I.
r
No. 11.
WOENSDAG 5 FEBRUARI 1896.
Aan den voor-avond
van
Buitenlandsch Nieuws.
Zes en twintigste Jaargang.
er
Y. KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
li
er
T
m
IILIIIIM HHhl.nil
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
H.
De.
;ien
dr.
Ds.
Eer zijn alleen voor
3ü
il-
UITGEVER;
ien
aten
lalf-
lide.
Ds.
Is 5
Ds.
lak-
Ds.
van
betreffende
van
FRISO
mij nx h mi cm i i n
sur
A.
rn,
>6,
an
ar,
n
E-
is,
tS,
en
in,
3F-
ons inzien nuttig en nood-
klein weinigje slechts in de
koninkrijk bekend is, zal
Die grillige grensbepa
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7} cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
dan bleef het ontwerp-Personeel nog een ge-
ruimen tijd aanhangig en daarmede, volgens de
verklaring der Regeering, de kieswet-regeling,
of anders gezegd het brandende vraagstuk.
Wij verwachten dan ook de verdere behan
deling van het eerstgenoemde ontwerp vrij wel
van daar, waar het te-voren werd gelaten. En
na zijne afdoening komen dan de ontwerpen
tot uitbreiding der grenzen van de gemeente
Amsterdam ten koste van eenige omliggende
gemeenten. Zoo immers spreekt de Regeering.
Afgescheiden van alle neven-zaken is die
uitbreiding volgens
zakelijk. Wie een
hoofdstad van ons
dit moeten toegeven.
ling, b.v. omtrent ’t Jan Hanzenpad, die ’t huis
rechts tot Amsterdam en dat links tot Nieuwer-
Arnstel verklaart, is op den duur onhoudbaar,
’t Mag echter gevraagd worden, of op dit
gebied niet veel meer valt te regelen en of het
b.v. langer bestaanbaar is, dat de Schrans niet
tot Leeuwarden, en een gedeelte van Almenum
niet tot Harlingen behoort gerekend te worden.
Maar deze verdere quaestien daar gelaten, de
Regeering schijnt er met ’t oog op de aanhan
gige kieswet slechts ééne van dat soort te zien;
het politieke oog van velen staart door dat
alles heen naarde behandeling der kieswet.
Wat zal het lot dezer voordracht zijn?
Zonder buitengewone bijkomende omstandig
heden mogen we voorspellen, dat de voordracht
Van Houten zal worden aangenomen. Onze
voorspelling grondt zich op deze gegevens:
1°. de verschillende politieke partijen wen
schen alle uitbreiding der kiesbevoegdheid;
2°. deze wensch was van liberale zijde niet
het minst en tevens geheel in den geest van
hare richting;
3°. de liberale partij vormt in beide kamers
eene overwegende meerderheid om desnoods
met eigen kracht het hervormingswerk tot stand
te brengen;
4°. niettegenstaande het betreurenswaardige
verschil van gevoelen tusschen de vooruitstre-
venden, wat eene vorige poging deed mislukken,
zullen deze, gelouterd en geleerd, zich wel ten
tweeden male bedenken, zaken (door hen als
dringend verklaard), af te wijzen. Reeds heb
ben zich eenige kamerleden, voorstanders van
het vorige ontwerp, mede ten gunste van het
tegenwoordige verklaard; en
5°. omdat het besef meer en meer ingang
vindt, dat de kieswet-regeling ten langen leste
van de baan moet, opdat andere mede dringend
noodzakelijke hervormingen hun beslag kunnen
erlangen.
Men weet bet, onze politieke arbeid gaat met
tragen spoed. Zullen we tijdens ons leven,
ook nog eenige hervormingen aanschouwen, dan
moeten we spaarzaam wezen met onzen natio-
nalen tijd, die, we hebben dit reeds vroeger
aangetoond, in den grond der zaak zoo uiterst
miniem is. Het duurt ten onzent zoo verschrik
kelijk lang voor eene wijziging van beteekenis
haar beslag heeft erlangd. Vreeselijke slinge
ringen worden door niemand begeerd, dat is
zeker, maar om na een drie a viertal jaren
nogmaals herinnerd te worden aan zaken, die
men toen reeds als uitgevochten beschouwde,
dat is vervelend. In dien tijd kan men er
waarlijk reeds eene andere meening op na
houden. Zulk een tijd is van den geheelen
mannelijken leeftijd in elk geval een aanzienlijk
gedeelte.
En daarom:
Wijl ook op staatkundig gebied het wachten
een onding begint te worden,
vertrouwen we ten volle, dat door de Perso-
neele Belasting heen het Kiesrecht-ontwerp I
zijn beslag erlange en dat we dus staan aan
den voor-avond van gewichtige beslissingen. aar newezen
Deze zullen vele zaken anders maken dan loyalisten te
voorheen en tegenwoordige bondgenooten doen
uitééngaan. Maar niettegenstaande dit ver
trouwen we ten volle, dat, moge het niet da
delijk zijn, ten slotte toch weder alle vrienden
van den vooruitgang zich zullen verstaan om
te blijven werken in eendracht en oprechtheid
ten nutte van het algemeen. H.
DUITSCHLAND. De Rijksdag heeft heden
bij tweede lezing de, den 20sten September
1893 te Bern tusschen Duitschland, België,
Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Oos
tenrijk Hongarije, Rusland
overeengekomen additioneele bepaling op de
internationale overeenkomst
goederen-verkeer langs spoorwegen
October 1890, aangenomen.
De Berlijnsche bladen spreken sedert eenigen
tijd van eene Rijkskanselierscrisis; ook zouden
nog andere ministers dan prins Hohenlohe
heengaan en wel omdat zij zich niet konden
vereenigen met een door den Keizer opgemaakt
plan tot uitbreiding der oorlogsvloot.
Het schijnt wel dat al die geruchten onge
grond of ten minste schromelijk overdreven
zijn. Mag men de organen der linkerzijde
gelooven. dan wordt in die richting geïntri
geerd door de agrariërs, die gaarne zouden
zien dat eenige hunner voornaamste tegen
standers uit de Regeering traden en, omdat
zij geen kans zien hen thans te laten vallen
over hun stokpaardje, een ander struikelblok
hebben opgezocht. De Kreuzzeiting echter
behandelt dat vermoeden als eene laaghartige
insinuatie.
De zelfmoorden in het Pruisische leger
nemen geregeld af. Vier jaren geleden be
droegen zij 5,28 per 10,000 man en nog
vroeger 5,33. In 1895 was het cijfer tot 4,22
gedaald.
Zaterdag zijn door den rechter van instructie
te Berlijn tien redacteuren en medewerkers van
de Vorwarts gehoord, wegens het te vroeg
openbaar maken van het keizerlijk amnestie-
besluit. Allen verklaarden den naam niet te
kennen van hem, die hun het stuk had mee
gedeeld een hunner, de afgevaardigde Stadt
hagen, weigerde zelfs te antwoorden, omdat
hij de wettigheid van dit verhoor in twijfel
trok.
FRANKRIJK. In den heden gehouden
ministerraad heeft de minister van Financiën
in groote lijnen de begrooting voor 1>S97 uit
eengezet, waarbij tot een bedrag van 40 mil-
lioen bezuinigd wordt. De post voor amortisatie
is hersteld, en op 24 millioen bepaald.
De Fransche minister van onderwijs heeft
eene commissie opgedragen de middelen te
overwegen om bij het onderwijs de hedendaagsche
uitspraak van het Grieksch te stellen in de
plaats van de zoogenaamde Erasmiaansche,
aan de scholen in gebruik.
De dezer dagen beschikbaar gestelde kruisen
van het Legioen van
Franschen bestemd.
ENGELAND. Lord Salisbury heeft een
redevoering te Londen gehouden aan een
maaltijd van de Vereeniging der Non-Confor-
misten. Hij zeide daar o. a. het volgende:
Transvaal vertoont een voorbeeld van Homerule,
i dat bewezen heeft wat het lot zou zijn der
i Ulsterindien Homerule aan
Ierland werd toegestaan. Salisbury vergeleek
de Uitlanders met de lieden te Ulster.
De premier lijkt wel een paljas.
Verder ontkende de minister dat er strijd is
met de Monroe-leer. Zes mogendheden zouden
waken over de in Armenië in te voeren her
vormingen zij zouden niet verder gaan. Er
was niet de minste aanwijzing dat Engeland
zich mengen zal in een poging om den sultan
te dwingen in de wijze waarop hij de Armeniërs
wil besturen. Hij is niet genegen om de aan
gegeven uitvoering der hervormingen te volgen
en verzoekt tijd.
De regeering van den sultan is zwak en
ellendig onmachtig, maar men moet niet ge
looven dat hij bevel beeft gegeven tot de wreed
heden, die het werk zijn van het fanatisme
daaromtrent door de Kamer reeds gewichtige
beslissingen werden genomen. De grondslag
voor deuren en vensters verviel, die voor
g’GWichtig'O l)6SliSSill2?6Il. haardsteden werd met eene geringe meerderheid
behouden, de pleizier fietsen zouden worden
belast enz. Men sprak er van, dat de Minis
ter, gedurende den langen tusschentijd van
behandeling, eenige wijzigingen zou brengen in
zijn ontwerp, ook met betrekking tot de haard-
In het Regeerings-antwoord op de Algemeene
Beschouwingen der Eerste Kamer over de Staats-
begrooting voor 1896 leest men o.a.
»Ten opzichte van de regeling van het kies
recht kan de Regeering hare voordracht niet 8teden’ hoe dit Z1Ü zal de tijd leeren. Wijzi-
definitief vaststellen, alvorens zij, na afdoening gin8en van beteekenis zijn echter niet te ver-
van de nieuwe wet op het personeel, de gege- wachten; immers zij zouden allicht een nieuw
vens bezit, welke zij uit het belasting-recht sectie-onderzoek noodzakelijk kunnen maken, en
behoeft bij de opmaking van de kiezerslijsten
in de eerste maanden van 1897, terwijl boven
dien de tabel, behoorende bij art. 126 van het
kieswetontwerp, afhankelijk is van de beslissing
over het wetsontwerp betreffende de grenswij
ziging tusschen Amsterdam en eenige naburige
gemeenten. Komt het ontwerp omtrent het
personeel niet of niet tijdig tot stand, dan zal
men met minder bruikbare gegevens moeten
werken; het stelsel der ontworpen kieswet staat
of valt er niet mee.
»De Regeering houdt zich bij voortduring
bezig met de voorbereiding van de nadere re
geling van de gemeente financiënvoor een
definitieve vaststelling moeten evenwel de nieuwe
grondslagen van het personeel worden afge
wacht.”
In dit Antwoord der Regeering vinden we
dus tamelijk juist haar programma aangegeven
voor de gewichtige politieke periode, die we
tegemoet gaan.
Allereerst komt de Eerste Kamer samen om
nog af te doen, wat zij, buiten hare schuld,
voor ’t begin van ’96 nog onafgedaan moest
latende vaststelling der Staatsbegrooting
voor het reeds ingetreden dienstjaar. Reeds
Maandag-namiddag begon hare zitting. Aan
de orde waren toen de begroetingen voor het
Burgerlijk Pensioenfonds en die van het Do
meinfonds. Daarna volgden de algemeene
beraadslagingen over de bedoelde Staats-begroo
ting. Of we daarbij nu nog een stukje hoogere
politiek zullen genieten is ons heden, Dinsdag,
natuurlijk nog onbekend. Maar ’t antwoord der
Regeering ligt in het bovenaangehaalde reeds
opgesloten.
De Eerste Kamer werkt m den regel zeer
vlug. Zij zal dus spoedig met die begroetin
gen gereed zijn en dan komt de Tweede Kamer
samen en zullen we eindelijk den aanvang be
leven van de groote politieke worsteling, waar
voor de kiezers zich bijna een drietal jaren
geleden en daarvoren nog zoo ongeveer een
Olympisch tijdperk vroeger het vuur uit de
schoenen liepen, waarvoor duizenden en tien
duizenden vellen papier zijn beschreven of
bedrukt, waarvoor partijen uiteengespat zijn,
het zoogenaamde brandende vraagstuk van het
kiesrecht
Zacht wat, zegt de Regeering. Eerst de
afdoening van het ontwerp op de Personeele
Belasting
’t Kan wellicht zijne goede zijde hebben bij
wijze van introductie de heeren door den be
lasting rijstenbrijberg naar het Luilekkerland der
kiesrecht-hervorming te voeren, immers, wat en
hoe de verwachtingen ook mogen wezen? dit
eene blijft altijd over: betalen blijft de bood
schap.
Derhalve allereerst het wetsontwerp op de
Personeele belasting. Men herinnert zich dat
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiên Dinsdag en Vrjjdag morgens vóór 12 uur.
het
14 der Mohamedanen. Engeland kan niet tusschen
beiden komen, en heeft niet de bevoegdheid
om Klein-Azië met millitairen te bezetten.
Lord Salisbury gelooft niet dat eenige Euro-
peesche mogendheid dat land verlangt te be
zetten. Een handeling, die in strijd is met den
wensch der groote mogendheden, zou rampen
tengevolge hebben die onuitsprekelijk veel
grooter zijn dan die welke men wil vermijden.
OOSTÈNRIJK-HONGARIJE. De Politische
Correspondent, weerspreekt het gerucht, dat
er sprake is van een verandering in de troons
opvolging.
Bedoeld gerucht vond een paar maanden
geleden aanleiding in den ziekelijken toestand
van den oudsten zoon van ’s Keizers drie jaar
jongeren broeder Karl Ludwig. Deze (de
broeder van Keizer Frans Jozef) is op het
oogenblik de vermoedelijke troonopvolger. Zijn
oudste zoon Frans Ferdinand, wiens gezond-
heidstoesfand nog altijd bedenkelijk is, is onge
huwd. Zijn tweede zoon. Aartshertog Otto
Frans Jozef, tien jaren geleden te Dresden
gehuwd met eene Saksische Prinses, heeft
twee zoons.
ITALIË. Koning Umberto heeft in een
telegram aan generaal Baratieri dezen nogmaals
van zijn vertrouwen verzekerd en hem opge
dragen ’s Konings uitbundige lof voor hunne
houding aan den overste Galliano en zijne
wapenbroeders over te brengen.
Te Rome gaat het gerucht, dat niet alle
officieren van de colonne van overste Galliano
in het Italiaansche kamp zijn aangekomen;
Koning Menelik moet eenigen hebben vastge-
en Zwitserland