U moet het
zien
Gouden jubileum
Jeen Meijer
GabeSkroar
„Frieslands Gouden Eeuw”
llll
i
Topkollektie schilderijen van
Friese meesters
I
I
ifS
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini
Fan de Martinytoer
De Friese
bovenboezem
Ook dit is Bolsward
Geslaagd
5
Hwat haf
4
II
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
Verschijnt in: Bolsward, Baarderadeel, Hennaarderadeel, Hindeloopen, Wonseradeel, Workum en Wymbritseradeel.
DINSDAG 15 JULI 1969
108e JAARGANG NO. 54
Foto L. K. Mol
•♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦a
noordkant
BILANGRIKE BINEAMINGEN
J.S.
Advertentieprijs: 16 et per mm
Ingez. mededelingen dubbel tarief
Contractprijs op aanvraag
Verschijnt
DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitg. A. J. OSINGA n.v., Bolsward
Administratie- en Redactie-adres:
Marktstraat 13
Tel. 2044 - Na 18.30 uur 2660 of 2335
(05157)
Vogels gaan ons verlaten
Hun zoeken kan niet baten.
Want hun voedsel is verdwenen
Daarom gaan zij henen.
Zet de gemalen eens stop
En let dan eens op.
Laat sluizen weer lozen
Dan kan de vis weer verpozen.
De binnen uitse waterdrang
Is voor ons van belang.
Het dóórstromend water
Voor de gezondheid van later.
De lucht wordt weer rein
En zo moet het ook zijn
Dan wordt het water weer fris.
Komen er weer vogels en vis.
ter. Als er één in Bolsward is, die hun
kert naar de realisering van dit bad
is het wel de heer Meijer. Hij wil zo
graag zien dat het geld dat hij beheert,
goed wordt besteed.
De man syn efterein waerd wurch,
en doe gyng er sitten
Abonnementsprijs f 3,75 p. kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Boven Friesland zijn boezem
Lijkt haast wel droesem.
Zo vuil en zwart
Dat alle leven er tart.
We hebben niet liet gevoel, dat de Bolwarders staan te dringen om de jaarlijkse
tentoonstelling „Friesland» Gouden Eeuw” te gaan zien. Het zijn vooral de namen
van buitenlanders, landgenoten uit andere provincies en Friezen om utens, die we
in de receptiealbums tegen komen. Eigenlijk wel jammer, want waarom zou men
van verre zoeken, wat men dichtbij kan vinden? Daarom hopen we dat de lezers
van ons blad de gelegenheid niet voorbij zullen laten gaan om de. expositeie ten
stadshuize, die slechts nog een aantal weken hier geherbergd blijft, te gaan zien.
Reeds eerder schreven over de fraaie collectie van Friese en vooral ook Bolswardse
meesters. In dit artikel willen wij u (in alfabetische volgorde) iets zeggen van de
schilders en hun werk.
In dit nummer sluiten wij voor
onze postabonnees een girokaart
in met verzoek om f 7,50 te be
talen als abonnementsgeld voor
het 2e halfjaar 1969. Wilt u al
len hieraan meewerken, want dat
bespaard ons heel wat werk. Bij
voorbaat dank.
Water dat stinkt
Dat het vee niet meer drinkt
Waar vis niet in leeft
Of het leven er in geeft.
De rij wordt dan geopend met Jacob
Backer de in Harlingen geboren Frie
se schilder, die tijdens Rembrandt in
Amsterdam heeft gewerkt en daar in
1651 is overleden. Hij is op de exposi
tie vertegenwoordigd met ’n zelfportret,
dat in 1943 op een veiling te Amster
dam werd gekocht en later in de ver
zameling van dr. A. Wassenbergh, de
voormalige directeur van het Fries Mu
seum kwam. Het betreft hier een z.g.
pastoraal zelfportret, dat 3 jaar gele
den op de tentoonstelling Wurd en byld
(de Gysbert Japickstentoonstelling)
ook reeds in Bolsward was te zien. Een
typisch voorbeeld van Renaissance
kunst. De gespierde, ietwat Rubensach-
tige figuur stelt met ontblote schouder,
met lauweren omkransd hoofd en in
herdersmantel geklede fluitspeler nie
mand minder voor dan de schilder zelf.
Van veel jonger datum en strikt geno
men niet meer uit de Gouden eeuw (al
viel die in Friesland wat later dan in
het zuiden) is het paneel van de zee
schilder Nicolaas Baur, eveneens een
Harlinger die leefde van 17671828 en
deze „kalme zee met veel schepen” pen
seelde in 1812. Of het de haven van Har
lingen voorstelt valt niet te zeggen.
Een van de mooiste doeken en tevens
van de grootste schilderijen is het doek
we drie schilderijen, alle drie ontleend
aan de bijbel, n.l. resp. voorstellende de
apostel Paulus, de harpspelende ko-
ning David en Isaac en Rebecca, dus
hetzelfde onderwerp, dat ook Govert
Vlinck schilderde. Het merkwaardige
bij het portret van koning David is, dat
het zelfs tot tweemaal toe een valse
signatuur heeft gehad, n.l. die van Fer
dinand Bol, een van Rembrandts bes
te leerlingen. Dit bewijst twee dingen:
n.l. dat Ferdinand Bol hoger werd ge
waardeerd dan Lamib. Jacobs maar ook,
dat de laatste hem bijna evenaarde, an
ders zou een vervalsing van de hand
tekening te riskant en opvallend zijn.
Wanneer we dit summiere overzicht be
sluiten met te wijzen op het goed ge
schilderde portret van Laes van Bur-
mania (16381691) van Roelof Koets,
die in 1655 geboren werd te Zwolle, maar
later in Friesland werkte, zijn we bij
na gekomen tot het zien van de helft
van de schilderijencollecte. Een volgen
de keer meer hierover. Maar gaat u al
vast zien. Het is beslist wel de moeite
waard.
Dit is een plaatje van de boerderij Cnos-
senlaan 3, bewoond door de heer D.
Elzinga. Het is een stelphuizinge van
naar schatting 400 jaar oud. Aan de
(links op de foto) bevindt
zich een uitbouw, de z.g. molkenkelder.
De gebinten in de schuur zijn misschien
zelfs nóg ouder. Voor ze werden ge
plaatst waren ze n.l. zoals blijkt uit in
kepingen, eerder gebruikt. De boerderij
zal thans worden gerestaureerd door fa.
Y. Schakel van Exmorra. Het hooi is
daarom ook niet in de schuur gebracht,
maar buiten opgeslagen. Als straks de
verbouwing gereed is nog vóór de
winter, hoopt men zal de heer Elzin-
ga hoewel op een ongewoon tijdstip,
vermoedelijk even enthousiast als dank
baar, beginnen aan een tweede üngetiid
en zijn pakjes wel binnen halen. Voor
„op it kampke” zien we de pony Wen
dy van de dochter Richt, lid van de
ponyclub Zij volgt hiermee de voet
stappen van haar vader, die ook een be
kend „hynsteman” is.
Foto L. K. Mol
gjinnen, is it bikend, dat de politike
forhóldingen yn üs provinsje earst düd-
lik wurde sille, as de forkiezingen foar
de provinsiale steaten yn it kommende
jier west hawwe. De situaesje is nou
slim ündüdlik. Men hat allinnich de gear
stalling fan nou, mar nimmen wit, hoe’t
dy yn it kommende jier wurde sil. De
steaten telle 55 leden, hwerfan 18 PvdA,
13 AR, 10 CHU, 4 VVD, 4 KVP, 2
PSP, 1 Boerenpartij, 1 Bining rjochts,
1 Communist. Dat is it earste, hwer’t
poütyk rekken mei hal den wurde kin.
Mar der binne ek nasionale politike for-
haldingen, dy’t meispylje. Sa is bikend
dat neist Fryslan ek Grinslan en Utert
in nlje kommissaris ha moatte. En sa
sil yn Den Haech wol drok oan dizze
puzzel wurke wurde. Dêrby spilet ek
noch in rol, dat sawol Ljouwert as de
stêd Grins in PvdA-boargemaster haw
we en om de puzzel noch hwat slim
mer to melts jen, moat in skoftke letter
Frysl&n ek in nije griffier hawwe yn it
plak fan Mr. Woltjer (AR).
Folie bilangriker as de politike kant is
de persoanlike kant. Hokfoar man moat
Fryslan sjen to krijen. My tinkt, it is
düdlik, dat dit in man wêze moat mei
kennis fan en sicht op de nuodllke eko-
nomyske posysje fan in eksintrysk ge
west as Fryslan is. Immen, dy’t realis-
tysk de diagnose stelle kin fan it ef-
terbliuwende en om it bistean fan syn
bifolking wrakseljende lansdiel. Dy’t de
wegen wit yn Den Haech en yn it bi-
driuwslibben om stadichoan de efter-
stan yn to heljen. In man, dy’t saeklik
en effisiënt de inisiativen Onderkent,
dy’t hout snije en dêr mei hert en siel
reliëf oa;n jowt.
„Primum vivere, deinde philosophari”
earst libje en dan it oare pas, sa soe
men dizze 3.1de, wize spreuk oersette
kinne. Mar wy sizze der fuort by, dat
üs twadde winsk like wichtich is as
de earste, n.l., dat it in man wêze
moat, dy’t each en gefoel hawwe moat
foar de twadderlei kultuer, dy’t Fryslan
bisit. Hy moat der each foar hawwe,
hy moat it bistean kenne of kennen lea-
re, mar hy moat bileaven fan herten
efter dyjingen stean, dy’t de eigen kul
tuer bilibje en bifoarderje. Yn dy sin
moat it in Frysksinnich man wêze en
net immen, dy’t yn syn hert winsket
dat Fryslan in stik Hollan wie.
It sprekt fierder wol fansels, dat wy
hoopje, dat it in man wêze sil yn de
krêft fan syn libben en net immen, dy’t
hjir foar de léste jierren fan syn akti-
ve libben in earfol ein siket of ien, dy’t
men yn Den Haech wol slite wol en
nel de provinsje weipromovearret.
Wy hoopje, dat de foarmannen yn Frys-
13.n har winsken helder en düdlik by
minister Beernink op ’e tafel lizze sille
en dat Fryslan sparre bliuwt foar in
politike kar, dy’t net oan dizze ele-
mintaire forlangens biantwurdet. Hwant
mei minder kin Fryslan perfoarst net
ta. Tj. de J.
Gistermorgen verbaasde ogen in onze
drukkerij, toen drukker Jeen Meijer bin
nenstapte. Zijn „werkhoek” was met
slingers en guirlandes versierd. Er was
zelfs ’n levensgroot gedicht aan de wand
gehangen. Dit had hij niet verwacht. Hij
was weliswaar 50 jaar werkzaam ge
weest in het bedrijf van A. J. Osinga
NV, maar had om alle drukte te voor
komen maar een paar dagen vrijaf ge
nomen om ergens in Lisse onder te dui
ken. De speurzin van directie spoorde
het adres echter op en zond hem een
gelukstelegram bij dit gouden jubileum.
Als de heer Meijer gemeend mocht heb
ben, dat het hiermee afgelopen was, had
h(j het mis. Reeds zaterdagmorgen had
den zijn vrienden en collega’s van de
zaak de koe bij de horens gevat en de
drukkerij een feestelijk aanzien gege
ven.
Het was een drukke dag gisteren. Niet
alleen wegens de dikke „uitverkoop-
krant”, die u nu in handen hebt, maar
ook wegens het vele drukwerk, dat
zoals zovaak spoedeisend was. Nog
besefte de gouden jubilaris niet geheel
wat hem boven het hoofd hing, want
toen koffie werd geserveerd zoals
gewoonlijk, talmde bij om even „bij de
steen” te komen, de traditionele verza
melplaats midden in het gebouw als er
iets bijzonders aan de hand is. On
danks de wel erg drukke dag, werd er
toch royaal even de tyd voor genomen.
Zo’n zeldzaam jubileum was waard ge
vierd te worden. Eenmaal als jongste
knechtje van 13 jaar aangenomen de
eerste die de heer A. J. Osinga Sr. als
nieuwe werknemer in zyn toen pas over
genomen bedrijf in dienst nam, is hy
nu de oudste in dienstjaren, enkele half-
timers of parttimers, buiten beschou
wing gelaten. Namens de directie werd
de heer Meijer toegesproken door de hr
C. E. H. Osinga. Bij een gouden feest
hoort een gouden geschenk. Zo ontving
de heer Meijer een gouden polshorlo
ge. De heer H. W. Pisuisse sprak na
mens het personeel de jubilaris toe en
bood ’n kistje sigaren aan en een exem
plaar van De Rimen en Teltsjes van
de bruorren Halbertsma, een van de
monumentale boekwerken die de heer
Meijer heeft gedrukt. Want als jongste
knechtje klom hij spoedig op. Van een
gerichte opleiding was vroeger geen
sprake. Ieder moest zyn eigen weg en
mogelijkheden maar zoeken. Het begon
aan de trappers: tabakzakken voor de
fa. De Haas, die na door Meijer bedrukt
te zijn naar Heerenveen gingen en daar
in de gevangenis te warden geplakt. In
het drukkersvak voltrok zich een revo
lutionaire ontwikkeling. De drukpersen
•werden hoe langer hoe groter en boden
steeds meer mogelijkheden. Naast veel
en velerlei drukwerk, drukte de heer
Meijer vooral boekwerken, meest Frie
se. Het is niet teveel gezegd, wanneer
wy veronderstellen, dat zeker een kwart
van alle Friese boeken, die er momen-
taal in omloop zyn door de heer Meijer
vel voor vel is gedrukt. Onder het genot
van een rokertje en een tractatie bij de
koffie werden nog vele herinneringen op
gehaald aan vroeger jaren. De anecdo
tes lagen als het ware voor het oprapen.
Toen wachtte weer het werk.
De heer Meijer is méér dan drukker
alleen. Hij heeft zich ook ingezet voor
het organiseren van de bejaardentoch-
ten en wacht over de „pong” van de
zwemschool. Jarenlang is hij van deze
üs hjoed to sizzen 1 Ir
Der stean üs yn it kommende jier hjir-
yn Fryslan in pear bilangrike bineamin-
gen to wachtsjen, dy’t foar alle ynwen-
ners fan üs provinsje fan meat as ge-
woane bitsjutting binne. Yn de Earste
Keamer hat hjiroer in ynteressant de
bat west, hwerby minister Beernink, as
minister fan Binnenlanske Saken, sein
hat, dat hy fan herten ré wie om oan
de fortsjintwurdigers fan sa’n gebiet in
bipaelde ynspraek to jaen. Wy hawwe
reden om oan to nimmen, dat hjiroer yn
politike kringen al drok praet wurdt
en it liket my ta, dat it goed is, dat
ek büten dy kringen oandacht jown wurd
oan de kommende dingen.
Us Kommissaris fan de Keninginne giet
mei maeije o.s. op pensioen. Mr. H. P.
Linthorst Homan hat dan syn aktive
wurk bieinige en is fan doel foar de nei-
simmerdagen nei de Veluwe to gean. It
sprekt fansels, dat it nou gjin pas jowt
oer dit kommende ófskied kommentaer
to jaen, dêr sil jit gelegenheit genóch
foar komme, mar it feit is, dat der in
opfolger komme moat en dat Fryslan
great bilang hat by dizze o.s. binea-
ming. Hoe’t de funksje fan Kommissa
ris yn it forline west hat, kin hjir foar
dit momint oan foarby gien wurde, yn
de tsjintwurdige tiid is hja fan tige
great bilang. Hy is de sintrale figuer
foar it gewest en yn him komme alle
dingen gear, dy’t op it hiele publike ter
rein fan bilang binne. Hy is de adfi-
seur foar de regearing, hy is de foar-
sitter fan it kolleezje fan Deputearre
Steaten, hweryn hy, sünt de hersjenning
fan de Provinsjewet,ek stimrjocht hat.
Hy is meast de wurdfierder fan dit
kolleezje, as dat, büten de steatengear-
komsten, optreedt. Hy is de bilangrike
adfiseur foar de boargemastersbineamin-
gen en hat dêrtroch greate ynfloed op
de gong fan saken yn de gemeenten.
Hy is foarsitter fan de steatengearkom-
sten en mei it kolleezje fan Deputearre
Steaten de ütfierder fan har bisluten.
De fraech, hokfoar man foar dizze taek
as de meast geskikte yn oanmerking
komme moat, hat twa kanten. De iene
B i; f; k'zt. L c
vereniging bestuurslid en penningmees-j politike kant. Om mei dat léste to bi-nema te Pingjum.
Te Arnhem, (opleiding Schoevers) is
is de persoanlike kant, de twadde is de voor secretaresse geslaagd, mej. J. Bon-
Bolswards Nieuwsblad
„Isaac regent Jacob” de begaafde schil
der, die door de menniste predikant-
schilder Lambert Jacobsz uit Leeuwar
den in Kleef werd „ontdekt”, naar Fries
land kwam en later in de kringen van
Rembrandt zou verkeren, die hij soms
in zijn keuze van onderwerp en schil-
dertrant aan de zijde kwam. Geen won
der, dat dit mooie schilderij hangt op
de ereplaats in de Vierschaar, waar ver
leden jaar Rembrandts meesterwerk
hing.
Bijna een vierde deel van alle schilde
rijen op deze tentoonstelling zijn van
de Leeuwarder schilder Wybrand Sy
mons de Geest (15921659) die ook in
relatie stond (via Margaretha de Heer)
met Gysbert Japiks. De portretten van
Frans van Eysinga, grietman van Tiet-
jerksteradeel en Hylck van Eysinga,
(overleden echtgenote van de voorgaan
de) zagen we ook reeds eerder in Bols
ward, n.l. in 1966. Voor het eerst zien
we hier een in 1643 geschilderd pasto
raal portret van twee kinderen en een
portret van Barthold van Douma, die
van 1627—1678 grietman van Ferwer-
deradeel was in 1649. Hij houdt in de
rechterhand een blad papier, waarop de
wapens van Douma en Hiddema, het
jaartal 1647 en het monogram van de
schilder, die ook een hier te Bolsward
tentoongesteld portret schilderde van
zijn dochter Eva de Geest, die in 1658
in het huwelijk zou treden met de land
schapsschilder Adam Pijnacker, die ook
zelf is afgebeeld. Dit laatste schilderij
is in zoverre merkwaardig, dat het fou
tief is gedateerd, n.l. in 1660, terwijl
Wybrand de Geest reeds in 1659 over
leed. Of heeft hij er misschien niet meer
de laatste hand asm kunnen leggen en
werd het door een anonieme schilder vol
tooid?
Van de hand van de stillevenschilder
Dirck de Hom (van Hoorn?) die in de
17e eeuw in Friesland werkzaam was als
stillevenschilder, zijn een drietal werken
geëxposeerd. Hij schilderde graag stil
levens met dode hazen en jachtstille-
vens. Van beide zien we een voorbeeld.
Op het hakmes, dat rechts op de tafel
ligt op het eerstbedoelde schilderij met
twee dode hazen, lezen we de naam
D. Horn 1650. De schilder plaatste zijn
signatuur op bij voorkeur wat vreem
de plaatsen, want bij het volgende vinden
we het op de plint rechtsonder. Het der
de schilderij betreft een stilleven van een
aan de poten opgehangen kip met uit
gespreide vleugels. Ook van de domi-
nee-schilder Lambert Jacobs vinden
s
X BELANGRIJK NIEUWS VOOR
ONZE POSTABONNEES
r«