswards Nieuwsblad.
Advertenties, nieuws en bijdra
gen voor ons PAASNUMMER
gaarne vroegtijdig in ons
bezit.
Nu is het tijd voor een nieuwe stofzuiger.
Prijs f 35,C. S. Lutgendorff, Makkum
Adv.u.jntieprijs: 15 cent per mm
Ingezonden mededelingen dubbel tarief
It wurd freon is gevvoan
mar de freon seis is scldsum
Uitgave: A. J. OS1NGA NV, Bolsward
Administratie- en Redactie-adres:
Marktstraat 13
Tclef. 2451 Na 18.30 uur 2660 of 2335
(05157)
ontwikkeling van de handelsrelaties zo
dat door afschaffing van handelsbeper-
kingen de arme landen hun produktie
kunnen exporteren naar de rijke landen.
Het Speciale Fonds van de Verenigde
Naties, de Internationale Ontwikkelings-
associatie, de Internationale Financie-
ringscorporatie, de Algemene Overeen
komst inzake Tarieven en Handel en de
eind 1964 opgerichte Raad voor Handel
en Ontwikkeling houden zich alle in één
of andere vorm met dit soort hulpver
lening bezig.
Er wordt vaak geschimpt op deze vorm
van internationale samenwerking. In ’t
rijke deel van de wereld ziet men de
noodzaak niet direct in. Men haalt uit
de kranten de argumenten om er tegen
te zijn: corruptie, revoluties, dictatuur.
Er blijft te veel aan de strijkstpk han
gen, het geld verdwijnt in een bodem
loze put. Het is een trieste waarheid
dat vooral het slechte nieuws de voor-
pagin’s van onze dagbladpers haalt. Het
goede wordt veelal verzwegen. Daarom
leest men te weinig over de ziekten die
wel bedwongen zijn, de hongersnoden
die wel overwonnen zijn, de huizen, die
wel zijn gebouwd en de kinderen die
wel naar school gaan.
hwat hy oan ynsichten en persoanllke
oanfallen debiteare wol. Hy mei wol
trochgean mei syn bilachlike ynsinuaes-
jes oer politike bidoelingen by immen,
dy’t jit inkele moannen foar de blëini-
ging fan syn amtlike taek stiet.
Ik sil der net wer op antwurdzje!
Mar der is ien ding, dat my twingt
jitteris oer de „Veemarktskriuwer in
wurdmannich to sizzen. Hwant hy taest
ek de goede namme oan fan oaren, dy’t
hy in feech jowt op groun fan hwat ik
seis sein hawwe soe. Hjir is syn moai
forhaeltsje: „Als de heer De Jong de ge
bouwen als kostprijs-element invoert,
dan ziet hij over het hoofd, dat hier in
Friesland te duur gebouwd wordt. Als
gasthuisregent heeft hij ruim 80.000
gulden laten vertimmeren in een bedrijf
je van 20 h.a. in Ferwoude; wat valt er
dan nog te praten over kostprijzen?”
Dit is de twadde kear, dat de skriuwer
dit fordraeid en ünwier byld jowt fan
hwat der sein is. En dit rekket de goede
namme fan oaren, dy’t hy op dizze wize
in kroan op ’e kop set. Der wol ik mei
klam tsjin protesteare. De feiten binne
dizze: De pleats, biwenne troch Tseard
G. Stellingwerf fan Ferwalde is in gast-
hüspleats. It kolleezje fan Faden fan it
St. Anthony-Gasthüs hat op oanstean
fan de hierder al inkelde jierren bisocht
in oplossing to finen foar de minne si-
tuaesje hweryn dizze boer siet. De pleats
is 26 h.a. great en boppedat hat de hear
Stellingwerf seis jit 12 pounsmiette yn it
Heidenskip, dy’t hy hjirby brükt. Hy
melkt in goed fjirtich kij. Dat bidriuw,
zeep helpt men niemand. Men moet de
basis leggen voor regelmatige produk
tie van deze goederen in het land zelf
en niet als een rijke oom na aflevering
van de goede gaven weer opstappen.
De heren met de geklede jassen, die
zich in het zwierige Parijs van 1865 om
de conferentietafel zetten, dachten niet
aan liefdadigheid. Zij streefden naar
een concreet en praktisch doel. Hun
nazaten die zich een eeuw later om de
conferentietafel scharen, streven naar
een even concreet en praktisch doel.
Toen, in 1865, wilde men het verkeer
tussen de gevestigde naties beter rege
len. Het was een kleine bijdrage tot de
verbetering van de wereld. Nu wil men
de wereld beter bewoonbaar maken
niet voor een paar mensen, en voor een
paar gevestigde naties, maar voor alle
mensen en alle volken.
Het is een grootse bijdrage.
Op 12 mei hoopt horlogemaker Kramer
het 40-jarig bestaan van zijn zaak te
herdenken. Als jongste bediende begon
hij zijn loopbaan bij Fennema. Pas 16
jaar oud ondernam hij een reis door
Duitsland om zijn kennis te vermeerde
ren. Na 7 jaar keerde hij in z’n geboorte
stad terug. In 1900 opende hij een zaak
in uurwerken aan het Schildwyk. Na 3
jaar werd het tegenoverliggende pand
aangekocht. Later verhuisde de zaak
naar de Marktstraat.
Naaimachines 20 jaar garantie. Voor
aanstaande merken. Vanaf f 50,Sik-
ma’s winkels, Bolsward.
Duitse inval in Denemarken. In Noorwe
gen de algemene mobilisatie afgekon-
digd. De kustplaats Stavanger door de
Duitsers bezet. De Engelse regering zal
terstond en volledig hulp bieden. Ook
Zweden mobiliseert. In Nederland alle
periodieke verloven ingetrokken.
De ooievaars op het nest bij R. Wybrandi
zijn weer gearriveerd.
Te Zurich het kerkkoor „Zeeklank” op
gericht. Er gaven zich 20 leden op. Lei
der is de heer B. Bult uit Bakhuizen.
Abonnementsprijs f 2.40 per kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
3e week april 1940
Formateur Cals en de bezoekers, die
op zijn lijstje voorkomen. Boven vlnr:
Mr. J. M. L. Th. Cals, Dr. Ir. A. Von
deling, Mr. B. W. Biesheuvel en Dr. I.
Samkalden. Midden vlnr: Mr. M. Vro
lijk, Dr. G. M. J. Veldkamp, J. G. Suur-
hof, P. J. S. de Jong en Mr. J. M. A.
H. Luns. Onder vlnr: Drs. J. M. den
Uyl, Dr. W. P. Berghuis, J. Smalien-
broek, Mr. H. Th. Bot en Drs. P. C.
W. M. Bogacrs
Bolswards Nieuwsblad
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
Verschijnt in: Bolsward, Baarderadeel, Hennaarderadeel, Hindeïoopen, Wonseradecl, Workum en Wymbritseradeel.
dat fikse bidriuw mei in flinke boer, siet
fêst mei de romte en mei de hiele for-
aldere situaesje. Mear as twa jier hawwe
de boer en it kolleezje to set west mei
de oplossing fan dit gefal. Hja hawwe de
foarljochting ynskeakele, pleatsen bi-
sjoen, dy’t forboud wiene, sketsplannen
makke foar oanbou, oan ’e sydkant, oan
de efterkant en nei folie goede ried en
biried hawwe boer en faden sein: sa liket
üs meimekoar de rennige goede oplossing
Boer en eigners hawwe beide djip yn ’e
ponge taeste moatten om hjir in oplos
sing to finen, dy’t modern wie, praktysk
en effisiënt. Ik jow ta en it is jammer,
dat gjinien üs dat adres jown hat, dat
wy doe net wisten fan in hear .veemarkt’
skriuwer, dy’t goedkeapere pleatsen wit
to bouwen. Hiene wy dat mar witten,
dan hiene Stellingwerf en it Gasthüs in
moai stik jild bisparje kinnen.
Mar gelokkig foar üs en foar him is dy
kans der jitte. It Gagthüs sit noch mei in
oare pleats, de pleats fan Johs. Postma
to Allingawier.
Dy melkt ek sa’n fjirtich kij op 90
pounsmiet lan. Yn de eagen fan de Vee
marktskriuwer in „bedrijfje”, mar toe
mar, it is net greater. As de skriuwer
nou gjin praetsjemakker is, mar wit
hwert hy oer skriuwt, kin hy de boer en
de Gasthüsfaden in greate tsjinst biwize
as hy harren fortelle wol, hoe’t hjir mei
dizze foraldere en forsliten pleats hanne-
le wurde moat. De jonge boer en wy
snakke nei in oplossing. Ik kin der jit by
sizze, dat hy net traditioneel hoecht to
wezen, as syn plan mar in moderne, effi- driuwende zaek
credieten bij akute moeilijkheden in de
betalingsbalans van een land.
Daarbij doen zich een aantal problemen
voor, die tot nu toe onbekend waren.
Arme landen, de ontwikkelingslanden,
kunnen geen geld lenen als zij het niet
terug kunnen betalen. Arme landen heb
ben niets aan produktieverhoging als
zij hun meer-próduktie niet kunnen uit
voeren. Arme landen moeten soms geld
lenen voor projecten die zich zelf niet
direct betalen, maar pas na een hele of
halve generatie. Wie een fabriek bouwt,
kan zijn leningen aflossen met de winst
op zijn produktie. Maar hoe moet men
de schulden voor de aanleg van een
weg, een kanaal, een school afbetalen?
Dat kan pas gebeuren, als de economie
zich zover heeft ontwikkeld dat de over
heidskas door belastingheffing de schuld
kan aflossen. En in arme landen vergt
dat tientallen jaren. In de rijke landen
vergeet men wel eens, dat de opbouw
van de moderne economie anderhalve
eeuw heeft geduurd.. De arme landen
hebben niet zo veel tijd. Hun bevolkin
gen groeien snel nu de meeste dodelijke
ziekten zijn bedwongen. Voor deze
groeiende bevolking is werk nodig, wo
ningen, onderwijs. Het is een vicieuze
cirkel, die alleen met de steun van de
bevoorrechte naties kan worden door
broken. Laten wij daarbij niet vergeten
met hoeveel ellende de ophouw van ons
produktie-apparaat gepaard is gegaan.
En dat gebeurde in een t(jd waarin de
rijke landen heel wat winsten haalden
uit hun koloniën, de ontwikkelingslan
den van nu.
Als wij willen voorkomen dat dezelfde
ellende, dezelfde verpaupering die wij
uit de geschiedenisboekjes over de vori
ge eeuw kennen, zich op veel groter
schaal en dus in veel ernstiger vorm
herhaalt, dan moeten wij de jonge lan
den de helpende hand bieden.
Voor al deze na de Tweede Wereldoor
log noodzakelijk geworden vormen van
hulpverlening is een aantal internatio
nale organisaties opgezet. De ene voor
ziet in het verschaffen van credieten
op makkelijke voorwaarden, de andere
houdt zich bezig met het overdragen
van kennis, theoretische en praktische.
Weer een ander houdt zich bezig met de
Het werk van de internationale hulp
verlening is niet spectaculair. Het gaat
om kleine dingen: een pad door het oer
woud, de aanleg van een waterleiding
in een Aziatische miljoenenstad, verbe
tering van de eetgewoonten, de ontwik
keling van een abc in een land waar
men nooit heeft gelezen, het schrijven
van leerboekjes. Het ontwerpen van een
goede en goedkope pomp kan soms voor
duizenden mensen belangrijker zijn dan
de aanleg van een stuwdam of een
vliegveld.
Wij zijn gewend geraakt aan Delta-
damraen en maan-raketten. Maar voor
de arme boer in India, de huisvrouw in
donker Afrika, de Indianen-kinderen
hoog in de Andes kan een fiets, een stel
pannen of een potlood belangrijker zijn.
Al te vaak denken wij, dat met een
gulle gave het probleem is opgelost.
Maar wie geld bijeenbrengt voor de aan
koop van landbouwtrekkers, waardoor
de landbouw in een ontwikkelingsland
verbeterd kan worden, vergeet dat de
trekkers over 'n weg naar de plaats van
bestemming vervoerd moet worden, dat
de gebruiker de bediening en het onder
houd moet leren, dat olie en benzine,
banden en onderdelen ter plaatse aan
wezig moeten zijn, dat een goede mon
teur onmisbaar is. Wie eeuwenlang
met een houten ploeg heeft gewerkt, is
blij, met een stalen. Maar hij moet de
ploeg leren slijpen en hij heeft een
slijpsteen nodig.
En door dit alles heen speelt de moei
lijkheid waarover iedere daad van tech
nische bijstand struikelt: de taboes, de
adat, de eeuwenoude zeden, hinderpalen
die wij altijd op onze weg vinden en die
alleen met de grootst mogelijke voor
zichtigheid verzet kunnen worden.
Te vaak denken wij dat de hulpverle
ning aan de ontwikkelingslanden een
soort liefdadigheid is. Maar met één
stel kleren, één paar schoenen, één stuk
Engels vliegtuig door Nederlander neer
geschoten.
Het bedrijf van de banken aangesloten
bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Bank te Utrecht gaf in het jaar 1964
opnieuw een sterke groei te zien. Do
gunstige gang van zaken werd weer
spiegeld in een middelentoeneming van
f 537 miljoen en een sterke toeneming
van de credietverlening in eigen kring
van ruim f 412 miljoen.
Genoemde middelentoeneming heeft het
totaal aan toevertrouwde middelen per
ultimo 1964 gebracht op f 4.830 miljoen.
Dit laatste bedrag was voor 89 sa
mengesteld uit spaargelden en voor
11 uit rekening-courantgelden.
De credietverlening in de agrarische
sector nam toe met f 314 miljoen tot in
totaal f 1.G64 miljoen. Als onderdeel
hiervan vertoonde de financiering van
land- en tuinbouwcoöperaties een stij
ging van f 135 miljoen, waarmee het in
deze sector uitstaande bedrag opliep
tot f 660 miljoen.
Het groeizame weer in 1964 leverde een
grote oogst van akkerbouwprodukten,
groenten en fruit. Ook in 't prtfsklimaat
is een verbetering ingetreden, hetgeen
de rentabiliteit in het algemeen gunstig
heeft beïnvloed. Overigens leidde de
oogst in enkele sectoren tot een groter
aanbod dan de markt kon opnemen,
waardoor de prijzen daalden en over
schotten moesten worden opgekocht. In
de tuinbouw ontstond voor sommige
produkten een over-aanbod, ondanks ’t
feit, dat de exportmarkt bijna 100.000
ton groenten meer opnam dan in 1963.
Opnieuw is gebleken, dat het goed ge
presenteerde en gesorteerde Nederland
se kwaliteitsprodukt een stijgende
vraag ontmoet.
De exportwaarde van de sierteeltpro-
dukten liet een stijging zien en kwam
in 1964 boven de f 500 miljoen. In te
genstelling tot de andere sectoren van
het agrarische bedrijfsleven vertoonde
de pluimveehouderij een minder gunstig
beeld.
Het streven, het kleine zelfstandige be
drijf ook buiten de agrarische sector zo
goed mogelijk te begeleiden, wordt
weerspiegeld in de toeneming van de
credietverlening aan middenstand en
kleine industrie.
Medé door de hoge rentestand op de
geld- en kapitaalmarkt werd een gun
stige rentabiliteit bereikt en kon de gro
te onkostenstijging worden opgevangen.
Bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
Bank bedroeg de winst in het afgelo
pen jaar na voorzieningen f 3,7 miljoen.
De totale reserves van de Raifeissen-
org-anisatie zullen na bijschrijving van
de winst van de aangesloten banken
de f 200 miljoen ruim, overschreden.
siënte pleats oplevert mei in goed plak
foar de melkekij, it jongfé, de keallen en
it masine-ark, plak foar hea en droech
gers, in moderne wente foar de boere-
hüshalding: elektryske oansluting foar
Ijocht en krêft, wetterlieding en telefoan,
melklokael, kealleboxen en sikebox,
koartom in pleats, sa’t dy nou wêze moat
dan is hy frij man yn it bouwen.
Wy sjogge gjin kans sa’n pleats mei
minder as twa ton klear to krijen. En
dêrom pleitsje wy al mear as tsien jier
foar middels, dy’t ta in oplossing liede
kinne. Hwant it giet der üs om, dat
der hwat bart mei dy for&ldere en brek-
like pleatsen, dy’t opbrükt binne en
hwerfan gjin minske, büten de vee
marktskriuwer, wit hoe’t der wer nije
komme sille.
Ekonomysk is it boerebidriuw al tsien-
tallen jierren ünderbitelle. Hja krigen net
werom hwat hy oan kapitael en arbeid
yn de produkten kwytrekken. Dizze ef-
terstan moat ynhelle wurde troch nije
ynfesteringen, hwert boer noch eigner ta
by steat binne. Dêrom pleitsje ik aloan
foar subsidiëaring fan pleatsebou en for-
bou. De veemarktskriuwer neamt dat
polityk en mient dan dêrmei fan de saek
óf to wêzen, mar dan bigjint it krekt.
Ik miende, dat de Ljouwerter in progres
sive krante wêze wol, mar hwat docht it
dan mei sokke aldfrinzige opmerkings.
Al üs E.E.G.-partners binne drok dwaen-
de har pleatsen troch oerheidsstipe mo
dern to meitsjen, soene wy dan net it
rjucht hawwe to pleitsjen foar dizze
Tj. de J.
De delegaties, die honderd jaar geleden
te Parijs bijeenkwamen, zullen niet be
seft hebben dat zij toen de eerste steen
legden voor het indrukwekkende ge
bouw waarin nu allerlei vormen van
internationale samenwerking zijn on
dergebracht. Na de tel graaf unie wer
den vrij snel meer soortgelijke organi
saties gesticht: de Wereldpostunie
(1874) en de Internationale Meteorolo
gische Organisatie (1878). Beide orga
nisaties hadden zeker de duidelijke be
doeling om de communicatie tussen de
naties te bevorderen. Voor beter post
verkeer was gelijktrekking van de ta
rieven noodzakelijk. Voor beter scheep
vaartverkeer kon men niet zonder uit
wisseling van weerkundige gegevens.
Zelfs volgens de toenmalige maatsta
ven werd de wereld snel kleiner. Samen
werking tussen de landen kon niet uit
blijven. Men moest een internationaal
apparaat opbouwen dat gelijk tred hield
met de ontwikkeling van de moderne
communicatiemiddelen. Het pure natio
nalisme vierde in het laatste kwart van
de vorige eeuw hoogtij, maar prakti
sche mensen begrepen toen reeds dat
men moest samenwerken over de gren
zen heen om van de wereld geen chaos
te maken.
Het jaar 1919 bracht de volgende steen
in het gebouw van de internationale sa
menwerking. Te Genève werd de Inter
nationale Arbeidsorganisatie opgericht.
De nationale arbeidsbewegingen dwon
gen de verschillende staten tot verbe
tering van de werknemers. Het behoor
de tot de taak van de IAO enerzijds de
ze ontwikkeling te bevorderen, ander
zijds te zorgen dat deze zich in de ver
schillende staten in gelijk tempo vol
trok, om te voorkomen dat een land
dat zou achterblijven in een gunstiger
concurrentiepositie zou komen te ver
keren.
Na afloop van de Tweede Wereldoorlog
en de oprichting van de Verenigde Na
ties hebben een geweldige stimulans
gegeven voor de uitbouw van de inter
nationale samenwerking. Op het gebied
van de internationale communicatie
kwam de laatste nog ontbrekende or
ganisatie tot stand: de scheepvaart-
organisatie IMCO (in 1948) nadat in
1944 de luchtvaartorganisatie (ICAO)
was opgericht.
Maar ook ging men een geheel nieuw
terrein betreden: dat van de internatio
nale culturele samenwerking en de uit
wisseling van wetenschappelijke gege
vens. De Unesco, de wetenschappelijke
en opvoedkundige organisatie van de
Verenigde Naties, werd in 1945 opge-
richt. De Internationale Atoom Orga
nisatie (IAEA) werd in 1956 opgericht.
De gezondheid van de mens werd een
onderwerp voor internationale samen
werking: in 1946 werd de Wereld Ge
zondheidsorganisatie (WHO) opgericht.
Maar wie kan er gezond zijn als hij niet
genoeg te eten krijgt? Het antwoord op
deze vraag heeft tientallen politici, eco
nomen, technici en andere specialis
ten gebracht tot de oprichting van die
grote reeks van internationale organi
saties die nu zeer sterk het uiterlijk en
de inrichting van het gebouw der inter
nationale samenwerking bepalen.
In 1945 werd de FAO opgericht, de
Voedsel- en Landbouworganisatie van
de Verenigde Naties. De oprichters van
de FAO hielden zeer duidelijk voor ogen
dat verhoging van de levensstandaard
in de wereld slechts bereikt kan worden
door verbetering van de landbouwme
thoden en verbetering van de voedsel
gewoonten. Juist op deze twee doelein
den richt de FAO zich dan ook.
In 1944 werden het Internationale Mo
netaire Fonds en de Wereldbank opge
richt. Wie een achterlijke economie wil
verbeteren, heeft geld nodig. Maar be
halve geld ook goede raad. De Wereld
bank verschaft beide. Het Internatio
nale Monetaire Fonds verschaft korte
GJIN BISTEKLIK PRAET
Men soe it mei de Veemerk-skriuwer iens
wêze kinne, dat it ófwiken fan in ge
woonte net yn to gean op hwat oaren
skriuwe, jammer west is.
Nou’t ik yn it nümer fan sneon syn re-
plyk lézen ha, jow ik dat graech ta, it
hie net wêze moatten, hwant it hat gjin
sin. Dit is gjin ütwikseling fan mienin-
gen, dit is in minderwaerdich spultsje
boartsje mei de bilangen fan de agra
riërs as tafallich boartersgued. Ik doch
der net oan mei en sil de skriuwer fier
der stil yn syn wêzen litte mei alles,
In verband met de komende
feestdagen zal het nummer
van DINSDAG a.s.
f
A
f -