A
WOENSDAG 12 AUGUSTUS 1896.
No. 64.
Niet leerrijk, maar flauw.
Buitenlandsch Nieuws.
Binnenlandsche Berichten.
Zes en twintigste Jaargang.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
i
En die
f,
r
Prijs per kwartaal 70 oent franco per post 86 oent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7} oent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lag er
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
UITGEVER:
y. KUIPERS, FIRMA H BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
ten achter staat.
commissie de vrijheid dezen «vrijen onderwijzer”
wegens onverdiende beleedigingen te ontslaan
H.
besluit i
enz.,
lange jaren van strijd eene pa-
bevrediging, op schoolgebied
Brieven en Berichten, de Redactie betrefiende franco
aan dit adres uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiên Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
De openbare school redt zich.
Dit is niet, omdat ze de bescherming geniet
van de overheid, maar omdat elke overheid in
eiken beschaafden staat haar noodig heeft. Geen
overheid kan buiten haar, geen overheid in
eenig land, waar vrijheid van godsdienst bestaat.
Dat is door tientallen van jaren bewezen. De
openbare school in ons land kan bijna haar
eeuwfeest vieren. Zij is voor andere landen
een voorbeeld geweest ter navolging. En men
moge zich keeren of wenden, het is gebleken
ook bij anti-revolutionair bestuur, dat
die school nooit of nimmer kon worden afge
broken. De bijzondere begenadigd als ze
is, mag dubbel tevreden zijn. Enkele
dubbeljes bezorgden den vrede. Maar om
nu telkens weer-aan hatelijkheden te tappen,
dat getuigt van onverstand, dat getuigt van
halfheid of lamheid of van opzettelijk misbaar.
Daar is een soort van edelheid in eiken strijder
zij omvat het zakelijk goede: zijt ge overwon
nen, welnu, erken uwe nederlaag en doe
buide.
Den Hartog had daarmede moeten beginnen
in plaats van er mede te eindigen.
En W. in De Banier moge onmiddelijk
zijne slotwoorden hierboven gecursiveerd terug
roepen. op straffe van ons oordeel
Arme bijzondere scholen, waar een beperkt
college den weg voorschrijft en in angstvalligheid
tegenover andere concurrenten onmogelijk con-
cessiën kan verleenen, arme bijzondere school,
ook met uwe te kort komende onderwijzers.
Zet nu dóór den oorlog, hekelt en strijdt,
en het einde zal als het begin, onzalig
zijn. Den Hartog moge geblazen hebben, hij
is nog geen hertog gebleken. Met hem staat
noch valt de openbare school. Het is juist een
teeken van het goede toezicht, dat voor allen,
die daar niet passen, ontslag aanwezig is. Maar
als nu de heer W. in zijne onverdraagzaamheid,
blijkbaar uit een enkel feit een geheele rich
ting, eene openbare, dat is eene rijksschool
gaat beklagen en daarmede veroordeelen, dan
taste hij in eigen boezem en scheidde bij schijn
van wezen, om te onderzoeken hoeverre hij in
onverdraagzaamheid bij den heer Den Hartog
Wellicht vindt dan ook zijne, j vriendelijkheid hebben betoond na het vergaan
der Drummond Castle, een herinneringspenning
te verleenen. De Fransche Regeering deed,
hiervan mededeeling ontvangen hebbende, door
middel van haren ambassadeur te Londen ver
zekeren, dat zij Harer Majesteits «welwillend
voornemen” hoog» lijk waardeerde. Dienten
gevolge is ter K‘/oinklijke Munt een zilveren
penning ontworpen en geslagen. Aan de eene
zijde ziet men den beeldenaar van Koningin
Victoria, naar een kortelings van haar vervaar
digd portret, aan de keerzijde leest men:
«Een teeken van dankbaarheid van Koningin
Victoria s. s. Drummond Castle 16 Juni 1896.”
OOSTENRIJK-HONGARIJE. De ambassa
deur van Duitschland te Weenen, graaf Eulen
burg, heeft zich naar het Salzkammergut bege
ven, op een bijzondere lastgeving van Keizer
Wilhelm, bij wien hij in hooge gunst staat,
om met Keizer Frans Jozef te beraadslagen
over de Cretenser en Macedonische zaken.
Alvorens naar Ischl te gaan, heeft graaf Eulen
burg een onderhoud gehad met graaf Golu-
chowski, den Oostenrijksch-Hongaarschen minis
ter van Buitenlandsche Zaken, en met prins
Hohenlohe, op het oogenblik te Alt Aussee.
ITALIË. De redacteurs der Riforma heb
ben naar den heer Crispi te Napels twee
afgevaardigden gezonden om verzet aan te tee-
kenen tegen de plotselinge afschaffing van dit
blad en hun heenzenden zonder eenige schade
loosstelling en zonder eenige voorafgaande ken
nisgeving. De heer Crispi, erkennende, dat
hij last had gegeven om de uitgave te staken,
weigerde evenwel zijne redacteurs schadeloos te
stellen, die hem nu in rechten gaan aanspreken.
De SPAANSCHE onlusten. De gebeurte
nissen te Valencia worden te Madrid druk
besproken. Alhoewel de twee benden in den
nacht van 5 op 6 dezer geen enkele manifes
tatie hebben gehouden, valt de beweging te
Valencia samen met een artikel in het republi-
keinsche blad El Pais te Madrid, waarin de
Republikeinen in heftige termen worden aan
gespoord om handelend op te treden.
MACEDONIË. De Times verneemt uit
Athenedat een afdeeling van 22 Grieksche
insurgenten Dinsdag door een Turksch bataljon
is verslagen. Van de Grieken sneuvelden er
achttien en werden vier gevangen genomen.
De verliezen der Turken waren groot.
De rebellie in RHODESIA. Een Engelsche
colonne onder kolonel Plumez heeft den 5den
dezer, luidens bericht uit Kaapstad, een groote
bende Matabelen, onder aanvoering van Sekom-
be Oemloegoeloe en drie andere hoofden, geheel
en al verslagen. De commandant Kersham en
vier sergeants sneuvelden, vijftien andere En
gelschen lieten het leven.
De At jeh-oorlog. De lang verwachte tocht
naar Lepong, het kustlandschap ten Zuiden van
de Kroeng Rababaai, waarover Toekoe Oemar
in 1895 tot hoeloebalang was aangesteld, heeft
eindelijk plaats gehad. Daar een landing de
reeds vroeger vermelde bezwaren bood, werd
de tocht over land gemaakt, en wel over de
Kroeng Rababaai.
Volgens Het N. v. d. D. ondervonden de
troepen geen wederstand.
Toekoe Oemar vluchtte in een zeilschip naar
Melaboeh, maar werd door het stoomschip
Condor achtervolgd.
Het zal ongetwijfeld den heer W. leed doen,
dat de raad der gemeente Amsterdam Den
Hartog heeft ontslagen. Hoe hij moest
gebleven zijn, om alweder het openbaar onder
wijs, niettegenstaande de pacificatie, te
kunnen vervolgen en het alleen-zaligmakende
te kunnen prijzen.
Het gruwelijk feit van Den Hartog, ziet ge
wel, daar hebt ge de openbare school
Maar het feit b. v. van Sjoerd Harlinga
en anderen omtrent de bijzondere school wordt
vergeten.
Wij weten ’t, daar zijn er ook openbare
onderwijzers, die om dat euvel ontslagen en
veroordeeld zijn, maar er zijn er ook bijzondere
idem ad idem. Heeft de liberale pers daarvan
zoo-veel lawaai gemaakt? Maakt een enkel
lid der garde het geheele korps te schande?
De heer W. taste in eigen boezem en zie
rondom hemhij zal, als hij kalm nadenkt,
bevinden dat ook daar niet alles goud is, wat
blinkt. Wat geeft het dan voor voordeel een
vuurtje aan te stoken, waar er een accoord tot
biussching is aangegaan. Dit toch te willen is
niet leerrijk, maar onwetend, dom, en
tegen beter weten aan, flauw
De bekende beer W.. uit Scharnegoutum,
schrijver van zoovele artikeltjes in De Banier,
schijnt het er nu eenmaal op gezet te hebben
der openbare school zoo veel nadeel toe te
brengen, als in zijn vermogen is. Daar is
geene gelegenheid, waar een vingertje achter
is te krijgen, of het schijnt dien heer te lusten
al zijne pijlen te verzamelen om het ondier
(althans een ondier in zijne oogen) te treffen.
De bijzondere school, immers de bijzondere
school van zijne richting, schijnt ’s mans ideaal
te zijn.
Dat ondertusschen is zijne zaak,
wordt hem van harte gegund.
Maar geheel iets anders is dit, dat een ander
ook zijne zaak heeft, waarvoor hij evenzeer
vergunning vraagt. En 't is gelukkig, dat
die vergunning niet van den heer W. afhan
kelijk is, want anders zouden we op nieuw
eene serie van zoogenaamden ketterjacht mogen
openen.
Daar is na
cificatie, eene
verkregen.
Rome en Dordt sloegen de handen ineen en
in het kamp der bondgenooten klonk het «de
Kamer is om Dat was de Tweede Kamer.
Daar kwam een voorstel van wet-Mackay om
de school-quaestie op te lossen. De Eerste
Kamer, voor het leeuwendeel liberaal, had het
vooistel van wet vierkant kunnen afwijzen. Zij
deed het niet, ter wille van den lieven vrede
aanvaardde ze de voordracht, overtuigd als ze
was, dat de opgevijzelde grieven zich blijkens
eigen voordracht slechts zouden oplossen in
eene dubbeltjes-quaestieprecies, als we reeds
te voren in de algemeene vergadering van de
Maatschappij Tot Nut van ’t Algemeen hebben
opgemerlt.
Maar enfin, de wet Mackay werd, bij de
gratie der liberalen goedgekeurd. Zij is thans
in werking en na deze pacificatie rekent
elk verstandig mensch den schoolstrijd uitge
streden, elk - minus wellicht den heer W.
en enkele onverzoenlijken meer van zijne partij.
Als daar ginder een alleen-zaligmakende kerk
is, wil deze man, naar al wat bij schijnt te
vertellen, een alleen-zaligmakende school. Voor
zeker zal die te wenschen overlaten, als ze
niet onder zijne directie staat, want er kon
eens een ander oordeel gelden.
Daar is nu in Amsterdam, heelemaal in Am
sterdam eene quaestie Den Hartog. De man is
vreeselijk brutaal geweest, genoeg, hij is daar
voor gestraft de raad van Amsterdam heeft
hem ontslagen. Wat eene drukte, wat een
lawaai, te veel om te noemen. De betrokken
persoon mocht wel het dubbele gebed omhoog
zendenverlos me van mijne vijanden, maar
ook zonder mij af van mijne vrienden 1
Maar, wat geeft nu zoo’n enkel geval?
De scherpzinnige heer W. weet te vertellen.
Den Hartog was ook socialist; hij sprak nog
op eene meeting onlangs op een Zondag te
Gorrredijk.
Verschrikkelijk hé!
En dan besluit deze raadgever na de voren
staande mededeeling met de merkwaardige
woorden, die we cursiveeren:
«Arme openbare school; maar vooral arme
kinderen, die aan haar overgeleverd zijn!
DUITSCHLAND. Czaar Nikolaas heeft
Keizer Wilhelm doen weten, dat hij in bet
begin van September met de Czarina de
manoeuvres te Breslau komt bijwonen.
De Darmstadtsche Courant meldt uit ver
trouwbare bron, dat het bezoek van het Russische
Keizerpaar aan het Hof te Darmstadt zal plaats
hebben vóór het begin van October. Grootvorst
Sergius met zijne gemalin komen daar reeds
in het laatst van September.
Bij gebrek aan ander nieuws houden sommige
Duitsche bladen zich bezig met geruchten,
volgens welke de Rijkskanselier zijn ontslag
gevraagd zou hebben en de Pruisische Minister
van Financiën hem weldra zou volgen. Grond
voor die geruchten is er niet, dan alleen deze,
dat de leeftijd en de gezondheidstoestand van
prins Hohenlohe het niet waarschijnlijk maken,
dat hij zijn moeielijk ambt als Rijkskanselier
nog lang zal kunnen waarnemen.
Van de Duitsche zijde wordt het gebeurde
op het Deensche eiland Fanoe eenigszins anders
voorgesteld dan in een vroeger vermeld bericht
en wel als volgt
Kinderen van Duitsche badgasten hadden
vlaggetjes geplant op het strand en de bier
brouwer Jacobsen uit Kopenhagen had die
weggenomen. De ouders beklaagden zich daar-
over bij het bestuur, dat den heer Jacobsen
wel op het ongepaste zijner handelwijze op
merkzaam maakte, doch niet zoo krachtig tegen
hem optrad als de Duitsche badgasten gewenscht
hadden. Daarop zijn dezen meerendeels ver
trokken.
FRANKRIJK. Het Hof van Cassatie te
Parijs heeft het vonnis van het Hof van Assizen
te Parijs vernietigd, waarbij Arton veroordeeld
was tot zes jaar dwangarbeid. De reden der
Cassatie is. dat het vonnis in strijd is met het
artikel der wet, bepalende, dat wanneer een
bij verstek veroordeelde verschijnt, om zich ter
beschikking te stellen, de geschreven verkla
ringen der getuigen, indien dezen niet kunnen
verschijnen, bij de behandeling der zaak moeten
voorgelezen worden, evenals de antwoorden van
de andere beschuldigden wegens hetzelfde mis
drijf, en dat ditzelfde moet gebeuren met alle
andere stukken, die door den president geacht
zullen worden geschikt te zijn om licht te
verspreiden over het misdrijf en de schuldigen.
Nu blijkt uit het proces verbaal, dat de ver
klaring bij de instructie afgelegd door een
getuige, die niet ter terechtszitting aanwezig was,
niet is voorgelezen.
Aldus een gebrek in den vorm.
ENGELAND. De lersche landwet. Het
Heerenhuis te Londen beeft de behandeling
van de artikelen dezer wet ten einde gebracht.
Een door de Regeering bestreden amendement
werd met 59 tegen 44 stemmen verworpen
maar een ander, waartegen de Regeering zich
eveneens had verklaard, werd aangenomen met
61 tegen 46 stemmen.
Koningin Victoria heeft, naar thans bekend
wordt, kortelings hare goedkeuring gehecht aan
een besluit om den bewoners van Ouessant,
Molène enz., die zooveel edelmoedigheid en
FRI
MEIEl ll'il lil IMII
iiuii mini nm.M.nii
0’
|lt/