Reclassering
de loop der tijden
de week
Foto
van
Provincie Friesland heeft in 1974
90 miljoen te besteden
ruim
GaöeShroar
1
II4 H
in
150 jaar hulpverlening
aan
Om over na te denken
„zondebokken”
1
J
Oh
IS3
Schut jas-kampioen-
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^
1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH
schap van Bolsward
fSS
i ïls
112e JAARGANG No. 74
VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1978
De welvaart bevordert de woede.
Seneca
STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND
f-
us hjoed to sizzen
F 1
I W®
Verschijnt in: Bolsward, Baarderadeel, Hennaarderadeel, Hindeloopen, Wonseradeel, Workum en WymbritseradeeL
Vrijwilligers
Komende zaken
Gastgezinnen
Het eerste begin
Toekomst
„Zondebokken”
Na de oorlog
EEN DOZIJN CITATEN VOOR DE RECLASSERING
1.
Subsidies
2.
Potje
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Inkomsten
Nieuwe vorm?
9.
10.
Uitgaven
11.
12.
4
Advertentieprijs: 21 ct. per mm.
Ingez mededelingen dubbel tarief
Contractprijs op aanvraag
Het is goed in onszelf de emoties te onderkennen, die mis
daad en straf oproepen.
F. M. Dostojewski
Elke vorm van strafrechtelijk optreden die lichamelijke of
psychische verminking van de delinquent tengevolge heeft,
is onrecht. Dit is de allesbeheersende voorwaarde voor
fatsoenlijk strafrecht.
H. Bianchi
Het is goed te weten, dat veel „misse daden” heel dicht bij
onze eigen voordeur liggen.
Toen na de Tweede Wereldoorlog het re-
classeringswerk steeds meer in handen
kwam van beroepskrachten en aan de
Aan de gezamenlijke particuliere reclas-
seringsinstellingen zijn op het ogenblik
ruim 600 maatschappelijke werkers ver
bonden. Per jaar hebben zij contact met
in totaal 15000 reclassenten die hen dik
wijls zien als „verlengstuk van de justi
tie”. In de reclasseringskring zelf lopen
de opvattingen over de verhouding re-
classering-justitie uiteen.
Er gaan stemmen op die pleiten voor
ontkoppeling van overheid en reclasse
ring. Hoe zich de relatie in de naaste
toekomst zal ontwikkelen is moeilijk te
Moge de vrijwilliger-oude-stijl voor een
groot deel uit de reclassering zijn ver
dwenen, voor de vrijwilliger-nieuwe-stijl
staan mogelijkheden open die misschien
niet direct zijn gekoppeld aan het offi
ciële reclasseringswerk maar daar wel
ten nauwste verband mee houden.
Iemand die één keer is veroordeeld en
gestraft vervalt dikwijls in herhaling
Vrijwilligers kunnen als gastgezinnen
optreden, tijd beschikbaar stellen aan de
Jongeren Advies Centra, de Releases, de
Telefonische Hulpdiensten enz. Via deze
onofficiële organisaties kunnen velen,
vooral jongeren, worden behoed voor
verder afglijden naar crimineel gedrag.
Herhaling van crimineel gedrag (recidi
ve) geschiedt onafhankelijk van al of
niet opgelegde zware vrijheidsstraffen.
(Een onderzoek onder eens veroordeelde
„dronken rijders” toonde aan dat bij
een veroordeling tot onvoorwaardelijke
gevangenisstraf 38 pet recidiveerde, bij
een voorwaardelijke gevangenisstraf 38
pet., bij een boete 32 pet., bij intrekking
rijbewijs 36 pet. en bij niet intrekken rij
bewijs 37 pet. Volgens andere onderzoe
kingen geldt voor bijv, vermogensdelic
ten hetzelfde.)
van strafbaar gesteld gedrag wanneer de
samenleving hem, na een veroordeling,
blijft uitstoten en hem de mogelijkheid
onthoudt als een mens tussen de mensen
te verkeren ongeacht zijn verleden.
leid. Tevens wordt een overzicht gege
ven van de stand van de wegverbeterin-
gen in Friesland.
zeggen. Dit neemt niet weg, dat het zin
kan hebben om in de komende dagen op
het begrip Reclassering nader te bezin
nen. Willen wij de collecte steunen, doe
dit in het besef dat het nodig en nuttig
is, maar niet als „afkoopsom”.
G. P. Hoefnagels
Door geestelijk gestoorden uit te bannen voelen we ons al
lemaal verschrikkelijk gezond. Door delinquenten uit te
stoten voelen we ons allemaal verschrikkelijk goed.
N. W. de Smit
Als strafrecht snijdt het recht in eigen vlees.
G. A. van Hamel
Ik kan niet zien, hoe de straf kan opwegen tegen de aan
schuld te wijten daad.
H. Bianchi
Beter meer straf die behandelt dat een mindere behande
ling die straft.
R. Rijksen
Wie een mens veracht zal nooit wat met hem kunnen be
ginnen. Wij moeten leren de mensen minder aan te zien op
wat zij doen en laten dan op wat zij lijden.
Dietrich Bonhoeffer
Hoeveel jeugd zat er binnen die muren nutteloos begraven,
hoeveel grote kracht ging hier voor niets verloren.
F. M. Dostojewski
„Gevangene” wil eigenlijk zeggen, een mens zonder eigen
wil.
Ch. J. Enchedé
Ik meen te mogen onderstellen dat de tegenstelling der ge
neraties bevorderd wordt, omdat wij - de ouderen - de jeug
digen, vooral de adolescenten, als lucht behandelen.
F. J. Buytendijk.
Abonnementsprijs f 7,50 p. kwartaal
(b(j vooruitbetaling)
Giro 887926
meer
huisjes
geraniums
Verschijnt
DINSDAGS en VRIJDAGS
Wtg. A. J. OSINGA b.v„ Bolsward
Administratie- en Redactie-adrea:
Marktstraat 13 - Postbus 5
TsL 2044 - Na 18.30 uur 2660 of 2333
(051B7)
Bolswards Nieuwsblad
Uit de aangeboden begroting blijkt, dat
er voor onvoorziene uitgaven een reser-
vepotje is van ruim 1 miljoen. Bij de be
oordeling van deze post dient echter, vol
gens gedeputeerde staten, rekening te
worden gehouden met het feit, dat er ’n
onbesteed bedrag uit de begroting 1973
in begrepen is, bestemd voor de plannen
voortvloeiend uit de sportnota, dat nu al
kan worden voorzien, dat de totale loon
stijging in 1974 hoger zal zijn dan de ge
raamde 10%, terwijl bovendien de in
voering van het functie-waarderingssy-
steem ook extra kosten met zich mee zal
brengen en dat ook de rente vrij zeker
hoger zal zijn dan de 8% waarmee in de
begroting rekening is gehouden. Met an
dere woorden: het reservepotje zal in
werkelijkheid kleiner zijn dan in de ont-
werp-begroting is geraamd.
Het dagelijks bestuur van de provincie Friesland heeft z’n „huishoudboekje” voor
volgend jaar (de ontwerp-begroting 1974) weer gereed en aan de provinciale staten
aangeboden. Na de gebruikelijke schriftelijke voorbereiding in de frakties, zal de
begroting met de bijbehorende aanbiedingsbrief door de Friese staten worden be
handeld in de decembervergadering. De provincie Friesland heeft in 1974 ruim ne
gentig miljoen gulden te verteren en in de begroting, een boekwerk (inclusief de
bijlagen) van 300 bladzijden, hebben gedeputeerde staten, verdeeld over verschil
lende hoofdstukken, uiteengezet hoe zij zich voorstellen dit bedrag te gaan besteden.
In de laatste statenvergadering van het jaar. die op 11 december begint, krijgen
de provinciale staten gelegenheid om hun mening te geven over de voorgestelde
besteding van het „huishoudgeld” van de provincie en over het beleid van het
provinciaal bestuur op de verschillende gebieden, waarop de provincie een taak
heeft.
Dit jaar, nl. de volgende week van 17-23 september herdenken wij het feit
dat 150 jaar geleden, in 1823, de georganiseerde reclassering op gang kwam.
Dat geschiedde met de oprichting van het „Nederlands Genootschap tot ze
delijke verbetering der gevangenen”. Merkwaardig genoeg kwam het initia
tief hiertoe niet van officiële kerkelijke zijde, noch uit de kring van de rech
terlijke macht, maar van de kant van de Quakers en kooplieden. J. Teissèdre
L’Ange, Waals predikant en schoolopziener, J. E. Mollet, directeur van een
kostschool, beiden te Amsterdam, beiden van Zwitserse afkomst, en de koop
lieden Suringar, Warnsinck en Nierstrasz vormden het gezelschap oprich
ters van genoemd genootschap,
opleiding van dezen hogere eisen werden
gesteld, liep het aantal vrijwilligers te
rug. Bij het gevangeniswezen hadden
vertegenwoordigers van de mensweten
schappen (sociale ambtenaar, geestelijke
verzorger) hun intrede gedaan en de
goedwillende, maar ondeskundige gevan-
genisbezoeker-oude-stijl behoorde daar
mee tot het verleden.
Overbleven de enthousiaste Nederlan
ders die veel tijd en energie geven aan
de jaarlijkse Nationale Reclasseringsac-
tie (ongeveer 4000, uitgezonderd de col
lectanten die zij werven). Geld is voor
het reclasseringswerk nog steeds belang
rijk, maar belangrijker is de beïnvloe
ding van de Nederlandse bevolking wat
betreft haar meestal negatieve houding
tegenover de medeburgers die een straf
baar feit hebben gepleegd en daarvoor
met de justitie in aanraking zijn geko
men.
De kans bestaat, dat een volgende be
groting niet meer vergezeld zal gaan van
de traditionele aanbiedingsbrief. In de
aanbiedingsbrief bij de ontwerp-begro
ting 1974 geVen gedeputeerde staten nog
de gebruikelijke beschouwingen over de
volgende hoofdstukken: algemene zaken,
economische en agrarische zaken, ruim
telijke ontwikkeling en bestuurlijke or
ganisatie, maatschappelijk welzijn en
volksgezondheid, onderwijs en culturele
zaken, verkeer, waterstaat en agrarische
zaken en milieuhygiëne.
Aan de aanbiedingsbrief is als bijlage een
nota toegevoegd over het personeelsbe-
Evenals vorige jaren is er aan de in
komstenkant een factor, die nog wel wat
onzeker is, namelijk de uitkering uit het
provinciefonds, één van de belangrijkste
inkomstenbronnen van de provincies, die
uit dit fonds (gevoed uit de rijksbelas-
tingen) elk een bedrag krijgen, dat ge
deeltelijk afhankelijk is van oppervlakte
en inwonertal. Hoe groot dat bedrag
voor Friesland in 1974 zal zijn, wordt pas
bekend als binnenkort de rijksbegroting
verschijnt.
Voorlopig hebben gedeputeerde staten de
verhoging van de uitkering uit het pro
vinciefonds maar geschat op 14%, het
De uitgaven van de provincie bestaan uit
twee categoriën n.l. wettelijk verplichte
en autonome uitgaven. Gedeputeerde
staten zeggen in hun aanbiedingsbrief,
dat een verdeling tussen die twee niet
zonder meer te geven is. Wel constate
ren zij, dat op korte termijn de uitgaven
van de provincie, althans grotendeels,
vastliggen. Zij zien n.l. niet hoe op kor
te termijn de diverse activiteiten waarin
de provincie direct of indirect deelneemt
zouden kunnen worden gestaakt. Wel
zinspelen gedeputeerde staten op de mo
gelijkheid om verschillende uitgaven te
besnoeien of op het huidige bedrag te
bevriezen, maar dan zou eerst geconcre
tiseerd moeten worden, wat de subsidies
betreft mede aan de hand van de uit
gangspunten van de vorig jaar versche
nen subsidienota, uit welke activiteiten
de provincie zich zou moeten terugtrek
ken of welke taken minder intensief zou
den moeten worden verricht. In inter
provinciaal verband, zo blijkt uit de aan
biedingsbrief, zijn de uitgaven van de
provincie ook in studie.
gemiddelde over de jaren 1970 t.e.m. ’73.
Op de begroting staat een bedrag van
f 30.362,700,als verwachte uitkering
uit het provinciefonds (dit jaar een be
drag van f 27.396.156,Dat is dus
ruwweg een derde van de totale inkom
sten van de provincie. Eveneens een
derde deel van de provinciale inkomsten
bestaat uit een aantal rijksuitkeringen
ingevolge de Wet Uitkering Wegen en is
dus bestemd voor aanleg, verbetering en
onderhoud van de niet-rijkswegen in
Friesland. Van het resterende derde deel
komt ruim 9% miljoen uit de opbrengst
van de verontreinigingsheffing, bestemd
voor de bouw en exploitatie van zuive
ringsinstallaties, f 650.000,uit de op
brengst van leges, ruim 3% miljoen uit
een rijksbijdrage ter compensatie van de
vroegere opcenten op de grond- en per
sonele belasting, f 150.000,uit de rijks
bijdrage voor bevordering van de Friese
taal en cultuur, bijna 5 miljoen uit een
rijksbijdrage ten behoeve van de grote
kanalen in Friesland en 1,3 miljoen uit
een rijksbijdrage voor de waterschappen.
Op maandag 10 september J.l. is de
schutjascompetitie om het kampioen
schap van Bolsward weer gestart.
Er hadden zich 36 deelnemers,
waaronder 3 dames, gemeld in 't Trapke.
Na veel (zwaar) geschut kwamen de vol
gende prijswinnaars uit de strijd. Ie
prijs:A. Heins en W.de Boer.
2e prijs: D. de Jong en S. v.d. Werf., 3e
prijs: J. Altena en J. van Spanning., 4e
prijs: P. Scheltinga en G. de Jong., 5e
prijs: H. v.d. Zee en G. v.d. Weide.
Na deze openingsavond komen er nu nog
4 competitieavonden plus een slotavond
steeds op de tweede maandag van de
maand, behalve december, in ’t Trapke
en de Posthoorn om en om.
De organisatoren D. Altenburg, W. de
Boer en T. Oosterbaan kunnen op een
geslaagde competitiestart terugzien, en
roepen iedere schutjasliefhebber op om
op 8 oktober a.s. in de Posthoorn mee te
strijden om de schutjaseer van Bolsward.
Hwat hat
Het accftnt van de hulpverlening lag op
de "zedelijke verheffing” van de ge
vangenen via onderwijs en stichtelijke
beinvloeding.
Van enige nazorg was nauwelijks sprake.
De reclasseerders waren welwillende,
hulpvaardige vrijwilligers, meestal
afkomstig uit de „gegoede standen”. De
directeur van een plaatsingsbureau voor
ontslagen gevangenen wordt beschouwd
als de eerste beroepskracht. Dat was om
streeks de eeuwwisseling. Geleidelijk
breidde het aantal beroepskrachten zich
uit, zij het ook dat de beslissingen op
beleidsniveau bleven voorbehouden aan
vrijwilligers. Zij vormden de besturen
van de particuliere reclasseringsinstel-
lingen die op grond van verschillende le
vensbeschouwingen werden opgericht.
De relatie beroepskrachten-justitie werd
hechter naarmate de schriftelijke voor
lichting over de verdachte aan de rechter
een omvangrijke plaats ging innemen in
het reclasseringswerk. Deze rapportage
had (heeft) ten doel de rechter informa
tie te verschaffen over de persoonlijk
heid van de verdachte en de achtergron
den waartegen het delict zich heeft af
gespeeld,
Enkele forse uitgaven op de begroting
worden gevormd door de personeelsuit
gaven: ruim 7 miljoen en de subsidies:
rond 9 miljoen (plus een gereserveerde
verhoging van f 1.172.300,Water
staat, verkeer en vervoer vergen met een
uitgave van ruim 60 miljoen de hoofd
moot van de begroting. Voor de dekking
van de lasten van eventueel nieuwe ka
pitaalsuitgaven is in 1974 f 504.200,be
schikbaar. De financieringsbehoefte voor
Het feit dat crimineel gedrag lang niet
altijd wordt opgespoord en veroordeeld
(op een miljoen misdrijven per jaar
spoort de politie 1200 verdachten op en
daarvan worden er door de officier van
justitie maar 600 voor de rechter ge
bracht!) toont wel duidelijk aan dat het
op zijn minst onrechtvaardig is de weine
gen die worden veroordeeld, tot „zonde
bokken” in de samenleving aan te
wijzen.
Uit de aanbiedingsbrief bij de ontwerp
begroting 1974 blijkt, dat er enkele be
langrijke beleidsstukken onderweg zijn
bij de provincie. De oplossing van het
probleem van de netverzwaring van
agrarische bedrijven is in zicht, de ge
meentelijke herindeling zal weer aan de
orde komen, want de ambtelijke werk
groep, die daarmee bezig is, is bijna
klaar met haar rapport, er is een provin
ciale beleidsnota op komst over de re
creatieve ontwikkeling van Friesland, de
verordening Landschapsschoon merenge
bied wordt omgebouwd tot een meer al
gemene landschapsverordening, er komt
een ontwerp-subsidieregeling voor het
jeugd- en jongerenwerk, een nota over
de positie van de werkende jongeren, een
planningsrapport over voorzieningen
voor geestelijk gehandicapten, er zijn
voorstellen in de maak tot regeling van
de organisatie en de uitvoering van het
ambtenarenvervoer, het onderwijsbege-
leidingswerk zal waarschijnlijk z’n nieu
we organisatorische gestalte krijgen, er
komt een vervolg-nota op de Friese cul
tuurnota „Kultureel Perspektyf”, de con
centratie van boezemwaterschappen zal
worden afgerond en er komt een provin
ciale verordening bodemverontreiniging.
1974 is geraamd op ruim 170 miljoen
gulden, waarvan 131% miljoen gedekt
zal moeten worden door vaste geldlenin
gen. Het zogenaamde stuwmeer van ge
meentelijke financieringsaanvragen, dat
in 1972 nog f 102,5 miljoen beliep, be
droeg per 1 januari 1973 rond f 42 mil
joen en was per 15 augustus 1973 weer
opgelopen tot rond f 70 miljoen.
zijn vondsten
het begin van
een stroompje,
een geul een
sequenties kunnen hebben. In Bolsward
zijn b.v. panden, die de voordeur aan de
Marktstraat hebben en de achterdeur
aan de Hoogstraat, in de volksmond nog
altijd „It Hoogje”. Hier zien we een
paar voorbeelden van. Gelukkig heeft
een van de bewoners zijn naam op de
deur geschilderd, zij het dan wat ama
teuristisch, zodat u niet lang behoeft te
zoeken. Wat maken zulke bouwsels toch
de charme uit van een oud straatje in de
binnenstad! Dat het wat is uitgewoond,
dat er wel een plank loszit, een bepleis
tering afbrokkelt, och het' is allemaal
niet zo erg. Dat de katten vrij spel heb
ben, het verhoogt alleen maar de pret.
Bovendien is deze foto niet meer en niet
minder dan een stukje confrontatie met
de historie. Niet met die van de laatste
jaren, maar met die van eeuwen, ja met
die van meer dan duizend jaar geleden!
Immers het allereerste begin van wat
Bolsward is, moet het opwerpen van een
terpje zijn geweest, genaamd Oldehove,
waar nu nog steeds de Martinikerk op
staat. Het terpje (er
gedaan die dateren van
onze jaartelling) lag aan
misschien beter gezegd
zijarm en uitlopa? van de Middelzee die
eens Oostergo van Westergo scheidde.
Dit stroompje is gedeeltelijk nog over in
de vorm van de gracht langs het Zand,
de Marktstraat en de Dijlakker (vroeger
ook langs de Bargefenne). Langs dit
stroompje werd een dijk opgeworpen.
Straatnamen als de Dijk en Dijkstraat
hielden de herinnering hieraan nog lang
levendig. De laatste doet dit nog. Welnu
die dijk werd als vluchtheuvel ook tot
een langgerekte terp. Het hoogtepunt
ervan ligt tussen de Marktstraat en de
Hoogstraat, maar dan het meest dicht
aan de Hoogstraat die evenals de Withe
renstraat wel wat zal zijn uitgegraven
om het klimmen wat te vergemakkelij
ken. Dit neemt niet weg, dat men nu nog
steeds stoepen moet beklimmen om zelfs
vanuit de toch al hoge Hoogstraat de
achtertuinen van de woningen aan de
marktstraat te bereiken. In de stoep van
de achterdeur van fa. Wolke is zelfs een
soort glooiend wielpad voor een kruiwa
gen uitgespaard (helaas op de foto
minder zichtbaar) Al met al een verruk
kelijk hoekje, dat ons meer aanspreekt,
dan de gestroomlijnde prefabrikated
kanteldeuren van autoboxen, die ook in
Bolswards achterstraatjes de plaats hoe
langer hoe meer innemen van de
eenvoudige huisjes met vierkante
raampjes en geraniums en fuchsia’s
(beitsjeblommem) in de vensterbank. Je
zou bijna geneigd zijn zo’n hoekje op de
monumentenlijst te plaatsen. Iets van
het oude Bolsward moet toch bewaard
blijven.
Er zijn huizen met voordeuren en er zijn
er met achterdeuren, soms met beide.
In de tijd, dat - ook bij de busmaat
schappijen de klant nog koning was en
er op verzoek ook naar hartelust werd
gestopt en uitgelaten buiten de
officiële halteplaatsen, bleek het een
conductrice niet gemakkelijk het een
vrouw, we menen te Winsum, naar de
zin te maken. „Noch efkes fierder,” zei
de vijouw en toen de bus reeds stopte,
„Noch efkes”, en bij een hernieuwde
poging: „Krekt to fier!”, waarbij de
welmoed Hemrica, overigens de vrien
delijkheid zelve, de dame vroeg: „Hwer
wol mefrou der üt, by de foardoar of by
de efterdoar?”. Hoe dit gesprek verder
is afgelopen vermeldt deze meermalen
voor waar vertelde anecdote niet, maar
zou een chauffeur eenzelfde aanbod doen
in Bolsward, dan zou dit wel eens con-
Men kin soms üngelyk ha troch de wize
hwerop men gelyk hat.
'"’‘fa
M/M /Mr r^rr'/MMr -.vr - M. ÜZ'MM:
■W Os