D.O.K.A.: Door Onderlinge
Samenwerking Krachtiger Actie!
6abe SKroar
s
Voor wie is vrijdag a.s. het
verrassingspakket
Echte circussfeer
circus
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
in Toni Boltini’s
Fan stêd en lan
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
Verschijnt in: Bolsward, Baarderadeel, Hennaarderadeel, Hindeloopen, Wonseradeel, Workum en Wymbritseradeel.
'I
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Hwat hat
DINSDAG 31 OKTOBER 1972
111e JAARGANG No. 85
K
l
Ontwikkeling gaat snel
Geschiedenis
En toch
IN
Middenstand actief
D.O.K.A.
I
t
Advertentieprijs: 20 et. per mm.
Ingez mededelingen dubbel tarief
Contractprijs op aanvraag
Onlangs werd het viaduct bij de Marnezijl met al zijn toevoer- en afvoerwegen
(Eén kruispunt opgeheven, er een serie voor in de plaats gekregen, zei een pes
simist) geheel in gebruik genomen, dezer dagen werd de weg Bolsward-Sneek
vierbaans (al wordt voorlopig nog maar de helft gebruikt), dit jaar wordt er
hard gewerkt aan de totstandkoming van de weg Leeuwarden-Bolsward, terwijl
die van Bolsward naar Workum reeds zijn definitief tracee kreeg. Met andere
woorden Bolsward staat op het punt om te komen liggen aan een knooppunt van
moderne wegen. Vooral als we bedenken, dat Bolsward de eerste stad in Fries
land is, die men vanuit Holland bereikt (en omgekeerd de laatste pleisterplaats
als men vanuit het achterland de sprong over de Afsluitdijk wal doen) kan het
niet anders of deze ontwikkeling zal Bolsward ten goede komen. Wie nog eens
de oude binnenweggetjes fietst van Longerhouw naar Schraard of van Schettens
naar Witmarsum, van Schraard naar Wons en van Wons naar Cornwerd, kan
zich amper meer voorstellen, dat dit een 80 a 40 jaar geleden de hoofdverbindin
gen met Bolsward vormden
De ontwikkeling gaat in dit opzicht snel.
Er is op verkeerstechnisch gebied de
laatste halve eeuw meer veranderd dan
vele eeuwen aaneen daarvoor. En nog
is het einde niet. We achten het nu een
anecdotische bijzonderheid, slechts goed
om er om te glimlachen, maar toen de
Rijksweg 43 in aanbouw kwam, was er
een comité van respectabele mannen,
die het bijzonder goed met Bolsward
meenden, dat, er van uitgaande dat het
een ramp voor Bolsward zou zijn, als
het tracee van deze rijksweg langs Bols
ward zou komen en niet door Bolsward,
er voor vocht dit laatste te bewerkstel
ligen.
Immers, zo redeneerde men, alle ver
keer zou Bolsward voorbijvliegen en de
eigen middenstand zou de dupe worden!
Kom daar nu eens om! Sneek heeft het
geweten, wat het betekent, dat het snel
verkeer door de stad geleid wordt! Het
heeft de image van de stad geen goed
gedaan.
Verschijnt
DINSDAGS en VRIJDAGS
tlitg. A. J. OSINGA n.v., Bolsward
Administratie- en Redactie-adrest
Marktstraat 13 - Postbus 5
Tel. 2044 - Na 18.30 uur 2660 of 2335
(05157).
Uit nood geboren, maar zoals het zich
allerminst laat aanzien een doodgeboren
kindje is de jongste loot van deze stam,
de D.O.K.A., Door Onderlinge samen
werking Krachtige Aktie. Het is een
nieuw systeem, waarbij de plaatselijke
middenstand voldoende hand krijgt om
As immen in nij hüs bouwe wol, moat
er earst de spikers telde!
Dy’t aide gatten stapje wol, moat in
burte san ha.
Abonnementsprijs f 7,15 p. kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Hwat de ezels net witte, sil de fok-
sen har wol sizze.
Men sjocht oan ’e fearren wol, hwat fü-
gel it is.
In blom dy’t faek forplante wurdt, dijt
net.
Bolswards Nieuwsblad
een vuist te kunnen maken. Reeds een
veertig zaken hebben zich aangesloten
en er heerst bij het enthousiaste bestuur
een voortreffelijk samenhorigheidsge
voel. Doel: Bolsward als koopcentrum
nog meer aantrekkelijk maken als het
al is. Het is een systeem van unieke
klantenbinding, dat elders in den lande
met groot succes werkt, maar in de
noordelijke provincies nog niet is toe
gepast, zodat Bolsward nu de primeur
krijgt..
Een leefgemeenschap kan nog zo aan
trekkelijk zijn wat betreft onderwijs
voorziening, bejaardenaceomodatie, re
validatiecentrum, sportveldencomplexen,
zwembad, industrievestiging en wat dies
meer zij, als een stad als Bolsward niet
kan bogen op een actieve middenstand,
gaat er veel van de attractie als woon
kern verloren. Nu wil het geval dat die
plaatsen, die met hun middenstand als
in één concentratie krachtig naar bui
ten optreden, zoals bijv. Dokkum, een
grote pré hebben op plaatsen, waar die
samenbundeling niet wordt gevonden en
iedere zaak op eigen houtje bezig is aan
zijn promotion. Het geheel is altijd nog
meer dan de som der delen, een touw
of kabel sterker dan de draadjes apart.
Zo ook wat betreft de middenstand.
Waar - uit de aard der zaak op vrij
willige basis - een samenbundeling van
krachten is, waar men als een eenheid
naar buiten optreedt, daar krijgt de
stad een „gezicht,” daar wordt deze
herkenbaar, vertrouwd, daar voelt men
zich thuis, daar is het prettig winkelen,
daar voelt men de saamhorigheid, daar
is men wars van versnippering en ver
splintering, daar wordt een krachtig
geluid gehoord, daar worden spijkers
met koppen geslagen.
En toch zou het naïef zijn gedacht te
menen, dat nu Bolsward aan een ver
keersknooppunt komt te liggen, dit voor
de stad van generlei betekenis zou zijn,
omdat het verkeer toch voorbij raast.
Niets is minder waar. Al wie niet persé
in Bolsward behoeft te zijn, moet men
de gelegenheid geven er inderdaad aan
voorbij te gaan. Aan de andere kant is
het zo, dat beter nog dan dit nu het
geval was, Bolsward van alle zijden
straks vlot en probleemloos zal zijn te
bereiken. Grote gebeurtenissen werpen
in de regel hun schaduwen vooruit. Het
is in dit verband heus geen toeval, dat
zich juist nu in Bolsward een groot wa
renhuis heeft gevestigd, dat hotel De
Wijnberg bezig is met een grote uit
breiding, dat er als de voortekenen zich
niet bedriegen er in februari een motel
wordt geopend en dat er zich volgens
mededeling van b. en w. een grote in
dustrie heeft gemeld om zich te vesti
gen op een nieuw te creëren industrie
terrein. Bolsward bereid zich voor op
wat komen gaat en wil niet komen met
mosterd na de maaltijd, noch de put
dempen, nadat het kalf is verdronken.
üs hjoed to sizzen 1
LEZER OAN IT WURD
Wy silile dér gjin gewoante fan meit-
sje, hjiirre yn diizze rubryk lezers oan
it wurd to litten, mar diskear meit-
sje wy in ütsündering. Nei oaniieding
fan ien fan de léste artikels krigen
wy in sympathyk skriuwen fan juf
fer M. D. Visser, eartiids to Hichtum,
hjoeddedeii „De koperen klopper”, ds.
Dijkstrawei 1 to Hitsum, post Frentsjer.
Hja skriuwt üs:
„Mei great plezier haw ik yn de rubryk
„Fan stêd en lan” it artikel lézen oer
.Boerinne of boerinne óf?”
It docht my deugd, dat der noch safolle
boerinnen binne, dy’t de beage oanhal-
de wol'le, ek as se al hwat alder wurde.
Seis by in lytser ynkomen is dat noch
altyd de greatste helte. Nou, dat kin ik
my hiel goed yntinke. Graech wol ik dat
ris efkes uterje.
Seis haw ik fan myn bernejierren óf
meiholpen op de buorkerij. Ik koe doe
noch ünder de kij trochsjen as ik op de
tuolle siiet. Nou bin ik 79 jier en forline
jier binne wy, troch it forstjerren fan
üs broer fan de pleats ófgien en forhu-
ze. Dat wie in swier stik en hoewol wy
net ünwennich binne, sil der foar altyd
in le echte oerbliuwe. It libben op in
pleats is sa ünforgelykber moai. Wy
hiene de romte mei it moaije gea om üs
hinne fan wide greiden, oan de kime bi-
grinzge troch pleatsen, hjir en dér ek
fan tsjerken mei har tuorkes it beam-
guod üt en hwat hüskes dêromhinne. En
as de maitiid kaem lei dér de gouden
glans oerhinne fan it giel fan de hyn-
steblommen. Ek yn de winter,- as alles
oerdutsen wie mei in sniekleed: de fjil-
dlen, de hiemen en de tsjerken, wie it as
ien great skilderij fan ünforjitlike
pracht.
Zaterdag j.l. gaf Toni Boltini’s circus
twee voorstellingen in Bolsward. De ma-
tineevoorstelling werd matig bezocht.
’s Avonds echter speelde men bijna voor
een volle tent, wat voor Bolsward toch
wel bijzonder genoemd mag worden.
Even zagen we vreemd op toen het
plaatselijik muziekkorps „Schutterij” de
piste opmarcheerde. Toch klonk het wel,
marsmuziek in een circus. Hierna pre
senteerden alle artisten zich in een défi
lé aan het publiek. In een vaardig tem
po werd toen begonnen met het pro
gramma 1972. Als spreekstalmeester
fungeerde niemand minder dan de pop
zanger van weleer, Johnny Lion, welke
op zeer vlotte wijze de diverse num
mers aankondigde.
Het publiek heeft bijzonder genoten van
wat een circus bieden kan. Alles was er
aanwezig, muzikale clowns, acrobatiek,
een weinig trapezewerk, bijzonder staal
tjes van durf op het slappe koord, roof
dieren-, olifanten, apen en paardendires-
siuur. Hen der hoogtepunten was onge
twijfeld het optreden van de fakir Mr.
Kjell Swing, welke vuurspuwde en zijn
armen en wangen doorboorde met de
gens. Zijn act werd besloten met liggend
in glasscherven waarop één der olifan
ten rustig zijn zware lichaam op ter rus
te gaf. Bloedend uit zijn rug en onder
oorverdovend applaus verliet hij de pis
te. Een ander hoogtepunt was het optre
den van de Martov v Troupe, de pyra-
midebouwers. Een van hen, torste zijn 5
metgezellen, een gewicht van 400 kg.
Tot slot de hogeschooMiressuur van de
Arabische hengsten. Voor acht van die
prachtige mooie paarden was de piste
wel iets aan de kleine kant. Ook had o.i.
had de volume van het eircusorkest wel
iets minder gekund, de spreekstalmees
ter was soms maar moeilijk verstaan
baar.
De DOKA-winkels zullen te herkennen
zijn aan stickers op het raam en de
DOKA-vlag. Mee doen zaken op het ge
bied van woninginrichting, textiei, con
fectie, kappers, bloemenhandel, loodgie
ters, electra, sportartikelen, hobbyzaken,
kappers, boekhandel, fotograaf, drogis
terij, enz. Bij ankoop van iedere gulden
wordt een DOKA-zegel gegeven. Een
volle kaart (140 zegels) geeft bij de
Amro bank of in iedere DOKA-winkel
recht op f 2.50 of f 2.50 korting. Men
behoeft dus niet bij éénzelfde zaak spe
ciale bonnetjes of zegeltjes te verza
melen of deze te kopen. Ze worden door
de DOKA-zaken gratis verstrekt.
Maar er is méér. Als men de zegelvel-
len, die men inlevert vóórziet van naam
ena dres (overigens niet verplicht, ook
zonder dat krijgt u uw rtjksdaalder)
doet u tevens mee aan allerlei verras-
singsactiviteiten. Zo zal de allereerste,
die een volle kaart inllevert (de actie
start a.s. vrijdag) dus in dit geval bij
de Amro bank, waar de winkeliers hun
zegeltjes kopen en later de door hen
ingenomen kaarten weer inleveren) ont
vangt alvast een verrassingspakket.
Donderdagavond presenteert de EO een kleurenreportage gewijd aan de „dag der
oude ambachten” in Allingawier. Boven de houtzagers in actie. Beneden regisseur
Franz Arnold in gesprek met de „landloper” Lemstra, gefilmd door cameraman.
Er staan nog veel meer activiteiten op
stapel, maar deze verklappen we nog
niet. Let in ieder geval op de medede
lingen in ons blad van a.s. vrijdag, want
dan start de actie. De actie die de hele
middenstand van Bolsward op den duur
tot een éénheid hoopt te smeden. U tot
voordeel, de stad tot heil.
Wylst ik ünder in kou siet to melken,
stiene de manlju efter' de kou, dêr’t ik
de nachts in keal fan fongen hie. Se
seine: „Dy stiet yn it tarieden en keal-
lét hjoed ek wol!” Ik siet my to forhal-
den en to tongriemen fan wille en let
ter noch helte rnear, doe’t se ta har for-
heardens yn it keallehok in keal om
stappen seagen. Hwat haw ik har der
wol mei pleage. Us hynders koene üs
oan de stap en as ik sei: „Wolte jimme
ek hwat hawwe?” gyngen de kappen
omheech en wrinzgen se sa lüd as se
koene. De hynders hiene myn hert. It
binne sökke, eale bisten. Ja, hynders, kij,
skiep, bangen, keallen, hinnen en einen,
de houn, die kat en hokfoar bisten der
ek op in pleats binne, Wurde op it lést
jin freonen, wier is it.
En dan de üngetiiid. Dat wie hast de
moaiste tiid fan it jier. It is nou alles
oars, mar eartiids holpen wy fansels
mei: Op ’e masjtae, tiemdriuwe, op de
sleepharke en ek wol mei it hanswyljen.
En as wy efkes lins hiene, sleten wy in
skoftsje noflik yn in reak. Hawar, ik
soe der wol in boek oer skriuwe kinne.
Mar dat wie dan de sinnekant fan it lib
ben. Dat der ek in skaedkant is, witte
wy fansels ek wol. Yn it foarste plak
moat der op in pleats oanskrept wurde
en dér moat men net tsjin oansjen,
hwant it ferget hiel hwat fan in boerin
ne om de hüshalding to dwaen en tage-
lyk mei to helpen yn it bidriuw, sadat
de lea jin jouns wolris kreaket. Men
moat hiel hwat energy opbringe dit dei
oan dei to folbringen. Boerinne wêze is
in bannich libben en freget de hiele
minske. Ik ha mysels wolris êffrege:
„Hwerom dochstou dat en hwerom is it
dy sa leaf? Ik wit perfoarst, dat it
hjoeddei net mear de „status” is oan
boerinne wêze to wollen op in pleats, to-
minsten net foar elkenien. In soargeleas
libbem is it ek net, hwant der binne in
soad soargen en tsjinslaggen. Men kin
net fan tofoaren de balans opmeitsje en
tinke: „Sa komt it!” O né, hünderten
kearen komt it oars as men omearre
hie. Om mar inkelde dingen to neamen:
Dan wer de molkepriis omleech, dan in
wiete simmer mei suterich waer en in
mislearre üngetiiid en to min hea as ge-
folch, dan it keaiforsmiten, of krekt dy
béste kou, dy’t it oer bitrapet, kealle-
sykte, deade keallen en lammen, foar-
hinne ek de tongblier en it milltf jür, en
noch safolle óffallers mear. Mar hwat is
it dan, dat men sa fêst oan it bidriuw
sit en oan ’e pleats? Ik leau fan de
sfear, dy’t der ammet om en troch it
boerellibben. Dy is net to omskriuwen en
dy moat men seis bilibbe ha om bigripe
to kiinnen. Party minsken sille it har net
yntinke kinne, gewoan omdat hja it net
Bolsward heeft in dit opzicht reeds ge
schiedenis gemaakt. Steeds werd er ge
zocht naar nieuwe wegen. Steeds waren
er weer nieuwe initiatieven. Steeds was
het helaas ook een vallen en opstaan.
Misschien door te weinig initiatief, door
teveel opereren op eigen front, te wei
nig zich willen of kunnen invoegen in
een groter geheel. Want zo ergens is
op het gebied van marketing, planning,
reclame, presentatie en walt niet al,
sprake van schaalvergroting. Ook in
Bolsward groeit het in dit opzicht naar
nieuwere vormen, naar een zakelijker
aanpak, naar geïnspireerde activiteiten,
naar een zoeken van een klantenser
vice die nauwelijks is te evenaren.
In het verleden, nl. in de eerste na-oor-
logse jaren was daar de B.B.G., de Bols-
wardSe Belangen Gemeenschap met de
latere wethouder en loco burgemeester
J. Visser als stuwende kracht. Deze ge
meenschap vocht op vele fronten, was
meer dan een winkeliersvereniging,
stond ook op de bres voor industrie
vestiging, de economische verheffing, de
onderwijsvoorziening enz. Wellicht juist
omdat wat te veel hooi op de vork werd
genomen en omdat men te idealistisch
was ingesteld, verzandde het streven
en werd de organisatie al spoedig ste
riel om tenslotte te worden bijgezet in
de rij van eerdere pogingen in deze
richting, die ter ziele waren gegaan.
Een nieuwe stunt was de roep „U vindt
het in Bolsward!” die veelbelovend aan
geheven reeds verstomde, voor dat die
gemeengoed was geworden. De W.A.C.
(bestaat nog steeds) vormde een nieu
we poging. Er zijn veel, ook wel vrucht
dragende, initiatieven genomen. Een elk
zal zich de roemruchte Sint Nicolaas-
acties herinneren, waarbij de spanning
in Bolsward welhaast op het kookpunt
kwam en de WAC-actie op ieders lip
pen was.
Eilaas werd de WAC lamgeslagen, toen
met de nieuwe loterijwet er geen sys
teem meer was, waar voldoende baten
vrij kwamen voor de te voeren acties.
Het oude élan verbleekte, dit tot leed
wezen van de belanghebbenden en tot
verdriet van de stad zelf. Bij de laatste
Boilletongersdei, toen er duizenden men
sen naar Bolsward stroomden, heeft de
middenstand in gezamelijk optreden ’n
kans gemist, hoewel er individueel wel
en vaak op originele Wijze werd inge
haakt op dleze „nationale feestdag”.
En dan dé bisten, dy’t men forsoargje
moast, hwat in wielde, mar soms ek:
hwat in noed en hwat in soarch, dei yn,
dei üt en soms ek by nacht en üntiid.
Mar hwat dochs moai jin eame foar yn
to setten, alle dagen wer oan. As der in
baerch bigje moast, de spanning oer de
ófnin en as alles goed biteard wie der om
dé trije uren hinne om dy hiele lytse
bichjes drinke to Hitten, elk om syn bar
en de wekker op it êfnimmen set. Op in
kear helle ik ris in lyts bichje üt it bar-
gehok, dat foar dea lei. Yn in kistke
mei in waerme kruk kaem er wer by.
Salang er lyts bleau krige er it fleske,
mar doe’t er biigoun oan to winnen, liet
ik him op ’e skerte drinke ündler in kou.
It wie in aerdichheit en op it lést koe er
it seis wol fine. Ik naem him ek wolris
mei yn ’e hüs nei üs mem yn ’e keamer.
Dan fleach er mei üs lytste om it hurdst
de gong troch en sljurke soms mei faes-
je oer de glêdde flier. Wy laken üs su-
ver slop om it blstke, sa’n wille joech
dat dan. Sa hie ik ek ris in swart skiep
mei fjouwer swarte larnkes. Se kamen
to koart by de mem en moasten opwou-
tere wurde. Alle stappen rounen se my
eftemei en ek dy naem ik wolris mei yn
’e hüs. Us mem hie dan in stikje brea
foar it alid skiep en dan gyng de hiele
saek boiartsjendé- en springendewei wer
de doar üt, in byld om nea wer to for-
jitten! Lytse kealtsjes haw ik langer as
fyftich jier oanien great brocht, alle
jierren mear as tweintich. Se koene my
allegearre en as ik simmerdei mei de
koer troch it lan kuijere, kamen se by
my, namen myn firugers of han efkes yn
’e bek om to sobjen of maltjirgen om
my hinne. Soms gyngen se yn galop foar
my üt nei de ein fan ’e finne en kamen
dan wer as wylden werom. Soks is
dochs sa moai, ik hie it foar gjin jild
misse wollen.
En dan de kij! As se maittids ütlitten
waerden, hwat in feest om dat to sjen.
En as wy winterdei jouns ófljochten en
alle kij rêstich leine to wjerkógjen en
to stinnen, gjin frediger byld soe ik bi-
tinke kinne. As wy dan it büthüs lans
kamen, wie it faek dat in kou efkes de
kop omdraeide en jin efkes mei syn
guodlike eagen oanseach. Kin men in
goedmoediger bist as in kou? En dan it
keallefangen, hwat moai wurk wie dat.
Soms wie it ek wolris net sa maklik
mar as it dan wer goed ófroun, wié de
blidens om bihalden libben nammersto
greater.
Ik ha der ris in moaije grap bilibbe.
Midden yn ’e nacht fong ik lykme al-
linne in moai koukeal. Doe’t ik it hwat
droechwreaun hie mei in toppe strie,
haw ik him nei it keallehok sleept. De
oare moarns wie der neat meair to sjen.
meimakke ha. It is mooglik ek de for-
antwurdelikheit dei oan dei foar alles
hwat op jin rekkent, de selsstannigens,
dy’t fan jin frege wurdt. Men moat
ommers tinke en hannelje, bistjüre en
foarütsjen. Ik leau, dat elk minske, dat
libje wol ek graech forantwurdelikheit
drage wol. En dat wurdt fan in boerin
ne, dy’t meilibbet yn it bidlniuw foar
hündert presint frege. Der sit in mach-
tich stik opfiedkunde yn iit libjen op in
pleats, sa weardefol en sa ünforjitlik
moai, dat hwat langer men der yn sit,
hwat muoiliker it ófskie is. Dêrom is üt
foar boerinnen, dy’t echt boerinne binne
in swier stik en faeks foar in boer noch
slimmer om op to halden. Ik hearde fan
in aid boer, dy’t sei: „Ik fal leaver dea
efter myn kij del, dan dat ik op ’e strjit
sbiennen libje moat!” Nou, der kin ik yn_
komme. Dus dêrom wolile de Mderen
trochgean, noch mear as de midden-
moait, mar dy sit dan miskien ek noch
net sa fêstspikere op 'e pleats. Fansels
sille de greatere bidiriuwen en it ynkom-
men wolris in wurdtsje meisprekke,
mar fan in bisilissende ynfloed is dat
neffens my net. It wenjen yn ’t frije na-
tür, it ófwikseljende wurk, it seis de
leije hawwe ek wol miskien, mar hoe
dan ek, as it kin wolle de measten op
’e pleats bliuwe, jins libben lang. Gjin
frije dagen, gjin fakansje, it beurske
soms hiel plat, it jowt altegearre neat,
as it kin wol eik graech boer bliuwe. De
léste jierren wie it wer net al to bést
en bi.goun it suver wer op ’e tritiger
jierren to lykjen. Elk, dy’t langer mei-
roun hat, wit dér fan mei to praten. Ik
wit fan in aid boer, dy’t mei tniljende
hannen elk poststik iepen makke, hwant
elke dei wie der wol in oanmoanning om
jild, foerrekends, ensfh. mar jild wie der
net mear. Yn sa’n gefal kin it boerelib-
ben üneinich swier. wêze en as der dan
gjin fo,roaring komt, strüpt de boer der
ünder. Tragysk, djip tragysk as dit in
boer op jierren oerkomt. Dan soe men
sizze: Sa’n ien hat der nou wol genóch
fan, mar sjoch, as er de kans kriget, om
op ’e nij to bigjinnen, tsjien tsjin ien,
dat er op ’e nij de leije nimt. Ek de boe
rinne, hwant as it goed is, ha boer en
boerinne beide in boeresiel yn har en
dan giet der neat boppe it boerelibben!
Sa is it en net oars. al kin in büten-
steander him diat soms net bigripe!”
Oant safier juffer Meinte Visser, 79
jier aid, libbenswlis en mei in rike er-
faring. Tige tank! Hokker jonge boe
rinne, siz mar fan ünder de 30 jowt ek
ris har bitinken? Dan soe men der üt
ófliede kinne oft der yn in heale ieu ek
hwat foroare is fan datoangeande!
Hwa nimt de foarstap?