SURINAME. No. 5. WOENSDAG 16 JANUARI 1895. Buitenlandsch Nieuws. Officiéél gedeelte. Vijf en twintigste Jaargang. I I Y. KUIPERS, FIRMA H BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM In eens dus een woordenvloed van beteeke- nis, die ’t ijs tusschen ons geheel had verbro ken. Al spoedig waren we gezellig en wel beneden gezeten en vernamen we van den nu spraaklievenden vreemdeling dat hij in Suri name thuis behoorde en daar planter was. Hij had die affaire van zijn vader en deze weder JIMS- n till Ml ll \l II min mini i iiii sl tvi. Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. uur. zijn oud-kanselier plaats men ver- van Guyana den grootsten bloei. UITGEVER: Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 85 cent. Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents Voor eiken rege] meer 7| cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lag Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever Waarom daarheen met voldoende hulp en vol doenden waarborg dan geene eigen werkkrach ten? Ligt de oplossing in de aardrijkskundige gesteldheid? Hoort, wat daaromtrent de heer «N, W. Posthumus in zijn beknopt Leerboek is Vrijdag der Aardrijkskunde (uifgave van Campagne en prins Bismarck een bloemstuk te overhandigen zoon te Tiel) vermeldt1- j-j—i:_~ -rz m »Guyano.” DUITSCHLAND. heeft de Rijksdag het ontwerp tot bestrijding van revolutionaire woelingen naar eene commis sie verwezen. In den loop der beraadslagingen verklaarde de Rijkskanselier, dat voor het welzijn van den werkenden stand ook verder zou gezorgd worden; hier echter gold het een bestrijding van internationale vergrijpen tegen de maatschappij, waarbij de Regeeringen bij de natie en naar te hopen was ook bij de meerderheid des Rijksdags steun zouden vinden. zijn Noordkust dus veel nader aan ons dan j (Levendige toejuichingen rechts.) De minister van Oorlog en de vice-minister Staten Brazilië en koloniën Franse^-, Nederlandsch- en Guyana, j 27,000 inwoners op 2200 mijlen (3 we Suriname ook door eigen ENGELAND, werkkrachten in dubbelen zin gezond kunnen I heeft Vrijdag aan de Bank maken moge aan de orde gesteld worden en zijn antwoord dubbele behartiging verdienen. H. en oproer liedjes dichter Gérault-Richard in de te berde gebracht. Deze een paar duizend Parijsche men weet, wegens een V. Köller kwamen krachtig op tegen de aanvallen der sociaal democraten op het leger en de politie. Graaf Moltke, de vleugel-adjudant des Keizers, naar Friedrichsruhe vertrokken om Brieven en Berichtende Redactie betreffende franco aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 Advortentiön Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur. maar genoegen zijne meening in ruime- kring bekend te kunnen maken, vooral nu we op deze hoofdstad later terug. Voor heden hebben we dan de wetenschap, dat ’t daar aan gezondheid wel een weinig te wenschen over laat, hoewel toch het Engelsche deel die be wering logenstraft. Ook hebben we enkele militairen uit »onze West” gesproken, die daar ginder steeds eene voldoende gezondheid hadden genoten. Tot eene gevaarlijke landverhuizing Kamer vervolgens zouden we in geen enkel geval onzen landge- nen hem een mededeeling namens Z. M. te Men mag wel aannemen, dat dit hulde- eene herinnering is aan de verzoening, De heer Mackintosch is reeds ter ziele, ’t doet ons ren Suriname meer en meer de aandacht begint te trekken en omtrent de aangelegenheden dezer kolonie nog onlangs bij de Kamerdebat- ten een warm pleidooi werd geleverd door den heer mr. A. Kerdijk. Diens woorden betroffen 1 de jammerlijke uitzending van een aantal Ja- vaansche koelies als werkkrachten voor de kolonie in «onze West”, zooals men Suriname zoo ongeveer gelieft te noemen in tegenstelling van »onze Oost”. Die i gevolgen in het midden latende, bewijst ze op haar zelve dat de Regeering instemt met het gevoelen van wijlen den heer Mackintosch, dat Suriname behoefte heeft aan betere werkkrach ten. Of nu de Javaansche koelies daarin kun nen voorzien? Eene eerste poging schijnt tamelijk mislukt te zijnal moge dit dan ook door bijzondere redenen wezen Maar waarom wordt het Nederlandschen werklieden niet gemakkelijk gemaakt derwaarts te trekken en hun een behoorlijk loon van Rijkswege verzekerd. Men klaagt ten onzent toch zooveel over werkeloosheid en als daar ginder nu werk in overvloed is te vinden Ziet, tal van jeugdige krachten zijn naar Noord Amerika vertrokken, ook een aantal, zelfs met gezinnen, naar Zuid-Amerika, naar Argentinië. Nu ligt Suriname ook in Zuid Amerika en wel aan Argentinië. Intusschen duurde die ongesteldheid niet bij zonder lang, want betrekkelijk korten tijd daar na vervoegde hij zich weder bij ons met de woorden: »Ja, ziet u, mijnheer! ik kon u daar zoo pas moeielijk antwoord geven. Reeds toen ik van huis ging, gevoelde ik mij zoo tamelijk onwel. Ik had gehoopt, dat de zee me wel weer in ’t reine zou brengen, doch ’t gebeurde niet en, wat ik nu op den Atlantischen oceaan niet heb gevonden, komt me hier over, op dat kleine gat, dat men nog wel Zuiderzee noemt, enfin ik gevoel dat ik er aardig van opge knapt ben. Ik heb een uitstapje gemaakt naar Leeuwarden over land en keer thans weer naar Amsterdam terug.” BELGIE. De Etoile Beige zegt het bericht der Temps, volgens hetwelk het tractaat, waar bij de Congo Staat door België wordt overge nomen, geteekend is, uit goede bron te kunnen bevestigen. Men verwacht, dat het desbe treffend wetsontwerp nu ook dezer dagen bij de Belgische Kamer zal worden ingediend. BUENOS-AYRES. Naar men uit Monte video meldt hebben de Braziliaanscbe Regee- ringstroepen, in Rio-Grande opstandelingen vervolgende, de grens overschreden en een officier, benevens drie soldaten van Uruguay, die zich daartegen verzetteden, gedood. van diens vader overgenomen. De kleinzoon was nu in Amsterdam gekomen met de zooge naamde Surinaamsehe inboorlingen en hij had nog een paar dagen geleden de eer genoten deze op het terrein der tentoonstelling aan II. M. de Koningin der Nederlanden te mogen voorstellen. Op onze vraag of we dan het genoegen hadden met den beer Mackintosch te spreken zocht hij zijne portefeuille en over handigde ons zijn kaartje William Mackin tosch. Suriname”. In ruil gaven we ’t onze terug en waren met den ons nu beken den heer al spoedig in een druk gesprek ge wikkeld over de Nederlandsche kolonie Suri name en zijne behoeften. Veel van het toen besprokene herinneren we ons thans nog leven dig, onder anderen ook deze uitlating van den heer Mackintosch, »och ja, mijnheer, Suriname is een goed, een prachtig land en ’t is dubbel jammer dat Nederland zich aan deze kolonie niet meer gelegen laat liggen. Sedert de af schaffing der slavernij heet de kolonie altijd een lastpost, die niet genoeg opbrengt, maar hulp behoeft. En hulp ja, is zij noodig, maar in welken vorm? Suriname heeft behoefte aan werkkracht. De inboorlingen zijn flöm of ten minste onwetend, al kunnen ze wel over vol doende lichaamskracht beschikken. Maar ze weten geen spa te hanteeren, ze hebben geen oordeel over het werk. Als Nederland ons voor Suriname eens een honderdtal kranige boerenarbeiders leendedie als opzichters fun- geerende, of liever nog als practische onder wijzers den lieden voordeden, hoe ze behoorden te werken, geloof me, we zouden in Suriname een heel eind op den weg van beterschap zijn.” koelies De heer Mackintosch sprak met gloed en warmte en zijne redeneering maakte op ons den indruk van een ter plaatse bekende en van iemand, die de nuch dezulken, die zich de reis willen verkorten door *:eren waarheid sprak, een gezellig praatje te houden, poogden we een gesprek met dezen heer aan te knoopen en gebruikten daartoe de gewone inleiding van eene gunstige weder, scheen zeer onbeleefdalthans hij maakte afwijzend gebaar met zijn linkerhand en ver wijderde zich naar de verschansing, wij stonden n.l. op het achterdek. Al spoedig begrepen we de reden van ’s mans heengaan, ook hem had de zoogenaamde zeeziekte aangegrepen. VERGADERING van den RAAD der gemeente Hkmelümek Oldefhaert en Nookdwolde, op Zaterdag den 19 Januari 1895, des voormiddags te ure. Punten van behandeling I. Ingekomen stukken en mededeelingen. II. Benoeming van een armvoogd bij het bur gerlijk armbestuur te Elahuizen. III. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der verordening voor het brandwezen. IV. Rapport van de bouwcommissie betreffende den schooibouw te Nijega V Vaststelling van het primitief kohier hoofdelijken omslag over 1895 Koudum, den 14 Januari 1895. De Burgemeester, H. M. TROMP. en doen. sTusschen den Atlantischen Oceaan en de blijk Venezuela liggen de drie die ten vorigen jare den 12den Januari tusschen 1 1 Engelsch i Keizer Wilhelm en s Fransch Guyana of Cayenne heeft vond. Zondag heeft Rijkskanselier Von Hohenlohe zich naar prins Bismarck begeven. FRANKRIJK. Vrijdag is, gelijk j maal Nederland) Nederlandsch Guyana of Suriname is even groot (wij meenen na de beslissing der zoogenaamde Para quaestie wel het dubbele) wachtte, de zaak van den gewezen behanger en telt 65,000 inwoners (thans wordt het aan tal op slechts 50.000 geschat); Engelsch Guy- Fransche Kamer ana, bestaande uit de drie oud Nederlandsche uitverkorene van koloniën Demerara, Berbice en Essequibo, is socialisten zit, gelijk 4000 mijlen groot (6| maal Nederland) hoonend artikel tegen President Casimir-Perier, en heeft 260.000 inwoners. Zooals ook uit gevangen en nu verlangde zijn geestverwant het bevolkingscijfer is op te maken, bezit Engelsch Millerand dat de Kamer, als gehoorzame diena- Guyana den grootsten bloei. i »Het Nederlandsch gedeelte ligt in het mid den, en wordt van bet oostelijkste Fransche deel afgescheiden door de rivier de Marowyne, terwijl de Corantijn het van Engelsch Guyana scheidt. In gesteldheid van den bodem komen de drie koloniën overeen, en eveneens in kli maat, hetwelk hier warm en vochtig, en dus ongezond is. «Fransch-Guyana, met de hoofdstad Cayenne (8000 inw.), is berucht als deportatieplaats. »Engelsch Guyana is door den invoer van j en van vrije neger-arbeiders bekomen van den zwaren slag, dien de afschaffing der slavernij het had toegebracht. Aan den mond der Demerara ligt de levendige haven George town (47,000 inw.) aan Nieuw Amsterdam.” Omtrent Suriname en zijne hoofdstad Para maribo zwijgt dit leerboek. Wellicht komen (Een reisverhaal en nog wat.) ’t Was ten jare achttien honderd-drie en tachtig, het jaar van de Internationale Kolo niale Tentoonstelling te Amsterdam, dat we ons op een der stoombooten van de toenmaals bestaande Zuiderzee Maatschappij op reis der waarts bevonden, ’t Weer was tamelijk stor mig en buiig, hoewel het Mei heette. Of ’t aan die grillige omstandigheid te danken was, kunnen we niet uitmaken, maar er waren slechts weinige passagiers aan boord van het stoom schip. Behoudens een paar dames, die ’t al niet zeer wel maakten, trok onze aandacht een tamelijk gebruind heer van middelbaren leeftijd, eer mager dan gezet en zoo ongeveer van ge wone lengte. Zijne geheele houding en zijn j voorkomen boezemden vertrouwen in. Als ’t gewoonlijk onder passagiers gaat, altijd onder(’er za'<e kundige, J-11J’ i_ J -n i.j i f.pron waarVinirl onro gezellig praatje te houden, poogden gesprek met dezen heer aan gebruikten daartoe de gewone inleiding opmerking te maken over het minder Onze reisgenoot intusschen een resse van het Algemeen Stemrecht, d. w. z. van bovenbedoelde paar duizend kiezers, ’s mans invrijheidstelling bevelen zou, opdat hij zijn mandaat als Afgevaardigde vervullen kon. Het belangwekkende van het geval was de vraag, of de Regeering ten aanzien van dien fraaien eisen de Kabinetsquaestie stellen zou. Welnu, zij heeft dit werkelijk gedaan, ondanks de redeneering van hen die oordeelen dat zij, het recht der Kamer erkennende om te doen wat burger” Millerand verlangde, zich tegen de uitoefening van dat recht niet verzetten mocht. Minister Dupuy bracht in ’t midden dat de Souvereiniteit der natie, waardoor men beweerde dat het vonnis was te niet gedaan, berustte dien der Berbice bij de geheele natie, niet bij een of andere groep van menschen. Mocht de Kamer ondanks dit alles het voorstel aannemen, dan, eindigde de minister, zou het moeten worden uitgevoerd door een ander Kabinet. Na repliek van Millerand kwam de door dezen voorgestelde motie in stemming, waarbij de Kamer seischte, dat de uitvoering der veroordeeling van Gerault- Richard zou worden geschorst.” Zij werd met 309 tegen 218 stemmen verworpen. Met 345 tegen 167 stemmen weigerde de een voorstel tot het verlee- l onzen landge- i nen van amnestie voor politieke misdrijven nooten aansporen al vinden ze overal ook wat. spoedvereischend te verklaren. uitzending en hare Maar de vraag of we Suriname ook door eigen j ENGELAND. De firma Gebroeders Baring van Engeland het i geheele bedrag dat zij schuldig was wegens het voorschot in 1890 aan de firma gedaan, betaald. De garantie is dus afgeloopen. De Bank van Engeland deelde aan de bewindvoer ders mede, dat hunne verantwoordelijkheid opgebouden heeft, Met groote meerderheid

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1895 | | pagina 1