Project
onderwijzenden door
voor
RONO
Rijksuniversiteit
en
m
Groningen
Gabe Skroar
alle
ver
bondsspaarbank
bolsward
Befaamde eoncert-
naar
Fan stêd
lan
en
Actie gunnum
brug
maatschappel ijke
functie
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllll!lllllllllll
Plaatselijke krant
vervult waardevolle
z’n
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
draaiorgels
Leeuwarden
112e JAARGANG No. 43
DINSDAG 29 MEI 1973
In verband met
Gunnum z'n brug in de praktijk
üs hjoed to sizzen
DE
Advertentieprijs: 21 ct. per mm.
Ingez mededelingen dubbel tarief
Contractprijs op aanvraag
WACHTEN VOOR OPEN BRUGGEN:
OOK EEN MENTALITEITSPROBLEEM
WETTERMOUNNE IS
LANHEARRE MEI!
Redactie en administratie
Bols wards Nieuwsblad
- Verschijnt
DINSDAGS en VRIJDAGS
Uitg. A. J. OSINGA b.v., Bolsward
Administratie- en Redactie-adres:
Marktstraat 13 - Postbus 5
Tel. 2044 - Na 18.30 uur 2660 of 2335
(05157),
aan hulpverleningskracht inboet, wan
neer de actieradius te groot wordt. Bo
vendien kan worden gesteld, dat binnen
de regio de onderwijzenden elkaar ken
nen of minstens herkennen, zodat de
persoonlijke beleving in de werkproble
men in de discussies eindelijk de bete
kenis krijgt, die deze verdient. Voor het
project is een adviesraad gevormd, die
bestaat uit vertegenwoordigers van op
leidingen voor de diverse takken van
onderwijs, te weten de kleuterleidsters-
opleiding, de pedagogische academie, de
leraressenopleiding nijverheidsonderwijs,
de lerarenopleiding technisch onderwijs,
Ubbo Emmius en de universiteit”.
Iedere automobilist wordt dagelijks ge
confronteerd met wachttijden voor open
bruggen. Het lijkt wel, of juist bij zijn
komst die brug open gaat. En helemaal
toevallig is dat niet, aangezien veel brug
gen in het watersportgebied in het hoog
seizoen zo’n 80 tot 100 keer per dag open
zijn. Bij enkele bruggen komen zelfs uit
schieters voor 130 keer.
Lagere bruggen zijn tussen 11 en 17 uur
vaak 40 minuten in het uur voor het weg
verkeer onbruikbaar.
Het aantal door bruggen passerende vaar
tuigen groeit jaarlijks met zo’n 15 a 30
procent. Het wegverkeer neemt in dezelf
de periode toe met 8 a lO°/o. Het is dui
delijk, dat de grote stijging van beide
verkeersstromen tendeert naar een cu
mulatie van het conflict. Want dat is het
wel! Een conflict, waar economische be
langen een grote rol spelen. Een ander
probleem, en niet te onderschatten, is de
„irritatie”. De gevolgen daarvan zijn
nauwelijks in cijfers uit te drukken.
Op de lange duur zal deze situatie niet
houdbaar blijken. Maatregelen zullen
dan allicht ten nadele van de recreant
uitvallen. Vandaar een actie, die appel
leert aan het „sociale gevoel” van de
recreant.
Want helemaal oplosbaar zal het pro
bleem nooit zijn. Of de recreant wacht,
óf de weggebruiker. We kunnen het ook
anders stellen: óf de recreant geeft voor
rang, óf de weggebruiker,
Gunnum z’n brug is een positieve actie,
die het probleem bewust moet maken bij
de recreant. Want met veel goede wil
is het conflict wel tot kleinere proporties
terug te brengen.
Gunnum z’n brug: vooral een
mentaliteitsactie
moeten copy en advertehties een
dag eerder dan normaal in ons be
zit zijn.
HEMELVAARTSDAG
(Donderdag a.s.)
Een dezer dagen zijn te Bolsward re-
clame-zuilen geplaatst. Naast reclame
vinden op de zuil ook een plattegrond
van de stad.
name te dwingen.
„Ook hier moeten de adverteerders we
ten, dat zij in zulk geval meewerken aan
een verlies, dat ze later zeer zouden be
treuren wanneer ze èn hun kracht en de
onafhankelijkheid daarvan kwijt zijn,
maar dan wel de nieuwe rekening ge-
presenteeerd krijgen.”
Abonnementsprijs f 7,50 p. kwartaal
(bij vooruitbetaling)
Giro 887926
gezirisbank zonder winstdoel
De lytsen stimme net maklik ta
dat oaren greater binne as hja.
Bolswards Nieuwsblad
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
Wymbritseradeel.
De Regionale Omroep Noord en Oost (RONO) en de Rijksuniversi
teit in Groningen zjjn begonnen met de voorbereidingen voor een ge
zamenlijk project ten behoeve van kleuterleidsters, onderwijzers en
docenten van het voorgezet onderwijs in de provincies Groningen,
Friesland en Drenthe. De bedoeling is om samen met deze groepen
onderwijzenden hun werkproblemen te inventariseren en analyse
ren. Daartoe zal de RONO van begin oktober van dit jaar af een
serie van twaalf radioprogramma's van elk een half uur uitzenden.
De serie, die uitsluitend via de zenders Irnsum en Hoogezand zal
worden uitgezonden, is voorlopig gepland op woensdagavond van
19.00 tot 19.30 uur.
jen. In oar foarbyld: lenkear waerden
alle gaslantearns oan de kant smiten op
de aid izerbult, nou binne se mei gjin
jild to biteljen. It riedslid hie lykwols
üngelyk, as er bidoelde, dat de mounen
yn Fryslan mar in tydlik forskynsel west
hawwe soene. Se hawwe ommers de ieu-
wen troch Fryslan hoede foar wetteroer-
lêst en pas yn dizze ieu, nou’t der sprake
is fan forsearre konsintraesje fan pol
ders en wetterskippen en der oalje en
elektra kommen binne as mechanyske
krêftboarnen, rekken de mounen yn de
nederklits. Der binne hiel hwat yn for-
fal rekke en noch mear hielendal for-
dwoun. Nammen as „Mounnepólle”,
„Mounefintsje” ensfh. haldde it oantin-
ken noch in skoftsje fêst, oant troch ruil-
forkaveljen en sa ek dat yn it forjitboek
rekket. In pear sifers, üntliend oan it
prachtige boek „Molens van Friesland”,
dat wy yn dit blêd al earder oanhellen:
Boalsert hie yn 1811 noch 17 wettermou-
nen, yn 1854 noch 12. Yn de plattelans-
gemeenten leine dy sifers noch folie he-
ger. Sa hie Baerderadiel yn 1811 net
minder as 134 molens, yn 1844 noch 121,
Hinnaerderadiel earst 158, letter noch 129
(1851), Wünseradiel yn 1811 noch 222,
hokker tal yn 1854 tobekroun wie oant
143. De kroan spande (fan alle Fryske
gemeenten) Wymbritseradiel mei 322
mounen yn 1811. Mar yn de foargeande
ieu kaem der ek al in tobekgong, hwant
yn 1851 wiene der noch 260 en yn 1867
noch 182. Elke boer, hie earst syn eigen
bimealling, mar mei de opkomst fan de
polders en letter fan de wetterskippen,
kaem der al gau konsintraesje. En dan
giet it hjir allinne noch mar oer wetter-
mounen, hwant bihalven de 17 dy’t wy al
neamden hie Boalsert healwei de foar
geande ieu ek noch 7 yndustrymounen,
hwerby 1 houtseachmoune, 2 rogge- of
koarnmounen, 1 run- en folmmoune en 3
mosterdmounen. In 150 jier lyn hie nef-
fens it foarwurd üs provinsje noch sa’n
„Het nieuwsblad veronderstelt lezers, die
zich ergens bij betrokken voelen, die
vanuit een zekere vorm van gemeenschap
zichzelf'terug vinden of trachten te vin
den in die eigen lokale krant. Eigenlijk
is de nieuwsblad-functie, dus die van de
lokale krant als sociologische functie,
iets waar de moderne samenleving om zit
te schreeuwen en is juist het verloren
gaan daarvan een van de grote fouten,
die men onze moderne maatschappij aan
wrijft.”
Dit zei de voorzitter van de Vereniging
de Nederlandse Nieuwsblad Pers, de hr.
J. H. Boom, op de algemene jaarvergade
ring van deze vereniging. Hij was van
mening „dat het vanuit die optiek dan
ook volstrekt verantwoord is dat juist
de nieuwsbladpers betrokken is bij maat
regelen, die strekken tot steun aan de
pers terwille van het behoud van haar
diversiteit en haar onafhankelijkheid.”
Het feit doet zich ook voor dat juist daar,
waar goede onafhankelijke nieuwsbla
den verschijnen, de nationale dagblad
pers een aanzienlijk hogere leesdicht-
heid heeft dan in gebieden die geheel
opgeslokt zijn door een regionaal dag
blad, en de betaalbare keuze van krant
beperkter is.
De heer Boom meende dat „daar, waar
een nieuwsblad werkelijk een functie
heeft en deze functie goed vervult, dit
een maatschappelijk goed betekent waar
de samenleving zuinig op moet zijn.”
Hij zag voor het nieuwsblad overigens
weer betere perspectieven, mits journa
listiek. technisch en commercieel goed
geleid. „De maatschappij vertoont weer
een tendens naar een nieuwe belangstel
ling voor het eigene, van de kleinere ge
meenschap, zaken' die juist binnen het
vlak van de plaatselijke krant liggen.
De minister van Cultuur, Recreatie en
Maatschappelijk Werk heeft reeds ge
toond belangstelling juist voor deze kant
van het nieuwsbladwezen te hebben.
Maar het is wenselijk, dat ook de eigen
plaafselijke overheden worden doordron
gen van de waardevolle functie, die
in maatschappelijk opzicht de eigen krant
voor de samenleving betekent. De eigen
identiteit van de gemeenschap heeft te
maken met het bestaan en het voortbe
staan van die eigen krant”, aldus de
heer Boom, die zich voorts keerde tegen
de ongezonde prijzenoorlogen, die soms
uitbarsten om de positie van een krant
te ondermijnen en haar tot fusie of over-
Muziek van concert- en kermisdraaior-
gels zal op Hemelvaartsdag de aandacht
opeisen in het centrum van Leeuwarden.
Onder auspiciën van de Gavioli Club ko
men zeven vermaarde orgels naar Leeu
warden. ’s Middags na 1 uur zijn ze te
zien en te horen op verschillende punten
in de binnenstad en ’s avonds om 8 uur
is er een internationaal draaiorgelcon-
cours in de Prinsentuin. Op het gebied
van de grote concertdraaiorgels zijn de
namen van Ruth uit Waldkirch en Ga
violi uit Parijs een begrip. De Ruth-or-
gels werden vanaf het midden van de
vorige eeuw gebouwd door drie geslach
ten. Gavioli vond rond 1900 het boekor-
gel uit, waarna voor het draaiorgel een
bloeitijd aanbrak.
Hetgeen allemaal niet wegneemt, dat er
ook ettelijke andere bekwame orgelbou
wers zijn geweest, wier instrumenten op
Hemelvaartsdag in Leeuwarden te horen
zullen zijn. In elk geval komt er een 104-
toets Ruthorgel uit Bassum bij Bremen
en een Gavioli uit Tiel. Voorts zijn er or
gels, destijds gebouwd door Brüder, Rich
ter, Fritz Wrede en Wellershaus.
ken met de problemen en spanningen in
het onderwijsveld. Enige medewerkers
hebben zich bezonnen op de vraag in
hoeverre er hulp geboden kan worden
aan de onderwijzenden. Immers kleuter
leidsters, onderwijzers en docenten van
het voortgezet onderwijs werken binnen
het bestaande onderwijssysteem en voe
den zich aangesproken door alle groepen,
die kritiek hebben op het onderwijs. Er
wordt druk op hen uitgeoefend om te
veranderen, terwijl zij zich gebonden
voelen door voorschriften, organisatori
sche constructies en financiële middelen.
Nu blijkt dat de onderwijzenden onvol
doende op de hoogte zijn van de veran
deringsmogelijkheden binnen het onder
wijssysteem en dat zij zich dikwijls on
voldoende opgeleid voelen om hun onder
wijs te vernieuwen. Bovendien bestaat
er onder hen een grote onrust, zodat er
sprake is van een zich afsluiten voor
nieuwe informatie uit angst geconfron
teerd te worden met eigen ontoereikend
heid. Ongevraagde adviezen stuiten dan
ook op weerstand. Informatie d.m.v. bij-
scholingscursussen komt niet over bij ge
brek aan belangstelling. Publicaties wor
den of met grote achterdocht of niet ge
lezen. De nieuwe opgeleide onderwijs
kracht krijgt te maken met andere col
lega’s, die zich vaak krampachtig bin
nen de „veiligheidsmarges” van de voor
schriften e.d. houden. Het vernieuwen
van het onderwijs loopt op deze wijze
steeds vast, ondanks de discussies over
onderwijsproblemen. De bestaande on
derwijsproblemen kunnen niet opgelost
worden door wetswijzigingen, nota’s pu
blicaties en discussies, wanneer de con
crete werkproblemen van de onderwijs-
werkers niet steeds aan de orde komen.
Wanneer deze werkers in het veld zich
isoleren blijft het bij discussies of val
len er (het eerste onder hen) slachtoffers.
De communicatie met hen moet op een
nieuwe wijze op gang gebracht worden,
zodat de kritiek op het onderwijsgebeu-
ren de reeële werkproblemen van de uit
voerders mede als uitgangspunt kan zijn.
Een werkgroep van het Interfacultair
Instituut is tot de slotsom gekomen dat
het mogelijk is uit de impasse te komen
door samen met de onderwijzenden de
werkproblemen te inventariseren en te
analyseren. Op grond daarvan in com
municatie met belanghebbende naar op
lossingen te zoeken en informatiekana
len te openen tussen allerlei groeperin
gen die met onderwijs te maken hebben.
Deze activiteiten moeten zich in het
openbaar af spelen, zodat de wederzijdse
informatie gegarandeerd wordt.
In samenwerking met de RONO werd het
volgende! plan ontwikkeld: Door middel
van een serie radioprogramma’s zullen
de werkproblemen worden geïnventari
seerd en geanalyseerd. Vanuit een cen
traal punt kan informatie worden aan
gevraagd en hulp worden geboden tot
het organiseren van regionale gespreks
groepen. In deze groepen kunnen er
varingen worden uitgewisseld en oplei
dingseisen worden geformuleerd, waarna
opleiders kunnen worden gevraagd om
deskundige hulp te bieden. Op deze wij
ze kunnen regionale (plaatselijke) work
shops voor onderwijs ontstaan, en zal de
vernieuwing van het onderwijs een fun
damentele basis krijgen.
Het uitgangspunt is de werker in het
onderwijsveld. Vanuit deze keuze werd
het plan nader geconcretiseerd. In de
regio Groningen/Friesland/Drenthe wor
den twaalf programma’s uitgezonden
voor alle onderwijzenden, waarin vooral
zij informatieover hun problemen (en
oplossingen) kunnen geven. In de voor
bereidingsperiode worden informatiebla
den samengesteld om onvoldoende geïn-
farmeerden direct te helpen. Een aantal
medewerkers stelt Zich beschikbaar om
in de vrije tijd hulp te bieden aan plaat
selijke groepen. Medewerking van ande
re deskundigen wordt aangevraagd.
Het is duidelijk dat deze communicatie-
actie voor het onderwijs regionaal moet
worden opgezet, omdat het actiecentrum
2500 mounen, by de telling fan 1968 hie
Fryslan noch 36 mounen yn bidriuw, 14
mei kombinearre bimealling en 93 sa-
neamde „deade” mounen. Dêrmei is de
efterütgong (dy’t sünt noch trochgien is)
wol düdlik tekene. Léze wy yn 1466 foar
it earst fan in moune (al kinne se der
earder ek wol west hawwe) en yn üs om-
krite al yn 1511 fan de „Klyffstermol-
len” to Nijlan, men kin fan tinken wol
hawwe, dat binammen de léste ieuwen
troch de mounen it Fryske gea in apart
oansjen krigen hat. Dat it sa hurd to
bekroun is, sit him mei yn de wierheit,
dy’t yn in sprekwurd, dat boppe dit ar
tikel tsje stiet, gearfette is: De wetter-
moune is lanhearre mei! De bitsjutting
sil in elk wol düdlik wêze: lyk as de
lanhearre in great part fan it gemaek yn
de foarm fan hier opstrykt, nimt it ün-
derhald fan in wettermoune ek noch al
it ien en oar. Hjoed de dei mei de hege
üreleanen en krapte oan goede moune-
makkers (in hiel apart fak) is it hast
foar in partikulier net mear to dwaen en
haldt der foar syn lan in moune op nei.
Dêrfandinne ek it feit, dat de measte
mounen der neat net florisant foar stea-
ne. Trouwens ek oare sprekwurden falie
net al to gunstich foar de moune üt. Wy
neame in pear: „It hat wer lang yn de
moune west”; „as de moune troch de
fang is, is der gjin hélden mear oan”;
„mounen en hinnen hat men altyd lést
mei” en fan in boeredochter of oare faem
dy’t trout sünder jild yn to bringen: „Hja
hat twa bilpleatsen en in wettermoune”.
Dat bil-Bildt is dan in wurdspiling. Bi-
doeld wurde fansels gjin Bildtpleatsen
(dat soe in stik büter yn ’e brij wêze)
mar oars net as twa billen en in
m.o.w. dér sit gjin modder oan ’e kloet.
Hjirmei is üs romte fol. Allicht breidzje
wy dit praetsje oer de mounen nije wike
noch hwat oan, as him tominsten earder
net hwat aktueels foar docht, dat üs om
tinken ferget.
In samenwerking met HZ-reclame in
Sneek is een actie ontworpen, die een
voortdurend beroep doet op de goede wil
van de recreant en op begrip bij de I
weggebruiker. Want anderzijds is het na-
tuurlijk zó, dat de weggebruiker zelf
op een ander tijdstip recreant is. Een
actie, opgebouwd uit positieve elementen.
Er is een poster ontworpen, die bij voort
during het probleem stelt, evenals de
sticker. Op grote schaal zal daarnaast ’n
miniboekje verspreid worden, dat aller
lei practische instructies geeft aan de
recreant, waardoor er zeker mogelijkhe
den ontstaan het probleem wat meer on
der de knie te krijgen.
Want van de recreant zal het moeten ko
men! Het is niet aannemelijk dat het
wegverkeer bereid is enorme files te cre-
eren voor één zeilbootje dat langdurig
bezig is een brug te passeren. En dat is
een typisch voorbeeld waar de actie
„Gunnum z’n brug” iets aan kan doen.
eachpunt fan lanskipsbihald seit men
dan. It sil de measten dan ek wol nuver
yn ’e earen klinke to hearen, dat der in
tiid west hat, dat de Fryske Steaten op
dracht joegen gans in tal prachtige mou
nen, allegearre yn fol bidriuw, to slo
pen. En wisten jo wol, dat ien fan boar-
gemaster Mulder syn foargongers (syn
portret hinget noch op de lytse kommis-
jekeamer op it Boalserter stêdhüs!) in üt-
fining dien hat op it gebiet fan de mou-
nemakkerij? Hy krige seis op 7 july 1762
oktroai op in watermachine, die met een
darde der kragt evenveel kan doen als
de thans in gebruik zijnde water-wind-
molens. It gie hjirre om in saneamde
trachtermoune, dy’t de Boalserter boar-
gemaster Pieter Coopmans, dy’t ek op
oar mêd in bütenwênstich man wie (tink
mar oan syn tocht oer iis yn ien dei mei
in brief foar Marijkemuoi nei den Haech)
makke hie foar syn eigen „Waldmar”
Ferwaldstermar). De boargemaster
advertearre seis mei syn ütfining yn de
Ljouwerter krante. By de ütfining fan
boargemaster Coopmans waerd it wetter
troch fül to draeijen by de ranne fan in
soart trachter opjage, om dan oer de ran
ne yn in fêste goate to kommen. Om noch
efkes yn de gemeentlike sfear to bliu-
wen: inkelde jierren lyn stelde by in
subsydzjefoarsctel ien fan de Boalserter
riedsleden de lakonike fraech: Goed en
wol: Jim miene dat dy mounen yn it
lanskip hearre, mar hoe seach men der
tsjin oan doe’t de earsten as obstakels
pleatst waerden? Hy hie oan ’e iene kant
gelyk, oan de oare kant net. It gelyk wie
oan syn kant foar safier it in gewoan
minsklike eigenskip is, dat men dingen
dy’t men earst frjemd fynt op ’en dür
akseptearret en seis karakteristyk begjint
to finen. Hwat de mounen oanbilanget:
Hwat wie de wynmotor earst in frjemd
en nuver blikken gefal, mar nou geane
der al stimmen op om ien of twa to res-
taurearjen en foar de neiteam to biwar-
Het project is opgezet door de RONO, de
Dienst Beeld en Geluid van de Rijksuni
versiteit in Groningen en het Interfa
cultair Instituut voor de algemeen peda-
gogische-didactische opleiding van a.s.
leraren van de Rijksuniversiteit in Gro
ningen. Wetenschappelijke leiding: dr.
W. M. Hopman en drs. H. van Latum.
Technische leiding: C. Deerenbrug en D.
Heerkens. Organisatie en coördinatie: drs
H. J. P. Jurgens. Eindredactie en regie:
L. D. S. Hoekstra.
De radioserie bestaat uit drie program
ma’s over de leerlingen1 (hun motivatie,
de orde, de selectie), drie programma’s
over de leerstof (exameneisen, behande
ling en controle), drie programma’s over
de organisatie (scholengemeenschap, vak
sectie, aanstelling) en drie programma’s
over problemen aangaande de relatie on-
derwijs/maatschappij (wetten, onder
wijstechnologie en onderwijstheoriën).
Gezocht wordt naar mogelijkheden om
deze programma’s op hun effect te eva
lueren.
Ter toelichting op het project schrijft dr.
W. M. Hopman, directeur van het Inter
facultair Instituut, het volgende:
,De discussies over onderwijsproblemen
nemen toe. De spanningen voor de on
derwijzenden eveneens. Het Interfacul
tair Instituut voor de algemeen pedago
gische opleiding van a.s. leraren van de
Rijksuniversiteit in Groningen helpt a.s.
leraren bij hun voorbereiding tot het
leraarschap en heeft daarom veel te ma-
Verschijnt in: Bolsward, Baarderadeel, Hennaarderadeel, Hindeloopen, Wonseradeel, Workum en
Dit kear ris in praetsje oer de wetter
moune yn üs Fryske lanskip. Dat mei ek
wolris as wy bitinke, dat üs boargemas
ter Mulder hjit fan syn fan. Mulder is
de min oftemear Saksyske foarm fan
mounder, de man dy’t de moune (oaren
sizze yn likegoed Frysk mone of mole)
draeijende halde moat. Nou, dat docht
er dan ek wol as it oer de gemeentlike
saken giet. Mei in echte moune hat hy
net faek hwat üt to stean, of it moast al
wêze, dat dit wie yn forban mei in sub-
sydzje-oanfraech om ien fan de lésten
fan de Mohikanen foar ündergong to bi-
warjen. Hjoed de dei fine wy it hiel fan-
selssprekkend, dat gemeente, provinsje
en ryk byspringe om in moune to ünder-
halden en to restaurearjen, ek al docht
er as sadanich gjin tsjinst mear. Ut in
----
Hwat hat P|
4^
r
’4»’^?****