No. 84.
WOENSDAG 21 OCTOBER 1896.
Zes
Buitenlandsch Nieuws.
Hoofdelijke Omslagen, (f)
(INGEZONDEN.)
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
Voorts zal in het vervolg eene progessieve
A.
f 15.—
- 10.—
nemen
Red.
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 85 oent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7} cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
UITGEVER:
Y- KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
tweede
derde
30.—
- 25.
2°.
ring
f 65.—
- 60.—
- 55.—
- 20.—, d.i. 2£
- 55.—, d.i. 3?
90.d.i. 4-,^
- 800.—
-1500. -
- 2200.—
L
II.
om
vaste jaarlijksche uit- in de heffing
komen, m. a.
nu terug tot de evenbedoelde
Zij hebben de strekking
(f) Deze studie van den geachten inzender
plaatsen we gaarne als hoofdartikel, 1°. omdat
ze het verdient en 2l’. opdat vele andere onzer
lezers hunne gedachten over het belangrijk
onderwerp ten beste kunnen geven.
(1) De heffing van eene hoogere percentage
naar mate het inkomen grooter is.
(2. Men weet, dat het heffen van plaat
selijke verbruiks belastingen, b.v. op den sterken
drank, niet geoorloofd is.
(3) Wel te onderscheiden van de subsidie,
die sommige gemeenten ontvangen op grond
van art. 49 der onderwijswet.
Voegen we, als voorbeeld, er nog aan
toe een inkomen van f 5000.waar
van in het derde geval wordt betaald
f 230.—, d.i. 4t%
Dat zij, die een inkomen van b.v. f 2200.
hebben, in de gemeente Hemelumer Oldephaert
en Moordwolde, Workum en Hindeloopen meer
of minder belangrijk ontlast zullen worden,
schijnt schrijver zeker toe, evenzeer als dat zij,
die te Stavoren wonen, waar thans slechts 3.6
pet. geheven wordt, meer dan thans zullen
moeten betalen.
Men make zich echter daar voorloopig niet
al te ongerust. In geen geval behoeft men te
vreezen, dat de hoofdelijke omslag er zwaarder
dan in de omliggende gemeente zal worden,
al zal de percentage ook niet zooveel minder
worden als die in de omliggende gemeenten,
zooals thans het geval is,
S„ Oct. ’96.
EN TWINTIGSTE JAARGANG.
belang verricht
om een einde te maken aan de uitkee-
van het 4/5 gedeelte der personeele be
lasting en aan de subsidiën, door de noodlijdende gelijk aantal percenten belast,
gemeenten genoten wordende, en tevens,
aan de gemeenten eene
keering uit ’s rijks kas per inwoner te verzekeren
in de plaats van die uitkeering en subsidiën.
De tegemoetkoming voor de werkzaamheden,
door de gemeenten ten belange van het rijk
verricht wordende, wordt voor gemeenten be
neden 5000 zielen voorgesteld op 50 cent per
jaar en per inwoner, terwijl de 4/5 gedeelten
der personeele belasting en de subsidiën aan
noodlijdende gemeenten (3) worden vervangen
door eene vaste jaarlijksche uitkeering uit
’s rijks kas per inwoner (berekend naar het
aantal perceelen in de gemeente, die eene
huurwaarde hebben van hoogstens f 37.50 en
waarvan de bewoners alzoo in het vervolg niet
in de personeele belasting zullen bijdragen.)
Die niet in de personeele belasting bijdra
gende inwoners dragen echter wel bij in de
rijks-accijnsen, b.v. in den rijksaccijns op het
gedistilleerd (zt f 5.00 ieder per jaar) op de
suiker, enz. En daar zij, even als de perso
neele belasting betalende inwoners, genot heb
ben van hetgeen door de gemeente wordt uit
gegeven b. v. voor onderwijs, onderhoud van
straten, wegen, bruggen, straatverlichting, enz.
enz. zal bet rijk voor hen van de gemeente
een gedeelte vergoeden van hun aandeel in de
kosten van het zoo even genoemde.
De toestand in de eene gemeente verschilt
veel van die in eene andere, blijkbaar uit den
meerderen of minderen hoofdelijken omslag, die
geheven moet worden.
Van de gemeenten in den westhoek is die te
Stavoren het laagst.
Het gevolg hiervan zal zijn, dat worden
de voorstellen wet Stavoren van die wetten
niets zal profiteeren, Workum, Hindeloopen en
Hemelumer Oldephaert wel, zoodat deze drie
gemeenten, te beginnen met 1898, waarschijn
lijk lageren hoofdelijken omslag zullen behoe
ven te heffen, tenminste wanneer de schade, die
de gemeenten te wachten staat uit de lagere
opbrengst der gemeente-opcenten op de nieuwe
personeele belasting, niet te groot wordt.
Hoofdelijke omslagGeene belasting waar
over zóó geprutteld wordt als over deze, voor
al in gemeenten waar progressie wordt toege
past. Zelfs in gemeenten waar, na aftrek eener
vaste som van ieders inkomen, slechts een
matig aantal procenten geheven wordt, hoort
men soms nog klaagliederen.
Vooreerst moet dit worden toegeschreven
daaraan, dat slechts weinigen doordrongen zijn
van hun plicht, om, naar vermogen, bij te
dragen in de gemeentelijke uitgaven ten
tweeden daaraan, dat zij meenen een lager
inkomen te hebben dan het door den Raad
geschatte, ofschoon het vaak klaar als de dag
is, dat zij meer verteren dan de som, waarop
hun inkomen geschat wordten eindelijk dat
het inkomen van anderen door hen hooger ge
schat wordt dan door den Raad.
Hoogst moeielijk, laat ons liever zeggen in
vele gevallen onmogelijk, is het voor den Raad
iemands inkomen juist te schatten. Vandaar
dan ook, dat in het vervolg rekening mag wor
den gehouden met den voet waarop geleefd
wordt.
DUITSCHLAND. Nu Franschen en Russen
zoo nauw verbonden schijnen te zijn, komt de
Hamburger Nachrichten met een document,
waaruit blijkt, hoe Keizer Wilhelm I en prins
Bismarck de vriendschap met Rusland in eere
hielden, ook in een tijd, die voor de Russen
zeer moeielijk was. Het is een brief van prins
Bismarck aan den Keizer, van 11 Augustus
1877. De Russen waren toen voor Plewna
herhaaldelijk teruggeslagen en Engeland, zich
beroepende op klachten der Turken over wreed
heden der Russische troepen, trachtte de overige
mogendheden te bewegen tof een gemeenschap
pelijk optreden, waarbij de Duitsche Keizer
namens de overige mogendheden »in het belang
der menschelijkheid” vertoogen zou richten tot
den Tsaar. De Keizer echter was daartoe
weinig gezind en bad blijkbaar in dien geest
uit Gastein (den 6den Augustus) aan zijn Rijks-
kanselier geschreven, die zich toen te Varzin
bevond. Prins Bismarck’s antwoord is te uit
voerig om het hier in zijn geheel mede te
deelen, maar hij schrijft o. a.
Ik verheug mij, door Uwer Majesteits brief
in mijne overtuiging versterkt te worden, dat
Duitschland de band niet mag leenen tot eeni-
gerlei vernedering van Rusland; dat Uwe Maje
steit de welwillende onzijdigheid jegens den
Tsaar wil handhaven en Ruslands billijke wen-
schen langs diplomatieken weg wil ondersteunen
bij de thans vermoedelijk verder af liggende
vredesonderhandelingen.
Prins Bismarck schreef dat, hoewel het toen
pas een jaar geleden was, dat prins Gortscha-
koff getracht had met Oostenrijk en Frankrijk
>in anti-Duitsche aanraking te komen,” gelijk
de Rijkskanseliar het in dezen brief noemt.
Hij had dus aanleiding gehad om rancune te
toonen, maar zegt integendeel: »Ik zal mij
gelukkig achten, wanneer ik Uwe Majesteit bij
die roemvolle taak weder met volle kracht
dienen kan.”
1°. Om de gemeenten tegemoet te komen
in de werkzaamheden door haar in ’s rijks heffing verboden zijn, alleen geoorloofd af
trek van een vast cijfer van ieders inkomen
voor onvermijdelijk levensonderhoud.
Het overblijvende wordt naar een voor allen
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiën Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
Ook zal het verboden zijn verschil te maken
naar den oorsprong van het in-
w. daarin, dat het voortspruit
óf uit bezit óf uit arbeid.
Welke aftrek beveelt zich nu het meest aan
M. i. deze waarbij gelet wordt op de hoe
grootheid der huishouding van ieder inwoner.
Voor buiten de ouderlijke woning levende
meerder- of minderjarigen en voor bij de ouders
inwonende meerderjarige ongehuwden, zou ik
(met het oog op het bepaalde bij de tabel, be
doeld in de arts. 1 en 2 der nieuwe Kieswet)
in den westhoek van het inkomen als onbelast
wenschen af te trekken f 200.
Van dat van een gehuwd man - 300.
en daarenboven voor het eerste kind - 50.
voor twee kinderen - 80.
drie - 100.
en voor ieder kind daarboven - 4 0.- -
De gehuwde arbeiders en zelfs de flinke
werkman zal dan in den regel geen cent be
hoeven bij te dragen.
Nemen we aan, dat het evenbedoeld stelsel
in den westhoek algemeen aangenomen, wordt
en dat, tengevolge der ontvangst van de hier-
voren bedoelde rijks-bijdragen, verminderd met
het verlies der 4/5 rijkspersoneele belasting,
met de subsidie, genoten als noodlijdende ge
meente, en met de mindere opbrengst der op
centen op de personeele belasting, nemen
we verder aan, dat laatst bedoeld verlies, ge
dekt kan worden door heffing van een grooter
getal opcenten dan thans op de hoofdsom der
nieuwe personeele belasting, en nemen we ein
delijk aan, dat van alle inkomsten, verminderd
met f 200. f 300.of f 400. naar ge
lang der grootte van
Bekend is het, vooral tengevolge der énorme
sommen vereischt voor ondersteuning der armen,
eenige jaren geleden vele, hoofdzakelijk Friesche
plattelands gemeenten, in zulk een slechten
financieelen toestand geraakten, dat zij, niet
tegenstaande de hoofdelijke omslag soms tot
10 percent van het inkomen der inwoners werd
opgedreven, toch niet in staat waren in alle kosten
barer huishouding naar behooren te voorzien.
’s Lands regeering was gedwongen bijstand
te verleenen. Met veel moeite stemden de
Tweede en Eerste Kamer er in toe, dat voor
onderstand aan gemeenten, zelve buiten staat
in de kosten harer huishouding naar behooren
te voorzien, een belangrijke post op de staats-
begrooting werd uitgetrokken: over 1894,
1895 en 1896 nog telken jare tot een bedrag
van ruim een kwart millioen gulden, waarvan
(volgens het jongste verslag van den toestand
der provincie) over 1894 een 20 tal Friesche
gemeenten te samen genoten bijna 2 ton (West-
stellingwerf f 31.500, Opsterland f 24000,
Westdongeradeel f 18000, Ferwerderadeel
f 15000 enz.)
De buitensporig hooge hoofdelijke omslag
in sommige gemeenten had tengevolge, dat
meer gegoeden zoodanige gemeenten met der
woon verlieten, iets, dat vooral plaats had in
gemeenten, waar progessie (1) werd toegepast.
Jaren lang waren al tongen en pennen in
beweging, om, zoo mogelijk, aan den onhoud-
baren toestand een einde te maken, maar aan
geen der vele sprekers en schrijvers mocht het
gelukken den steen der wijzen te vinden.
Door het eene middel zou wel deze door
een ander wel gene gemeente een weinig
maar geene enkele afdoend geholpen worden.
Er moest veel gebeurende gemeentewet
moest gewijzigd het belasting-gebied der
gemeenten verruimd (2) eene betere verhouding
tusschen de rijks- en gemeente belastingen in
het leven geroepen worden.
Tot het programma van het huidige Ministe
rie behoorde ook om eene afdoende regeling
in dezen tot stand te brengen.
Voor kort zijn dan ook de noodige wetsvoor
stellen dienaangaande bij de Tweede Kamer
ingediend.
Vóórdat ik daarop inga, zij nog opgemerkt,
dat de tot dusverre ten bate der gemeenten
geheven belastingen in hoofdzaak bestaan in
opcenten op de grond- en de personeele be
lastingen- en in een hoofdelijken omslag.
Bovendien ontving iedere gemeente van het
rijk 4/5 der opbrengst van de personeele be
lasting (in 1885 op eene vaste som bepaald)
als vergoeding voor het verlies der bevoegdheid
tot het heffen van plaatselijke verbruiksbelastin
gen (opcenten op den rijks-accijns op het ge
distilleerd.)
Voor de werkzaamheden door de gemeenten
ten bate van het Rijk verricht, ontvangen de
gemeenten tot dusverre niets.
Keeren wij
wetsvoorstellen.
het huisgezin, 5 °/0 moet
worden betaald, dan zal verschuldigd zijn door
Een eenloopend persoon met
f 500.inkomen
Een gehuwd persoon met een
gelijk inkomen, zonder kinderen
III. Een gehuwd persoon met gelijk
inkomen doch met 3 kinderen
bij f 800.inkomen
in het eerste geval
tweede
derde
bij f 1500.inkomen:
in bet eerste geval
tweede
derde
bij f 2200. inkomen
in het eerste geval f 100.
tweede - 95.
derde - - 90.
Men ziet uit het vorenstaande, dat, ofschoon
progressie verboden zal zijn, door denzelfden
aftrek van de inkomsten, onverschillig of die
f 500.— of f 2200.bedragen, zij, die het
laatstgenoemd inkomen hebben, toch inderdaad
een veel hooger percentage betalen dan zij, die
slechts f 500.inkomen hebben:
want, nemen we als voorbeeld het derde
geval.
van f 500.- wordt betaald f 5.d.i. 1 pet.
NIEUWS- n till IIIIIMII
llllll IM FRIESLAND.
5.
1
- 20.—
FRISO