over Bolswarder geslacht Menalda BaheSKrcar I I „De Nederlandsche Leeuw” IK Uit de glorietijd van de Hane- koperssteeg 1 I Nieuwe aanwinsten Zilveren filmpjes llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Fan stêd en lan WEES RENTEBEWUST NOG STEEDS 7% BIJ 1 JAAR VAST HYPOTHEEKGELDEN BESCHIKBAAR BONDSSPAARBANK - HARLINGEN NOORDERHAVEN 114 HARLINGEN TELEFOON 05178—2475 GIRO 822009 STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND IJlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll - zij DINSDAG 6 MAART 1973 IJ 2e JAARGANG No. 19 Darmen Thomas Symens De grootouders Jetse Alle (Foto De Nederlandsche Leeuw) Symen Thomas Sümon Feikje Haringh üs hjoed to sizzen le week maart 1948 40%, cabaret, revue, enz. Rouke OP SNEON OER SNEIN PRATE AXSSSWSSySWSSS' 4i/2 DAGELIJKS OPVRAAGBAAR Advertentieprijs: 21 ct. per mm. Ingez mededelingen dubbel tarief Contractprijs op aanvraag Finland capituleert voor de Russische ei sen. het aanmaken van markt- behoeve van markthandela- Fegge te Bolsward. Het is niet 100% ze ker dat deze Rouke Symens een broer was van Thomas, maar waarschijnlijk is het wel. Zijn weduwe verkocht bv. in in 1738 een huis aan Jetse Thomas. Rou ke kreeg 7 kinderen, een tweeling uit ’t eerste huwelijk en 5 spruiten uit het tweede. De oudste, Dirk Roukes, trouw de mogelijk in 1731 te Bolsward met Lol- kien Lolkes. De oudste van de kinderen van Symen Thomas, genaamd Thomas Symons was dus een van de twee grootvaders van de kinderen Menalda. Hij was zoals gezegd Poortier „inner der stadsaccijnzen”. Hij en zijn vrouw Truydt Jetses werden te Bolsward als gereformeerd (hervormd) echtpaar ingeschreven op 3 febr. 1698. Het echtpaar woonde in de Kerkstraat. Thomas en Truydt kregen 7 kinderen: Jetse, Simon, Aaltje, Harmen, Alle (zijn tweelingbroer), Haringh en Barbara. Over elk van deze kinderen een paar medede lingen. Wij bewaren daarbij Simon (of Sijmen, de spelling wisselde wel eens) tot het laatste, omdat hij het was, die met Ymkje Jans Menalda trouwde. Het volgende kind van stamvader Tho mas Symen is dan Haringh, geb. 1710. Hij werd nog geen 20 jaar, maar trouw de al op 19 j. leeftijd met Trijntje San ders Bredje. Na zijn dood kreeg zijn jon ge weduwe nog een uit hem geboren dochter Harikje Haringhs, kennelijk naar haar vader genoemd. Twee jaar later zou Trijntje hertrouwen met Taeke Feitzes. Alle was een tweelingbroer van boven genoemde Harmen (de vader van Har men Harmens wel te verstaan): beiden werden geboren op 4 nov. 1707 en 2 da gen later gedoopt. Deze Alle werd „hoen- derkoper”. Hij trouwde eerst met Sjouk- je, de dochter van de mr. Verwer en koordwerker Hendrik Hendriks (1731) en negen jaar later met Geeske Joannes „een jonge dochter uit Burgwerd”. Dat het zo vaak voorkwam, dat iemand her trouwde werd veroorzaakt door het feit, dat de gemiddelde leeftijd veel lager was en het ook sociaal gezien vaak bittere noodzaak was in een tweede of volgend huwelijk te „vluchten”. Jong wêze is himelgunst jong bliuwe minskekunst. Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Uitg. A. J. OSINGA b.v., Bolsward Administratie- en Redactie-adres: Marktstraat 13 - Postbus 5 Tel. 2044 - Na 18.30 uur 2660 of 2335 (05157) Abonnementsprijs f 7,50 p. kwartaal (b(j vooruitbetaling) Giro 887926 ar- as O o o o o o o Bolswards Nieuwsblad JF ymbritseradeel. Deze vier grootouders waren respectie velijk aan vaderszijde Thomas Sjjmens en Truydt Jetses en aan moeders kant: Jan Eeckes (of Eckes, Eges) Menolda en Wüpkje UIbes Haringa. De eerste (Thomas) is in Sneek geboren. Hij werd daar gedoopt op 7 oktober 1670 In 1705 was hij „poortier” te Bolsward, waar hij ook overleed, nl. tussen 1711 en 1720. Zijn vrouw Truydt was een Bols- wardse, aldaar gedoopt in 1670 en er overleden na 1726. Jan Eckes was mees ster kleermaker te Harlingen. Wypkje was zijn tweede vrouw. Speciaal voor jonggehuwden hebben wij een zeer aantrekkelijk aflossingssysteem. Vraagt vrijblijvend inlichtingen. Onlangs publiceerden verschillende oud-bewoners in de vorm van jeugdherinne ringen in ons blad interessante gegevens over de Hanekoperssteeg. Een van onze lezers attendeerde ons op een artikel van mevr. A. I. Menalda-van der Hoeven in het maandblad van het Koninklpk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht en Wapenkunde. Wij vroegen een exemplaar ter bespreking, dat ons p.o. werd toe gezonden en waarvan wü met belangstelling kennis namen. De schrüfster vertelt dat zy bü de voorbereiding van een artikel over het thans nog voortlevende ge slacht Menalda in „Nederlands Patriciaat” van 1968 uitvoerig studie maakte van het voorgeslacht van de kinderen van Sümon Thomas, een Bolswardse koopman, die in Gysbert Japiksstad werd gedoopt op 3 juli 1701 en overleed tussen 1744 en 1749 (hjj werd dus nog geen 50 jaar). Deze Sümon Thomas trouwde op 14 juli 1726 met Ymkje Jans Menalda, geboren te Harlingen. Ook zy werd te Bolsward gedoopt, maar niet eerder dan in 1729 (ze was nl. doopsgezind). Ze overleefde haar man geruime tyd en stierf pas op 31 mei 1782. De kinderen uit dit huweiyk noem den zich allen Menalda. Het artikel gaat dan verder zeer deskundig over de fami lies van de vier grootouders. Voorzover hierin gegevens voor onze lezers uit Bols ward en omgeving interessant zyn, willen we een en ander resumeren. Ook over de jongste broer Rouke Symens een paar gegevens. Hij was mr. wolkam^ mer te Leeuwarden, maar is waarschijn lijk te Bolsward overleden. Hij is zelfs vier maal getrouwd geweest, dat laatste maal op 21 juli 1729 met Aefke Pijtters OPENBARE BIBLIOTHEEK BOLSWARD De percelep uit de plaats van Noorden bos te Bolsward worden verhuurd aan resp. E. Bootsma, W. de Vries, H. Vis ser, F. Sonsma, J. v. d. Weide, J. Hiem- stra, B. v. d. Velde, A. Huitema, J. Hui- tema, I. Tolsma, W. Mulder, J. B. Kooi- stra, H. Lootsma, C. Witteveen, M. Ligt- hart, G. Ligthart, W. Bekema en K. de Boer. Dizze hwat nuvere titel is üntliend oan de boartlike geast fan Goasse Grouw- stra, dy’t lestendeis yn it Frysk Deiblêd mear as syn kollega’s yn oare kranten skreaun hat oer de sneontomiddeis, dy’t de „Friese Kerkhistorische Vereniging” „Folk en Tsjerke” yn Ljouwert bilein hat om noch ris nei to praten oer hwat de enquête oer de sneinsfiering yn Frys- lan op smiten hat. Wy nimme der ien en oar üt oer omdat it in aid Boalserter, Drs. Dominicus Zeinstra, wie, dy’t de gearfetting joech en der ek üt Boalsert wer (it alderearste biljet!) oan de en quête meiwurke is, lyk as ek üt Wolsum, ensfh. It gyng yn it foarste plak om de tarieding fan de snein eartiids. Dy bistie neffens de konklüzje fan de enquête - yn ’e earste helte fan de 20 ste ieu On der mear üt it skjinmeitsjen fan hüs en tün en fan jinsels (yn ’e tobbe byg.). By de roomsken waerd yn hüshaldingen der’t de bern op in iepenbiere skoalle Voorgesteld kramen ten ren van buiten Bolsward. De heer Van der Meer is tegen. Hij vreest concurren tie van de plaatselijke middenstand. De heer Veltman is ook tegen. Het is niet de taak van de overheid de straathan del te stimuleren. De heer Van der Zee acht dat de markthandel is gericht te gen de middenstand, die gedupeerd wordt. Het voorstel wordt tenslotte met 8 tegen 5 stemmen aangenomen. Hwat haf Aangezien we Simon later zouden be spreken en van Aaltje alleen bekend is, dat ze op 28 mei 1704 te Bolsward werd gedoopt, gaan we nu verder naar Har men. Hij werd te Bolsward gedoopt op 6 nov. 1707 en overleed in 1731. Twee jaar eerder was hij gehuwd met Sjouck Hanses, die na een korte weduwestaat nog tweemaal zou hertrouwen nl. in 1734 met Uulck Pyters en in 1745 me) Tjepke Jans. Uulck en Tjepke worden beide „jonge man” genoemd, d.w.z. ze waren niet eerder gehuwd geweest. Hoe wel het een kort huwelijk was, schonk Sjouck aan Harmen toch twee kinderen, nl. Lqsbeth in 1730 (in 1757 vermoedelijk gehuwd met Jan Wopkes Wiarda) en Harmen, die in okt. 1731 werd geboren toen zijn vader reeds was overleden en zijn naam over kreeg. Het gemeentear chief van Bolsward noemt in 1771 een Antie Jeltes, „winkelierse” en -weduwe van Harmen Harmens, vermoedelijk de zelfde. De grootvader Thomas Sijmons heeft vermoedelijk in IJlst gewoond, want daar liet hij op 13 febr. 1642 een dochter Barbar dopen „op de hant van Foock Jans”. Zes jaar later doet dit (z’n broer) Jacob Symens, nl. zijn kind Hylck, even eens „op de hant van Fock Jans”. Nog verder teruggaand vinden we dat op 5 maart 1610 (Gysbert Japiks was toen een kind van 7 jaar en kan het ge zien hebben!) te Bolsward trouwden Sy men Thomas en Sjouk Gerrits, welke laatste met attestatie van Tsjerkwerd kwam, maar verwantschap is hier niet aahgetoond, de naam kwam wel vaker voor. Verschijnt in: Bolsward, Baarderadeel, Henrmarderadetl, Mindeloopen, Wonserddeel, Workunt «n Geboortelepel van Jan Symons Menalda (1729-1744/’49> uit de collectie A. B. Jon- gepier-Vissering te Amersfoort. Het haantje en hennetje op de lepel her inneren vermoedeiyk aan het beroep van hanekoper, waaraan de Haneko perssteeg weer zyn naam ontleende. Jan was een zoon „Ymkje Hanekoper”. De lepel werd te Bolsward vervaardigd. Tenslotte dus Sijmon (Simon) Thomas het tweede kind van Thomas en Truydt Hij werd geboren in 1701 (gedoopt op 3 juli van dat jaar), werd koopman te Bolsward en trouwde aldaar op 14 juli 1726 met IJmkje Jans Menalda, afkom stig van Horlingen, die te Bolsward als doopsgezinde „groot” gedoopt werd op 29 jan. 1729. Simon overleed tussen 1744 en 1749, zijn vrouw op 31 mei 1782. Hun nageslacht is uitvoerig behandeld in „Ne derlands Patriciaat 1968, pag. 115 en vervolgens. In het begin noemden we u nader nieuws omtrent de Hanekoperssteeg te Bolsward. Welnu: Volgens overlevering werd Ymkje ook Ymkje Hanekoper ge noemd. Het echtpaar kocht verscheidene huizen op de Kleine Dijlakker en de Kerkstraat bij de Daymoeysteeg, welke beide straten nu verbonden zijn door de Hanekoperssteeg, die vroeger aan weers kanten begrensd werd door huizen, K. Berntsen. Voorstel aan verslaafden; verslag van de experimentele therapie van de jeugdkliniek te Kopenhagen. G. Bomans. Gesprekken met bekende Nederlanders; o.a. pater J. van Kilsdonk S. J. P. Jongeling, Johnny Kraaykamp. R. Denk. Zeilen! De techniek van het zei len in meer dan 500 foto’s en tekeningen R. Turky. Hubert Lamp». Korte schets van leven en werk van de Vlaamse schrijver. hark jen). Yn Snits, Reahüs en mooglik oare plakken, gyngen de lju nei de tsjer- ketiid yn ’e herberge, boerinnen gyngen to boadskipjen. Roomske winkels en meast ek Joadske (yn Ljouwert, byg.) wiene dan in skoft iepen en der waer- den winkelwaren, bólleguod en lappe- guod forkoft. By herfoarmen en lju fan ’e gereformearde tsjerken wiene stéfêst alle winkels ticht, faek mei it gerdyn del. Soms wiene ek de hierknippers op snein iepen yn roomske doarpen of stédden der ’t aerdich hwat roomsken sieten. Oan it middeisiten waerd sneins aparte soarch bistege. Moarns nei tsjerketiid wie rounom kofjedrinken wenst. Sneins waerd net arbeide, mar allinne it nedige dien: bêdopmeitsje, ófwaskje, melke, fuorje ensfh. By strengere protestanten mocht folie minder, byg. gjin skjirre hantearje; siet der in raffel oan ’e klean dan moast men dy ófskuorre. By it oargel sjonge en stichtlike lektuer lêzë wie gjin roomske tradysje mar in protestantske. Yn som- like plakken (Strobos, byg.) kamen de lju de doar as regel net üt, op de gong nei tsjerke nei. Op somlike plakken waerd troch strang gereformearde of herfoarme lju de molke sneins net oan it fabryk levere. Breidzje of hake wie by protestanten net tastien, kaertspyljen wie „üt ’e boaze’, wurk der ’t rommel fan kaem, lykas feguerseagjen, wie ek taboe. Fan de Jouwer is bikend dat roomske froulju dy ’t op snein mei in hantwurkje to set woene, nei de pastoar gyngen om dispensaesje foar ien of twa üren. By de roomsken koe it oer it al- gemien mei de sneinshilliging hwat mear lije as by de protestanten. Oer de snein to jouns wiene de dielnim- mers oan de enquête it wol aerdich iens hwat de frijerij oanbilange. Wenst wie rounom dat de feint om de fjirtjin dagen by de faem kaem, oerdeis diene feint en faem as hiene hja gjin spésiale kunde oan inoar. By de roomsken yn Ljouwert thans ook door tuinen. Blijkens de lig ging moet deze Hanekopersteeg identiek zijn met de in de 18de eeuw genoemde Daymoeysteeg; bij navraag bleek inder daad, dat de Hanekoperssteeg pas ge- dert 1830 zo heet, maar dat van de brug ertegenover, die de Kleine Dijlakker met de Grote Dijlakker verbindt, tussen 1781 en 1792 de naam veranderd is van Sa- gemanspost in Hanekoperpost. Het lijkt volgens het geciteerde artikel niet on mogelijk, dat Symon Thomas ook hanen koper geweest is en dat zijn bedrijf een vrij grote omvang blijkens de taxatie was hij een welgesteld man aanlei ding tot deze naamsveranderingen is ge weest. Bovendien is op een geboortelepel van zijn zoon Jan die blijkens deze le pel op 16 nov. 1729 geboren is en bli.i- kans de registers van huisgezinnen tus sen 1744 en 1749 moet zijn overleden een haantje en een hennetje gegraveerd; deze lepel is vererfd op Prof. Mr. Simon Vissering en vervaardigd door de zilver smid, door Voet als „Mr. no. 334 te Bols ward” aangemerkt. Het feit, dat voornoemde, in 1729 ge boren Jan Symens voortijdig is overle den. zal tevens wel de reden geweest zijn dat zijn broer Thomas de naam Menalda heeft aangenomen in plaats van Hane koper. Immers het is overduidelijk, dat deze Jan, die als enige van de kinderen niet hervormd gedoopt is, die naar zijn Doopsgezinde grootvader heette en die dat er een geboortelepel voor hem gemaakt is, bewijst zulks voorbestemd was om Doopsgezind te worden opge voed, naar specifiek Fries gebruik dan ook, als enige van dit gezin, de achter naam van deze grootvader zou hebben gekregen. Na zijn ontijdige dood zien wij zijn broer Thomas, die Hervormd was gedoopt, Doopsgezind predikant worden en waarschijnlijk heeft deze toen de als ook maar aangenomen. het ware daarbij behorende achternaam De vermakelijkheidsbelasting te Bols ward wordt vastgesteld voor toneelvoor stellingen, tentoonstellingen, sportwed strijden enz. op 20%, dansen 35%, bios- coopvoorst 50%. Sijmen, zoon van Thomas (broer van Barbar) zal ook in IJlst geboren zijn, en werd later burger van Sneek, in 1690 dienaar van de justitie te Leeuwarden en ging in 1712 te Bolsward wonen. Hij is driemaal getrouwd geweest. In 1669 in Sneek met Aeltje Rouckes, in 1883 eveneens nog te Sneek met Berber Sy- brens en later in 1711 te Bolsward nog eens met Hiltje Jans, een weduwe. Uit het eerste huwelijk werden vermoedelijk 5 kinderen geboren: Thomas (later dus een van de grootvaders, van de kinderen Menalda, waarover hieronder meer) Ja cob, Feikje, nog een Jacob en Rouke. Dat er tweemaal een Jacob geboren wordt dóet ons gissen, dat het eerte kind van die naam spoedig gestorven is. Eerst dus Jetse, voluit Jetse Thomas (Coopmans). Hij werd gedoopt te Bols- wordt op 7 jan. 1699. Hij wordt later mr. timmerman, koopman en burgerlui- tenant en overleed kort voor 17 sept. 1777. Hij huwde tweemaal, nl. in 1723 met Antje Wopkes Klein en in 1746 met Trijntje Jacobs Ecoma. Beide bruiden worden aangeduid als „jonge dochter van Bolsward”. Uit het eerste huwelijk zijn 7 kinderen geboren: Thomas (1723), Aefke (1725), Thomas (1728), Tryntje (1731), Geertruydt (1734), Thomas (1739) en Wopke (1743). Dat er driemaal een Thomas geboren werd, spreekt boekde len. De meeste kinderen stierven jong. Toen Geertruijdt voor 17 sept. 1777 trouwde met Johannes Melies, mr. tim merman te Bolsward, leefden in elk ge val Aefke, Trijntje, de drie Thomassen en Wopke al niet meer. Er zijn hier even wel enige vraagtekens. Het feit, dat in januari 1699 in het zeer slordig bijge houden doopboek van Bolsward vermeld staat: „Den 9 januarius Tomes J”, de J later is aangevuld tot Jetse, doet de vraag rijzen, of Jetse Thomas, die zich later Coopmans noemt, wel een zoon is van Thomas Symens. Omstreeks 1650 komt er nl. al een Jetse Thomas voor, burger van Bolsward, die 13 jan. 1622 zo verarmd was, dat hij een verzoek bij de magistraat om onderstand indiende, aangezien hij „nu in de uyterste armoe de en ellende sijnde, niets niet heeft, waarmede hij suppliant en sijn kinder- kens eengszins kan redden”; hij heeft dan „twe onnosele en cleine kinder- kens” zoals het gemeentelijk archief Bolsward meldt. Op 12 maart 1665 wordt diens zóón Thomis en 28 aug. 1676 diens kind Aeth gedoopt. Maar aangezien er in 1699 geen Thomas Jetsees te Bolsward voorkomt en Truydt Jetses zeker een zoon naar haar vader genoemd zou heb ben, is de kans groot, dat Jetse Thomas inderdaad de zoon is van Thomas Sy mens. 17 sept. 1777 verkoopt zijn weduwe met zijn twee dochters een hele serie huizen, die hij in de loop van zijn leven gekocht had en op 13 maart 1799 verkoopt Ds. ds. Eco Jacobus Ecoma, predikant te Gastel, als erfgenaam nagelaten goede ren van Jetse Thomas Coopmans. gyngen, ünder it waskjen wol bibelske skiednis forteld. Sneons waerd meast fleis sean, ierpelskyld, skuonpoetst, ensfh. foar de snein. By de roomsken waerd sneons om de fjirtjin dagen bych- ten en alle sneonen kloklet. By de pro testanten waerd sneontojouns by it iten wol bidden foar in goede snein, yn it by- sünder hwat de tsjerketsjinst oanbilange der hwat de tsjerketsjinst oanbilange. De snein bigoun by roomsken en prote stanten yn ’e nacht fan sneon op snein om tolve üre. By de roomsken waerd de sneintojouns wol hwat klearmakke foar de moandeis (spullen yn ’e wask en sa); mooglik barde dat oars ek wol. Sneinske klean wie rounom wenst, by de heechmisse en it nachtmiel kaem it swart oan (manlju yn swellesturt, byg.). Om 1930 hinne hie de tsjerkerie yn Hal- lum de hege hoed noch op nei tsjerke ta. Nei tsjerke kaem de pronk meast üt en gyngen de lju oer op sljocht-sneins. Nei tsjerke ta gyngen boeren en oare lju meast apart, de boeren faek ridend, de oaren geandefoet (oant de fyts kaem; dy wie dan foar lju dy’t hwat fier óf- wennen). In boer roun as it sa ütkaem wol mei syn eigen arbeider op, net mei oare beiders. Op redens nei tsjerke ta wie, der iis wie, op guon plakken wenst. Twa- kear nei tsjerke wie regel, by de room sken barde it ek noch wol faker. As der hüswarre wurde moast, gyng de iene wol nei de moarns- en oare nei de middeis- tsjinst. Foar it yngean yn tsjerke waerd, by goed waer bütendoar, by min waer yn it portael, op forskate plakken petearre. By de roomsken kaem it wol foar dat in part fan ’e manlju ünder de preek sti- kem ta de tsjerke üt slüpte om büten doar hwat to praten en to smoken. Dat wie by de protestanten net goed moog lik, wol gyngen (byg. om 1930 hinne yn ’e gereformearde tsjerke fan Kollum, mar ek wol op oare plakken) de manlju ün der it twaéde diel fan ‘e preek stean to gyng de iene hüshalding by de oare op bisite om sa feinten en fammen mei- inoar yn ’e kunde to bringen. Bern gyn gen as regel al ier mei plm. 5 jier mei nei tsjerke, by de herfoafmen wie der foarmen wie der foar de bern, foar- al as hja nei de iepenbiere skoalle gyn gen, sneinsskoalle. Der waerd meast rounom ünderskie makke tusken boere- en arbeidersbern. In aparte- saek wie it plakforhieren yn tsjerke. Dêr kamen stan en bisit ek düdlik by üt. Fan ien stedstjerke (herfoarme) waerd forteld dat men der alle sneinen reade, wite en blauwe plakkaerten keapje koe. De for- geze banken wiene sa ienfaldich moog lik. It taforsjoch fan leden fan deselde tsjer ke wie op forskate plakken wenst. By somlike gereformearde tsjerken roun dat nochal fier (earne waerd in famke foar ’t forhoar nommen omdat hja op in snein nei Ljouwert west hie, en dêr wie doe krekt merke; se koe dêr ris west ha....). By de roomsken koe it wol barre dat men as winkelman de gunst kwytrekke as men de tsjerke to faek forsomme of sa. Yn plakken dêrt gjin roomske tsjer ke wie waerden roomsken foar in oar soarte fan oare wezens oansjoen, yn plakken mei allinne in roomske tsjerke waerd wol sein: „Ik seach sa’n nuvere man yn it doarp, dat sil wol in griffor- mearden-ien west ha!” Fierder foelen lju fan de iene tsjerke de oaren net lês- tich, al barde it wol, dat amper twein- tich jier nei de doléansje, herfoarmen en dolearende lju (fan ’e gereformearde tsjerke) inoar sneins net dei seine. De ütkomsten fan de enquête wiene faek nijsgjirrich, se jowe gauris bisündere ge tallen oan, dy ’t ek yn de groep net al- gemien neamd wurde kinne. It is lyk- wols in bydrage oan de tsjerkeskiednis fan de earste helte fan de 20ste ieu, en kin as materiael brükt wurde by it skriuwen fan in skiednisboek oer dat tiidrek. Voordat we verder iets vertellen over Thomas Symons, eerst even iets over zijn jongere zuster Feikje, die .bijna een scheve schaats zou rijden. Op 12 maart 1698 werd namelijk te Leeuwarden het huwelijk geproclameerd tussen Frances van Arsens, pruikmaker van Antwerpen, en Feikje Symens; dit huwelijk werd echter door haar vader belet, omdat „deselve meer andere vrouwspersonen huwelixbeloften heeft gedaan”; één van de stukken, op deze zaak betrekking hebbend werd door Sy men Tomes met een even vlotte als vi tale handtekening ondertekend. In 1703 lenen zij geld van haar vader en stief moeder, Symen Tomes en Berber Sy- brens. Dit stuk is nog in het gemeente archief van Bolsward bewaard gebleven. Uit het latere huwelijk (van vóór 1703) mei Hamdt Leenderts, die „mr. Verwer” was werden geboren de 3 kinderen: a. Berberke Hamdts, gedoopt te Leeu warden 11 febr. 1703, getrouwd te Bols-' ward 27 jan. 1726 met Age Taekes, mr. bakker te Bolsward, zn. van Taeke Ages en waarsch. Houk Wybrens. b. Rinske Harndts, geb. Bolsward 1 april gedoopt aldaar 3 april 1707. c. Rinsche Harndts, geb. Bolsward 7 aug. gedoopt aldaar 10 aug. 1708. Het is zonder enig bewijs, maar het zou ons piet verwonderen dat deze Age, die mr. bakker was, een voorvader zou zijn van Age Bakker (immers ’t beroep werd later vaak tot achternaam). Met Age Bakker bedoelen we de vader van de la tere uit Bolsward afkomstige minister J. A. Bakker. Maar nog eens, we heb ben er geen enkel bewijs voor en niets is zo gevaarlijk als het baseren van meningen op gissingen.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1973 | | pagina 1