Provincie Friesian ds wel en wee Naast gematigd optimisme zorg Gahe Shroar Lw Jrfc r e to Landsregering nog niet gewonnen voor speciale Friese wensen 107e JAARGANG no. 85 DINSDAG 29 OKTOBER 1968 Fan de Marl iny loer 11 WWW Kapitaaldlenst V olkshuisvesting Recreatie en Toerisme (Vervolg op pag. 1 2e blad) Hwat hat üs hjoed to sizzen Advertentieprijs: 16 ct per mm Ingez. mededelingen dubbel tarief Contractprijs op aanvraag Abonnementsprijs f 3,50 p. kwartaal (bij vooruitbetaling) Giro 887926 Evenals vorig jaar, zijn In de kapitaal- dienst van de begroting 1969 geen nieu we uitgaven geraamd. Deze zijn ge raamd in een tiental begrotingswijzigin gen, welke deze begroting vergezellen. Het relatief lage bedrag voor het PEB voor 1969 n.l. f 5.500.000,behoeft na dere toelichting. De financieringsbehoef te van het bedrijf laat zich n.l. becij feren op f 18 miljen. Van deze f 18 mil joen heeft echter een bedrag van f 12,5 miljoen betrekking op goedkeuring kre dieten 1968, welke in dat jaar niet zijn verwerkt. Het betreft hier hoogspan- ningskoppel- en transportnetten in de uitvoering waarvan vertraging is ont staan in verband met planologische be zwaren. In het kader van de centrale financie ring, welke maatregel thans reeds 3 jaar van kracht is, hebben Ged. Staten thans in totaal voor f 43,85 miljoen aan vas te geldleningen kunnen opnemen bij de NV Bank voor Nederlandse Gemeen ten. Dit is ongeveer f 15 miljoen per jaar. In verband daarmede hebben zij goede hoop, dat de financieringsbehoef te voor 1969, welke in dezelfde orde van grootte ligt, volledig zal worden geho noreerd. ca. f 1 miljoen waarvan in het 5-ja- renplan is uitgegaan op grond van die er varingen in het verleden het niet mo gelijk zou zijn de subsidieverzoeken in te willigen, welke het coll, van Ged. Staten zonder uitzondering nuttig en no dig achten, volledig te honoreren met be houd van het budgettaire evenwicht. Werkgelegenheid en industrialisatie In de eerste acht maanden van 1967 be droeg de gemiddelde arbeidsreserve rond 4.500 tegen rond 2.400 in de vergelijk- In 1967 zijn in Friesland plm. 5000 wo ningen gereedgekomen. Aangezien de bouwactiviteit in de maanden januari Provinciale Commissie Werkgelegenheid Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Ultg. A. J. OSINGA H.V., Bolsward Administratie- en Ftedactie-adres: Marktstraat 13 TeL 2044 - Na 18.30 nur 2660 of 2335 (05157) van deze heffing als instrument voor het regionaal economisch beleid prematuur is. In man hopet altyd, dat de i- jierren efter him lizze, in frou dat noch komme meagere so Bolswards Nieuwsblad STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND Verschijnt in: Bolsward, Baarderadeel, Hennaarderadeél, Hindeloopen, Wonseradeel, Workum en Wymbritseradeel, De ontwikkeling en uitvoering van plan nen ten behoeve van recreatie en toeris me gaat in een versneld tempo voort. Met name in het kader van enkele in uitvoering zijnde ruilverkavelingen wor den vrij veel projecten gerealiseerd, het geen tot grote voldoening stemt. Ged. Staten blijven echter bezorgd ten aanzien van de ontwikkeling op lage re termijn, omdat er een toenemende tendens valt waar te nemen, de voor dit doel bestemde middelen van het rijk be schikbaar te stellen voor projecten in de dichtstbevolkte gebieden van ons land. Voorts dienen de provincie, de ge meenten en de Marrekrite zich te bera den over de wijze, waarop in de toe- MEXICO. Ada Kok krijgt van prinses Irene een kusje als beloning voor de prestatie, die zij heeft geleverd op de 200 meter vlinderslag. W|j ontvingen inzage van de begroting van de provincie Friesland voor het dienstjaar 1969. De gewone dienst van deze begroting vertoont aan inkomsten en uitgaven een totaal van f 43.293.507 en is sluitend met een bedrag op onvoorzien van f 662.927. Van dit laatste bedrag is f 409.965 bestemd voor de kapitaallasten van de investeringen welke zijn geraamd in de tegelijk met deze begroting aan geboden begrotingswijzigingen, zodat aan werkelijk onvoorzien resteert f 252.962. Dit beeld is gunstiger dan in de begroting 1968, toen de post onvoorzien, na aftrek van het gedeelte dat bestemd is voor nieuwe kapitaallasten, f 118.470 bedroeg (in 1967 f 183.825, in 1966 f 268.827). De reden, dat de geleidelijke verslechtering in de begrotingspositie, die zich vanaf 1966 manifesteerde, zich in 1969 niet voortzet, is gelegen in de gunstige raming van de opbrengst van ’s rijks-belastingen in 1969. Daardoor nemen de opbrengsten uit het provinciefonds voor onze gemeente, vergeleken met de oorspronkelijke raming 1968 toe met ca. f 2.3 miljoen. bare periode vaji 1966. Gelukkig heeft zich in de eerste acht maanden van dit jaar een gunstiger ontwikkeling afgete kend: de arbeidsreserve in deze periode bedroeg gemiddeld 4.000. Dit neemt ove rigens niet weg, dat de relatief hoge werkloosheid in ons gewest en met name in het oostelijk deel van de provincie, het college nog met zorg vervult. De ontwikkeling van de personeelsbezet ting in de industrie die in 1965 en 1966 al bijzonder bescheiden was, bewoog zich in 1967 neerwaarts: de personeelsbezet ting daalde van september 1966 tot sep tember 1967 met 702 arbeidsplaatsen, te weten 210 voor mannen en 492 voor vrou. wen. Het feit, dat Friesland in dit op zicht een ontwikkeling volgt, die in ons land als geheel reeds enkele jaren aan de^gang is, is een schrale troost, De tot nu toe beschikbare gegevens over 1968 die over het eerste kwartaal dui den op een tendentie tot herstel: de werkgelegenheid voor mannen nam, ver geleken met het overeenkomstige kwar taal van 1967, iets toe, n.l. met 203, die voor vrouwen daalde wat minder, n.l. met 277. Over het mogelijk stimulerend effect van de in de Miljoenennota 1969 gelan ceerde gedachte van een loonsomheffing, kunnen Ged. Staten zich nog geen oor deel vormen. Er heerst hieromtrent nog te weinig zekerheid. Dit geldt met name over de vraag, of en in hoeverre het Friese bedrijfsleven meer aan uitkerin gen zou. ontvangen dan het aan heffin gen opbrengt. De Miljoenennota sug gereert immers niet dat het gehele uit heffingen verkregen bedrag aan bedrij ven buiten de Randstad wordt uitge keerd, maar slechts een gedeelte daar van. Wij menen dan ook, dat zolang geen nadere gegevens omtrent de loonsomhef fing gesteld dat de gedachte daaraan concrete vorm aanneemt bekend zijn, iedere uitspraak over de doelmatigheid slein forgoede wurdt. Dêrom hawwe in jier lyn alle lanbouorganisaesjes har le den op it hert drukt: Stel as eask, as jim lan kwyt moatte, dat de skea fêst- steld wurdt troch dizze Frysk Kommis- je. Dy is alhiel op ’e hichte mei alles, hwat hjir oan fêst sit en soarget, dat jo foar 100 persint jou earlik part krije sünder dat jo op hege kosten of preses sen komme. Omt de measte boeren net op ’e hichte wêze kinne fan dizze yngewikkelde tak- saesjes, moat ik mei klam ófriede, seis to hantsjebakken. It mei har dan soms wol talykje, dat it oanbod net gek is, hja kinne net witte, hwat de Unteige- ningswet en de rjuchterlike bislissingen derby ynhalde. It soe my net folie muoi- te kostje to biwizen, hoe djip mannich boer him troch sa to dwaen yn ’e fin gers snijd hat ek by de Rykstaksaes- jes, dy’t jammergenóch oan diztiid ta, net oan de Kommisje opdroegen wurde. Hwant it is in great algemien bllang, dat der foar alle bilanghawwenden ge- lyk rjocht bistiet, dat net de slüch- slimme en de dwerse profiteart op de goedwollende en bitrouwende kollega. Dy’t lan kwyt moat yn it algemien bi- lang fan gemeente of provinsje hat rjucht op in folsleine forgoeding fan hwat him öfnomd wurdt. En likegoed de gebrüker fan it lan. De béste en de goedkeapste wei foar eltse boer is, dat bv syn tastimming jowt op foar- waerde, dat de skea bipaeld wurdt troch de Fryske T|Lsaesjekommisje. Dan giet hy feilich! Loop der bevolking De daling der vertrekoverschotten, wel ke zich sedert het begin der jaren zes tig in ons gewest heeft voorgedaan, maakte in 1967 plaats voor een stijging Het vertrekoverschot dat in 1966 het ongekend lage niveau van 675 bereikte, steeg in 1967 tot 1.082 en was daarmede zelfs iets hoger dan in 1965. Deze ach teruitgang van de Friese migratiebalans was echter minder ongunstig dan die zich in Groningen heeft voorgedaan. Het vestigingsoverschot van 667 dat dit gewest in 1966 wist te behalen sloeg om in een vertrekoverschot van niet minder dan 1.617. Opvallend is, dat de derde noordelijke provincie, Drente, een dui delijke verbetering van de migratieba lans te zien gaf. Het vestigingssaldo dat van 1965 op 1966 iets was terug gelopen steeg in 1967. Aangezien de po sitieve ontwikkeling in Drente de ach teruitgang in de beide andere provin cies niet vermocht te compenseren, gaf het Noorden als totaliteit voor het eerst sedert 1963 weer een negatief migra tiesaldo te zien. De thans bekende gegevens over 1968 leveren, wat Friesland aangaat, een gun stiger beeld op: het vertreksaldo gedu rende het eerste halfjaar daalde tot 47 tegen 706 in 1967. Hoewel het geboorte-overschot in 1967 iets groter was dan in het jaar tevoren was de stijging van het vertreksaldo Van een zodanige omvang dat de bevolkings groei in 1967 wat geringer was, n.l. 5.019 tegen 5.476 in 1966. Als de tot nog toe gunstige ontwikkeling van de migratiebalans zich in de komende maanden zou voortzetten, zou in 1968 een bevolkingsgroei van tegen de 6.000 te verwachten zijn. Een bijzonderheid in de noordelijke ontwikkeling is dat Gro ningen dat, wat het inwonertal aan gaat, Friesland in 1963 voorbij streef de, in de loop van april van dit jaar zijn voorsprong, die ultimo 1966 was opge lopen tot bijna 2.000 inwoners, weel moest prijsgeven. Op T mei j.l. telde Friesland 512.959 inwoners en Gronin gen 512.278. Jammer genoeg is deze ont wikkeling, naar uit het voorgaande is ge bleken, meer een gevolg van een afge- zwakte groei van Groningen dan van ’n versterkte ontwikkeling in Friesland. t.m. augustus ongeveer gelijk was aan die in 1967 mag ook in 1968 op een totale produktie van plm. 5000 eenheden worden gerekend. Het jaar 1969 echter zal, waarschijnlijk niet meer dan.4500 eenheden opleveren, omdat er dan min der woningen op de markt zullen wor den gebracht. In de eerste plaats, om dat er landelijk minder woningwetwo ningen over de provinciën zullen wor den verdeeld (45.000 i.p.v. 50.000). Ver der zullen er in 1969 minder toeslagen worden gegeven en zal in afwijking met vorige jaren de arbeidsbesparende bouw voor het eerst volledig uit het woning- wetcontingent moeten worden gehono reerd. Speciaal voor Friesland is het ook bijzonder te betreuren, dat de bouw van particuliere huurwoningen door bouwcorporaties in de premiesector, die in 1967 plm. 1500 eenheden opleverde en in 1968 plm. 1250 eenheden door de minister gekoppeld zal worden aan een verdeling vooraf (tegelijk met de toewij zing van de woningwetwoningen), waardoor het cijfer in 1969 waarschijn lijk tot 3 a 400 zal teruglopen. Het krottenprobleem drukt in Friesland nog steeds bijzonder zwaar. Naar lan delijke objectieve normen waren er hier op 1 januari 1964 nog plm. 27.000 krot woningen aanwezig, waarbij dan nog moeten worden geteld de slechte, drin gend verbetering behoevende woningen (plm. 13 a 14000). Sedert 1 september 1968 heeft de krotopruiming in Fries land een goede stimulans gekregen door de „beschikking geldelijke steun krot- verwerving”, die voorziet in een tege moetkoming in de door gemeenten te maken kosten voor het verwerven van krotten ten bedrage van f 2000,per krotwoning. Voorwaarde is, dat de krot woning zal worden ontruimd en afgebro ken. In 1969 is hiervoor op de rijks- begroting f 12 milj. uitgetrokken; voor 1970 en 1971 wordt gedacht aan respec tievelijk f 14 en f 16 miljoen. Tot medio 1968 was de PCW (Pro vinciale Commissie voor de Werkgele genheid) alleen belast met het advise ren en het verlenen van andere bemid deling bij het Rijk inzake de aanvullen de werkgelegenheid. Mede doordat voor zitter en secretaris van de Plancommis- sie ook deel uitmaken van de PCW is er voldoende coördinatie, waardoor ook projecten van de Plancommissle via de PCW als aanvullend werk uitgevoerd worden. Een groot aantal projecten is (vooral na de wijziging van het Rijks beleid in december 1966) op deze wijze tot stand gebracht (dorpshuizen, zwem baden, accommodaties op sportvelden, sportvelden, kruisgebouwen, sporthal len, e.d.). Gezien het grote aantal projecten, ook in de sector water-, spoor- en wegen bouw, dat nog in voorraad is en de nog steeds bestaande werkloosheid dringt de commissie herhaaldelijk (schriftelijk en mondeling) bij het rijk aan op het be schikbaar stellen van meer geld, en op betere coördinatie en tijdiger bekend ma ken van projecten, die uitgevoerd kun nen worden. Wat deze laatste punten betreft is verbetering bereikt. De commissie heeft intussen voor 1969 weer voorstellen voor de uitvoering van aanvullende werken ingediend, welke voorstellen te zijner tijd nog zullen wor den aangevuld. me en bliuwe fan de fragen, dy’t har by dizze saek foardogge. Cant in jier as tsien forlyn wie it op dit gebiet in frije kwestje, hoe’t de bei de partijen de skea of forgoeding re- gelje woene. It Ryk hie in eigen taksateur, dy’t ge brek meitsjend fan de autoriteit fan it Ryk iensidich de forgoedingen fêststel- de. By de provinsje wiene it meast de mannen fan de wettersteat, dy’t de skat- ting diene, by de gemeenten wie it dan ris de direkteur fan gemeentewurken, dan wer in wethalder, soms ek de boar- gemaster seis, dy’t mei de boeren en eigners praetten en ek wol hie de ge meente in biropstaksateur foar dit wurk. Elk die it op syn manear en mei syn eigen yntinsjes. Fan in objek- tive taksaesje, rekken haldend mei alle fasetten fan de grounünttrekking wie op dizze wize gjin sprake. Dêrtroch rou- nen de takaesjes slim ütelkoar en wie de goedwollende of mei de saek On kundige fakentiids de dupe. Dizze situaesje hat oanlieding west dat de bilangrykste partijen by grounoan- keap meiinoar om ’e tafel sitten gien binne en dat hjir yn Fryslan de pro vinsje mei de öfdieling Fryslan fan de Foriening fan Nederlanske gemeenten oan de iene kant en de foarmannen fan de fiif organisaesjes, dy’t mei de greun to krijen hawwe, n.l. de Fr. Mij., de CBTB, de ABTB, Frysk Grounbisit, It Boun fan Lanhierders, oan de oare kant. Nei in lange tarieding koe op 31 maert 1960 de Kommissaris fan de Keningin- ne hjir de Provinsiale Fryske Taksaes- FAN E MARTINY TOER AS JO LAN KWYTREITSJE Nei jierren, hweryn yn dizze hoeke sa goed as neat foroare mei de diken en de wegen, mei de stêdden en dc doar- pen, sitte wy nou yn in hiele oare si tuaesje. Hast rounom freget de huzebou, Je wegenbou, de sportfjilden, de re- kreaesjeforsjenningen om groun, mear groun. En it lit him oansjen, dat dizze grounöfnimmerij jit tanimme sil, ek dér, hwert men der faeks nou noch net oan tinkt. Dêrom liket it my fan great bilang, dat de boeren sawol de eigen boe ren as de hierdeboeren op ’e hichte kom- jekommisje ynstalleare. Dêryn sieten fiif minsken fan de oerheit, dy’t de groun brüke moat en fiif minsken fan de boe- reorganisaesjes, dy’t de groun kwyt rek- ket. As foarsitter waerd bineamd no taris Zwart, dy’t as foarsitter fan de Grounkeamer in ütstekende namme hie en as sekretaris mr. C. H. Beekhuis to Ljouwert. Hja meitsje gebrük fan in oantal tige bikwame en bitüfte taksa- teurs, mar de kommisje bisjocht de tak- saesjes fan beide kanten en soarget der- foar, dat elk syn rjucht kriget. Dat foar dizze taksaesjes in greate des- kundichheit nedich is en kennis fan de wet, mei namme fan de Onteigeningswet en har jurisprudinsy, docht alle dagen bliken. Hwant men is der net mei klear fêst to stellen, dat er safolle ha by in pleats of spultsje wei giet en dat dit lan 8 of 9 of 10.000 goune de ha wur- dich is. Alle gefolgen moatte derby bi- sjoen wurde sa as forsnijing fan perse- len, swierder drukkende gebouwenlês- ten, mindere bidriuwsynkomsten, foroa- ring fan wettergangen, öfskieding fan perselen of soms fan al it lan troch- dat in nije wei tusken lan en pleats yn komt to rinnen. Dêrby mei men net forjitte, dat dy skea bliuwend is en yn de measte gefallen kapitaliseard wurde moat. Dit is gjin wurk foar in trochsné-tak- sateur, dit is spesialistenwurk, hwert soms hiele rapporten foar op ’e tafel komme. It is foar de boeren, dy’t lan kwyt moatte, fan it heechste bilang, dat hja dizze kommisje ynskeakelje. Hwant dan binne hja wis, dat de skea har fol- Dat deze verslechtering zich in 1969 niet doorzet, is een op zichzelf geluk kige omsta.ndigheid, welke echter geen reden heeft gegeven om de uitkomsten van deze prognose te herzien. De op waartse mutaties van de belastingop brengsten zijn n.l. ten dele eenmalig, terwijl bovendien de regering het voor nemen heeft uigesproken om met ingang van 1970 een inflatie-correctie op de inkomstenbelasting toe te passen. Op zichzelf zou het een gezonde finan ciële politiek zijn om de boven het ge middelde uitgaande stijging van inkom sten in 1969 ten dele te reserveren, teneinde zodoende een conjunctuur-re- serve te scheppen, welke ten bate ge bracht zou kunnen worden Van eventue le minder gunstige jaren in de toe komst. Ged. Staten hebben echter gemeend, dat dit moeilijk te verwezenlijken, en ook niet in het provinciaal belang zou zijn, gelet op de werken welke nog dringend uitvoering behoeven en voorzieningen die noodzakelijk getroffen moeten wor den en waarvoor tot dusverre, ook in het kader van het 5-jarenplan, geen dek- kingsmiddelen konden worden gevonden. Zij hebben daarom ook voor het komen de begrotingsjaar, gestreefd in over eenstemming met het sinds 1967 met in stemming van de Staten vergadering ge voerde financiële beleid naar een zo volledig mogelijke besteding van de pro vinciale middelen onder behoud van het budgettaire evenwicht. Aldus konden in deze begroting o.a. worden opgenomen: A. het voortzetten van de subsidiëring van rioolwaterzuiveringsinstallaties, waarvoor opnieuw een krediet van 1 miljoen wordt gevraagd (waarvan ove rigens reeds f 700.000,nodig is voor gedane toezeggingen aan Leeuwarden, Bergum en Drachten); B. het verdiepen van de Zwemmer, waarvoor een krediet wordt gevraagd van f 3 miljoen, onder voorwaarde, dat het rijk met 40 pet. zal subsidiëren. Een toezegging is nog niet ontvangen; C. het opbouwen van een onderhouds dienst voor provinciale secundaire we gen, waardoor een nadelig verschil ont staat tussen de uitgaven en de onder- houdstegemoetkomingen uit de Wet Uit keringen Wegen, welk verschil voor 1969 wordt geraamd op f 54.000, D. verhoging van diverse posten op het terrein van Cultuur, Recreatie, Sport, Maatschappelijk werk enz. Op grond van bovenstaande zou men mogen verwachten, dat het procentuele aandeel van de Waterstaat weer zou toenemen dan wel zich althans zou hand haven. Dit blijkt niet het geval te zijn. Ondanks het aanzienlijke bedrag, dat Ged. Staten voorstellen voor 1969 voor de Waterstaat te voteren, stijgen de sub sidies op het terrein van de kuituur en de recreatie (de natuurbescherming daar onder begrepen) nog sneller. In dit verband hebben Ged. Staten zich in de slotparagraaf van het 5-jarenplan de vraag gesteld, of de provincie dit zal kunnen volhouden en of het Rijk niet een groter aandeel van de Friese cul turele uitgaven voor zijn rekening zou moeten nemen. Het moet zonder meer duidelijk zijn, dat wanneer de meer-opbiengst uit het Provinciefonds beperkt was gebleven tot j

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1968 | | pagina 1