Moii^öiillioiiiliiiL
i
De
Officieel
Het Zool en de Noorder-
palage te Workum.
„Pacificatie”
gedeelte.
WOENSDAG 13 MAAKT 1895.
Jz.,
4
Y KUIPERS, firma h brandenburgh en zoon, te workum
1
Vijf en twintigste Jaargang.
MMS- ES IIIIWEVIIE-
IILIII Wil FlIlliSI. nn.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
l
1
brengen.
H.
A. Bakker en Jobs, Meijer.
«Volgens eene bestaande officieele kaart van
H.
3'
UITGEVER:
w.
renc
L
lir
tr
gestreden en zich vele
Haar komt bij heur
woord van hulde toe.
harer nagedachtenis
geerd.
De vrijzinnigen in den lande (zie boven)
i
l
vai
inv
bel
laa
Na
de
do
vo
te
he
tai
ren,
leden voor de Staten van Fries- j
--- -----
bij het noorder havenhoofd bedoelt zegt de
heer Alberts:
«Volgens eene bestaande officieele kaart van
«de Zuiderzeekust tusschen Wonseradeels hek,
sten noorden van Workum, en het Rood klif
N<
gr
op
foi
op
Prijs per kwartaal 70 oent franco per post 85 cent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 1 5 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
nieuwe i
vrijzinnigen geest zal werken,
een
een
aan.
onze ooren
’t Zijn
aan de
Brieven en Berichten de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur
Advertentiön Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
digd, stelt tot eisch »de vrije school regel, I
de openbare uitzonderingalle kosten voor
rekening van den Staat!” Zoo gaat het, als
men den vinger geeft, wordt geheel de hand i
11 1 1 1
eenparig een
vereeniging Sneek is ontstaan, die in
.on Reeds traden
veertigtal leden tot haar toe en stelde ze
bestuur samen, bestaande uit de heeren
J. Huges, J. H. van Gorkum, R. Feenstra,
T-A. Bakker en Jobs, Meijer. Van harte
hopen we, dat al wat liberaal, al wat vrijzin
nig is in Sneek zich thans onder dit nieuwe
om opgewekt van geest,
en te steunen om bevor-
alle werken, die den ge-
vooruitgang ten
vaandel zal scharen,
elkander te helpen
derlijk te zijn aan i
regelden en daarom waren
goede komen. De jeugdige vereeniging beeft
daartoe al spoedig eene schoone gelegenheid
door, in overleg met hare zuster-vereenigingen
den strijd aan te binden bij de aanstaande ver
kiezing van
land.
Laten alle vrijzinnigen in den lande, zoo
hier als elders, ’t oude vaderlandsche woord
nog met de aanbeveling-Goe- verstaan «In eendracht macht
Een vreemd, doch een oud woord, dat woord
Pacificatie. Zij, die de geschiedenis des Vader
lands kennen, herinneren zich de Pacificatie van
Gent ten jare 1576, meer dan drie eeuwen
geleden dus. Men zocht toen naar een middel
ter bevrediging tusschen de eischen dezerzijds
en die van den Landsheer Filips II. De
Pacificatie echter die wij bedoelen is van jon
gere dagteekening, zelfs van onzen tijd en wel
van 1889, dus nog maar zes jaren geleden.
Onze lezers zullen haar kennen. Zij bedoelde
eene oplossing van de zoogenaamde school-
quaestie. Een anti revolutionair Kabinet was
aan ’t bewind gekomen en dit droeg eene school-
wetwijziging voor met subsidie-verleening aan
de bijzondere secte-scbolen om alzoo een
«schreeuwend” onrecht te herstellen en tal
van liberale Kamerleden stemden er voor, omdat
ze ’t denkbeeld omhelsden, dat de school lang
genoeg de politiek had beheerscht en de tijd
tot pacificatie (bevrediging) was aangebroken.
Daarna zou men dan met elkander in gezonden
atmospheer kunnen samenwerken. Nu, wij allen
weten, wat daarna is tot stand gekomen, boe
het anti-revolutionair Kabinet als sneeuw voor
de zon verdween, de belastingen volstrekt niet
verminderden en de verschillende partijen, nu
ze den hoeksteen van verzet en aanval misten
uiteenspatten. De pacificatie was dus in hare
gevolgen zeer negatief.
Wij hebben indertijd door woord en geschrift
ons daartegen verklaard, doch toen ze, onzes
ondanks, eenmaal wras tot stand gekomen, haar
aanvaard als ’t oprechten Vaderlanders past.
Maar wat blijkt nu
Precies, wat we hadden verwacht. De Unie
{(een school met den Bijbel), verre van bevre-
Die rich-
Met genoegen nam ik kennis van de bizon-
derheden omtrent het zool en de noorderpalage
te Workum, die de heer Alberts als een uit
treksel uit zijn aanteekeningen aan Friso en
belangstellende lezers heeft aangeboden.
Vergun mij echter, waarde Redacteur, ook
bij dit Uittreksel een kantteekening te plaat
sen; d.w.z. een onnauwkeurigheid te verbete-
een onvolledigheid aan te vullen en
een conclusie te trekken.
Sprekende over de «noorderpalage” waarmee
Met deelneming hebben we dezer dagen de
ontbinding der liberale kiesvereeniging Burger
plicht te Sneek vernomen. Wel telde die
vereeniging nog omstreeks een zeventig leden,
maar er was gemis aan belangstelling. Bij
vergaderingen kwamen ter nauwernood eenige
leden naast die van het bestuur samen en zoo
werd het bestaan op den duur onmogelijk.
Met op één na algemeene stemmen werd dan
ook tot ontbinding besloten. Burgerplicht is
dood
Wat kunnen de tijden veranderenHoe
heugt het ons nog dat Burgerplicht te Sneek
en Staatsburgerplicht te Heerenveen vooraan
zaten in de synagoge der liberalen in het
uitgebreide kiesdistrict Sneek. Met welk een
groot genoegen bezochten we steeds de Centrale
vergaderingen om beurten door een der ge
noemde corpora’s geleid en met welk een vuur
vierden we telkens wederaan de behaalde
overwinningen 1 Al moesten we ons eene reis
van een aantal uren getrooosten, wij waren
er zeker van, dat we daar met fanfares begroet
werden en hartelijk welkom werden geheeten.
En thans al die grootheid is voorbij.
Burgerplicht is doodLaat ’t ons gegeven
zijn een lauwerkrans te mogen leggen op het
graf van de voormaals zoo sterke, zoo kranige
vereeniging. Zij heeft veel goeds gewrocht,
zij heeft veel strijds
opofferingen getroost,
verscheiden een warm
Dat woord brengen we
bij deze.
Reeds ten vorigen jare ontdekten we de
krankheid der vereeniging. De uitslag der
verkiezingen na de nieuwe grondwet had
voldoende bewezen, dat Sneek (het engere
Sneek) een voor de liberalen totaal verloren
’istrict was. Men oordeelde het zelfs ’t mees te
raadzaam geen eigen candidaat te stellen,
maar de candidatuur Pollema te omhelzen.
Toch kwam men iJ~ 1 1:~2
man Borgesius, en wonder boven wonder, de
«vervaardigd omstreeks het midden der 17de
«eeuw, was de noorderpalage toen in goeden
«toestand. Dit was echter niet meer het ge
sval in het midden der 18de eeuw.”
Men zou uit deze woorden de optimistische
verklaring kunnen trekken dat van 1650
1750 de noorderpalage in goeden staat was.
Om dit te voorkomen ben ik zoo vrij de no
tulenboeken van de Vroedschappen «der steede
Worckum” op te slaan.
15 Maart 1637 in een request over dijk en
palagie luidt het: «dan is het ene Jaer voor
«en ’t ander Jaer na altijt ingebroken.”
22e Oct. 1659 «stemminge over het voorstel
«oft de stadt Worcum niet behoorde met alle
«gevoeglijcke en behoorlijcke middelen te trach-
«ten om van de Contributie aengaende de so-
«cieteit met hun in palagie af te scheiden.”
Het is niet gewaagd te veronderstellen dat
met deze «palagie” ook de noorderpalage wordt
bedoelden dat de reden van bovengenoemd
voorstel was dat de noorderpalage in staat van
verval verkeerdetot merkelijke schade van
het zool. Vooral als men het in verband be
schouwt met het volgende:
6 Juni 1670 «voorgestelt zijnde de desolaten
«toestandt en oogensienlijcke vervall van ’t
«noorderhoeft.”
Aug. 1680: «bevonden hebbende dat niet
«alleen het noorder en suiderhooft van onze
«sool, door het opdrijven van palagie en wech-
spoelen van kistvullinge merkelijk waren ver
svallen, bovendien dat in de palagie en kisten
«langs déselve sool geslagen, veele en verschei-
«den gaeten zijn doorgespoelt, waerdoor deselve
«sool rede all zoo verre is opgedroocht, dat
«deselve bijnae niet lange passabell is.”
1689: «dat hun sool door 't instorten van
»’t sant door d’opene gaten en weggeslagen
«paal en kisten ganschelijck verdroogt en bin-
«nen korten on vaarbaar staat gemaackt te
«werden, strekkende ’t selve niet alleen tot
«ruïne van hun stad maar ook tot nadeel der
«provincie.” enz.
Was de oorzaak gelegen in de onmacht van
de stad Workum, «die reeds toen zoo min als
i thans over ruime geldmiddelen te beschikken
had”, gelijk de heer Alberts laat dóórscheme
ren?
Al kon Workum niet roemen en kan het
nog niet een oude Koningstad te zijnzóó
schaarsch waren zijn middelen niet dat het zijn
heer Borgesius werd gekozen. Sneek, het
engere Sneek was in eens weder een liberaal
district geworden. Helaas, de vreugde duurde
kort. De heer Borgesius bedankte en, als
men den heer Van Gilse aanbeval, werd de
heer Heemskerk gekozen, de beer Heemskerk,
die ’t in Harlingen had moeten afleggen.
Nieuwe teleurstelling na zoo kortstondige vreug
deWat tot deze dingen te zeggen? Och
eenvoudig dit, dat de politiek een wonderlijk
iets is. Indertijd was Burgerplicht niet radicaal
genoeg en kwam naast baar Burgertrouw.
Dit radicale element verdween later en Burger
plicht bleef over. Het monsterverbond spatte
mede uiteen en de antirevolutionairen verdeel
den zich wederom in twee kampen. Het oude
Burgerplicht werd door tal van vrijzinnigen
weldra ook weder te ouderwetsch bevonden,
de politiek houdt er ook eene zekere mode
op na, en zoo kwam men tot afscheiding,
tot verwijdering, tot onverwachte overwinning
en tot smadelijke nederlaag
Geen wonder, dat moedeloosheid zich van
velen meester maakte. Doch moedeloosheid is
altijd eene slechte raadgeefster geweest. En
moedeloosheid is eiken vrijen man onwaardig.
Al moge het zijn een vechten tegen windmo
lens, het liberale vaandel dient ten allen tijde
en in elk district fier omhoog gehouden te wor
den.
Men twiste niet over conservatief of vooruit
strevend liberaal, noch over eene andere be
naming en ga niet onderling aan ’t harrewar
ren. Maar al wat vrijzinnig wil heeten en de
werkelijke toepassing van het recht voor allen
verlangt, vereenige zich tot één groot lichaam
om den goeden strijd te strijden, die, wars van
kerkelijke- of klasse bekrompenheid, het daar
henen leidt, dat onze wetgeving zij in over
eenstemming met den geest des tijds en de be
hoeften des volks in ’t algemeen.
ting blijft bij ons nog altijd de liberale, al
wil men
minder op ’t woord, dan wel op de daad
En ’t woord liberaal blijft in
steeds een goeden klank behouden,
kwaadsprekers die het in discrediet wilden
t)rt?n^CD. T.lknronl Irnn ollzia mof tiriirzinni rr
wat vooruitstrevend is, omvatten. Daarom blij
ven wij liberaal. vereenigen
En daarom verheugen we ons ook, dat bijna
onmiddelijk na den dood van Burgerplicht eene
VERGADERING van den RAAD der
gemeente Himelumer Oldefhaekt
en Noordwolde, op Zaterdag den
16 Maart 1895, des voormiddags te
9] ure.
Punten van behandeling:
I. Ingekomen stukken en mededeelingen.
II. Voorstel tot wyziging der gemeente-begroe
ting dienst 1894.
III. Missieve van heeren Gedeputeerde Staten,
houdende bedenkingen tegen ’s Raads besluit tot
wijziging der verordening op het brandwezen.
IV. Vaststelling van de rekening der armen
gelden over 1894/95.
V. Verzoeken om afschrijving van hoofdelijken-
omslag.
VI. Benoeming van een onderwijzer
openbare lagere school te Hemelum en van eene
onderwijzeres aan de openbare lagere schooi te
Warns.
VII Voorstel tot wijziging der verordening
voor de openbare lagere scholen in deze gemeente
Koudum, den 11 Maart 1895.
De Burgemeester,
H. M. T ROMP.
«Toen in 1624 de indijking volbracht was,
«werd de buitenzijde van den nieuwen zeedijk
«met paalwerk beschermd, deels voor rekening
«van de Contributie H. O.(?), deels voor reke-
«ning der participanten van het Workumer-
«Niouwland. Buiten en tegen het
«paalwerk werd het zool gegraven, aan de
»N. W. zijde waarvan door Workum een paal-
regel werd geslagen. De evenbe-
doelde paalregel verkreeg den naam van
«noorderpalage.”
Wat staat nu in het oorspronkelijk contract,
dat ik in mijn schrijven van 6 Maart heb
aangehaald, dateerende van 1621 en bevattende
de bepalingen en verplichtingen tegenover de
indijking van het Workumer Nieuwland?
op deze betiteling afdingen, ’t komt
genomen en onwillekeurig zou men terugkomen
tot toestanden van voor tientallen jaren, die in
den grond der zaak door niemand worden be-
Liberaal kan alles wat vrijzinnig,
hebben dus alle redenen om zich op nieuw te
en eenparig een «tot hiertoe en
niet verder I” den eeuwigen pruttelaars toe te
roepen. Dat ze dit bedenken! i
haven en havenhoofd verwaarloozen liet. Maar
de schrijver levert zelf het bewijs dat niet de
stad Workum, maar dat de Contributie Heme-
lumer Oldephaert de Noorderpalage moest onder
houden.
In zijn bovengenoemd uittreksel toch zegt hij: