Atjeh sn. gija wieden. Zes en twintigste Jaargang. WOENSDAG 6 MEI 1896. No. 36. i I Buitenlandsch Nieuws. Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. uur. van H. den Staf van het Middlesexer van V Y. KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM l Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 Advertentièn Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur. Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent. Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents Voor eiken regel meer 7^ cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever 1 en 2 manschappen van i van den geneeskundigen dienst met Tantallon Castle van Southampton naar zelfs vaartuigen waren van met ons Maleiers, en vertrok. i aan boord waren, hem eens beter op de voor lieden de Hollan- Werkelijk stond de Van en een er vroolijk Maar de medegebrachte spijzen bevatten onzen geraakten in toen trokken de Atjehneezen maar hadden den ganschen staat I zelve weini8 geluk °P hun verraderlijken aan- tot tegenweer sloegen zoo handig om zich heen, dat mijnheer de Sjahbandaar met zijn gevolg over boord werd gejaagd. De meeste der aanvallers verdronken. Terwijl dit gebeurde, -was Fredierik Houtman met eenige zeelieden aan wal, om handel te drijven. Toen de Sultan de uitkomst van den aanslag vernam, liet hij hem vermoorden, met uitzondering van acht peitsonen waaronder Houtman, die te Pedir gevangen werden ge zet. Derwaarts vertrokken nu ook onze beide schepen. De Sultan liet ze er aanvallen door elf zijner oorlogschepen, doch de onzen hielden langer verblijf niet herziening niet wil. naar boord, pakte eenige schepen weg, waaronder vergadering bevriende missie uit het Kabinet, dat zich in het bijzonder met de landsverdediging bezig houdteene vergadering gehouden, welke door lord Salisbury en den opperbevelhebber lord Wolseley werd bijgewoond, zettelijk de zoo duur, dat er weinig gekocht werd. Eens kwamen bij Van Caerden vijf vreemdelingen aan boord, zij vertelden, dat zij hadden behoord tot de bemanning van de Leeuwin, dat zij uit hun gevangenis waren gevlucht en dat verder de Atjeheneezen een aanslag tegen de schepen in den zin hadden. Dit verhaal werd bevestigd door Frederik Houtman, die een paar dagen later aankwam. Houtman begaf zich nu, zijn leven op het spel zettende, naar den Sultan, om hem gunstiger voor de Nederlanders te stemmen. Aloedin hoorde hem aan en liet hem naar „r- - zijne hoede moest zijn, zijn gevangenis te Pedir terugvoeren. Van tegenwoordiging in haar geheel op dit oogenblik Caerden achtte nu een langer verblijf niet herziening niet wil. geraden. Hij vluchtte met zijn volk naar ENGELAND. Vóór de Donderdag gehouden van het Lagerhuis heeft de com- een soes, en DUITSCHLAND. De Rijksdag heeft Vrijdag Onmiddellijk een groote meerderheid het voorstel van I de Beurs gedreven werd, 1 Centraal Afrika te doen vertrekken. zich den vijand van het lijf, keerden terug naar de stad Atjeh, bombardeerden haar, maar slaagden er niet in de gevangenen te verlossen. Zij waren wel genoodzaakt onverrichter zake huiswaarts te keeren. Ongeveer een jaar later kwam de vice-admi- raal Van Caerden, insgelijks met twee schepen, op de reede van Atjeh. Deze stuurde drie Atjehneezen, die bij hem naar den Sultan, om hoogte te brengen wat ders eigenlijk waren. Sultan hem toe, in zijn kraton te komen. Caerden ging er heen met geschenken brief van den Stadhouder, dien hij «Koning Maurits” noemde. Ongelukkig maakte een Portugeesch monnik den Sultan wijs, dat het perkament, waarop de brief geschreven was, van de huid van een varken was gemaakt, waarna de Sultan het, als onrein, niet wilde aanraken. Toch kregen de onzen vergunning, in de stad een huis te huren en handel te drijven, doch de inboorlingen hielden de peper dagteekenen van het jaar 1599, dus uit den tijd van de eerste vestiging der Nederlanders in Indië. Eerst kort te voren was Atjeh on afhankelijk gewordenhet was onderworpen geweest aan Pedir, maar het had zich niet alleen vrijgemaakt, doch zelfs Pedir ten onder gebracht. Thans werd het geregeerd door Sultan Alaoed-din diein nederige omstandig heden geboren, tot opperbevelhebber der krijgs macht was opgeklommen, vervolgens den vorigen Sultan vermoord en zelf den troon bestegen had. Atjeh was toen een bloeiende staat en de hoofdstad met haar kraton getuigde van macht en welvaart. De kusten waren reeds sedert lang bezocht geworden door de Portu- geezen. Den 21 Juni 1599 lieten twee Nederlandsche vaartuigen, de Leeuw en de Leeuwin, voor den mond der Atjeh-rivier het anker vallen. Cornelis Houtman was het hoofd der expeditie: zijn broeder Frederik was kapitein van de Leeuwin. Het was de tweede tocht die naar het verre Oosten werd ondernomen, ditmaal op kosten van een Zeeuwsch koopman, De Moucheron geheeten. De Portugeezen waren toen goede maatjes met den Sultan. Zoodra dus de komst van de Nederlanders bericht werd, haastten de eersten zich, om van de vreemdelingen zooveel mogelijk kwaad te spre ken. Zij maakten den Sultan wijs, dat er in Europa maar drie natiën bestondende Portu geezen, de Spanjaarden en een klein beetje Engelschen. Wat de Hollanders betreft, dat waren lieden zonder een eigenlijk Vaderland: zeeroovers van de ergste soort, tegen wie elk fatsoenlijk mensch op 11 Geen wonder alzoo, dat de Sultan weinig gezindheid betoonde om met Houtmans in be trekking te komen. Daarbij kwam nog dat Cornelis zich aan daden van geweld had schul- inkomsten is ^ig gemaakt, en er onder zijn scheepsvolk --o™.„r. verscheiden zeer ruwe gasten waren. Wel De bewoners der kustplaatsen leven meest wer<^ den nieuwen bezoekers toegestaan handel van handel, scheepvaart en visscherijgelijk te drijven, maar op zulke moeielijke voor- bijna overal elders. waarden dat de onzen er zich niet mede kon- Over het karakter der Atjehneezen wordt don vereenigen. Onderhandelingen over die niet gunstig geoordeeld. vlijt, hun schranderheid, maar men noemt hen ook valsch en trouweloosm< en verraderlijk. In den tegen woord igen oorlog hebben zij zich doen kennen als dapper volhardend. Laatstgenoemde had daartoe op- revue te Aidershot uitgesteld, na de vergadering moet bevel met een groote meerderheid het voorstel van gegeven zijn om heden 4 officieren en 5 onder bet centrum aangenomen, om den termijnhandel officieren in granen en op de Beurs te verbieden. minister baron v. Berlepsch had na van wel is waar van meening waren, dat de termijn- de handel, zooals hij aan d’ --J met de behoefte der productie en comsumptie i in strijd was E" den termijnhandel te maken, welke deze be- de tweede lezing denkingen in zooverre I termijnhandel voor het overige kon blijven bestaan. Daarom waren verschillende voor schriften in het wetsontwerp opgenomen, waarvan het belangrijkste was, dat de Bondsraad de bevoegdheid kreeg om den termijnhandel van zekere voorwaarden afhankelijk te maken en zelfs geheel te verbieden. Aangaande een eenvoudig verbod van den termijnhandel, zonder meer, was de minister echter van meening, dat dit wel eens hoogst schadelijk voor den landbouw zou kunnen zijn. De verantwoordelijkheid daar voor kon niemand op zich nemen. De voor- deeligste zyde van den termijnhandel was de verzekering tegen het risico van exorbitante prijsverschillen. Mochten de bepalingen voor den termijnhandel niet het verwachte gevolg hebben en het verbod den landbouw meer ten goede dan ten kwade komen, dan zou de Bondsraad zeker en stellig het verbod van termijnhandel uitspreken. Niettegenstaande de minister dus de aanneming van het bovengenoemde voorstel van het centrum had ontraden, verklaarde de woordvoerder der nationaal liberalen, te midden van een groote opschuddingdat ook zijne partij eenparig besloten had voor het volstrekte verbod van termijnhandel in graan te stemmen. Toen was natuurlijk het lot van de bepaling rakende den termijnhandel in graan beslist, zoodat voor de oorspronkelijke bepaling der Regeering ironie der omstandigheden slechts de vrij zinnigen, de volkspartij en de sociaal-democraten stemden. FRANKRIJK. De afgetreden minister-presi dent Léon Bourgeois eindigde Donderdag in de Kamer zijne rede met te zeggen, dat het beste middel om den strijd tusscben de twee Kamers gelijk hij zich uitdrukte te beslechten, in bet bijeenroepen van het zoogenaamde Con gres en herziening van de Grondwet te zoeken was. Op hetzelfde oogenblik, om zoo te zeggen, bleek dat het Congres niet hem in bet gelijk zou stellen. Immers men kan rekenen, dat in de Kamer 278 stemmen zich middellijk tegen de Grond wets-herziening verklaard hebben, welke in den Senaat rechtstreeks met 203 stemmen verworpen werd, te zamen 481 er tegen en 284 er voor. Ook al telt men van deze aan zienlijke meerderheid al de stemmen der rechterzijde af; dan nog kan men volhouden dat de republikeinsche meerderheid der Ver- Ook heeft bet Lagerhuis met 333 tegen Er waren echter bepalingen op 156 stemmen besloten, om over te gaan tot j van het onlangs ingediende ter zijde stelden, dat de wetsontwerp tot vermindering van de grond belasting voor landbouwers, nadat o. a. de minister Chaplin verklaard had, dat de Regeering thans bereid was om de werking der wet tot vijf jaar te beperken. CUBA. De insurgenten hoofdman Gomez rukt tegen Villa Clara op. De opstandelingen hebben vier dorpen in brand gestoken. Generaal Weyler gelooft, dat hij nog twee jaar noodig heeft om den opstand te dempen. PERZIE. Vrijdagmiddag is de Schach van Perzië, terwijl hij aan het graf van den Schach Abdoel Azim, zes mijlen ten zuiden van Teheran, een bezoek wilde brengen, door een fanatiek persoon, behoorende tot de godsdienstige secte der Babi’s, door een pistoolschoot in de hart streek getroffen. II. Het volk van Atjeh is een van de kloekste natiën van den Indischen Archipel. De mannen zijn donkerder van kleur, grooter van gestalte, kloeker van lichaamsbouw dan de overige Maleiers. Hun leefwijze is vrij eenvoudig; zij voeden zich meest met rijst, groente en visch, en gebruiken alleen bij feestelijke gelegenheden vleesch. Hun gewone drank is water. Daar staat tegenover dat zij over het algemeen zeer verslaafd zijn aan het amfioenschuiven. De kleeding is evenmin omslachtig; de mannen dragen een wijde broek, die maar tot aan de kuiten reikt. Het bovenlijf is naakt, en op het hoofd hebben zij een mutsje, net als de Turken. De vrouwen dragen een rok, omwik kelen zichals zij uitgaan, het bovenlijf met een stuk linnen, maar zijn blootshoofds. De Atjehneezen belijden den Mohammedaan- schen godsdienst met veel meer nauwgezetheid dan andere Indische volken. Getrouw nemen zij al de voorschriften van den Koran in acht: ook beschouwen zij den Sultan van Turkije als hun geestelijk opperhoofd. Onder hen bevinden zich veel Arabische priesters, die hooge achting genieten en veel invloed hebben. In de binnenlanden wordt de rijstbouw vlijtig beoefend, nagenoeg op dezelfde wijze als op Java. Ook heeft men door het geheele land uitgestrekte en talrijke pepertuinen, welker product bet voornaamste artikel van uitvoer is, zoo zelfs, dat de Atjehneesche havens wel eens peperhavens genoemd worden. Vóór den tegenwoordigen oorlog werd de Westkust druk bezocht door Engelsche, Ame- rikaansche en Fransche schepen, die peper haalden en geweven stoffen, wapens en opium aanbrachten deze bron van i_l natuurlijk thans gestopt (door de blokkade). visscherijgelijk drijven, het karakter der Atjehneezen wordt deo vereenigen. C-- Wel prijst men hun zaak leidden tot geen uitkomst. men noemt ^en d September kwam de havenmeester loordzuchtig (Sjahbandaar), met groot gevolg, aan boord lipen norlnp vaD de Leeuw. Hij bracht ververschingen voor de bemanning mede, en het scheen alsof zijn bezoek de eerste schrede zou zijn tot een Wat hunne staatsinrichting betreft: het ge- betere verstandhouding. De Nederlanders brach- heele rijk is verdeeld in honderd en-negentig ten overvloedig wijn op tafel, ’t ging-,”k gemeenten, Moekim genaamd, die zich onderling foe. Maar de medegebrachte spijzei groepsgewijze gevormd hebben tot staatjes, bedwelmende stoffen, de onder een Panglima, die aan den Sultan ondergeschikt was. Zoo heeft men b. v. de bunne krissen, vermoordden Cornelis Houtman XXn Moekims, de XXV, de XXVI Moekims, en een‘ge zijner ondergeschikten, enz. Aan het hoofd van was een Sultan geplaatst, die °door de rijks- slaS: de schepelingen die nog in staat grooten verkozen werd uit de naaste bloedver- L wanten van den vorigen heerscher. Gaan we thans de vroegere geschiedenis van Atjeh in hoofdtrekken na, we krijgen dan meteen de gelegenheid om op de aanleiding te wijzen tot den tegenwoordigen oorlog. Onze eerste betrekkingen met het rijk Atjeh Deze bijzonderheden zijn overgenomen uit het werkje H. C. van der Heijde: Kijkjes in de Oostuitgave van Noordhoff en Smit te Groningen, welk werkje (2 deeltjes) wij ruim schoots kunnen aanbevelen. FRISO MEI B H till I II I I IH iilii) limn FiiiESi i ui. UITGEVER: 5 r j I TC producten van het molenbedrijf regiment, benevens 15 officieren, 352 onder- te verbieden. De Pruisische officieren en soldaten van dat regiment en 2 de indiening officieren, 1 korporaal dit voorstel verklaard, dat de Regeeringen het corps

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1896 | | pagina 1