DE POLITIEKE TOESTAND.
WOENSDAG 29 JANUARI 1896.
No. 9.
L
Binnenlandsche Berichten.
Zes en twintigste Jaargang.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
uur.
j trouw te zijn geworden aan hunne belofte om
ZÜ
G. A. Visscher
steld.
H.
UITGEVER:
Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
n
e
bij besluit
van dien
verleend, maar dat eischer
was in zijne vordering, op
Prjjs per kwartaal 70 cent franco per post 85 cent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
Brieven en Berichtende Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1
Advertentiön Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
Het Genootschap «Liefdadigheid naar
Vermogen” te Amsterdam heeft in de afgeloo-
pen week zijn vijf-en twintig jarig bestaan ge
vierd. Gedurende zijne werkzaamheid besteedde
het meer dan anderhalf miljoen gulden ten bate
der noodlijdenden. Het Genootschap werkt nog
immer krachtig door, maar heeft (wat van
zelve spreekt) hulp verleenende, zelve
hulp en steun noodig.
Bij de Commissie voor Werkverschaffing
te Amsterdam kwam tot heden meer dan zeven
Bij Kon. Besluit is aan jhr. T. A. J.
van Asch van Wijck, op zijn verzoek, met
ingang op 12 Mei e. k., een eervol ontslag
verleend uit de betrekking van gouverneur van
Suriname, onder dankbetuiging voor de gewich
tige diensten door hem in die betrekking be
wezen.
Op verzoek van
het hoofdbestuur van den
een
commissie geconstitueerd, welke iapport zal
uitbrengen over de vraag op welke wijze ver
waarloosde kinderen, die aan het toezicht van
hun ouders worden onttrokken, het best kunnen
worden verpleegd. Dit onderzoek wordt inge
steld naar aanleiding van de ook door den
minister van justitie erkende wenschelijkheid
om de gevallen uit te breiden, waarin ouders
van de ouderlijke macht kunnen worden ontzet.
Naar men verneemt, is het hoofdbestuur
van het genootschap voor landbouw in Drente
voornemens, in die provincie eene landbouw-
credietbank te vestigen.
Een der uitstekendste zonen. Te Elbing
bij Danzig is, 82 jaar oud, Ferdinand Schichau
gestorven. Als smidsjongen begonnen, legde
hij in 1837 den grondslag tot de Elbingsche
zers «af te maken”. Doch in elk geval moet
men deze categorie vooral beschouwen in ver
band met de andere gelegenheden om het
kiesrecht te krijgen.
Nochtans wil de heer Bonman ook in deze
nog aan bezwaren tegemoet komen door een
praktisch middel, dat tevens veel noodeloozen
omslag zou vermijden.
Onder dit hoofd verscheen in de Haagsche
Courant van 20 dezer (ons door een vriéndelijke
hand welwillend toegezonden) een hoofdartikel,
waarin een verslag van de rede door den
afgevaardigde ter Tweede Kamer voor het
hoofdkiesdistrict Harlingen, den heer A. Bouman,
in de hoofdplaats van dit district uitgesproken.
Wijl die afgevaardigde ook eenige dagen later
te Bolsward is opgetreden en ’t ons niet be
kend is, of het zuiderdeel van het district het
genoegen van zijn optreden zal aanschouwen,
meenden we goed te doen het verslag uit de
Haagsche Ct. in onze kolommen over te nemen
er tevens op wijzende, dat de heer Bouman,
indertijd als voorstander van het ontwerp-Tak
gekozen, met het ontwerp-Van Houten zal
medegaan. Spreekt hij tevens de meening
zijner politieke vrienden uit, dan mag men
zich van de aanneming van het voorgedragen
ontwerp tot kiesrecht-hervorming verzekerd
houden.
Hier volgt dan het bedoelde verslag
Na eene herinnering aan hetgeen er in
189394 met Tak’s ontwerp en daarna met
de Kamer gebeurd was, karakteriseerde de
heer Bouman in de eerste plaats het tegen
woordige Ministerie.
Of neen met opzet gebruikte hij niet de
uitdrukking, dat de personen, die het Kabinet-
Tak vervingen, een nieuw Ministerie vormden.
Want zij deden dit evenmin als zij, in afwijking
van de normale omstandigheden, in de Kamer
een meerderheid vonden Zij zijn afzonderlijke I
ministers, vereenigd aan één tafel,-
gevoelen verschillende op hoofdpunten, op
en-twintig duizend gulden in, waaronder eene
gift van twee duizend.
Uit de verschillende deelen van ons land
wordt de heropening onzer zeevisscherij bericht,
aanvankelijk echter met weinig succes.
Daartegenover, echter klinkt het bemoedigend
dat de werven voor ijzeren schepen tegenwoor
dig zoovele bestellingen hebben, dat bij vele
voorloopig geene nieuwe kunnen worden aan
genomen.
Uit het Oldambt en de Veenkoloniën, in
de provincie Groningen heeft thans eene drukke
uitvoer plaats van geslachte varkens via Har
lingen naar Engeland. Dit is daar voor die
streken eene vroeger ongekende bedrijvigheid.
In de civiele zitting van het gerechtshof
te Leeuwarden, gepresideerd door den heer
mr. W. B. 8. Boeles, zijn de pleidooien gevoerd
in het geding van H. D. Hemmes, agent in
wijnen, ontslagen Hoofdinspecteur van politie
in de gemeente Groningen, appellant, tegen den
van Groningen qq., geïntimeerde,
van den Burgemeester van Gro-
van 20 April 1888 is appellant, op
van
eerstgenoemde medeging.
Dat is gezond gesproken, wij hebben nu te
rekenen met de kieswet van Houten; die van
Tak is van de baan.
blijkt uit zijne handelingen, als bet op reis gaan
en als agent in wijnen optreden en het terug
zenden van zijn lint.
De Procureur Generaal, mr.
gesteld, bewijst de abnormaliteit,
is, dat velen,
het bestaan van
Hoe dan uit deze «impasse” te geraken?
Door zoo spoedig mogelijk een nieuwe Kies
wet, een beter samengestelde Kamer, te doen
tot stand komen.
Dit vooropgesteld hebbende, vergeleek de
heer Bouman het ontwerp-Tak, zooals dit laat
stelijk in behandeling kwamen het ontwerp-
van Houten.
Beter acht hij dit laatste, omdat het niet
uitsluitend de politieke verkiezingen regelt,
maar tegelijk de quaestie der gemeente-verkie-
zingen van de baan schuift die anders eene
voortgezette periode van kiesrecht-agitatie zou
hebben voortgebracht, daarbij het >even-
was.
Dat men zijne belasting heeft betaald, is
zei spr., toch wel zeer zeker een bewijs van
welstand.
Dat ten aanzien van de overige categoriën
van kiezers het vorige ontwerp vrijgeviger was,
ontkende spr. geenszins. Maar men heeft zich
in deze te schikken naar de uitspraak der
stembus van 1894, die dat veroordeelde. En
nu heeft, meent spr., de heer van Houten
geen misbruik gemaakt van zijne overwinning
van ’94, wat hij toelichtte door diens ontwerp
verder na te gaan.
De huurgrens is z. i. inderdaad zoo laag
gesteld, als men redelijkerwijze gaan kan, wil
men de economisch-onzelfstandigen niet binnen
halen. Van geen der personen in zijn district
(Harlingen), die hij raadpleegde, kreeg spr.
althans klachten dat de huurgrens te hoog is;
en men mag daarom aannemen, dat de grens
laag genoeg is gesteld, terwijl z. i. het ontwerp-
Tak praktisch toch ook weinig meer kiezers
zou hebben, daar men, lager dalende, toch
aldra onder de bedeelden (door de Grondwet
uitgesloten) zou terecht komen.
Wel had spr. bezwaar tegen den eisch, dat
de kiezer van 1 Augustus tot 1 Februari in
dezelfde woning moet hebben gewoond. Zeer
juist wees hij met verschillende voorbeelden
aan, dat verhuizen veelal geen vermindering
van welstand beteekent. Maar hij vleide zich,
dat dienaangaande wel eene wijziging in Tak’s
geest voorgesteld en ook door de Regeering
aanvaard zou worden.
In de loon-kiezers vond spr. geen bezwaar.
Vooreerst niet, omdat dezen veelal toch ook
wel op andere wijze, door woning of spaar
boekje, kiezer kunnen wezenmaar ook omdat
hij niet vreesde voor pogingen van patroons
om, bv. door schorsing van den arbeid, kie-
I Burgemeester
Bij besluit
ningen
voordracht van den Commissaris van politie
benoemd tot Hoofdinspecteur van politie te
Groningen op eene jaarwedde van f 1550;
bij besluit van denzelfden Burgemeester
d. d. 18 Mei 1892 met ingang van dien datum
geschorst met inhouding van traktement, be
houdens nadere beschikkingen I
van 13 December 1892 met ingang
datum uit zijne betrekking ontslagen.
Na afloop der tegen hem ingestelde strafzaak,
waarbij bij is vrijgesproken, heeft appellant eene
vordering tegen den Burgemeester qq ingesteld
j van zijn traktement.
Bij vonnis der Rechtbank van Groningen van
15 Maart 1895 is aangenomen dat het ont
slag onwettig was
niet ontvankelijk
Te Bolsward werden door de heeren Polle- grond dat hij in zijn ontslag had berust, wat
ma, Hommes, Eisma, J. G. Spoelstra en T.
de Boer eenige opmerkingen gemaakt,
alle achtten het cijfer voor woninghuur en de
bepaling van het wekelijksche loon, om als
kiezer in aanmerking te komen, te hoog ge- zal den 19 Februari a.s. conclusie nemen,
steld. Daardoor ging het ontwerp Van Houten
dezen heeren niet ver genoeg, terwijl men tevens
den drie en twintig jarigen leeftijd verkoos boven
dien van vijf en-twintig, om met het kiesrecht
te beginnen. Den heer Bouman, voorstander
van de laatstgenoemde grens, zou het echter
geene aanleiding geven om zijne stem van vóór
in tegen te veranderen, zoo de Kamer met de
Volksbond tegen Drankmisbruik heeft zich
redig kiesrecht” ter zijde latende, omdat dit toch
immers het ideaal is, waarnaar voor het g e-
h e e 1 e kiesrecht moet worden gestreefd en
dat dus niet aan een deel daarvan moet
worden gekoppeld.
Minder ingenomen verklaarde spr. zich met
de verhooging van den leeftijd van 23 tot 25
jaar, omdat dit strijdt met onze overige meer
derjarigheidsbepalingen. Maar dat dit verschil
uit een demokratisch oogpunt van veel betee-
kenis is, betwistte spr. De bedoeling van de
uitbreiding toch is, den «gezeten werkman”
in het kiezerskorps op te nemen; en nu is het
niet te verwachten, dat er veel 23- en 24jarige
werklieden «gezeten” zullen blijken te zijn,
zoodat de bedoelde verhooging veeleer schade
zal doen aan het getal belasting-kiezers, dan
aan dat der kiezers-werklieden.
Op een hoofdpunt wees de heer Bouman
daarna.
Men verwijt den heer van Houten, dat deze,
in strijd met de bedoeling der Grondwet van
1887, het kiesrecht weder aan de belasting
koppelde. Maar, vroeg spr., eischte ook Tak
niet, als kenteeken van welstand, dat men zijn
belastingaanslag zou hebben voldaan? Op
dit punt stemt dus de heer van Houten z. i.
geheel met den heer Tak in. Aan vergoding
van den tegenwoordigen minister zou spr. zeer
zeker niet doenmaar ook tegen verguizing
kwam hij open onrechtvaardig was men nu
z. i., door aan de tegenwoordige Regeering het
verband tusschen kiesrecht en belastingen te
verwijten en daarbij te verzwijgen, dat Tak’s
ontwerp op dit punt volstrekt niet vrijgeviger
maar van
zeer
belangrijke punten van regeerbeleid, als hoe
danig spr. als voorbeeld den persoonlijken
dienstplicht noemde, daarin tevens gelegen
heid vindende om den heer Van Houten eeniger-
mate te verdedigen tegen het verwijt, dat hij
thans menig beginsel rusten laat, vroeger door
hem als Kamerlid voorgestaan.
Ook uit de redevoeringen van den minister
Röell blijkt vaak een zekere matheid. Waar
deze dikwijls spreekt van de taak en den last
der Regeering, die hij «zonder eenige illusie”
op zich nam, daar bemerkt men ook hieruit
het abnormale van den politieken toestand
waarin wij verkeeren.
En abnormaal is die toestand dan ook in
derdaad.
Wij hebben, zei spr., eene Kamer, die in
haren oorsprong niet is samengesteld in over
eenstemming met het rechtsgevoel der natie.
Reeds het feit, dat dit in twijfel kan worden
Maar erger
en daaronder zelfs de besten,
die overeenstemming ontkennen.
Indien zei hij het vallen in een der
vier categoriën geacht wordt, het kenteeken
van «geschiktheid en welstand” mede te bren
gen, dan zou het feit, dat iemand daardoor bv.
vijf of tien jaren achtereen op de kiezerslijsten
is gebracht, die bevoegdheid moeten geven
voor ’t vervolg, d. w. z. die kiezer zou
dan op de lijsten moeten blijven zonder
nieuwe aanvraag, tot blijken mocht dat hij
zijne aanspraken heeft verloren. Daardoor zou
het bezwaar van art. 20 voor de loonkiezers
grootendeels vervallen.
Ten slotte behandelde spr. daarna de vraag,
of ’s Lands belang aanneming of verwerping
van de wet eischt.
«Men heeft beweerd zei hij dat de
vooruitstrevende liberalen hunne stem er niet
aan moeten geven voornamelijk omdat hunne
partij daardoor aan aanzien zou winnen en een
zuiverder partijformatie mogelijk zou worden.
Het is mogelijk, dat dit het gevolg zou zijn.
Doch het komt mij voor, dat moge bet waar
zijn dat het partijbelang met die verwerping
zou zijn gediend, het Landsbelang er zeer zeker
niet door zon bevorderd worden. Want dit
eischt, dat nu eindelijk eens de kiesrecht-rege-
ling tot stand kome, waarop sedert 1887 wordt
gewacht. En bovendien zouden m i. de voor-
uitstrevenden door afstemming van de wet ge
vaarlijk spel spelen, omdat de tegenpartij hun tot^uitbetaling
alsdan niet zonder grond zou verwijten, on-
zoodra mogelijk het kiesrecht uit te breiden.
FRISO
■is- n tin i n i i.vi it
«LID IDIIH FRIESLIMI.
i
a
i
1
3
i
i
je
58
n
a
a
v
1.
e
e
g