•o '/A^A de Marlinytoer ran Zilveren filmpjes Gysbert Japiks iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin iH llPR 1603-1666-1966 I; BHEL DINSDAG 1 MAART 1966 105e JAARGANG No. 17 Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Jeugdwerk in de branding III le week maart 1941 Tj. de J. Uitgave: A. J. OSINGA N V., Bolsward Administratie- en Redactie-adres: Marktstraat 13 VOORBEREIDING HUWELIJK PRINSES BEATRIX DE GOUDEN KOETS Het binnenrukken van Duitse trepen in Hongarije verloopt volgens plannen. Telef. 2044 Na 18.30 uur 2660 of 2335 (05157) 120 bledsiden fryske folkslektuer foar ien kwartsje. Bistel „De Stins” by Ut- jowerij fa. A. J. Osinga en de Abonnementsprijs f 2.90 pet kwartaal (bij vooruitbetaling) Giro 887926 Aanbesteding verbouw stadhuis te Bols- ward. Hoogste inschrijver Fa. Koster en Zn te Sneek voor f 65300,laagste f 59860,—. fortutearzje lit, ien fan syn treflikste founeminten sloopt. En it binne net op it foarste plak de modelbidriuwen yn de nije polders, dy’t troch ekonomen sa faek nei foaren skoud wurde, dy’t hjir bidoeld wurde, it binne de tsientüzenen bidriuwen fan 10 oant 25 h.a., de saneamde lytsere bidriu wen, dêr dit fan sein wurdt. Bidriuwen, dy’t hoe langer hoe mear op ien man en syn hüshalding delkomme en dêr’t hiel hwat gelearde lju gjin heil yn sjogge. Ir. Rijssenbeek toant mei sifers en ta bellen oan, dat krekt dizze lytsere bi driuwen, fan 15 oant 25 ha. ekonomysk en sosiael bést foar it Ijocht komme en hy sjocht ek yn de takomst gjin inkeld heil yn in forsearde forgreatlng fan dizze bidriuwen. Ek de sterke propagan da fan sommige lju om rounom op ien artikel to spesialisearen, liket him net forantwurde. As in bidriuw oan kij gjin foldwaende wurk hat, kin tige goed as bybidriuw it mesten fan keallen, bargen of piken bioefene wurde. En it arbeids- ynkommen, sa toant hy oan, is dan better dan hwannear sokke minsken nei de yndustry dreaun wurde. De feiten jowe Ir. Rijssenbeek oan nou ta ek gelyk, hwant it binne net de greate bidriuwen, dy’t yn oantal tanimme, it binne krekt dizze tuskenbeidene bidriu wen, dy’t yn eigen lün en derbüten it bést hoek halde. Yn Sweden bygelyks binne de bidriuwen boppe de 30 h.a. fan 269000 weromroun ta 143000 en dat yn tsien jier. De oarsaek is, dat dizze bi driuwen oanwiisd binne op in twadde bitelle wurkkrêft1 hwerfan de easken De Burgemeester van Bolsward beklaagt zich er over dat van de 60 ter vergade ring genodigde Winterhulp-collectanten er slechts 10 waren verschenen. Geen der anderen had bericht van verhinde ring gestuurd. Niettemin, de collecte moet slagen en minstens 80 collectanten zijn nodig. foarljochtingsapparaet fan de regearing op dit gebiet, is hy, seldsum genóch, in man bleaun, dy’t in harmonyske visy op it boerefraechstik bihalden hat. Hy is net ien fan dy talrike spesialisten, dy’t üt har hokje wei har iensidich Ijocht skine litte. Hy sjocht it gehiel, hy sjocht de folie kanten fan it boerebistean en bringt de bidriuwsproblemen, derby Onder en net oarsom. Foar him is it boerefraechstik in maetskiplik probleem, it giet him om de man, dy’t boer is en om syn hüs halding, hy sjocht it sosiologysk bilang fan in folk, hweryn in warbere en reed ijk bileanne boerestan bliuwe moat, net allinnich om dy boerehüshaldingen, mar ek om dat folk seis. Hy biseft, dat elts lan, mar binammen it nederlanske folk, dat sa machtich wurdt en almar mear yndustrialisearret en forstêdst, dizze boerekearn, as in kostber diel, bihalde moat. En dat net allinnich omt wy yn de wrald hoe langer hoe mear in wanfor- halding groeijen sjogge tusken it oantal minsken en har forsjenning oan iten en drinken, sadat er alle reden is om sunich to wêzen mei de produsinten dêrfan, mar ek omdat wy dizze trochstreaming fan agraryske illeminten yn üs folksbistean hoe langer hoe minder misse kinne. It sosiologysk bilang fan it hawwen fan warber boerefolk kin men net yn sifers werjaen, mar hwa’t in list opmeitsje soe fan de eminente minsken, dy’t ien of twa generaesjes üt it boerefolk weikomd binne, soe forsteld stean. Sosiologen fan namme sizze it yn allerhanne formulea- patates friteskraam. Alles wordt voor je klaar gemaakt. Waarom dan nog zo’n drukte? Let wel, al deze genoemde dingen heb ben hun vóór, maar bevorderen toch te gemakkelijk vaak, een te grote gemak zucht, waar velen niet tegen kunnen. De wereldoorlogen zijn aan deze gang van zaken ongetwijfeld debet. Maar ook de zo geroemde sociale voorzieningen, de C.A.O.’s enz. De beschaving is bezig de oorspronke lijkheid uit te wissen, de individualiteit te vermoorden! Voor alle eventualiteiten is wel een re geling getroffen. Kan de mens het ook tè gemakkelijk krijgen? En wordt er tegenwoordig niet te veel op de lagere instincten der mens gespeculeerd? Eén van de eerste punten, die van de agenda worden geschrapt, wanneer men zegt geen tijd te hebben, zijn juist de goede dingen. De slechte en gemakke lijke onderdelen blijven over en daar- Forskaet aerd aef tjin-stridig sin Dat pearret quelck, dat fet nin Min. Taljochting: In forskaet aerd en in tsjin- stridich sin passe net byelkoar (pearje kwea’T.), dat fettet gjin minne der kin gjin leafde üt fuort komme. de eigenlijke jeugdzorg, het werk onder de geheel buitenkerkelijke jeugd. Hier ligt het gebied van de open sportver enigingen, muziek-, zang- en toneelver enigingen, ander ontspanningswerk, jeugdherbergen, enz. Al met al is er een kader nodig van enthousiaste leiders en leden. Maar ook enthousiaste ouders zijn nodig. Zorg voor de jeugd is zorg voor het gezin. In het gezin worden n.l. grondslagen gelegd voor de vorming der jeugd. De leiders denken nu vooral leiding te moeten geven. Aan de andere kant zou men ook de jeugd het heft in handen kunnen geven en alleen een vorm van toezicht bewa ren. Spelregels zouden er moeten ko men, maar de verantwoordelijkheid moest van de leiders naar de jeugd zelf worden verschoven. Het is moeilijk te geloven, dat de jeugd zich zelf tot deze jeugd heeft gemaakt. De jeugd moet op de een of andere ma nier vervreemd zijn. Hoe dan de ver schuiving van interesse bij de jeugd te verklaren? Er zijn mensen die beweren, dat de jeugd nu later volwassen is dan vroe ger. DOe jeugd is daardoor ook later geïnteresseerd in geloofszaken dan voor heen. Deze mensen geloven dan ook, dat alles nog wel goed zal komen en men helemaal niet ongerust behoeft te wor den. Anderen beweren, dat het evangelie toch maar voor enkele uitverkorenen geldt! Wat heeft het dan voor zin om zich druk te maken over het hoe met de Bijbel? Dit geldt vooral voor een klub- avond. De geïnteresseerden gaan toch wel naar de catechisatie. Deze twee meningen worden weer niet ondersteund door de volgende: de jeugd is slechter van een minder gehalte dan vroeger. Wanneer dit waar is, de ge dachte wordt door een deel van de jeugd zelf ondestreept moeten er toch enkele oorzaken voor te vinden zijn. Als aller eerste kan de opvoeding genoemd wor den. Het is een feit, dat de jeugd o.a. veel vrijer is dan voorheen. De jeugd had vroeger niet het lef „neen’’ te zeg gen tegen de ouders, maar dit wil niet zeggen, dat er geen pit in de jeugd zat. Integendeel. Juist tegenwoordig laat de jeugd zich zien zonder veel pit, evenwel met een grote mond. Wanneer zet de jeugd gezamenlijk ergens de schouders onder om iets te bereiken? Van welke jeugdklub gaat nog iets uit? De jeugd is passief, ze leeft wel verder. Hoe, dat interesseert ze niet. Alles wordt voor de jongelieden klaar gemaakt, waarom zal je je dan druk maken? Wanneer je vroeger een muziekinstrument wilde le ren bespelen, dan moest er doorgezet worden. Waar je mee begon, moest je ook mee eindigen. Na het willen volgde het moeten. En het lukte! Tegenwoordig gaat dit allemaal anders, veel gemakkelijker, maar daarom nog niet beter. Zo ook met het muziek beluisteren. Moest men vroeger voor het bezoeken van een concert grote afstanden fietsen, tegenwoordig stap je in een auto of nog erger, je gooit een dubbeltje in een gleuf en er is muziek; draait een knop om en er is een film, toneel, enz. Ben je alleen thuis en wil je geen eten koken? Geen nood, dan maar naar de It trijemanskip yn de Fryske biweging is in twamanskip wurden, bisteande üt de hearen E. B. Folkertsma en Ds. J. J. Kalina. voor is altijd wèl tijd te vinden. Deze gang van zaken treft men trouwens niet alleen bij de jeugd aan. Een voorbeeld heeft de jeugd zeer zeker voor ogen gehad. Wanneer het kerkelijk jeugdwerk ook één der eerste punten is, die geschrapt worden, dan is het zaak het jeugdwerk een andere richting op te stuwen, opdat het niet het eerste, maar het laatste punt zal zijn, dat geschrapt wordt. Als doel van het Christelijk jeugdwerk gold en geldt nog steeds het brengen van de leden naar de Bybel en dus naar God. Wanneer het brengen naar God géén doel meer is, dan heeft de kerke lijke jeugdvereniging als zodanig géén recht van bestaan meer. Enkele leiders(!) van het G.J.V. (Gere formeerde Jongeren Verbond) te Bols- waard zien zelfs het belang niet meer in van deze verenigingen. Dit soort ver enigingswerk is ten dode opgeschreven, zo werd ons opgemerkt. Het is hoog stens een soort van vrijctijtdsbcsteding en dan vaak van de minder goede soort. De ouderen en de jeugd stellen er eigenlijk geen belang meer in een dergelijke vereniging bloeiend te ma ken is gewoon te inspannend, te moei lijkWat wèl bij de jeugd inslaat zijn weekends, bondsdagen, ringverga- deringen en uitstapjes. Behalve bij de genoemde jaarfeesten, collectes en dergelijke hoort de buiten wereld ook weinig van de klubs, of het moest al tijdens de Kerstdagen zijn. Het is n.l. de gewoonte dat er dan groepjes van 4 personen de stad doorkruisen en bij oude en zieke mensen liederen gaan zingen en wat fruit bren gen. Advertentieprijs: 15 cent per mm Ingezonden mededelingen dubbel tarief Contractprijzen op aanvraag Op de achterwielen van de gouden koets (gewicht meer dan 2000 kg) zijn speciale schijfremmen aangebracht, welke hydraulisch door middel van een hefboom achter het rijtuig kunnen worden bediend. De remmen kunnen van nut zijn op de afritten van de vele bruggen in de route op de trouwdag in Amsterdam. een breikous. Feestavonden met dra ken van „samenspraken” of derderangs toneel. Volkomen hopeloos. Wat betekende dit alles voor de vor ming van het persoonlijk geloofsleven van de „jongelingen”? Wat de jeugd vraagt is, dat in deze, ze bestaan immers nog, verenigingen o.l.v. de Kerk een radicale vernieuwing van de geest komt! Een ernstig bezwaar tegen het Chris telijk jeugdwerk in zijn geheel was, dat het al even verdeeld was in dezelf de gespletenheid der partijen, die ook de kerk verdeeld hield. Dit bezwaar geldt ook thans nog. De jeugd was er. is niet bij machte deze kloof te overbruggen. Daardoor besloeg en beslaat het jeugdwerk steeds maar een gedeelte van de plaatselijke jeugd en bleven en blijven talloze jonge men sen er buiten staan! Wat de jeugd vraagt is een sterk ker kelijk jeugdwerk, dat naar buiten naar binnen een eenheid is en dat gehele jeugd der Kerk omslaat! Tenslotte was en is de jeugd, ondanks het Christelijk etiket op een ontstellen de wijze aan het verwereldlijken. Over de grote lijn moet het oordeel geveld worden, dat het Christelijk jeugdwerk hard op weg was en nog is te ontaar den in wat Christelijk gezelligheidsge- doe. Dit nam de jeugd van toen. Maar ook de jeugd van heden? Blijkt het jeugdwerkprobleem als pro bleem alleen voor enkelen te bestaan? Inderdaad, ja! De grote massa weet, dat er een probleem bestaat, maar het heeft er niets voor over om de hele zaak anders en beter te laten verlopen? Enkele mensen, die toevallig bij dit jeugdwerk zijn betrokken, weten, dat het inderdaad anders moet. Wil de Kerk een woordje, een goed woordje mee spreken, dan moet ze han delend optreden en niet in een sleur voortgaan. Een sleur, waar steeds min der mensen in mee gaan lopen, totdat er tenslotte niemand meer over is. Want die kant gaat het nu uit! Het is nu zaak te weten, welke weg in te moeten slaan. Men staat met dit jeugdwerk op een kruispunt, waar geen richtingwijzer staat. Achteruit kan men niet. De Gereformeerde jeugd verlangt geen inleidingen meer over Kuyper, ze praat liever over het wel of niet dansen en de bioscoop. Hervormde jongeren willen evenmin grote inleidingen. Kort om, de jeugd wil iets anders. Maar wat? Dit is één van de vele vragen voor men sen, die met het jeugdwerkprobleem te en it lean hoe langer hoe heger wurde. It is logysk, dat dizze wurkkrêften har lean en har üren forgelykje mei de yn- dustry-arbeider, mar foar it boerefolk jilde ek oare dingen. De selsstannichheit, de frije kar fan dwaen en litten, it wurkjen mei eigen frou en bern op it eigen bidriuw, de om- gong mei fé en gewaechs, der’t men syn aerdichheit oan hat, de kansen op in ek- straetsje, it seis keapjen en forkeapjen, it plak yn de doarpsmienskip, koartom it al of net boer-wêzen. Party lju telle dat net mei en ek ünder de boeren seis binne der, dy’t har lib- ben en wurk almar forgelykje mei in kantoarbaen of hwat oars. Sokke bot/.en moatte gjin boer bliuwe as se dat miene, likemin as in sakeman, dy’t him blyn sjocht op it ünderwizerslibben, hwerfan hy mient, dat dy lju sa’n bytsje üren meitsje, sakeman bliuwe moat. Mar fier- wei de measten witte wol better. Hja binne mei hert en siel boer en wolle dat ek bliuwe. Har pleats en har fé is net inkeld in kwestje fan jild en üren, it is har thüs en har wurkpleats, hwert hja graech binne, hwert hja op har ai de dei har fan losskuorre moatte, omt it net oars kin. En krekt dat is sa’n kostber bisit, dit boere-aerd, dat neat oars bigeart as boer wêze en bliuwe, omt yn dit libben har hert leit. Dêrom hat de oerheit de plicht om soarch to dragen, dat dit boerefolk trochgean kin mei har ünmisbere taek, hwant dit is in great folksbilang, sawol foar hjoed as foar de kommendc jierren. ze woorden „het moest toch eigenlijk ders”, de mond uitvloeien. We kunnen ons de vraag stellen of het jeugdwerk vroeger inderdaad wel liep. Hoe saai en hoe duf was vooral op de dorpen de geest op de bijeenkomsten van de jongelingsverenigingen. De Bij- belbespreking werd vaak klakkeloos overgenomen uit de leidraad, het opstel was een oefening in het netjes over schrijven uit het een of ander boek of van de scheurkalender, voordrachten om bij te huilen of in slaap te vallen. En dan de talloze meisjesverenigingen, die ganse avonden zoet gehouden wer den met een „Christelijke” roman en Bij de Gereformeerden treden alleen bij de iklubs met leden onder de 16 jaar volwassenen als leider op. De jongelings vereniging, kortweg J.V. genoemd, met leden bestaande uit jongens en ook meisjes, heeft een zelfstandig bestuur, waarvjan de leden uit eigen kring geko zen zijn. De J.V. heeft, wat het aantal leden betreft, niet te klagen. De klubs met leden beneden de 16 jaar doen, veel aan handenarbeid, zoals fi guurzagen. Over het algemeen zijn de leiders van de klubs, zowel bij de Hervormden als ook bij de Gereformeerden, veel te lang leider. Er is bovendien geen roulatie, d-.w.z. de bestaande leiders hebben elk jjaar jeugdigen van dezelfde leeftijd als bet vorige jaar. De leiders raken ,leeg’. Op een gegeven ogenblik vinden de lei ders hun werk zelf niet meer interes sant. Ze weten niets nieuws meer te verzinnen, met het gevolg, dat ze er mee ophouden. Wanneer er dan een nieuwe leider gezocht moet worden, blijkt pas hoe moeilijk die te vinden is. De meeste mensen zeggen geen tijd te hebben, velen beweren er geen interes se of geen verstand van te hebben. Dan is er ook nog een categorie, die het Woord niet menen te kunnen brengen. De tegenwoordige leiders van de diverse klubs meenden evenwel bij het begin van hun taak ook niet geschikt te zijn. Het schijnt altijd mee te vallen. Het is, jammer genoeg, een feit dat de oude ren zich voor dit jeugdwerk weinig in teresseren en er bijna niets voor over hebben De collecte voor het jeugdwerk wordt niet vergeten, dit misschien ook omdat het nu eenmaal gewoonte is zondags tweemaal een collecte te houden. Wanneer de Gereformeerde of de Her vormde knapen, meisjes of jongeren een keer een soort bonte avond verzorgen, dan blijkt altijd weer hoe weinig belang stelling er bestaat voor dergelijke en ook andere activiteiten. Er wordt door de ouderen ook zelden gevraagd hoe het met de klubs gaat. Dat de klubs bestaan, weten de mees ten. Mijn zoon gaat er, geloof ik, ook heen, zegt een ander. Verder is het ge hele klubwerk voor de ouderen taboe! Het loopt wel, het liep vroeger immers ook! En wanneer de ouderen iets van het kerkelyk klubwerk horen, draaien meestal het hoofd om of laten de an- DE BALLADE FAN DE BOER Gysbert - om froed en from gol en goed seit üs hjoed: Yn de stream fan artikels, dy’t sünder ophalden oer it lanboufraechstik yn boek en blêd ütgetten wurdt, komt alto- mets ien foar, dêr’t de bysündere oan- dacht foar frege wurde kin, omt it komt fan immen, dy’t de seldsume eigenskip- pen forienicht fan wittenskiplike kwali teit en praktyske en minsklike sjens- wize. Sokken binne tige seldsum as pea- rels tusken de oesterkulpen. Ir. Th. C. J. Rijssenbeek, dy’t jierren lang de direkteur wie fan it féteelt- wêzen yn den Haech, is der ien fan. namme sizze it yn anernanne lurmuiea- Steande oan de top fan it ündersyk en ringen, dat in folkt dat syn boerestan De Gereformeerde klubs geven ongeveer hetzelfde bééld te zien, als we bij de Hervormden moesten vaststellen. De klubs hebben veel te weinig leden. De meisjes overheersen over het algemeen in aantal. Is het bij de Hervormden zo, dat de leden, die er nog zijn, vaak van huis uit worden gestuurd, bij de Gereformeerden is er meer vrije wil te vinden. Zowel bij de Hervormden als bij de Gereformeerden wordt slechts bij de aanvang van het klublialfjaar van de kansel afgekondigd, dat de diverse klubs weer beginnen. Ook wordt dit in het kerkblad vermeld. Een rondgang langs verschil lende jongeren, die nog nooit of maar een enkel keertje een klubvergadering hebben meegemaakt en wel eens zouden kuimen komen, wordt sporadisch gehouden. maken hebben. Het is een feit, dat de zo langzamerhand beruchte inleidingen het niet meer doen, maar het is ook waar, dat de tweede helft van de klub- avonden, meest met spelen volgemaakt ook al lang een sleur zijn geworden. De jeugd, die nog naar de beschreven verenigingen gaat, gaat omdat het moet omdat het gewoonte is, omdat ze zich anders verveelt. Maar zelden omdat ’t zo geweldig .mieters’ is. Het erge is, dat de jeugd zelf ook niet weet, wat het dan wel wil! Komt er toch een voorstel, dan zijn er voor de kerkelijke instanties meestal te veel onoverkomelijkheden. Dansen, kaarten, biljarten, enz., al deze werkwoorden passen (nog) niet op dergelijke vereni gingen. Want waarvan gaan alle C.J.V. (Her vormd) en G.J.V. (Gereformeerd) ver enigingen uit? Hier is maar één ant woord op: De Heilige Schrift. En wan neer de leden deze grondslag niet meer wensen, dan houden de klubs autuma- tisoh op te bestaan. Kan de leiding nu toestaan, dat er een veel kleinere aandacht wordt geschon ken aan deze grondslag als voorheen? Dit is weer een vraag, waar velen hun hoofd over breken. Hoever kan men gaan? It dit niet de vraag, die de wereld al langer kent dan deze jaren? De tijd zal het antwoord brengen, maar geeft reeds een aanwijzing in welke richting het antwoord zal zijn. De jeugd bepaalt zelf het antwoord, zo het lijkt. De jeugd is evenwel onder te brengen in verschil lende rubrieken. Zo zijn er nog jongelui die geschikt zijn om geschoold en ge vormd te worden tot échte „soldaten van Christus” en zo als een vastbera den stoottroep kunnen dienen voor de jeugd, die aan de rand van de Kerk leeft, om deze weer met de boodschap van het Evangelie te bereiken. Dan is er nóg een categorie, aldus de jeugd- ouderling van de Ned. Herv. Gemeente te Bolsward. Voor deze categorie geldt de taak om in solidariteit met de jeugd van ons gehele volk te bouwen aan een nieuwe jeugdgemeenschap. In de eer ste groep trekken wij, aldus nog steeds genoemde ouderling, de jeugd uit alle kerkelijke gezinnen samen, al zijn na tuurlijk ook jonge mensen, die niet tot de kerk behoren, W’elkom. Duidelijk is evenwel, dat onze jeugd broodnodig grondige kennis, niet alleen van de Bijbelse geschiedenis, maar van alle onderdelen van kerk en kerelijk leven en vragen, nodig heeft! Dit jeugdwerk kan opgezet worden men is er reeds mee bezig in de vorm van studiegroepen, werkgemeen schappen, praatkringen, klubs, die in alle mogelijke onderwerpen de rijke en veelzijdige thema’s Schrift, Kerk en Wereld bestuderen. De jeugd van de tweede groep kan door het z.g. „Open-deurwerk” bereikt wor den, dat geleid zal moeten worden door krachten, die binnen de eerste cirkel zijn gevormd. Met instuifavonden, een gezellig milieu, klubwerk, kampen, sport, spel en ontwikkelingswerk zijn deze jongeren, die dikwijls nog gedoopt zijn, door de jeugd nog wel te bereiken. Dit werk moet echter af zijn, alle dilettan tisme is hier uit de boze. Bij de derde groep ligt het werk van Bolswards Nieuwsblad STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND Verschijnt in: Bolsward, Baarderadeel, Hennaarderadeel, Hindeloopen, W onser ade el, Workum en Wymbritseradeel.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1966 | | pagina 1