Aafke Gesina
Hulst wijdde
van
haar leven
het Groene Kruis
aan
GaheShroar
Ijl
K.P.O.
in kerstsfeer
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Zilveren filmpjes
bondsspaarbank
bolsward
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
r—
Hwat hat
gegeven
voor uitvoering
Zes werken vrij-
Fan stêd en lan
Pi
Bil
111e JAARGANG No. 99
DINSDAG 19 DECEMBER 1972
Verschijnt in: Bolsward, Baarderadeel, Hennaarderadeel, Hindeloopen, Wonseraded, Workum m Wymbritseradeeh
gezinsbank zonder winstdoel
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
N.H. kerk
kerk
te
üs hjoed to sizzen
DE JONGE BOER EN SYN JILD II
3e week december 1947
Advertentieprijs: 20 ct. per mm.
Ingez. mededelingen dubbel tarief
Contractprijs op aanvraag
Abonnementsprijs f 7,15 p. kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
Tot hoofd der CVO-school te Burgwerd
benoemd de heer P. Schaaf te Koudum.
De minister doet aanbeveling de verma
kelijkheidsbelasting te verhogen tot 50%
Aan H.M. de Koningin werd het eredoc
toraat van de hogeschool in Leuven ver
verschijnt
DINSDAGS en VRIJDAGS
ken dat beide verenigingen in de toe
komst zouden samensmelten. Op 15 Oc
tober nodigde ik de heren doctoren en
enkele anderen bij mij thuis voor een
bespreking met ds. Fleischer. Op 20 ok
tober was er een voorbereidende verga
dering op de koffiekamer van de Har
monie. Op 30 oktober werd op voorstel
van dr. Nouhuys na afloop van een le
zing van ds. Fleischer te Harlingen het
Groene Kruis opgericht”.
Na deze strikt-zakelijke notities: ds. Flei
scher, die bij het tienjarig bestaan van
het Groene Kruis de dichterspen met veel
zwier hanteerde:
Honderd vijftig-duizend braven
Schaarden zich om ’t Groene Kruis
Off’ren gul en graag hun gaven
In Hygeia’s heilig huis”.
Groene Kruisgebouw aan de Gasthuis
singel te Bolsward.
Gld.
50
37
7
1
5
Kinne oaren foar dy ite en drinke?
Allikemin ek foar dy tinke.
Ultg. A. J. OSINGA n.v., Bolsward
Administratie- en Redactie-adres:
Marktstraat 13 - Postbus 5
TeL 2044 - Na 18.30 uur 2660 of 2335
(05157)
Br.
24
37
22
5
12
Fr.
64
26
7
0
3
N-Br.
39
35
23
3
0
Bolswards Nieuwsblad
Fan de rige boekjes foar sneinsskoallen
„Sinnestrielen” binne de earste dieltjes
ütkommen.
Toch is het werk van de kruisverenigin
gen niet met het Harlinger initiatief van
Aafke Gesina (Sien) van Hulst begon
nen. Al in 1875 ontstond in Noord-Hol-
land het Witte Kruis, dat dezelfde taak
stelling had. Op de weg van dit Witte
Kruis naar het Groene Kruis ontmoeten
we de arts W. Poolman, die omstreeks de
eeuwwisseling Zandvoort als vestigings
plaats verwisselde voor het dorp Lange
Ruigeweide bij Gouda. In Zandvoort had
hij het Witte Kruis leren kennen en in
zijn nieuwe woonplaats ging hij met gro
te ijver aan de slag om een soortgelijke
organisatie op te bouwen. Dat lukte daar
en elders in Zuid-Holland en zo kon op
9 april 1901 de Zuidhollandse vereniging
„Het Groene Kruis” worden opgericht.
De kleurverandering had ten doel ver
warring met de Noordhollandse organi
satie te voorkomen.
Inmiddels was er een gelukkig samen
spel tot stand gekomen tussen dokter
Poolman en de doopsgezinde predikant
F. C. Fleischer, die in Broek op Lange-
dijk een volijverig propagandist voor het
kruiswerk was en dit bij een reis door
Zuid-Holland niet onder stoelen of ban
ken stak. Dominee Fleischer werd in
1902 predikant te Makkum en het ligt
wel voor de hand dat hij daar spoedig in
contact kwam met Sien van Hulst, die
niet alleen de belangstelling voor het
kruiswerk met hem deelde, maar boven
dien tot de kring der notabele Harlinger
doopsgezinden behoorde.
Velen hebben meegeholpen het kruis
werk in Friesland tot ontwikkeling te
brengen, maar de idealistische dominee
en de nuchtere, onvermoeibare Sien van
Hulst zijn toch wel de grote gangmakers
geweest. Over het strakke karakter van
mejuffrouw van Hulst, haar onuitputte
lijke ijver en ook haar onmodieus uiter
lijk, zijn tal van anecdoten bewaard ge
bleven. Wie haar karakter en dat van do
minee Fleischer naast elkaar wil zetten,
die kan ook terecht bij de dingen die ze
hebben geschreven.
Sien van Hulst: „Begin 1902 polste dr.
Rombouts mij over oprichting van een
afdeling van het Groene Kruis te Har
lingen. Ik dacht er toen zelf al over. In
het jaarverslag van 15 september 1902
van de Vereniging voor Wijkverpleging
en Ziekenzorg had ik de hoop uitgespro-
De oare kear ha wy it hawn oer boere
soannen, dy’t it bidriuw fan de êlden
oernimme en dan binammen oer de fi-
nansiële kant fan de saek. Wy ha dêrby
al sjoen, dat it yn forgeliking mei oare
provinsjes yn Fryslên faker foarkomt
dat de ynwenjende soan oant de oerna-
me (en meastal trouwen) ta by syn heit
it CAO-lean fan in arbeider fortsjinnet.
Mar ek komt wol de foarm fan it „üt-
steld lean” foar. De soan hat dan gjin
deihier hawn, mar as it oan de oername
ta is, wurdt der rekken mei hólden. Dit de bern lean jowe (dus mear as kost en
ütstelde lean (it om skik oerdragen) komt
yn Fryslên ek mear foar as yn oare pro
vinsjes. Ek hjirre jowt üs provinsje wer
in gunstige ütsündering. De eigen menta
liteit komt ek üt yn it folgjende oersjoch.
De fraech waerd steld (resp. yn Fryslan,
Gelderlan en Noard Brabên): Hwat tinkt
jo yn it algemien fan it ütbiteljen fan
lean oan in meiwurkjende soan? Hjir
Maar ze heeft ook de zogenaamde „wijk-
opleiding” gevolgd. Twee jaar heeft ze
zich bekwaamd in de speciale eisen die
aan dit werk worden gesteld.
In een ziekenhuis zijn twee patiënten
met dezelfde kwaal in beginsel gelijke
patiënten. Bij de wijkverpleging kunnen
de kwalen gelijk zijn, maar de sociale
omstandigheden zullen altijd verschil
len vertonen. Daarom spreekt men bij
dit werk van maatschappelijke gezond
heidszorg. Verder vraagt het werk van
de wijkverpleegster een groot stuk eigen
initiatief. Natuurlijk wordt haar hulp
vaak ingeroepen: door de mensen zelf,
door de huisarts. Maar ze werkt niet al
leen „op bestelling”, ze gaat ook zelf
op zoek naar noodsituaties. Ze is niet
alleen wijkzuster omdat een afgepast
werkterrein nu eenmaal nodig is. De ge
bondenheid aan een wijk (stadsdeel, dorp
of combinatie van dorpen) geeft haar de
gelegenheid de mensen en hun levens
omstandigheden goed te leren kennen.
Er zijn ook vaste gegevens waarmee de
wijkzuster kan werken. De kruisvereni
gingen krijgen van de gemeenten de op
gave van de geboorten. Na een week
of drie gaat de wijkzuster op bezoek bij
de ouders en dan wordt er gesproken
over het zuigelingenbureau, met daar
op voor later aansluitend het kleuter-
bureau.
Met dat zuigelingen- en kleuterbureau
komen we terecht bij de „vaste” instel
lingen van de kruisverenigingen.
Er zijn diensten voor de bestrijding van
tuberculose, reuma, kanker en geslachts
ziekten.
Met 150 wijkverpleegsters bestrijken de
kruisverenigingen héél Friesland. Er zijn
büsjild) mient yn Fryslan 10 °/o dat it wol
ta ken mei hwat minder as it CAO-lean
(de kost en ynwenning forrekkene yn
dit gefal), mar yn Braban is dit (wy hie-
ne ek net oars forwachte) folie heger,
nammentlik 27%.
Ut alles docht bliken, dat men better
selsstannige en folwoeksen boeresoan
wêze kin yn Fryslan as yn it suden, yn
elk gefal oant safier wy it nou bisj oen
hawwe. Gjin wünder dat it eigen for-
mogen fan de boeresoannen by de oer
name gunstich ófstekt by dat yn b.g.
Noard-Braban. Hjir binne de sifers (Gel-
derlên leit der moai tuskenyn):
Fr.
16
44
30
8
2
geen witte plekken op de kaart. Wié haar
nodig heeft kan terecht in het wjjkge-
bouw met het magazijn van verpleegar-
tikelen. In menige plaats is dit gebouw
een trots symbool van plaatselijke sa
menwerking.
Beider wegen hebben later naar buiten
Friesland geleid. Sien van Hulst werd
in 1911, kort na de oprichting van de
Algemene Nederlandse Vereniging „Het
Groene Kruis”, penningmeesteresse van
deze landelijke organisatie en bleef dit
tot haar dood op 1 oktober 1930. Ze
werkte toen in Utrecht, maar keerde als
het kon elk weekeind terug naar haar
geliefde Harlingen, waar ze een kamer
had boven het Groene Kruisgebouw aan
het Noordijs. Dominee Fleischer vertrok
in 1909 naar Winterswijk. Bij zijn af
scheid werd hij benoemd tot erelid van
de Provinciale Friese Vereniging „Het
Groene Kruis”. Na de „Vereniging voor
Wijkverpleging en Ziekenzorg” te Har
lingen volgde op 8 mei 1901 een „Vereni
ging voor Ziekenverpleging” te Frane-
ker. De naam Groene Kruis werd nog
niet gebruikt, Dé eerste „echte” Groene
Kruisvereniging werd een paar maan
den later, op 26 augustus 1901, te Wom-
mels opgericht.
Dat was het begin van een snelle ontwik
keling, waarbij ook inbegrepen moet wor
den, dat Harlingen en Franeker spoedig
naar het Groene Kruis overgingen. Over
al in Friesland werden kruisverenigin
gen opgericht en al een jaar na dit be
gin, op 15 oktober 1902 kwam de Provin
ciale Vereniging „Het Groene Kruis” tot
stand. Het Groene Kruis werd in steden
en in dorpen het symbool van plaatselij
ke samenwerking, gericht op hulpbetoon
aan zieken en andere in noodverkeren-
den. De propaganda was zo intensief, dat
de vraag werd gesteld of er misschien
ook een afdeling Rottum moest worden
opgericht.
Teleurstellingen waren er maar weinig,
afgezien van de ervaring in een dorp,
waar men het niet nodig vond een
kruisvereniging op te richten, omdat de
begrafenisvereniging al beschikte over
een ziekenstoel en een windkussen. Bij
het Groene Kruis hebben zich later in
enkele Friese plaatsen het Wit-Gele
Kruis (rooms-katholiek) en het Oranje-
Groene Kruis (protestants) gevoegd. Tus
sen deze drie komt het op 1 januari 1973
tot een samenwerkingsverband. Fries
land telt nu 125 plaatselijke kruisvereni
gingen, die met elkaar 125.000 leden (dat
zijn hoofdzakelijk gezinnen) omvatten.
Een machtige organisatie, steunend op
plaatselijke initiatieven, die het beginsel
„gezondheidszorg thuis bezorgd” waar
maken. De centrale, welhaast symboli
sche figuur is „de zuster” die overal
komt waar hulp nodig is. Zij bouwt voort
op het pionierswerk van Aafke Gesina
van Hulst, die in 1903 bezoldigd wijkzus
ter in Harlingen werd en daarmee door
ging tot 1909, toen de dokter haar dit
zware werk verbood. Haar salaris van
250 gulden per jaar stopte ze in een pot
je, waaruit ze allerlei bijzondere dingen
kocht. Niet voor zichzelf, maar voor het
Groene Kruis. Ze was niet onbemiddeld,
maar van het Groene Kruis is ze niet
rijk geworden, althans niet anders dan
naar de geest....
Zoals bij de Spoorwegen de machinist
méér tot de verbeelding van het publiek
spreekt dan de president-directeur van
dit machtige bedrijf, zo is de onbetwiste
„meesteres” van de kruisverenigingen de
wijkverpleegster. Natuurlijk steunt haar
werk op een goede, door anderen behar
tigde plaatselijke organisatie, maar zij
verkeert „bij de weg” en trekt dus de
meeste aandacht. In een kleine gemeen
schap is ze zonder meer „de zuster”: een
vertrouwde figuur, een vertrouwelinge
van de bevolking.
De wijkverpleegster speelt de hoofdrol
bij het vervullen van de belangrijkste
De voorzitster mevr. P. IJdema-Galema
opende met gebed, waarna een Sinter
klaasgedicht volgde.
De secr. mevr. J. Terpstra-Jorna las de
notulen. Tevens werd er verslag uitge
bracht van de zo buitengewoan geslaag
de „Touwknoopcursus”.
Hierna kreeg pater Kallenberg het woord
over zijn vacantie die hij in Afrika had
doorgebracht. Pater liet met dia’s veel
prachtige landschappen zien, vercshillen-
de gebouwen, zowel nieuw als heel oude
nederzettingen. Ondertussen werd er ge-
pauseerd met koffie en tractatie, waar
na de laatste dia’s werden getoond en
werd er nog van gedachten gewisseld
over hetgeen men had gezien. Spreker
kreeg nog enkele vragen te beantwoor
den.
De voorzitster bedankte pater Kallen
berg voor zijn dia en uitleg over Afrika.
Als slot van de avond werd er een ge
dicht voorgelezen over Kerstmis en werd
gezamelijk een adventslied gezongen.
De Ka'th. Plattelands Org. vergaderde
woensdag 13 december voor de derde
keer in dit seizoen in De Doele.
leit) komt by üs yn Fryslan by de eig-
ners by 40 foar, yn Braban by 80
by de hierboer yn Fryslan by 39 °/o en
yn Braban by 63 ’/o. Dat sprekt ek noch
al fansels. De Fryske boeren ha har bern
aimeast fortsjinje litten en de suderlin-
gen amper. Mei de skinkingen is dat it-
selde gefal. Oer in skinking fan f 10.000,-
of minder hoege de alden gjin skinkings-
rjocht to biteljen. Yn Fryslan krige 24
fan de eigenersoannen in skinking en 21
procent fan de hierboerssoannen. Yn
Braban wie dat om deselde reden as bop-
pe oanjown by de eigeners 70 en by
de hierboeren 51 Ek nou sjogge wy it
wol hiel oare libbenspatroan dêrre.
Telt men it eigen formogen, de bifoar-
rjochting en de skinking byelkoar op, dan
rint dat by de hierboeren net folie üt-
elkoar. By de eigners kinne de Fryske
boeresoannen net rjocht meikomme: 60
procent hat dan noch minder as f 40.000.
Yn Gelderlan binne dat 16, yn Braban
33%. Tusken de f 40.000en f 60.000
kaem yn Fryslan 8 Gelderlan 35
en Braban 31 mear as f 60.000 hiene
dan yn Fryslan 32 Gelderlan 49 °/o
en Braban 36 Dér stiet tsjinoer, dat
Fryslan mar in bytsje eigners hat (25
tsjin 127 hierboeren). Ta bislüt noch dit:
As men der fan ütgiet, dat in bigj innen
de jonge boer op it heden middelber
agrarysk ünderwiis hawn hawwe moat,
foldocht mar in fjirdepart fan de by it
ündersyk bitrokken boeren oan dizze
noarm. Sa sjoen lit de oplieding fan de
jonge boer noch wol hwat to winskjen
oer.
Oant safier it bidoelde LEI-rapport, dat
folüt hjit: „Vermogensvorming door jon
ge landbouwers vóór en tijdens de be-
drijfsoverneming, een onderzoek in de
provincies Friesland, Gelderland en
Noord Brabant. Echt wol in Onderwerp
om der b.g. op in jongereingearkomste
ris in ynlieding oer to hélden. Foar dat
doel stelle wy it boekwurkje graech bi-
skikber. Hwa’t ea/st komt, earst mealt.
taak van de kruisverenigingen:
gezondheidszorg thuis bezorgen. In het
begin van deze eeuw, toen het kruiswerk
in een hoogtempo tot ontwikkeling
kwam, was dit voor velen de enige mo
gelijkheid om bij ziekte hulp te krijgen.
Er waren nog maar weinig ziekenhuizen,
die bovendien méér de liefdadigheid dan
de medische zorg dienden. Eenvoudig
gezegd: armlastingen zonder een fat
soenlijk dak boven het hoofd (en zo’n
dak was nogal gauw fatsoenlijk), kon
den er worden opgenomen om snel be
ter te worden of snel dood te gaan.
De zalen werden bewaakt door een op
passer of een oppasseres, die verplicht
waren „de lijders zacht en vriendelijk
te behandelen”. Aan het hoofd van de
inrichting stonden een vader en een
moeder. Verpleegsters waren er nog niet.
De operatiekamer werd ook gebruikt als
kamer van de commissie van bestuur, die
vooral het mes zetten in de uitgaven.
Het Leeuwarder Diakonessenhuis en het
St. Bonifatiushospitaal werkten in de
eerste fase van hun ontwikkeling vrijwel
geheel in de liefdadigheidssfeer. De wild
om zich heengrijpende tuberculose vond
nauwelijks een effectieve bestrijding; ’t
eerste sanatorium kwam pas in 1898 tot
stand.
Maar hoe verhoudt dat begin zich tot
de situatie van nu, waarwe niet langer
van de nood een deugd hoeven te ma
ken? Het kruiswerk heeft zich enorm
uitgebreid, terwijl toch het ziekenhuis
wezen naar omvang en betekenis een
grote ontwikkeling heeft doorgemaakt.
Is het nu nog nodig zoveel werk te ma
ken van de verpleging thuis? Toch wel
en er zijn twee redenen voor het be
staansrecht van de huidige kruisvereni
gingen. In de eerste plaats: gezondheids
zorg thuis is goedkoop. Wie de zieken
huistarieven kent, die weet dat een lang
durige opname een geldverslindende
zaak is.
Daar steken die paar tientjes jaarcontri-
butie voor een kruisvereniging wel erg
schriel bij af, maar toch wanneer de
noodzakelijkheid zich voordoet, dan komt
de wijkverpleegster voor dit kleine be
drag elke dag hulp bieden.
Daar komt als tweede argument voor
verpleging thuis bij, dat het eigen bed
het beste ziekbed is, omdat het de pa
tiënt in zijn eigen vertrouwde omgeving
laat. Poel van het werk van de wijkver
pleegsters is de daarmee samenhangen
de problemen zoveel mogelijk op te van
gen. Daarbij gaat het niet alleen om de
eigenlijke verpleging, maar ook om al
hetgeen met de aanwezigheid van een
zieke in huis te maken heeft. De wijk
zuster is in het bezit van een voltooide
verpleegstersopleiding, die ze in een zie
kenhuis heeft gekregen.
Aafke Gesina van Hulst, geboren te Harlingen op 28 januari 1868,
heeft haar leven gewijd aan het Groene Kruis. Nog voordat deze
organisatie was opgericht, hield ze zich in haar woonplaats bezig aan
de wijkverpleging. In 1894, 26 jaar oud, begon ze daarmee en in 1896
kreeg dit werk gestalte in de „Vereeniging voor Wijkverpleging en
Ziekenzorg”. Wanneer aan boord van een schip gezinsuitbreiding
werd verwacht, dan koerste de schipper naar Harlingen, omdat daar
een goede kraamzorg werd geboden.
De oudste inwoonster van
Opoe Herfst te Rotterdam
jaar.
Nederland
werd 106
Minder as f 10.000
f 10.000—f 25.000
f 25.000—f 50.000
f 50.000—f 100.000
Mear as f 100.000
Dochs is de tastên net roaskleurich, ek
foar de Fryske boeresoan net. Noch altyd
60 °/o hie by it oangean fan it bidriuw
minder as f 25.000,- eigen formogen. Dér
kin men net al to folie mei dwaen as
men (ek as hierboer) fé en boerereau
oernimme moat. Mar yn Braban wie it
74 dus sa’n trijekwart, dat der net
oan ta kaem. Wol is der forskil tusken
it éigen formogen fan jonge takomstige
eigeners en fan dito hierboeren. It ge
middelde eigen kaptael fan de oanstean-
de hierboer yn Fryslan wie by it ünder
syk, dêr’t dit artikel oer giet, f 24.200,-,
dat fan de takomstige eigenners f 36.600.
Foar Braban lizze de sifers resp. f 14.900
en f 17.500. In apart haedstik foarmet de
ynbring fan de oarehelte. Is it aide
ideael fan „jild trou jild” en it sykjen
fan in faem „mei modder oan de kloet”
noch altyd aktueel? Forjit it mar. Ek de
boeresoannen hawwe langer leaver „it
feltsje as it geldtsje” en binne wol sa-
folle emansipearre, dat it jild gjin al to
greate rol mear spilet, al is it moai mei-
nommen fansels. En dat leit blykber
rounom sa, de forskillen tusken de pro
vinsjes binne hjir net al to great (mear).
In tredde part fan de oansteande boerin
nen bringt minder as f 5.000,- as breid-
skat yn, in tredde tusken de f 5.000 en de
f 10.000,-, 13 tusken de f 10.000 en
f 15.000,-, 10 mear as f 15.000 en 8
woe it net wêze, hoefol’.e (ik tink in hiel
soad of ....in hiel lyts bytsje). It bifoar-
dieljen (it om skik taparten fan lên of
fé, dus tsjin in yriis, dy ’t under de merk
Needsaeklik
Wol winsklik
Net nedich
Tsjin
Gjin miening
Ut alles docht bliken, dat de Fryske boer
it meast saeklik ynsteld is. Yn Braban
hearsket noch mear it patriarchale fa-
myljebidriuw. In oare fraech: Hwerom
wiene de foarstanners fan lean oan de
bern dat? Yn de folgjende antwurden
lei Fryslên oan de kop:
a. Foarkommen fan swierrichheden by it
oernimmen fan it bidriuw.
b. Idem by it forstjerren fan ien fan de
aldelju.
c. Mear bifrediging yn it wurk.
d. Mear forantwurdelikheit kweke.
e. Is fiskael foardieliger.
f. Dan is men forplicht forsekere.
Dejingen, dy’t gjin lean jowe dogge dat
net omdat se miene, dat it by it oer
nimmen fan it bidriuw foardieliger is.
Yn Brabên is it motyf, dat alles „yn ien
pot” moat. De bern, dy’t dêrre buten it
bidriuw oan it wurk binne, drage dêrre
ek har lean óf oan de heit. De fordieling
komt dan letter wol by it forstjerren: it
aide patriarchale idé.
Hwat mear de bern middelber- of heger
lanbou-ünderwiis hawn ha, hwat mear
se dêr op oansteane lean to üntfangen
as se bigjinne mei to helpen yn it alder-
lik bidriuw. Yn Fryslên leit dat fierwei
it düdlikst.
In pear sifers noch: Fan de hei ten, dy’t
folget de ütslach, omrekkene yn presin-
ten:
Benoemd tot directrice van de naai
school van het St. Anthony Gasthuis
mej. A. Kramer.
De provinciale kommissie voor de wertc-
gelegenheid in Friesland heeft bericht
ontvangen van de direkteur-generaal
voor de arbeidsvoorziening, dat in het
kader van het tweede extra werkgele
genheidsprogramma 1972 de volgende
objekten voor uitvoering zijn vrijge
geven:
Bolsward: restauratie woonhuizen rond
de Broerekerk.
Ferwerderadeel: restauratie N.H. kerk te
Genum.
Ferwerderadeel: restauratie N.H. kerk te
Lichtaard.
Oostdongeradeel: restauratie
te Niawier.
Gaasterland: restauratie N.H.
Harich.
Dokkum: aanleg parkeerplaats Fügellên.
i ImW