Na de Pacificatie.
WOENSDAG 28 OCTOBER 1896.
No. 86.
Zes en twintigste Jaargang.
Binnenlandsche Berichten.
Hoogere opcenten op de grondbelasting
van de ongebouwde eigendommen, (t)
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
buiten de gemeente
Red.
WORKUM.
in Friesland
I
H.
A
Y KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
de
den hofprediker dr. J. G.
Pry's per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7^ cent. Bij abonnement is de prijs belangrjjk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
De bevestiging der Koningin heeft Zater
dag in het koninklijk paleis plaats gehad.
Te 11 uren, toen alle genoodigden aanwezig
waren, traden de beide Koninginnen met haar
dienst binnende dienstdoende kamerheeren,
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentièn Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
minder eigenaren telt van
gelegen landen.
En naar mate het totaal van de gemeente
inkomsten stijgt, kan de percentage van den
hoofdelijken omslag lager zijn.
Wie zich echter gouden bergen belooft van
de bijdragen der buiten de gemeente wonende
landeigenaren, zal, naar het mij voorkomt, teleur
gesteld, wie in de eerste plaats eene recht
vaardiger verdeeling der gemeentelasten wenscht,
bevredigd worden door eene aanzienlijke ver-
hooging van de gemeente-opcenten op de hoofdsom
der belasting op de ongebouwde eigendommen.
8. A.
(INGEZONDEN).
Mijnheer de Redacteur
Iemand, die in het 84ste no. van t Friso”
gelezen heeft het artikel Hoofdelijke Omslag”
betreurt het, dat ook in het vervolg een elders
wonende niet in den hoofdelijken omslag der
gemeente, waar binnen zijne landerijen of een
gedeelte zijner landerijen liggen, mag worden
aangeslagen.
Inderdaad is het billijk, dat de buitenwonende
landbezitters, meer dan tot dus verre, door de
betaling van 10 opcenten op de hoofdsom der
grondbelasting van de ongebouwde eigendommen
geschiedt, bijdragen in de kosten der huishouding
van de gemeente binnen welke hunne landerijen
of een gedeelte hunner landerijen liggen.
De Regeering wenscht daartoe gelegenheid
te geven door de gemeenten te veroorloven,
inplaats van 10, te heffen b.v. 60 opcenten op
de hoofdsom der belasting op de ongebouwde
eigendommen, maar onder een voorwaarde.
Stellen we, als voorbeeld, 2 eigenaren waarvan
de eene in- en de andere buiten de gemeente
woont en wier eigendommen ieder eene belastbare
opbrengst van f 1500.hebben, nagenoeg
overeenkomende met de zuivere huur, welke
zij van die eigendommen trekken.
Stellen we, duidelijkshalve, verder, dat die
f 1500.de eenige inkomst is, waarover ieder
der twee kan beschikken.
Nu zal de in de gemeente wonende in den
hoofdelijken omslag, berekend naar 5 pCt. van
f 1100.(f 1500.— met f 400.aftrek)
moeten betalen f 55.terwijl de buiten de
gemeente wonende niets in den hoofdelijken
van de gemeente, waarin hij
omslag bijdraagt
niet woont.
De hoofdsom der grondbelasting van land
met f 1500.belastbare opbrengst bedraagt
nagenoeg f 85.— 10 opcenten hiervan voor
de gemeente bedragen f 8.50.
Hierin staan in- en uitwonenden gelijk.
Voegen we nu deze f8.50 bij den hoofdelijken
omslag, die de inwonende wel, de uitwonende
niet betaalt, dan volgt, dat de inwonende
f 55.meer dan de uitwonende in de kosten
der gemeente huishouding bijdraagt, ofschoon
beider f 1500.inkomen de vrucht is van
land, gelegen in dezelfde gemeente.
Heft men echter, inplaats van 10, 60 opcenten
op de hoofdsom der grondbelasting, dan draagt
zoowel de in als de uitwonende, door middel
dier opcenten, in de gemeente-huishouding bij
f 51.-.
Maar dit is alleen rechtvaardig als de hoof
delijke omslag, die ieder in de gemeente zijner
inwoning verschuldigd is, met die f 51.wordt
verminderd, zoodat A, wonende in de gemeente,
binnen welke de landerijen liggen, daar slechts
f4.en B, wonende in eene andere gemeente,
in de gemeente zijner inwoning mede slechts
f 4.hoofdelijke omslag betaalt, als in beide
gemeenten hetzelfde percenten bedrag geheven
wordt.
De totale opbrengst van den hoofdelijken
omslag zal hierdoor dalen naar mate er meer
landerijen in de gemeente liggen, doch de totale
inkomsten der gemeente stijgen naar mate die
landerijen meer behooren aan buiten de gemeente
wonenden en de gemeente onder bare inwoners
Te zijner tijd zijn de liberalen uitgescholden
voor alles wat leelijk is. Goedgeloovige zielen
werden door allerlei kanselwelsprekendheid,
en deze beteekent nog altijd betrekkelijk veel,
gewaarschuwd tegen dit slag van lieden, als
omgaande met boozen, zoo niet met den boo
ze!”
Men maakte er zich min of meer bezorgd
over. Men ging vereenigen en macht tegen
over macht stellen. De slag viel: de liberalen
werden overwonnende tegenpartij maakte zich
meester van de school. Clericalisme overal?
Och, geen steek er van. Men bepaalde zich
eenvoudig tot een subsidie-stelsel voor
bijzondere scholen en dit nog wel op aangege
ven en wel-omschreven voorwaarden. ’t
Kon ook moeielijk anders. De liberalen gaven
toe. De schoolstrijd was ge- en be-eindigd.
De groote quaestie betrof enkele duizenden
guldens uit de Schatkist. Men was bevredigd.
En thans?
Hier en daar wordt in het kamp der tegen
standers nog wel eens gemopperd, maar een
forsche beweging zit er niet meer in. Alles
heeft zoo zijn tijd en zoo ook de schoolquaestie.
Dat deze meening bij de liberalen in werkelijk
heid geldt, blijkt uit de teruggang van »Vo)ks-
onderwijs,” Vereeniging tot bevordering van
het Volksonderwijs en het Schoolbezoek in
Nederland; weldra, vertrouwen wij, zal deze
Vereeniging tot het verleden behooren evenzeer
als de »Afdeeling Zuidwesthoek van Friesland”
het zal beschouwen als haren tijd gehad te
hebben. Na den strijd en vooral bij eervol
verdrag behoort men zijne legers te ontbinden.
Een gewapende vrede toch brengt geene ver
lichting van druk. Wij, liberalen, betrachten
dan alzoo de goede manieren. Maar we ver
trouwen ook, dat mocht de pacificatie niet
eerlijk worden nagekomen en er onraad onder
’t koren schuilen ieder volksvriend en voor
stander van den vooruitgang zich wederom zal
laten vinden om deel te nemen in het leger,
dat met kracht en klem eiken averrechtscben
aanval op de openbare school zal afslaan. Met
die overtuiging, vertrouwende op het onderling
accoord, steken we dan voorloopig het zwaard
in de schede.
(f) Naar ’t ons voorkomt, verdient het
bovenstaande eene eerste plaats in dit no. als
complement tot de voorgaande stukken van
denzelfden schrijver.
te ’s-Hertogenbosch bevestigend beantwoord is.
Dit hof noemde de rijkspostspaarbank een
particuliere rijksinstelling, niet behoorende tot
de algemeene lands-administratie, op welker
gelden volgens de wet geen beslag gelegd mag
worden. Namens den inlegger, eischer in
cassatie, werd deze beslissing bestreden door
mr. W. Thorbecke, te ’s Gravenhage, die be
toogde, dat de rijkspostspaarbank, als zijnde
een zaak welke de Staat zich heeft aangetrokken,
is een tak van staatsdienst, al heeft die ook
een afzonderlijk beheer. De advocaat-generaal,
mr. Gregory, zal 6 November conclusie nemen.
Advocaat-generaal mr. Gregory betoogde
Vrijdag jl. voor den Hoogen Raad in de zaak
betreffende de Ypey-stichting in Friesland, dat
die stichting eerst na den dood van den stichter
bij het openvallen van diens nalatenschap tot
stand kwam en dus niet gezegd kan worden
toen gelden door erfstelling te hebben verkre
gen. Mitsdien concludeerde bij tot veroordee-
ling van den Staat om de voor successierechten
geheven f 37.990 terug te betalen. Uitspraak
20 Nov.
Hr. Ms. Kanonneerboot Bever zal uit
Nieuwediep opkomen naar Amsterdam om 30
Oct. bij de maritieme directie aldaar uit dienst
te worden gesteld.
In de te Amsterdam gehouden algemeene
vergadering van het Genootschap ter bevordering
der Natuur-, Genees- en Heelkunde, werd de
oud-hoogleeraar dr. J. W. Gunning benoemd
tot honorair bestuurslid en dr. W. Kuenen tot
eerelid.
De gouden medalje, gesticht ter herinnering
aan wijlen den hoogleeraar C. B. Tilanus, is
toegekend aan dr. H. Zwaardemaker te Utrecht
voor zijn geschriften over de physiologic der
reukorganen.
die vooruit gingen, waren jhr. De Ranitz bij
de Koningin en graaf Van Bylandt bij de
Koningin Regentes.
De Vorstinnen werden gevolgd door de groot
meesteres barones Van Hardenbroek, freule
Van de Poll, surintendante, barones van Itter-
sum, barones Rengers, hofdames, en miss Winter.
Engelsche gouvernante; voorts door den mili
tairen dienst Zegers Veeckens, adjudant, jhr.
Six, ordonnance-officier.
Bij het binnentreden stond iedereen op van
de stoelen, achter de zetels der Koninginnen
geplaatst. De heer Stortenbeker, hofpianist,
begeleidde het orgel, waarop ’de dienst een
aanvang nam, aldus verdeeld: Tekst: Open
baring 2 10b: »Zijt getrouw tot den dood en
ik zal u geven de kroon des levens.” Voorzang
psalm 89 1. Tusschenzang gezang 257 1,
6. gezang 96. Nazang, gezang 274 2.
De Koningin werd bij het afleggen der be
lijdenis toegesproken en antwoordde met luide
stem Ja op de vraag, of zij de belofte aflegde.
Daarna werd baar psalmgezang staande door
het gehoor toegezongen. De Koningin Regentes
en alle aanwezigen stonden op.
Het geheel maakte een plechtigen indruk,
die nog verhoogd werd door de aandoenlijke
toespraak van den hofprediker, dr. van der
Flier, die door zijn godsdienstig Onderwijs de
Koningin had voorbereid.
Na afloop der bevestiging heeft de kamerheer,
jhr. de Ranitz, op last van de Koningin aan
van der Flier mede-1
gedeeld, dat bij benoemd is tot ridder van den
Nederlandsche Leeuw.
Er is sprake van dat de Tweede Kamer
reeds in de eerste week van November weer
bijeenkomt om de regeling der gemeentelijke
financiën in de afdeelingen te onderzoeken.
Door de Nederlandsche Zuid-Afrikaansche
Spoorwegmaatschappij worden personen, hoewel
niet in dienst bij een spoorweg onderneming,
in dienst genomen, mits zij kunnen overleggen
een bewijs dat zij gedurende een jaar hunne
opleiding in den stationsdienst hebben genoten.
Bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen bestaat voor deze personen gelegen
heid zich in dien stationsdienst te bekwamen,
wanneer zij bij hun verzoek een bewijs over
leggen, waaruit blijkt dat zij na verkregen be
kwaamheid bij de Nederlandsche Zuid-Afrikaan
sche Spoorweg-Maatschappij zullen worden ge
plaatst.
Met ingang van 1 Januari 1897 zullen
door de Maatschappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen alle werklieden van aannemers of
onderaannemers van door haar aan te besteden
werken, tegen ongelukken worden verzekerd.
Atjeh. De correspondent te Batavia van
de N. R. Ct. seint dat de excursie over Djerir
naar Pieng en Moeloe is uitgesteld wegens over-
strooming der Atjeh-rivier.
Voor den Hoogen Raad werd gepleit in
een zaak betreffende de vraag of beslag kan
worden gelegd op gelden, ingelegd in de rijks
postspaarbank, welke vraag door het gerechtshof
De heer Van Oostrum Soede,
predikant te Schettens en Longerhou, heeft
het beroep bij de Hervormde Gemeente alhier
aangenomen.
LEEUWARDEN. De vereeniging »Door
arbeid tot verbetering” in Friesland beeft
getracht, een overzicht samen te stellen van
de meest verwaarloosde opvaarten, hooislooten,
waterlossingen, reeden enz., omdat het onderhoud
daarvan sedert de intrekking van het Prov.
reglement op de onderhoudplichtigheid als van
ouds is verzuimd. Dat verzuim van onderhoud
verhindert h.i. de goede exploitatie van den
bodem en is werkelijk een der factoren, waardoor
de werkeloosheid in deze provincie een chronisch
karakter heeft gekregen.
Dat overzicht moge onvolkomen zijn, het geeft
toch een beeld van den tegenwoordigen toe
stand der kleine verkeersmiddelen in Friesland.
Over de wijze, waarop de onderhoudsplicht be
hoort te worden geregeld, mogen de inzichten
uiteenloopen, het niet regelen dezer komt haar,
op grond der 20-jarige ervaring voor te moe
ten worden veroordeeld. Een ieder, aldus ein
digt zij, die de welvaart van het gewest ter
harte gaat, die overtuigd is dat spoedige en
afdoende regeling der onderhoudsplicht nood
zakelijk is, niet alleen in ’t belang van den
eigenaar en gebruiker, maar evenzeer van den
arbeider, helpe en steune haar om de overtui
ging, dat daardoor bet productievermogen van
den bodem wordt verhoogd, tot volksovertuiging
te maken.
SNEEK. Benoemd tot hoofd der herhaling-
school de heer G. Stüvel Azn.
FRISO
MUM' H Illi EIITEUIE-
IILIII VOOB til IL.'L t Vl.
I
UITGEVERS
1