E. IA, ID MERGEL. re WOENSDAG 26 FEBRUARI 1896. No. 1T. Officiéél gedeelte. Buitenlandsch Nieuws. Zes en twintigste Jaargang. Hen. 1 Y. KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM Dins- ette, 77, 78 en 95 <1 O s 5 in- :t aan dat is van n ge- ;en ïk, en ir- sl- Ml Prins, imilie, vins- n tmii; i>\i ii in,in mini inihi.im. Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. CüM. en N, op De Veldpost, een vooral bewerkstelligd verkregen. UITGEVER: oop anaf 3 3 3 den daarbij j naar aanleiding Dat Kardorff de aandacht gevestigd op de verklaring Belangstellenden verwijzen we verder CO De beer Barth geloofde dat men hier te doen bad met een misverstand van formeelen aard groote hoop grint- de heer Mirbach zeide heden in deze zaak niet mergel men noemde het grintzand werd te willen treden. De minister Von Marschall deelde mede dat i lige de Maatschappij verlof kon geven aan te werven en het overtol- en de overbodige paarden kon Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 85 cent. Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever van ’95) zagen pad, een hoop van den Engelschen minister Balfour aangaande zelven de onderhandelingen over die aangelegenheid, dat grint 1 welke verklaring in strijd was met die des Rijkskanseliers. paar jaren een van n zij Brieven en Berichtende Redactie betreffende franco aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur. ▲dvertentiön Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur. naar De Veldpost, o. a. de nos. van 1895 en 12 van 1896. gen, op meerdere of mindere diepte zich vrij dikke lagen mergel bevinden, soms tot meer dan twee Meter dikte. En ook de Redactie van De Veldpost had daarvan bij eigen onderzoek reeds vernomen. Daarover zoo aanstonds. Vooraf hare op merkingen: Men gebruikt bij zijn kunstmest veelal kalk, maar veel beter ware het die kalk in mergel te gebruiken, veel beter en goedkooper ook. Want eerstens is de kalk in mergel kool zure kalk en bevindt zich dus voor planten in den allerbesten vorm; gewone kalk, meelkalk, moet nog eerst aan de lucht tot koolzure kalk Vooral met ’t oog op de belangen van den Landbouw, en de omstandigheid, dat we in den eigen hoek mergelbeddingen bezitten (wellicht vindt men te Koudum en onder Gaast ook wel) hebben we het bovenstaande ten beste gegeven. Voor eene nauwkeurige beschrijving van de Gaasterlandsche en de mededeeling van bijzonder heden houden we ons ten zeerste aanbevolen. ’t Komt ons tevens voor, dat deze zaak ook in landbouw-vergaderingen zeer de aandacht verdient. H. VERGADERING van den RAAD der gemeente Hevelumer Oldephaert en Noordwolde, op Zat e> dag den 29 Februari 1896, des vootmiddags te 9j ure. Punten van Behandeling: I. Ingekomen stukken en mededeelingen II. Verzoek van het hoofd der school te Oudega om eene gratificatie voor het geven van meerdere lesuren. III. Idem van Lutske de Vries om verhooging van jaarwedde als helpster bij het onderwijs in de nuttige handwerken te Warns IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1895. V. Idem om het contract van de exploitatie der dorpsreiniging te Koudum en te Molkwerum iret den tegenwoordigen pachter te verlengen VI. Idem betreffende verkoop van perceeltjes bermgrond te Molkwerum en te Nijega VII Voorstel van den heer D. Molenaar om art. 9 der verordening op het brandwezen in deze gemeente te wyzigen. Koudum, den 24 Februari 1896. De Burgemeester, H. M. TROMP. DUITSCHLAND. In den Rijksdag heeft van de munt-quaestie de heer graaf Ilatzfeldt was opgedragen de Engelsche Regeering kenbaar te maken dat de Rijkskan- selier in den Rijksdag verklaren wilde, van meening te zijn dat heropening voor de Indi sche munten aan eene behandeling van de internationale munt-quaestie diende vooraf te gaan en zich op grond van gedachtenwisseling met de Engelsche Regeering overtuigd te houden dat op die heropening binnen een af zienbaar tijdperk niet te rekenen viel. Dien zelfden dag verklaarde het hoofd van het departement Buitenlandsche Zaken tegen zoo danige verklaring geenerlei bezwaar hebben. De heer Kardorff merkte op, dat de vraag des Rijkskanseliers, te Londen gedaan, in strijd was met het verleden jaar door den Rijksdag genomen besluit. De heer Barth kwam hiertegen op. De heer Mirbach deed opmerken, dat de tekst van de vraag niet was voorgelezen en de discussie dus niets bijdroeg om de zaak helder te maken. De heer Von Marschall antwoordde, dat het op de bewoordingen van den tekst niet aan kwam. Hiermede was de aangelegenheid afgeloopen. De eerstvolgende vergadering is bijeengeroepen tegen 2 Maart, wanneer de suikerbelasting aan de orde komt. FRANKRIJK. De Senaat is met de regee ring op uiterst gespannen voet. Als bezadigd lichaam heeft het een daad van staatsmans- wijsheid gepleegd door niet toe te geven aan de verwachting van sommigen die een soort werkstaking verlangden. Voor president Faure komen nu moeilijke dagen. De Kamer heeft met 502 tegen 28 stemmen het aangevraagde crediet goedgekeurd voor de vertegenwoordiging van Frankrijk bij de kroning van den Czaar. De heer Deloncle inteipelleerde de regeering over de regeling omtrent Siam en verklaarde, dat in deze overeenkomst te veel concessies werden gedaan aan Engeland. De heer Deloncle verzocht den heer Berthe lot minister van buitenlandsche zaken, niet te vergeten, dat Engeland nog altijd het Nijldal bezet houdt. De beer Berthelot antwoordde, dat de over eenkomst omtrent Siam gesloten is uit een geest van wederzijdsebe toenaderinghij voegde er bij, dat Frankrijks werk nog slechts be gonnen is en dat Frankrijk dat werk zal voort zetten. De verdere discussie werd uitgesteld tot Donderdag. ENGELAND. In het Huis der Gemeenten heeft de minister Chamberlain gezegd, datluidens de laatste officieele opgaven, in 1894 versche nen, de bevolking van Transvaal bestond uit 70 861 Transvalers en Oranjevrijstaters 62 509 Engelschen en 15.558 andere Uitlan- ders. De Kafferbevolking werd in 1891 geschat op 650.000. De bevolking van den Rand was sedert 1894 zeer toegenomen, zoodat er over alle cijfers veel strijd bestond. Bij de overeenkomst, tusschen de inlandsche Hoofden en de Gecharterde Maatschappij geslo ten, was overeengekomen, dat deze Maatschappij het bestuur zou hebben over de grenzen van bet protectoraat Betsjoeanaland. De minister had indertijd sir Hercules Robinson gezegd, dat hij aan om grenspolitie materiaal worden, iets, ’t welk, in den grond gebeurende, wel schade kan doen, vooral op humus arme grond. (Dat zijn gronden, die gebrek aan teelaarde hebben.) En dan in mergel is de kalk o, zoo fijn verdeeld, en dat is ’t ware. Maar bovendien helpt nog de grondsoort, waarin zich die kalk bevindt, ook mede tot bemesting en ter verstrekking van planten- voedsel.” En nu het onderzoek der Redactie zelve wat daarmee verband houdt. «Verleden voorjaar (zeker dat we, op een wandeling, bij een zoogenaamd grintzand liggen, blijkbaar daar gebracht ter ophooging van dat pad. Dat was ten zuiden der stad Groningen. ’t Leek ons mergelachtig toe, en we namen er iets van mee naar huis. Met zoutzuur begoten gaf die grond eene geweldige opbruising. We moeten even uitleggen, hoe die opbrui- sing ontstond. Dat is dus: het sterkere zoutzuur verdreef van de kalk het zwakkere koolzuur en dit laatste, een gas. bruiste omhoog. Wij gebruikten straks het woord grintzand, nu zanderig was het wel een weinig, maar toch meer leemig. En dan de grint, die er in zat, bestond lang niet geheel uit gewone keitjes; veel daarvan bestond uit niervormige knolletjes kalksteen, die apart met zuur begoten, onder sterk op bruisen, geheel uit elkander vielen. Bij navraag bleek, dat die grintmergel af komstig was uit een te Helpman, dat ten zuiden van Groningen op de kam van den Hondsrug ligt, gegraven put. En ja wel: ’t kwam uit; bij dien put lag nog een heele hoop van denzelfden mergel. «Eenige Meters van dien put was de grond uitgegraven voor een’ kelderdaar was niets dan leem naar boven gekomen leem zonder grint. Onder dat leem echter, vermoeden we, zal zich ook wel mergel bevinden we hadden toen nog geen boor en er kan nu niet meer worden onderzocht. Ten zuiden van het schoone Groninger Sterre- bosch, ook op de kam van den Hondsrug lig gende, is een vijver gegraven en van Jr" uitkomenden grond is een bergje gemaakt, bergje is een en al mergelgrintmergel. Nadenkende lezers zullen bij zich misschien reeds opmerken«maar dat grint I Te Helpman is voor een groot huis gebouwd, eveneens op de kam den Hondsrug, waarbij een De eigenaar liet dien grond zeven, en ver kocht de verkregen grint, waarbij bleek, dat de kosten van het zeven goed beloond werden. De fijne, door de zeef gevallen gronddeeltjes strooide hij, om dien grond maar kwijt te wor den, over een zeer groot gazon. En men moest eens zien hoe heerlijk gras en klaver daar nu groeiener is bijna geen afmaaien aan en dadelijk is ’t er weer. Maar tochgrintmergel is mergel met grint, en mergel zonder grint is beter” (1). Wij meenen, dat de in Gaasterland gevonden mergel zoo goed a's geen grint bevat. Tevens maken we hierbij de opmerking, dat we ons meermalen hebben verwonderd over den rijken grasgroei langs de grintwegen. Wij zouden nu aan eene verklaring van dit ver schijnsel kunnen gelooven. In een paar volgende nos. van De Veldpost wordt er op gewezen dat mergel noodig is voor kalkarme gronden. Frederik de Groote, de bekende koning van Pruisen, loofde aanzienlijke sommen uit voor hem. die mergellagen vond. Na eene eeuw waren op onderscheidene plaatsen reeds vele gevonden, zelfs tot voor de poorten van Berlijn. Mergel ziet er leemig en zandig uit en meer veenachtig geel, bruin, blauw, zwart. Men zal deze grondsoort op ’t eerste gezicht dus moeielijk kunnen herkennen. Een onderzoek met zout zuur is het ware. De geweldige opbruising doet dan het vele koolzuur ontsnappen, terwijl de kalk naar beneden zakt. Blijft er na de opbruising leem over, dan heeft men met leemmergel te doen, in ’t eerste geval spreekt men natuurlijk van kalk- mergel. Zoutzuur is ook bekend onder den naam geest van zout. Voor de vruchtbaarmaking onzer gronden is mergel alleen niet voldoende. Met behoorlijke bemesting daarbij verkrijgt men een grond, die boonen, klaver en erwten levert in dubbelen oogst en flink en ferm van stuk. Reeds meermalen is in dit blad melding gemaakt van bet vinden van belangrijke mer gelbeddingen onder Oudemirdum en Harich, in Gaasterland. En eenige dagen geleden hadden we het genoegen, dat een goed vriend ons een paar stukken daar gevonden mergel vertoondeeene zware bruinachtige stof, opper vlakkig korrelig, maar bij het doorknijpen vettig als klei. Bij drogen gaat de kleur tot vuil wit over en stuift het geheel als ’t ware uiteen. Als de helft slechts waar is, zeide onze kennis, van wat omtrent de vruchtbaar- makende kracht van dezen mergel wordt gezegd, dan zal alleen Gaasterland aan duizenden guldens opleveren. Mergel derhalve dienende tot vruchtbaarma king van den bodemOnmiddellijk dachten we aan het veel gebruikte gezegdede grond is uitgemergeldEn hechten we daaraan vroeger de dadelijke beteekenis van «de merg of de pit is er uit!” ’t wou ons thans voorkomen, dat deze uitdrukking reeds figuurlijk is en de dadelijke, de directe beteekenis in het eigen woord ligt opgesloten. Onze vriend wees ons op De Veldpost, een blad gewijd aan Land- en Tuinbouw, Boom- en Bloemencultuur, Veeteelt, Hoender- en Vogelfokkerij, Bijenteelt, Jacht en Visscherij, bureel: Martelaarsgracht 18, Amsterdam. Met die aanwijziging gewapend, gaan we onzen lezers ’t een en ander van mergel vertellen. ’t Eigenlijke zoeken naar mergel in ons Vaderland is uitgegaan van de Nederlandsche Heide-Maatschappij, en vooral bewerkstelligd door den heer Molewijk. Daardoor aangespoord zijn vele anderen gevolgdook, naar we mee nen, de Friesche Maatschappij van Landbouw- en Veeteelt, op wier last de boringen ook in Gaasterland werden verricht, waar op eene diepte van ongeveer één Meter onder het zand lagen van eenige voeten dikte aanwezig moeten zijn. De Heide-Maatschappij vond dat langs den geheelen Hondsrug, een heuvelketen tusschen Groningen en Assen, op den kam en de afhan- i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1896 | | pagina 1