Reünie van de oud
Bolswarders hoogte-
de
punt
van
heamieldagen
Gane Skroar
Foor velen was het gewoon
een evenement
Fan de Martinytoer
M -
Hw«t hut
hjoed to lizzen
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
DINSDAG 29 JUNI 1971
110e JAARGANG No. 47
Foto: L. Spijksma
St. Anthony
BOLSWARD NU
de 5 jaar voorkom* iets meer ver-
Stadsrechten
BOLSWARD TOEN
Stadhuis
Handelscentrum
Preahistorie
Woonoord
OANPASSING FAN DE HIERWET!
Tj.deJ.
Advertentieprijs: 18 ct. per mm
Ingez. mededelingen dubbel tarief
Contractprijs op aanvraag
Oud-Bolswarders
luisteren voor het. bordes
naar de toespraak van
de heakeninginne.
Abonnementsprijs f 5,80 p. kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Wat een sfeer en wat een gezelligheid
direct reeds bij de begroeting in de au-
i la van het Jan Brugmancollege. Een
I blij weerzien. Verbaasde Uitroepen, het
ophalen van oude herinneringen. En het
wegvallen van alle rang en stand. Als
niet oud-Bolswarder voelde je maar wat
onwening tussen dit alles en je wenste
bijna een oud-Bolswarder te zijn. Het
was ook uniek, de generatie van 1900—
1920 die uitzwierf over alle provincies,
ja zelfs over alle werelddelen nog eens
bij elkaar te halen. Sommigen hadden
elkaar sedert de schoolbanken niet weer
gezien. Onbeschrijfelijk in de letterlijke
zin van het woord en daarom zullen we
ook maar geen poging wagen. Uniek
was het zeker, onvergetelijk ook, een
evenement, waarvan niemand spijt had
en waarmee de heren Abma en de zijnen
als massa-regisseurs alle eer hebben in
gelegd. Was voor de een de begroeting
het hoogtepunt, voor de ander was dit
het geslaagde kerkconcert, de wande
ling langs oud Bolsward, het diner of ’t
afscheidsbad. Deze runie heeft de hea
mieldagen 1971 een bijzonder cachet ge
geven. Graag releveren wij op verzoek
van velen hetgeen in de Martinikerk,
waar drs. A. Houtman ’n voortreffelijk
concert gaf, werd gereleveerd.
Verschijnt
DINSDAGS en VRIJDAGS
Van de eerste Bolswarders weten we
verder niets. Dat zij zich hier gevestigd
hebben in de tweede eeuw, blijkt enkel
uit opgravingen. De terp van Boele heeft
zich echter in de loop van de tijd uit
gebreid tot een dorp, dat in de elfde
eeuw - 900 jaar geleden dus - zo belang
rijk was, dat zijn naam („Bodliswert”)
voorkomt op zilveren munten, die terug
gevonden zijn bij opgravingen in het
Oostzeegebied, tot in Rusland toe. Het
middeleeuwse Bolsward dreef via de
Mame en de Middelzee, twee inhammen
van de Waddenzee, handel in zuivel; het
is in de 15e en 16e eeuw zelfs lid ge
weest van de Hanze, het beroemde ver
bond van handelssteden, waartoe o.a.
ook Bremen, Hamburg en Lübeck be
hoorden. Al waren toen de Mame en de
Middelzee al ingepolderd, Bolsward bleef
varen: Makkum en Harlingen fungeer
den als z'n voorhavens.
Wanneer Bolsward van dorp tot stad is
geworden, weten we niet precies. Wel
is een boek uit 1455 bewaard gebleven,
waarin het Bolswarder stadsrecht is op
getekend. De beroemde Franciscaan pa
ter Brugman is daarbij als adviseur op
getreden: „ghemaect by raede ende con-
sente des Eerbaren Vaders Johannis
Brugman”, staat er in de aanhef. Aan
de Franciscanen herinnert ook de Broe-
rekerk, die dateert uit de 13e eeuw. De
Martinikerk, waarin wij samenzijn, is
200 jaar jonger; zij is ingewijd in 1466,
505 jaar geleden dus.
Het Bolswarder stadsrecht telt 122 arti
kelen. Als een rode draad loopt daardoor
heen het saamhorigheidsbesef. Als een
burger in nood verkeert, moet hij vol
gens artikel 95 de „buerroep” aanhef
fen; elke medeburger is dan verplicht,
hem te hulp te snellen. Artikel 98 slaat
op het geval, dat de stad bedreigd wordt
„Wanneer die hoern geblasen wort, soe
sal ellick buerman by den Rechte myt
syn beste hamasck comen”, m.a.w.: ie
dere burger van Bolsward was dienst
plichtig en de hoornblazer zorgde voor
de mobilisatie!
„Bolsward toen”: ik noem nog één jaar
tal* 1614. In dat jaar werd de eerste
steen gelegd van het stadhuis, waarop 't
stadsbestuur, toen het klaar was, zo
trots was, dat het sprak van „het Pal-
leijs van onse Stadt”! Aan de bouw is
meegewerkt door de „meester kistenma
ker” Jacob Gysberts. Diens zoon, Gys-
bert Japiks, die leefde van 1603 tot 1666
is tegelijk de beroemdste zoon van Bols
ward: de prins der Friese dichters, voor
wie in 1966 door koningin Juliana een
standbeeld is onthuld, bij deze kerk,
waarin hij ’s zondags als voorzanger op-
trad.
„Bolsward toen”: dat betekent voor ons
als oud-Bolswarders ook een stuk levens
geschiedenis, een brok gezamenlijk be
leefd verleden. De herinneringen daar
aan halen we vandaag, op deze reünie,
deze hereniging, met elkaar op. We zijn
Van saamhorigheidsbesef getuigt ook de
oudste Bolswarder stichting, het Sint
Anthony-Gasthuis dat al genoemd wordt
in artikel 109 van het stadboek van
1455. St. Anthonius genoot als bescherm
heilige der armen in de middeleeuwen ’n
grote populariteit; het gasthuis was oor
spronkelijk een soort asyl voor dakloze
vreemdelingen. Later is het een instel
ling voor bejaarde burgers en burgeres
sen geworden. Evenals het Bolswarder
weeshuis, dat uit de zestiende eeuw da
teert, is het gasthuis in de loop der
eeuwen rijk geworden door de weldadig
heid van de burgerij. Op hun beurt heb
ben beide stichtingen ook veel voor de
stad gedaan. Samen hebben zij - om
slechts één voorbeeld uit vele te noemen
Bolsward in 1913 het Julianapark ge
schonken.
daarvoor uit allerlei streken, in Neder
land en ver daarbuiten, naar Bolsward
gekomen. Hoezeer we misschien ook uit
elkaar zijn gegroeid, één kenmerk heb-
*b|en we gemeen, het staat in ons pas
poort: „geboren te Bolsward”. Is dat
dan iets bijzonders? Wat 'n vraag voor
een Bolswarder!
Ook blijkt onze stad, dankzij de gemoe-
delijke sfeer en de onderwijsmogelijkhe
den een aantrekkelijk woonoord te zijn
voor velen, die elders werken. Mede
hierdoor is de huidige groei verklaar
baar en het is opvallend, hoeveel mid-
denstandszaken en banken zich de laat
ste jaren hebben uitgebreid en gemoder
niseerd. Ook voor het gemeentebestuur
bracht dit nieuwe mogelijkheden en ver
plichtingen mee tot het scheppen van
gemeenschapsvoorzieningen. Zo is er in
de laatste 10 jaren in Bolsward geko
men: een grote openbare bibliotheek in
voormalige bewaarschool hoek Kerkstr./
Jongemastraat, een prachtige moderne
muziek- en balletschool in de voormalige
muziekschool in de Kerkstraat.
Daarnaast een sportveldencomplex met
6 speelvelden annex camping, 3 tennis
banen, terwijl nu aan de overkant van
het Hoog Bolwerk een groot openlucht-
bad met zonneweide en een overdekt in-
De tsjerke, dy’t mei de tiidgeasf front,
sil mei gauwens widdou wêze.
Ultg. A. J. OSINGA n.v., Bolsward
Administratie- en Redactie-adres:
Marktstraat 13 - Postbus 5
Tel. 2044 Na 18.30 uur 2660 of 2335
ƒ05157),
Bolswarils Nieuwsblad
Wymbritseradeel.
Mear as ien oare provinsje is Fiyslan
it lan fan de hierdeboer. En nei de
oarloch mei men sizze, dat it foar de
boeren in goed ding west hat. Hwant
de pachtwet hat harren yn dizze jier-
ren in biskerming jown, dy’t makke,
dat hja yn normale omstannichheden
en by reedlik buorkjen in goed stik
brea fortsjinje koene. Hwer’t men bliid
om wêze kin, hwant dat kaem dizze
hüshaldingen en it plattelan yn syn
gehiel to’n goede, wylst de stêdden der
lans in omwei ek fan profitearden.
Lykwols kin men de léste jierren merk-
bite, dat de aide spreuk: „Boerelan yn
Over dit onderwerp sprak de oud-Bols
warder Mr. Dr. K. de Vries, direkteur
van le Fryske Akademy.
Om te beginnen bij het begin: dat was
in de 2e eeuw van onze jaartelling,
1800 jaar geleden dus. Er waren toen
nog geen dijken; het westen van Fries
land vormde een soort kwelderlandschap
Wie er ging wonen, moest om bij hoge
vloeden niet weggespoeld te worden, ’n
heuveltje maken, een terp. Daaraan her
innert nog steeds de naam van onze
stad; „ward” betekent „door water om-
spoeld land”.. Bolsward wil zeggen:
„ward van Boele” een persoonsnaam,
waarvan de geslachtsnaam „Boeles” en
„Boelens” zijn afgeleid, aldus spreker.
structiebad in aanbouw is.
Op het gebied van de woningbouw is er
na de oorlog buiten de stadsgrachten,
die de oude kern van Bolsward omslui
ten, bijgebouwd een wijk Noord I en II,
waarin het gebouw van de H.B.S. ligt,
waar u vanmorgen met koffie en Boal-
serter olekoieken bent ontvangen. Aan
weerszijden van de Sneekerweg zijn
de wijken Parkplan I en II afgebouwd,
terwijl wij nu uitbreiden in de richting
Burgwerd achter het oude plantsoen.
'De feesten te Bolsward zjjn ten einde. De oliekoekekramen zijn
weer ïngepakt en de gemeentereiniging heeft met bekwame spoed
de laatste resten aan papier en plastic weggeveegd. Het was te
Bolsward een aaneenschakeling en een opeenhoping van activiteiten
festiviteiten, evenementen, hoogtepunten, kort gezegd feest. Als we
dit schrijven (maandag) Ijjkt het weer lang verleden tijd. We leven
snel. Andere zaken vragen reeds weer de aandacht. Twee forse
naadsverslagen van buurgemeenten eisen de nodige ruimte en de
heakeninginne heeft het zo duidelijk gezegd, dat stad en platteland
hij elkaar horen. Vandaar dat we hoe graag weten ook anders
zouden willen, moeten volstaan met enkele zaken slechts aan te
stippen. De windhondenraces en het kindercircus trokken goede be
langstelling en waren amusant. Het laatste werd trouwens door
een forse regenbui gehinderd. De avond in het park en die voor
ouden van dagen slaagden volkomen. De optocht met als grote ver
rassing het prachtige korps Advendo was geïnspireerd op de hooi
oogst vroeger en nu, met daarachter een heuse kinderkruistocht.
Er was veel zorg aan besteed. Klapstuk van de heamielfeesten was
de (ook qua het weer) zo uitermate geslaagde reünie van oud-Bols-
warders, waarvan we hier graag - ook al omdat dit een gebeuren
is, dat slechts eenmaal in
tellen.
Tweede spreker was burgemeester J. M.
A. Mulder: Onze stad Bolsward had
vóór de laatste wereldoorlog steeds tus
sen de 6000 en 7000 inwoners. Enkele
jaren uitgezonderd was er eerder spra
ke van een daling inplaats van stijging.
In 1947 begroetten wij onze 7000e en ’t
duurde 10 jaar vóór in 1957 de 8000e
inwoner werd geregistreerd, aldus spre
ker.
Hoewel zeer bescheiden zette de groei
zich voort. Het geboorte-overschot werd
voor een klein deel te niet gedaan door
een vertrek-overschot, zodat het weer
10 jaar duurde voordat in 1967 de 9000e
inwoner zijn intrede deed.
De laatste jaren is het vertrek-overschot
gewijzigd in een klein vestigingsover
schot, zodat we hopen eind 1972, dus nu
in een periode van 5 jaar de 10.000 vol
te maken.
Woningbouw
De nieuwe wijk die daar ontstaat, kan
plm. 1500 eengezinswoningen bevatten
en in het eerste deel zijn of komen dit,
jaar nog 500 woningen in aanbouw.
Het tweede deel van deze nieuwe wijk,
Eekwerd genoemd, wordt nu ontworpen
terwijl de grond al is aangekocht.
Onze industrie-terreintjes rijn gelukkig
vol en we zijn bezig met aankoop van
een nieuw terrein. Voor de naaste toe
komst zijn er nog 200 vacante arbeids
plaatsen en dus moeten we haast maken
om de natuurlijke groei van Bolsward
tijdig te kunnen opvangen.
De verbetering van het kruispunt Mar-
nerijl en de aanleg van de weg Gaaster-
land-Bolsward-Leeuwarden openen per
spectieven.
De nieuwbouw brengt mee, dat er ver
anderingen optreden. Zo is de bij u mis
schien nog bekende naam van „De Nieu
we Buurt’ met straten als Pieter Tanjé-
straat, Gysbert Japicxstraat, van Mun-
nickhuizenstraat, Pater Brugmanstraat
enz. bij ons in het spraakgebruik ver
anderd in ,Oud Zuid”.
Daarnaast zult u tevergeefs zoeken naar
de Katterug, de Looiersbuurt, de St. Jo-
zefbuurt, het Tranendal en de Elands-
laagte, want dit alles is afgebroken. De
sanering is in volle gang en diegenen
onder u, die als kind de openbare school
in Witheerenstraat bezochten, kunnen
de laatste resten nog bekijken, want de
sloper is bezig.
Wat u in werkelijkheid niet terugvindt
van het oude Bolsward, kunt u echter
wel bekijken op de foto-tentoonstelllng
onder het bordes van het stadhuis, voor
u ingericht met luchtfoto’s, en andere
unieke plaatjes van Bolsward toen en
nu. De sanering van de oude binnenstad
is een kostbare, maar ook moeizame
zaak. We moeten ruimte scheppen, we
moeten krotten opruimen, en toch pro
beren het karakter der stad te bewaren,
want anders plegen we vandalisme.
Het bloed kruipt waar het niet gaan
kan en dus zou ik hier uren met u over
willen praten maar daarvoor bent u
vandaag niet gekomen. Ondanks de ve
le problemen, waarmee wij worstelen en
die ik in dit korte tijdsbestek niet allen
kan noemen, kan ik u wel verzekeren,
dat Bolsward bruist van energie en dat
wij ondanks tegenstellingen en geschil
len, die er ook nu nog wel zijn, toch èn
in de gemeenteraad, èn in diverse orga
nisaties en besturen eensgezind aan het
uitbouwen zijn van onze stad Bolsward,
de stad die u en ook ons zo dierbaar is.
Voor ons allen geldt nog steeds „Boal-
sert boppe!”
Verschijnt in: Bolsward, Baarderaded, Hennaarderadeel, Hindeloopen, Wonseraded, Workum en
boerehan,, tichtert>y komt. Yn 1959
wiene der 68% hierdeboeren, yn 1970
noch 62% as men tinkt oan de hierde
oerflakte. It eigen Ihn gie omheech fan
32 oant 38%. Foar in diel is dit to
tankjen of to witen oan in bipallng yn
de Pachtwet, dy’t oan de gébrüker de
earste keaprjochten jowt. Wol dizze
der gjin gebrük fan meitsje, dan kin
it oan in oar forkoft wurde.
De hierdeboer wie dan faeks wol twon-
gen om to keapjen, alhoewol hy folie
leaver hierder bleaun wie. Dêrneist is
it ek sa, dat de oantrün ta bidriuws-
forgreating, dy’t üs tiid meibrocht hat
en aloan meibringt, hjir oan meiwurke
hat. In frijkommend stik lan kin fa-
kentiids mei foardiel by in pleats brökt
wurde en dér is ek meastal in bulte
animo foar.
Minister Lardinois hat de léste tiid
drok dwaende west mei de kwestje oft
it gjin tiid wurdt de „Pachtwet” ris
under hannen to nimmen. Dér wurdt
op it departemint oan wurke en hwert
it alle kans hat, dat dizze minister yn
it nije regear weromkomt, sil men der
mei rekkenje moatte, dat soks yn de
kommende jierren spylje sil.
Mar net allinnich it regear, ek de or-
ganisearre lanbou, mei namme it L&n-
bouskip hat him al serieus dwaende
halden mei dizze matery. En
sa is in pear moanne lyn in wiidwei-
dich rapport üt komd, mei as titel:
„Rapport van de werkgroep pacht”. En
yn it nijste nümer fan „It Beaken”, It
tydskrift fan de Fryske Akademy, jowt
drs. M. Minnema in krityske skóging
fan dit rapport, alteast fan inkele bi-
Deze gestadige groei met de versnelling
in de laatste 5 jaar is wel yerklaarbaar.
Van ouds was Bolsward een handels
centrum. Na de Hanzestad-periode werd
onze stad verzorgingscentrum van een
uitgestrekt veeweidegebied. Door de uit
stoting uit de landbouw verschraalde
het platteland rondom ons. Gemeenten
als Wonseradeel, Wymbritseradeel, Hen
naarderadeel en Workum, dus het typi
sche achterland van Bolsward, gingen
van jaar tot jaar absoluut in inwonertal
achteruit. Hiervan ondervonden wij de
terugslag, o.m. in de sectoren van han
del en dienstverlening. De weinige in
dustrie ging mechaniseren en wij moes
ten zoeken naar nieuwe econom. mo
gelijkheden. Gelukkig is het Bolsward
gelukt een beperkt aantal bedrijven aan
te trekken, terwijl geprobeerd wordt
dank zij ons mooie stadhuis, de prach
tige gerestaureerde Martinikerk, de
Boalserter Skotsploech en een aantal
culturele evenementen, alsmede ’t nieu
we V.V.V.-kantoor, een graantje mee te
pikken van de zich ontwikkelende re-
creatie-mogelijkheden in Friesland.
langrike fasetten. Dit alles wiist der
op, dat de tiid tichter by komt, dat de
saek syn bislach krije sil en it wurdt
dan ek tiid, dat de 9000 hierdeboeren
har yn de kommende winterperioade
mei dizze saek bimuoije.
Lit ik fuort foaropstelle, dat der net
oan tocht wurdt, dizze wet yn haed-
saken to foroarjen. De soasiale wis-
sichheit, dy’t dizze wet oan de hierde
boer jown hat, wol men sa halde. Net
ien wol nei de aide situaesje tobek,
doe’t de hierdeboer gjin rjochten hie.
Mar wol binne der inkele knipende
kwestjes, dêr’t men de stringen hwat
losser meitsje wol. Ien fan dy dingen
is de gebouwenkwestje. Praktysk eltse
buorkerij hat hjir mei to krijen, hwant
of hja binne alderwetsk, of to lyts of
boufallich. En hoe moat hjir de billike
en bigeanbere wei foun wurde?
De nije hiernoarmen hawwe al ien wei
oanwiisd. De eigner mei, as de hierder
mei in forbouwing akkoard giet, bop
pe de bisteande hier in forgoeding
freegje, dy’t in som is fan de rinte en
de öfskriuwlng op forfangingswearde.
Wurdt er foar 60.000 goune forklost,
dan kin de eigner sa’n 6000 goune bop
pe de aide hier freegje foar rinte en
öfskriuwing. Sa’t ik sei, de hierder
moat hjirmei akkoard gean en dat ek
skriftelik witte litte, oars giet it feest
net troch. Makket de eigner net sa’n
akkoard, dan moat hy tofré wêze mei
de hier, dy’t de grounkeamer fêststelt
op basis fan de noarmen. Syn gebou
wen komme dan yn in hegere klasse,
mar ik bin bang, dat hy dan net mear
as sa’n twatüzen goune mear barre
sil.
In trêdde mooglikheit leit yn in oerien-
komst tusken hierder en eigner, hwer-
by beide de helt fan de kosten bitelje,
wylst men derby bipaelt dat de hier
fan de gebouwen in fiks tal jierren net
forhege wurdt, bygelyks 12 jier. Foar
ynstitutionele eigners is dit wol in goe
de wei, wylst hja dan ek noch de hier
der yn steat stelle kinne om syn diel
yn jierlikse terminen óf to biteljen.
Dat léste binammen mei it each op de
bilêstings.
In fjirde wei is folie minder. Dat is,
dat de hierder twongen wurdt de êlde
gebouwen oer to nimmen en it lün
foar in lange tiid to hieren, bygelyks
18 of 24 jier. De hierder komt dan foar
de folie gebouwenlêsten to stean, wylst
hja dochs net op eigen lan steane. Mei
drs. Minnema bin ik it iens, dat it üt-
stel fan de wurkgroep: Pacht om foar
dy lange hierjierren ek jit in taslach
fan 1520% oan hier to forbinen, net
wêze moat.
Hwant dizze wei moat it perfoarst net
üt. Pleats en lan hearre yn ien han to
bliuwen, sil de hierdeboer net ünder
de lést biswike. Boppedat moat men
wol bitinke, dat in kompleks lên syn
wearde foar in bilangryk diel üntlient
oan de gebouwen. Skout men de kosten
fan dy gebouwen de hierdeboer op 'e
hals, dan soe de eigner fan it lan op
in ünbillike wize profiteare fan it bi-
stean fan dy gebouwen.
Neffens üs ynsjoch is de tredde moog
likheit yn folie gefallen de meast bil
like en maetskiplike.