In voorbereiding.
No. 72.
WOENSDAG 9 SEPTEMBER 1896.
Buitenlandsch Nieuws.
Zes en twintigste Jaargang.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
UITGEVER:
y. KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
het gemeen-
voorbereiding
Prijs per kwartaal 70 oent franco per post 85 oent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7} cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
FRANKRIJK,
sche minister van
naar het meest verdraagzaam, het meest vrij
zinnig begrip, zoodanig dat het nadert, bij
eerbiediging van het noodwendig gezag, tot
het van elders met zooveel ophef verkondigd
stelselseen man een stem
Onze kieswet is er, althans ten naastenbij.
Onze Koningin zal dan weldra de teugels des
bewinds in handen nemen.
Maar ons Vaderland was er, en ons Vader
land blijft er, en aan zijne voortgaande ont
wikkeling werken Vorstin en Volk in gemeen
schappelijke kracht.
Dit baak zij het doelwit van
schappelijk streven, en de tijd van
lette daarop in hoofdzaak, opdat als de zeer
gewaardeerde Koningin-Regentes Haren arbeid
overdraagt aan Koningin Wilhelmina en de
nieuwe vertegenwoordiging van het Nederland-
sche Volk, volgens de aangehaalde kieswet,
optreedt het geheel weder zal worden als van
oudsOranje en Nederland, het heil voor allen,
»God zij met ons!” H.
Wij schrijven September.
Morgen (Dinsdag; reeds de achtste.
Eene week later hebben we dus den derden
Dinsdag van deze maand.
En die dag is voor het Vaderland de nieuw
jaarsdag in de politieke wereld.
Volgens grondwettig voorschrift heeft dan de
plechtige opening plaats van de nieuwe zitting
der Staten Generaal.
Een paar dagen bevorens, gewoonlijk den
naasten Zaterdag, sluit namens de Hoogste
Autoriteit de Minister van Binnenlandsche Zaken
de loopende zitting. En den derden Dinsdag
is alles weder nieuw geworden. We kunnen
ons voorbereiden op het programma der plech
tige openingop de openingsredeop het
adres van antwoord, enz., enz., verschijn
selen, die zich zoo telken jare herhalen.
Maar toch trekken ze hoe langer hoe meer
de aandacht.
Immers de omstandigheden veranderen.
H. M. de Koningin vierde nog onlangs Haar
zestienden verjaardag. Nog twee jaren en
onze Koningin wordt in werkelijkheid onze
Vorstin. Reeds thans hebben er zich en hoofd
en Sub Commite’s gevormd, om den dag der
huldiging tot een’ nationalen feestdag bij uitne
mendheid te maken. Maar met die huldi
ging gnat een goed bekende heen. Vergun
ons deze uitdrukking. H. M. de Koningin-
Regentes, voorheen prinses Emma van Wal
deck Pyrmont, -- toen onbekende, is in
ons Vaderland een algemeen bekende geworden
en, wat meer s
Daar ie, meenen we, geene enkele gemeente
in al de elf provinciën van het Vaderland te
vinden, waar niet een of meer beweldadigden
dit oordeel zullen onderschrijven. De Koningin-
Weduwe was een Moeder voor haar volk en
het is een publiek geheim, hoe H. M. ook
telkens weer aan der jonge Koningin in dit
voetspoor leidde. »Het is voorwaar geen klein
volk, dat zoo zijne helden heeft weten te waar-
deeren” sprak de Duitsche Keizer, als hij een
krans legde op het graf van onzen grooten De
Ruijter, het is voorwaar geen klein volk, zeg
gen we dien Monarch na, dat de werkelijke en
zegenrijke verdiensten zijner Vorstinnen op
hoogen prijs weet te schatten. Van harte stem
men we in met alle plannen ook van
blijken van
Turrel, aan een banket van duizend couverts,
l door het gemeentebestuur aangeboden, van het
buitenlandsche beleid gewagende, gezegd, dat
de politieke horizon helder was, thans kort
voor het bezoek des Tsaren aan Frankrijk.
Het was eene groote eer voor de Republiek
dat zij Frankrijk wederom zulk eene hooge
plaats in de Europeesche Statenrij had bezorgd,
om een bezoek van den Tsaar mogelijk te
maken. Tengevolge van dit bezoek zou de
goede verstandhouding tusschen de beide groote
landen bezegeld worden.
ENGELAND. De heer Gladstone heeft voor
de toezending van een werk over Armenië be
dankt met een briefje, waarin hij zich o.a. als
volgt uitlaat
»Ik zal werkelijk blij zijn, indien gij het
publiek kunt opwekken tot een behoorlijk besef
van de schande en onteering, welke wij met
de volken van andere groote Staten ondergaan
van den moordenaar die te Constantinopel op
den troon zit.
>In 4 876 legden de werklieden van ons
land een edele gevoeligheid aan den dag voor
de minder uitgebreide gruwelen, toenmaals
onder hetzelfde gezag in Bulgarije gepleegd.
Gedurende de schrikkelijke Armenische tragedie
is het geheel anders geweest.”
HONGARIJE. De gewone Staatsbegrooting
stelt de ontvangsten op 465,191,881 fl en de
uitgaven op 441,275,181 fl. In zijn toelichting
kondigt de minister van Financiën een ontwerp
aan van een leening van 40 millioen fl waar
van 25 voor de conversie en 15 voor andere
doeleinden moeten dienen. De hieruit voort
vloeiende uitgaven zullen gedekt worden door
vermeerdering der inkomsten. De Regeering
beschikt over een voorraad goud, om den koers
van de papieren munt te regelen. De conver
sie is nog slechts een vraag van tijd, daar
de datum bepaald is.
Voorts verklaarde de minister, dat de onder-
handelingen tusschen de gedelegeerden van
Oostenrijk en Hongarije werden voortgezet.
De Hongaarscbe Regeering had geen enkele
belofte gedaan betreffende een tol- of handels-
unie met Oostenrijk. Tusschen beide Regeerin-
gen heerschte volmaakte overeenstemming
betreffende de Bankquaestie; er bestond slechts
op enkele punten verschil van meening met
de Bank over financieele quaestiën Tot
de hervatting der betaling in specie was beslo
ten, maar het tijdstip was nog niet bepaald.
De beide Regeeringen zouden nader verslag
uitbrengen over den datum, waarop de gedwon
gen koers zou eindigen.
TURKIJE. In officieuse kringen te Constan-
tinopel wordt het volgende beweerd. In een
onderhoud te Weenen, waarbij de Turksche
ambassadeur Mahmoed-ed-Din-bey tegenwoordig
was, moeten de Tsaar en de Keizer van Oosten
rijk den ambassadeur verzocht hebben den
Sultan en zijn Regeering geluk te wenschen
met de kracht, waarmede zij de onlusten der
Armeniërs gedempt hadden. De Tsaar moet
er aan toe gevoegd hebben, dat hijzelf in den
Caucasus zooveel last had van de Armeniërs,
en wist in hoe geringe mate zij de sympathie
van Europa waard waren hij was overtuigd,
dat de beweging op niets zou uitloopen. De
Keizer van Oostenrijk moet verklaard hebben,
dat de Sultan grootmoedig was geweest door
de Cretenserquaestie tot genoegen der Mogend
heden te regelen.
melde men niets door middel der openbare pers.
Geen enkel couranten-bericht onttrekke iets
aan het verrassende, de beteekenis van het
geheel zou er onder lijden. Hoofd comité en
Sub.-Con.ite’s werken daarom, vertrouwelijk.” daaraan zijne gedachten te wijden.
Dat is het echte en het rechte van het werk Nederland, ons Vaderland, verkeert in velerlei
in gevallen als bet onderhavige. opzichten derhalve in een tijdperk van voor
bereiding. Voorbereiding zoowel ten opzichte
van het volk, dat op eene nieuwe wijze zijne
vertegenwoordigers zal kiezen, voorbereiding
ook ten opzichte van de Kroon, aan wie het
hoogste gezag zal worden opgedragen. Eenige
toespelingen op een en ander kunnen we in
de naaste Troonrede verwachten. En het
rustige Nederlandsche volk kan de toezeggingen
aanvaarden kalm en doodbedaard, wetende,
dat er tijd van overweging is. En ouder
gewoonte, zal het kiezen, het beste wat
te kiezen isonder het regeer van het Oranje
huis de toepassing van het zijn onder broederen
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiên Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
DUITSCHLAND. Breslau is in groot tenue,
het viert feest.
Eerst zijn de Keizer en de Keizerin van
Duitschland daar aangekomen.
De eerste daad des keizers gold de onthulling
van het standbeeld voor keizer Wilhelm, den
eersten, den vredevorst en tevens den krijgs
held, zooals de opperpresident Seyderitz zich
uitdrukte in zijn toespraak. Na het wegvallen
van het omhulsel, waarbij 101 kanonschoten
werden gelost en de muziek een marsch speelde
had er een groot défilé plaats voor hare maje
steiten van 4000 man troepen en van talrijke
militaire en burgerlijke vereenigingen van Bres
lau.
Later verscheen er een anderen geweldigen
vorst met zijn gemalin, de Keizer en de Kei
zerin van Rusland
De bijzondere trein kwam tegen negen uur
aan het station aan, waar aanwezig waren de
Keizer en de Keizerin, de verschillende Prinsen
en Prinsessen de Rijkskanselier, de minister
v. Marschall en verschillende autoriteiten. De
begroeting tusschen HH. MM. was zeer warm.
Zij schreden langs het front der troepen, ter
wijl het Russische volkslied gespeeld werd.
Bij den rit naar het «Landhuis” waren de
beide Keizers en de beide Keizerinnen in een
rijtuig gezeten, door cavelerie geëscorteerd. De
troepen stonden en haie. Het volk juichte luid.
Nog nooit zag Breslau zoo vele vorstelijke
personen binnen hare muren vereenigd. Het
Pruisische Huis is natuurlijk het talrijkst ver
tegenwoordigd, maar Beieren, toch door drie
Prinsen, en Saksen, Wurtemberg, alsmede na
genoeg alle overige Duitsche Vorstenhuizen
door een of meer leden. Van buitenlandsche
Prinsen ziet men den Graaf van Turijn en
Prins Albert van België; voorts de militaire
attaché’s van Italië, OostenrijkHongarije, Zweden,
Rusland, Engeland, Frankrijk, Vereenigde Sta- 1
ten, Argentinië, Chili, Japan, Mexico, Roumanië, 1
Siam en Turkije. Het zal dus ook aan vreemde
uniformen niet ontbreken.
De Rijkskanselier is mede te Breslau aange-
komen met den minister van Buitenlandsche
Zaken en den ambassadeur uit Petersburg.
FRANKRIJK. Te Narbonne heeft de Fran 1
Publieke Werken, de heer I
Geen enkel stoffelijk bewijs van dankbaarheid
is noodig. De Vorstin, die het bestuur des
lands in zulke moeielijke dagen voerde, is zelve
te zeer overtuigd, dat Zij op de erkentelijkheid
van eiken welmeenenden burger kan rekenon,
daarom men zwijge publiek.
Onder alle maatregelen van voorbereiding
dan nadert de ons bekende derde Dinsdag.
En daarbij komt eene andere aangelegenheid,
die deze met belangstelling doet verbeiden.
Het groote politieke nieuws van den dag is
wel dit, dat de Eerste Kamer het ontwerp
kieswet-Van Houten heeft aangenomen met 34
tegen 12 stemmen. Op deze beslissing even
ingaande, valt te constateeren dat van de libe
ralen alleen de heer Muller tegen stemde, of
schoon de Minister van Binnenlandsche Zaken
er nog opzettelijk werk van scheen te maken
dezen Senator te overtuigen. De elf overige
tegenstemmers waren katholieken, (die meervou
dig kiesrecht en verplichte stemming verlangden
als in België.) en een aantal anti-revolutio-
nairen, (die nog op het oude standpunt Kuyper
huismanskiesrecht stonden.) Genoeg, de
kieswet Van Houten is aangenomen en wij
vertrouwen, dat ze door de Regentes bekrach
tigd, weldra tot wet zal worden verheven.
Volgens haar laatste artikel, het laatste tevens
der overgangs-bepalingen, treedt ze in werking
den eersten Januari 1897.
Aldus scheiden slechts luttele weken de in
werkingtreding van het groote hervormingswerk.
Uit den aard der zaak vloeit echter voort, dat
de nieuwe toestand eerst bij periodieke aftre
ding werkelijkheid wordt en volgens de be
palingen der wet, dan alleen voor de Tweede
Kamer. Immers, lezen wij wel, dan zal voor
de Provinciale Staten en voor de Gemeente
raden bij Koninklijk Besluit een naderen datum
worden vastgesteld. Opmerking verdient, dat,
waar in de wet van de Tweede of Eerste Kamer
of van de Provinciale Staten sprake is, deze
benamingen telkens met eene hoofdletter wor
den aangegeven, terwijl het lichaam van den
gemeenteraad deze aanwijzing mist. Dit echter
in het voorbijgaan.
Na deze uitweiding komen we op ons eigenlijk
apropos terug. Daar zal dan eene nieuwe
zegt, een algemeen beminde, kieswet in werking treden eene kieswet voor
Gemeenteraden, voor Provinciale Staten en voor
de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De
verkiezing voor leden van de Eerste Kamer
blijft trapsgewijs, als tot heden, door de leden
der Provinciale Staten.
Onwillekeurig zal de Troonrede voor dit
jaar met al die omstandigheden rekening houden.
En wij lezen mitsdien in de onderscheiden
paragrafen al tal van toezeggingen omtrent
voorbereiding.
Daarom ook meenen we, dat het volk van
Nederland in een stadium van voorbereiding
verkeert. En daarom is ’t ook, dat we op
schorting van elk partijbelang vragen.
De nieuwe wet, de nieuwe toestanden daaruit
stoffelijke geboren, zullen geheel andere eischen stellen,
waardeering te zijner tijd doch dan die tot heden golden. Wij hebben er
we hebben een dringend verzoekdienaangaande meermalen op gewezen. Maar wat eerlijk is
-1J--1 en goed en trouw, en wat ter wille der maat
schap dient, dat zal blijven, spijt alle wets
herziening, tot een goede uitkomst mede te
werken. En het komt er nu maar op aan,
IILIII Hlllll FIIIESLI III.
FRISO
III I lb HIDIEHIEVIIE-