Het midden kleinbedrijf de en m detailhandel in 1975 De Romaanse kerkbouwkunst m de Nederlanden Gahe Shroar Werkgevers en werknemers veelal samen in moeilijkheden I iiiiiiiii’iniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiii Fan stêd en lan concerten llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll STREEKBLAD VOOR WEST- EN ZUIDWEST FRIESLAND Op 7 juni te Bols ward weer orgel- ■so 114e JAARGANG No. 43 DINSDAG 3 JUNI ID7-5 r mm. Contractprijs op aanvraag Wymbritseradeel. Werkloosheid Levensmiddelenbedrqven HET VOORZIENINGSNIVEAU Duurzame goederen Zaken verdwijnen Hwat haf üs hjoed to sizzen vervolg op pagina 2 TA DE OANTINS FAN TJIPKE VISSER zeer Het Monumentenjaar brengt een stortvloed van boeken over het Nederlandse mo- numentenbezit met zich mee - dat is nu na enkele maanden wel bekend. De Wal burg Pers in Zutphen heeft er kortgeleden één aan de rü toegevoegd. En wat voor een. De Romaanse Kerkbouwkunst is een van de beste boeken over Nederlandse bouwkunst die in de afgelopen paar jaar op de markt gekomen zün. Het gaat om een periode waaraan in specialistische artikelen in vakbladen vrij veel aandacht is besteed, maar dat materiaal is nu in een overzichteljjk geheel b|j elkaar gebracht, en verrijkt met de inzichten van de zeer deskundige schrijver, prof. dr. E. H. ter Kuile. Professor Ter Kuile was 34 jaar in dienst van de Rijksdienst Monumenten zorg (in 1965 ging hjj met pensioen) en daarbij doceerde hjj 29 jaar aan de T.H. in Delft. In die tijd heeft hij een indrukwekkende rü publicaties op zün naam ge bracht. van deze bedrijven wordt in 1975 dan ook een gunstige inkomensontwikkeling verwacht. Toch zullen er in 1975 on dernemers zijn die de race niet kunnen volhouden en hun winkels sluiten. De werkgelegenheid in zijn totaliteit in deze sector van het bedrijfsleven zal in elk geval niet dalen, zo luiden de verwach tingen; een lichte stijging van het aantal beschikbare arbeidsplaatsen ligt in het verschiet. Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGS Uitg. A. J. OSINGA b.v., Bolsward Administratie - en Redactie-adres: Marktstraat 13 - Postbus 5 Tel. 3044 - na 18.30 uur 2660 of 2335 (05157) De slimste pleagen foar in skipper binne in lek skip en in lilk wiif Bolswanls Nieuwsblad zijn bijvoorbeeld elektrische apparaten; tot de overige uitgaven behoren o.a. va kantie, huren, medische verzorging, ver zekeringen, electriciteit, gas en water. Met het Stijgen van het inkomen en de welvaart wordt minder aan voedings- en genotmiddelen uitgegeven. In 1960 werd nog 37,2 pct. van alle uitgaven aan deze goederengroep besteed. In 1974 was dat gedaald tot 24,8 pet. Naar verhouding is aan de tweede groep, duurzame ver- bruiksgoederen, hetzelfde uitgegeven; in 1960 27,2 pet., in 1974 27,6 pet. De uit gaven aan de overige goederen zijn der halve sterk gestegen; van 35,6 pet. in 1960 tot 47,6 pet. in 1974. Sinds het begin van de zestiger jaren is het aantal levensmiddelenwinkels con tinu gedaald. Daartegenover staat dat de bevolking in die periode steeg, zij het in de laatste jaren niet zo sterk meer. Deze twee aan elkaar tegengestelde ontwikke lingen hebben tot gevolg gehad dat het aantal levensmiddelenzaken per 10.000 inwoners in de loop van de tijd flink is gedaald. Waren er in 1963 nog 80 win kels per 10.000 inwoners, in 1973 was dat aantal gedaald tot 50. De vraag is of de konsumenten als gevolg van deze ont wikkeling nog wel op de juiste wijze van goederen worden voorzien. Soorten van uitgaven De consumentenuitgaven worden onder scheiden in voedings- en genotmiddelen, duurzame verbruiksgoederen en overige Op zaterdag over een week wordt in de Martinikerk weer het nationale orgel- concours gehouden voor jonge improvi satoren. Er hebben zich voor dit con cours drie kandidaten opgegeven: Jan van Gijn (Krimpen aan de IJssel) Johannes Jozel Wielakker (Kerkdriel) en Joost Langeveld (Nijmegen). Zij onder werpen zich aan twee opdrachten. In de eerste plaats moet op het koororgel van de Martinikerk een koraal worden ge harmoniseerd, gevolgd door een koraal- partita. Vervolgens wordt er een impro visatie verwacht op het grote Hinsch- orgel. Tot kort voor het optreden blijft de exacte opdracht onbekend aan de deelnemers. De jury wordt gevormd door Albert de Klerk te Haarlem, Johan van Dommele te Arnhem en Jan Wei mers te Nijmegen. Na afloop van het concours vindt in het stadhuis van Bolsward de prijsuitreiking plaats. Ter inleiding van het concours en tijdens het juryberaad concerteert het Nederlands Kamerkoor o.l.v. Harts van Homberg. De Nederlandse economie geeft reden tot zorg; de werkgelegenheid is sterk afge nomen. Ongeveer 4% van de tot werken in staat zijnde mensen hebben geen werk. Bovendien zijn de prijzen in de afgelopen jaren sterk opgelopen. Vele ondernemin gen waarvan ongeveer 90% tot het midden- en kleinbedrijf behoort, kampen met dalende winsten. De inkomens van zelfstandigen in het midden- en kleinbedrüf zijn in 1974 op hetzelfde peil gebleven maar de prijzen zijn in 1974 met 9,5% ge* stegen. In feite zün de inkomens van zelfstandigen dus gedaald. Deze gang van zaken komt beter tot uiting wanneer we de dalende inkomens van zelfstandigen vergelüken met de loonsverhoging die werknemers in 1974 bij hun werkgevers hebben bewerkstelligd. De lonen zün in 1974 namelijk met tenminste 12,5 ge stegen. Dat betekent, rekening houdend met prüsstügingen, een reële inkomens verbetering van 2,5 Werknemers zyn er in 1974 dus meer op vooruitgegaan dan hun werkgevers. Dat gaat al een paar jaar zo en het is dan ook begrijpelijk dat vele ondernemers de toekomst niet meer zien zitten. Niet alleen in de industrie ontstaat dus werkloosheid. Helaas heeft het midden- en kleinbedrijf daar ook een flink aandeel in. In 1973 daalde de werkge legenheid in het midden- en kleinbedrijf met 1 pet. Zowel het aantal ondernemers als het aantal werknemers daalde. Er kwamen ongeveer 10.000 werklozen bij. In 1974 is de werkgelegenheid in het midden- Abonnementsprijs f 9.50 p. kwartaal (bij vooruitbetaling) Giro 887926 Bovenstaande ontwikkelingen hebben verschillende gevolgen door diverse groepen ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. Levensmiddelenwinkels zullen het in de toekomst moeilijker krijgen; in 1975 zullen ze niet veel meer kunnen verkopen dan in het afgelopen jaar. Bovendien is de concurentie tussen deze bedrijven onderling zo hevig dat dat de prijzen laag houdt. Het inkomen van de ondernemers zal daardoor te lij den krijgen. Voor deze ondernemers is het dubbel triest daar in 1974 hun reële inkomens ook al zijn gedaald. Ook voor werknemers in deze sector van het be drijfsleven zal 1975 geen prettig jaar worden. Verwacht wordt dat de werkge legenheid dit jaar in deze sector achter uitgaat. Voor het eerst zullen werkne mers worden afgestoten. Bestedingen In de zestiger jaren zijn de gezinsuitga ven jaarlijks met gemiddeld 6 pet. ge stegen. Na 1970 is daar verandering in gekomen. De consumptie steeg niet zo fors meer; deze bleef beperkt tot ong. 3 pet. De oorzaken van deze terugval zijn maar voor een deel te verklaren uit de geringere groei van het beschikbare inkomen. De collectieve bestedingen en dus de belastingen nemen toe, daarnaast is toch ook sprake van conjuncturele onderbesteding. Alles bijeengenomen zal de groei van de bestedingen zich tenminste stabaliseren op een aanmer kelijk lager niveau dan dat van de jaren zestig. Voor 1975 wordt een stijging van 4 pet. verwacht mede onder invloed van de regeringsmaatregelen ter bestrijding van de werkgelegenheid en stimulering van de economie. Voor ondernemers die duurzame con sumptiegoederen verkopen, zijn de ont wikkelingen soms gunstiger verlopen. Soms slechter. De automobielverkoop was bijvoorbeeld slecht. De groei in de bestedingen is waarschijnlijk sterker ge weest dan de gemiddelde stijging van de nationale particuliere bestedingen. Een voordeel voor de ondernemingen die deze goederen en diensten verkopen is dat zij de gestegen kosten in grote mate wel in de prijzen doorberekenen. Het ge volg is een redelijke ontwikkeling van het inkomen van de ondernemer in 1974 na een moeilijk jaar 1973. De werkge legenheid zal de gunstige gevolgen van deze ontwikkeling ondervinden, na een kleine aarzeling in 1974. Voor een aantal It is dit jier al wer 20 jier lyn dat 78 jier öld de ald-Warkumer byldhouwer Tsjipke Visser forstoarn is. Hjir en der yn Fryslan, binammen yn Warkum is noch wurk fan him biwarre. Syn dochter Marijcke - lyk as har heit kunstsinnich bijeftige, makke ü.o. it moaije amtskeat- ling foar de Boalserter boargemaster. Sa binne der dus noch altyd oantinkings. Tsjipke waerd de 12e desimber 1876 yn Warkum berne as soan fan de houtkea- per Tsjebbe Visser, dy’t dêr in houtmole hie. Syn heit kaem yn 1892, noch mar fiif-en-fjirtich jier Md, wei to reitsjen; de widdou die omdóch writen de houthan- nel fuort to setten en it koste har hiel hwat noed en soarch de beide bern Tsjipke en Itsk in goede opfieding to jaen. Mar hja wie in krigele frou, tear oer de bern, dat dy hawwe gans oan har to tankjen hawn. Sa likernóch bigjint syn lettere freon H. Martin in oriëntearjend artikel oer dizze Fryske kunstner, destiids opnommen yn De Tsjerne. Op 'e boargerskoalle hie er allinne nocht en niget oan de tekenlessen; ja, yn ’e fjirde klasse mocht er seis stillibbens yn Steeds meer komt het voor dat in een dorp, wijk of buurt, bepaalde voorzieningen zoals levensmiddelenwin kels, kappers etc. niet aanwezig zijn. Het voorzienihgsniveau gaat erdoor achter uit. Ook kostenstijgingen zijn hiervan de oorzaak. De omzet waarbij de ondernemer nog een aanvaardbaar in komen kan verdienen, zou in hetzelfde tempo moeten stijgen als de kostenver hogingen en in het bijzonder de loon kosten. Uit berekeningen is gebleken dat wanneer alle bestaande ondernemingen op 1 januari 1975 zo’n omzet zouden be halen, de totale berekende omzet van al deze ondernemingen groter is dan de werkelijke behaalde omzetten op dat moment. Dit houdt in dat niet alle 340 stiks. Wurken dy’t inoar tige ünt- rinne, lyk as minskefigueren, portret bustes, reliëfs, maskers, grêfmonuminten, tinkstiennen, bou-byldhouwurken en al- derhanne gebrüksfoarwerpen. Dizze byldhouwer wie it type fan de stoe re, oprjochte Fries; nei buten ta koel- saeklik, mar yn wezen tige fynfielend en nèt sentiminteel. Hy wie ienfaldich en biskieden fan bistean, in fijan fan oer- driuwing en oanstellerij. Men wist hwat men oan him hie. Syn karakter strykt mei syn wurk, dat suver, earlik en deeglik is, mar tagelyk in greate gefoe- lichheit foar foarm en geastlike ynhald sjen lit. Syn kunst is wol net swier djip- sinnich en likemin in bitooch foar ien of oar idéael. Hja fordjippet har mei fol- slein oerjefte yn it werjaen fan minske en dier. Ek syn kunst har by de tiid lans fierder üntjaen en fordjipje kinnen. It is net mooglik yn in koart oersjoch lykas dit, mei in mannich reproduksjes fan syn wurk der by, in folslein byld to jaen fan Tjipke Visser’s masterskip. Sa net, yn Fryslan fait hjir en dér ek wol hwat fan syn wurk to üntdekken, yn üs omkriten ü.o.: 1923: Skoarstien- en trep- forsierings yn it hüs fan A. Gaastra to Warkum; en dan yn 1943: Doopfont, foar- lêzersbuordtsje, bekling predikantsstoél, lofwurk oan luifels en stilen fan koar- banken yn Ned. Herf. tsjerke to War kum. Fan Piter Jelles (Stiens) en hiel hwat oa- re bikende Nederlanners hat er byltnis- sen makke. It Nederlanske leger hat by Prinses Juliana har houlik yn 1937 in keamerskearm oanbean; Visser byldhou- de dêr tolve panielen foar. Yn it bywêzen fan gans in rige freonen en goekunden is syn omskot fan de Frys ke byldhouwer Tsjipke Visser op Wester- veld kremearre. Alhoewol’t de forstoarne ornearre wie, der soe net sprutsen wur- de, forsocht Marijcke de hear Martin as syn Sldste en neiste freon in bitinkings- rede üt to sprekken. Tsjipke’ jiske rest yn it famyljegrêf to Warkum, dêr’t syn dochter Marijcke yn- dertiid de moaije grêfstien foar beitele hat. oaljeferve skilderje! Men kin hast fan tinken wol hawwe dat er, nei it eineksa- men H.B.S., bisleat him alhiel oan de kunst to jaen. Nei’t er de middelbere ak te helle hie, folge er de jounlessen oan de Ryksakademy foar Byldzjende Kun sten to Amsterdam. Hy studearre nei it neaken en boetsearre in jier lang op de Skoalle foar Kunstniverheit dêrre. Nei- tiid skildere er in jier lang yn Gaester- lan, mar it die bliken, hy hie mei de skilderkunst gjin sukses, dat der moast bisocht wurde op in oare wize oan ’e kost to kommen. Hy krige doe in bineaming as tekenmaster oan in jounskoalle to Edam op in salaris fan fyftich gou- ne yn ’e moanne. Tiden fan fülbannich arbeidzjen folgen. De fiskersbifolking fan Volendam makke greate yndruk op üs jonge kunstner. It stoere wezen fan dy fiskerlju en de aparte plastyk dy’t mei har typyske klaeijing gearhong, loek him oan. Tsjipke taestte nei beitel en hout en sa skoep er seis jier lang de forneamde bylden en groepen, dêr’t er yn koarte tiid tige namme mei krige. It oanwinnend sukses mei de byldhou- kunst wie de reden dat er yn 1907 nei Bergen forhuze, dêr’t er in hüs mei in royael atelier sette liet en dêr’t er oant fuort foar syn dea ta wenne hat. Yn 1911 teach er nei Parys om yn ien fan de greatste brünsjitterijen in heal jier lang de kunst fan it brünsjitten to bistudearjen. Syn frijfeintebistean kaem yn 1915 in ein oan, doe’t er troude mei Maria Hoeben. By har krige er in famke, Marijcke. Mar itselde jier forstoar hja en liet de byldhouwer en syn bern yn ien- sumheit efter. It wie oarloch en reizgjen koe neat fan komme. Doe naem er it bi- slüt yn „Artls” oan de slach to gean. Dêrsa kamen dy wündermoaije statuetten fan fügels en oare dieren fa stén: yn brüns, yn sulver, yn koromandel en oare houtsoarten, yn ierdewurk ek. Nei de oarloch rjochte er yn Amsterdam de Nederlandse Kring van Beeldhouwers op, dêr’t er trije jier oanien foarsitter fan wie. Yn 1926 gie Tsjike Visser opnij in houlik oan en troude mei Johanna de Geus, jongste bern üt in keppel fan sawntjin. Hja hie krektlyk as har man oer de jierren 1902-1948 net minder as Leefbaarheid De leefbaarheid van woongebieden zou nog meer verslechteren. Gesteld kan worden dat ondernemers die nu geen re delijk inkomen behalen, het voorzie- ningsniveau of de leefbaarheid in stand houden op eigen kosten. Bedrijven die de strijd staken en hun deuren voor goed sluiten, zorgen ervoor dat andere bedrijven de vrijkomende omzetten kunnen verwerven. Hierdoor is het mogelijk dat bedrijven, die zich nog staande kunnen houden, het iets langer vol kunnen houden. De oplossing van dit moeilijke va-aagstuk is niet gemakkelijk te geven. Bij de planning van winkel en dienstenapparaten zal meer dan tot nu toe rekening moeten worden gehouden met het aanbieden van bedrijfsruimte die betaalbaar is voor de ondernemer en gunstig gelegen is ten opzichte van de consument die er gebruik van zal maken. Zoals zovele andere algemene voorzieningen bijdragen tot de leefbaar heid van woonwijken, kunnen ook win kels daartoe een belangrijke bijdrage leveren. ontwikkelingen gevolgen door klein deel van de grote kerkelijke bouw activiteit na circa het jaar 1000. Belang- rijker zijn de kerken die voor het kerk volk gebouwd werden. De vorm waarin die opgetrokken werden vertoont, naast de gemeenschappelijke stijlkenmerken van het Romaans, nogal wat variatie. De groep van de romaanse kerken in de Nederlanden omvat een zeer eenvoudig dorpskerkje in Bierum (Gr.) - een zaal tje met een toren -, en imposante archi- tektuur zoals de rijke St. Servaas in Maastricht, die verscheidene torens heeft en een veel ingewikkelder binnenruimte, met galerijen, kapellen en andere nevenruimten. De vorm van de kerk weerspiegelt natuurlijk de positie die de Kerk ter plaatse innam. De bisschop be klemtoonde zijn hoge plaats in de kerke lijke organisatie ook door de pracht van het kerkgebouw dat onder zijn leiding gesticht werd. Hij beschikte over de Verschijnt in: Bolsward, Baarderadeel, Hennaarderadeel, Hindeloopen, Wonseradeel, Workum en inkomen kunnen krijgen. Vele onderne mers lijden eigenlijk verlies. Geschat kan worden dat deze groep uit meer dan de helft van het aantal ondernemers in het midden- en kleinbedrijf bestaat. Als zij er niet meer zouden zijn, wat zou er dan overblijven van de distributie van levensmidddelen? De tijd die de consu ment kwijt zou zijn aan het doen van baodschappen zou waarscijnlijk meer dan verdubbeld worden. in swalkersaerd, dat hja swurven to- gearre faek de wrald yn, fan Upsala nei Assoean en fan de Balkan nei Algiers. Letter dagen üntwurp er in sylmotor- jacht „Horza” (neamd nei de feart mei dy namme ünder Warkum?), dêr’t er sim mers oanien mei frou en dochter de wet- ters fan Nederllan en Bellgë mei bifear. Graech mocht er dan aide stêdden bi- sjen en musea bisykje, dat wettersport en kunstgeniet krigen beide har gerak sokke tiden. De 28e novimber 1936, by gelegenheit fan syn sechstichste jierdei, waerd Tsjip ke Visser to Amsterdam huidige. In grea te ütstalling fan syn oeuvre yn it Ge meentemuseum joech in folslein oersjoch fan Tsjipke’s masterskip. Syn bineaming ta Ridder yn de Oarder fan Oranje-nas- sau dat jiers wie dan ek in wolfortsjinne ünderskieding. De twadde wraldoarloch briek üt en Tsjipke waerd troch de Dütskers fan hüs en hurd forballe. Frijhwat klisjé’s, foto’s en al sa meat hawwe de nazi-van- dalen stellen of forrinnewearre. Hy sette him yn Amsterdam nei wenjen en ar- beide yn syn dochter Marijcke har ate lier. Yn de hongerwinter fan ’44-’45 krige mefrou Visser har gestel it sadanich wei, dat Tsjipke syn trouwe oarehelte noch yn it fredesjier kaem to forliezen. Alhoe- wol’t er seis dat léste oarlochsjier, li- chaemlik sagoed as geastlik, ek in dani- gen tobekset krige hie, hat Tsjipke it yn alle ellinde fan de bisettingstiid dochs forhelje kinnen troch syn heil to sykjen yn it him mei tawijjing jaen oan syn wurk. Dat makke it him makliker de minskeslachting as op in distansje to sjen. Dochs is de kunstner neiitiid nea wer de aide wurden en fysk hieltyd mear ófta- kele. Syn léste libbensjierren arbeide er mar mear by hea en by gêrs. Syn tril- jende hannen en forstiivjende skonken dy’t net mear mei woene, makken him oplêst it arbeidzjen ünmooglik. Dat moat foar sa’n stüfe bodder in hurd stik west hawwe. Mei Tsjipke Visser is in heech bijeftige en ien fan üs meast produktive kunstners hinnegien. In list fan syn wurken. neamt en kleinbedrijf teruggelopen met 2,5 pet., in 1975 verwacht men een daling van 1,5 pet. Regeringsmaatregelen ter bestrijding van de werkloosheid zullen dus ook ge richt moeten zijn op het in stand houden en creëren van werkgelegenheid in de detailhandel. De inleiding van zijn nieuwe boek ver klaart de titel. Romaanse bouwkunst is de eerste bouwstijl met een eigen gezicht die in west-europa „uitgevonden” werd na het einde van de Klassieke Oudheid, met de ronde boog als meest karakteristieke vorm. En het begrip „De Nederlanden”, dat in de late Middel eeuwen ontstond door de ontwikkeling van het Bourgondische rijk. Het was het gebied van het tegenwoordige België en Nederland, en toen opgedeeld in vijf bis dommen: Luik, Utrecht, Kamerijk, Doornik en Terwaan (Thérouanne). Deze indeling naar bisdommen heeft Ter Kuile aangehouden om de kerken die hij beschrijft te groeperen. Wel logisch, want die kerken werden per bisdom door het centrale bisschoppelijke gezag gesticht. Ter Kuile begint bij de Karolingische kerken: de eerste fase van de romaanse architectuur, die aan het hof van Karei de Grote en zijn direkte opvolgers ontstond. Het hoogtepunt van die bouwtrant is de paleiskapel van Karei de Grote zelf, het Munster van Aken (in 792 begonnen). Het is een rond gebouw voor een gewone kerk geen handzame vorm, maar wel geschikt voor een bijzonder heiligdom, zoals eigen kapellen van vorsten of andere machts hebbers. In die laatste gevallen is de pa leiskapel van Karei inderdaad als voor beeld gebruikt (zes keer in de Nederlan den). Een mooi overblijfsel daarvan is de kapel in -Nijmegen, die waarschijnlijk gebouwd is door keizer Koenraad II (1024 -. 1039). In ongeveer dezelfde tijd verrees in Groningen de St. Walburgs- kapel, die zeer indrukwekkend geweest moet zijn. We weten dat alleen maar uit oude berichten en recente opgravingen van de fundamenten, want al in 1627 werd het gebouw afgebroken (het stond vlakbij de huidige Martinikerk). Waarom werd de kapel van Karei de Grote een voorbeeld? Waarschijnlijk niet omdat men vond dat die een mooie vorm had, maar omdat dat type gebouw een machtspositie ging symboliseren. Deze kapellen waren maar Advertentieprijs 30 et. per Ingez. mededelingen dubbel tarief -X o een

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1975 | | pagina 1