11
vorflerlnoen ten laste der Demeente,
over het dienstjaar 1896 vóór den 1 Februari
e. k ter Secretarie der gemeente zullen worden
ingewacht.
4
Uithuizigheid.
WOENSDAG 6 JANUARI 1897.
No. 2.
Zeven
jaar
Buitenlandsch Nieuws.
I
1
Officiéél gedeelte.
L
J
Y- KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
TWINTIGSTE JAARGANG.
ot.
iVIEtWS- EN IIIIEIIÏEVUE-
ii f.
III. KI lliüll Fill [SI, Hll.
s. W.
Dit Blad versohijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
9 uur
9 uur
9 uur
Dr.
Een Bejaarde.
er
je leven tot een sukkelaar maken”.
eme-
aool-
uithuizigheid
ijnde
in
1
I
Prijs per kwartaal 70 oent franco per post 85 oent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 oenta
Voor eiken regel meer 7J cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
UITGEVER:
)orm.
izen.
Nam.
ierna
lande
>p de
itsen,
nuari
chool
n, op
ring
deze
et de
i sol-
inde-
loten
van
aan
taten
gra-
ïgens
eurd,
men
ol te
wijzer
It op
item-
naar
ig te
>owel
imel-
half-
strom
half-
strom
Is. J.
s. G.
r Ds.
van
der
AERT
:cem-
r ge-
wor-
1 ver-
ig in
van
met
iven-
snde,
hare
iodat
han-
elfde.
s. W.
luari.
heer
ns.
der
M, op
j vm.
Ds.
im.
n Ds.
geven had, om
den inhoud
uren
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
WORKUM, brengen ter kennis van belang
hebbenden, dat
Workum, 4 Januari 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. J. VISSER, Burgemeester.
J. OUDEBOON, Secretaris.
Onze tijd niet minder dan die, welke reeds
geleden is, gaat
mank aan het euvel der uithuizigheid.
Men moet aan het leven in de maatschappij
deelnemen. Zeker. Maar men doe het nimmer
ten koste van het huiselijk leven. Vrouw en
kinderen hebben in de eerste plaats aanspraak
Mijn vader was lid der «Maatschappij tot
nut van ’t algemeen.”
In zijn boekenkastje stonden ook eenige door
maatschappij met goud bekroonde werken.
Der school ontwassen doorsnuffelde ik de in
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentièn Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
bekleumingen, tegen baden met verhit lichaam iets anders.
van het middag- j Foei 1 gij zoudt het dier gelijk willen zijn
gij U anders zoo verheven acht!
Een bejaarde.
Toen ik, 50, 60 jaar geleden, nog op de
schoolbanken zat, hadden we een door «meester”
met groote fraaie letter geschreven schrijf
voorbeeld, waarop stond «Gezondheid is een
groote (of de grootste) schat, precies weet ik
het niet meer.
«Meester” had de goede gewoonte, als hij
de schriften nagegaan en A, B, C, enz. op het
meer of minder verkeerde van den lettervorm
gewezen en de middelen aan de hand ge-
daarin verbetering te brengen,
van het geschrevene met ons,
zijne leerlingen, te bespreken.
«Ja, jongens”, zei hij dan ongeveer, «wèl
«is gezondheid een groote schat, grooter dan
»het bezit van veel geld, want welke waarde
«heeft geld, het middel om veel genoegens te
«smaken, als je ziek bent of ten minste niet
«goed gezond”.
«Stel grooten prijs op de bewaring van je eene
«gezondheid. Eén onvoorzichtige daad kan je j moogt
«voor je leven tot een sukkelaar maken”. omdat ze uw geest bevat.
Men gaat naar huis door regen en wind,
steekt den sleutel in de huisdeur en kan, bin-
aan niemand anders goeden avond
wenscben dan aan moeder de vrouw, die zich,
nadat de kinderen te bed waren gegaan nog
eenigen tijd met naaiwerk en lectuur had bezig
gehouden, doch eindelijk dommelig was gewor
den.
Haastig werd het avondeten gebruikt en in
niet zeer aangename stemming begaf het echt
paar zich te ruste.
Is dat niet een der vele nadeelige gevolgen
van de uithuizigheid? Maar is dat eene niet
meer dan genoeg om er, ook nog in onze dagen,
met klem tegen te waarschuwen
O, die vergaderingen, die bijeenkomsten
buitenshuis ze hebben al zoo menig huisgezin
onbeschrijflijk veel nadeel berokkendze hebben
maar zeer weinig in het belang der maatschappij
uitgericht.
Wie er van profiteeren de café houders en
de kasteleins en deze moedigen ze in den regel
dan ook ’t meeste aan.
De damp der spiritualia en
sigaren vervult weldra de zaal.
’t Slaat buiten elf; ’t spel windt op; de
heeren worden luidruchtiger.
Daar slaat ’t middennachtelijk uur.
Finiheeren, roept er een, naar moeder de
vrouw, ’t is paardenmiddag.
En de kostelijke avond, ze heeft geen heil
gebracht aan de maatschappij, z’ is verloren,
ontroofd aan vrouw en kinderen.
Foei
waar boven
Daaronder was een ik herinner het mij
zeer goed waarvan de titel luidde:
«De nadeelige gevolgen der uithuizigheid”
schrijver de toenmalige secretaris der gemeente
Leeuwarden.
Jongeling en man geworden kwam de inhoud
van dat werk mij dikwerf voor den geest en
of het daaraan of ook nog aan iets anders is
toe te schrijven, dat ik steeds vreesde voor
uithuizigheid, weet ik niet, wel weet ik, dat
ik voor de nadeelige gevolgen van
ben bewaard gebleven.
om tehuis nog wat uit te
nu nog een partijtje. Wie
Omber, whist, quadrille, wat zal
Of zullen we de queuën ter hand
Niet allen te gelijk. Binnen een
kwartier zitten overal groepjes om de speel
tafeltjes en rollen de ballen over het groene
laken.
«Aanneme.” En fluks zet de kellner ’t
schuimend bier, de warme grog of wat de
heeren besteld hebben onder hun bereik.
de rook der
de uithuizigheid tegen.
Ik sprak onlangs iemand, inwoner eener 8en>
tamelijk groote stad, die mij beleed zelden een I een
avond in den kring der zijnen door te brengen.
Schier eiken avond was er buitenshuis wat. men- denkt de keizer (nog in dit voorjaar)
Nu eens eene vergadering over een hardzeil
partij, harddraverij, hardrijderij op schaatsen,
een kiesvergadering, eene vergadering over dit,
eene vergadering over dat.
En wat werd er in de meeste dier vergade
ringen uitgevoerd Bitter weinig. Er werd
(de lezer vergeve me ’t triviale woord) «gekletst”,
over alle mogelijke en onmogelijke zaken ge
stemd en eindelijk eene motie aangenomen,
een besluit vastgesteld, waarvoor een tweetal
flinke koppen ternauwernood vijf minuten be
hoefden en nu 40, 50 hoofden van gezinnen
aan die gezinnen onttrokken worden,
De klok slaat 10 als de vergadering afgeloopen
is. ’t Is te laat,
voeren.
Kom, heeren!
doet mee?
het zijn,
nemen
meer dan een halve eeuw
op de uren, welke ons beroep ons vrijlaten-
Voor hen in de eerste plaats onze vrije avonden-
Die avonden hebben voor de onzen onschatbare nengetreden,
waarde. In die avonden, in de winteravonden
vooral kan er door ons, huisvaders, zoo verbazend
veel goeds ten bate van onze gezinnen gedaan
wordenin die avonden niet het minst kan de
man de vrouw bijstaan in haar moeielijke taak
om de kinderen op te voeden, daarin kan
zooveel met elkander gelezen en besproken
worden, daarin kan de eenigszins ontwikkelde
man de zijnen voorlichten op zoo menig gebied,
de kinderen raden, waarschuwen, hen geschikt
maken voor den strijd, die zij eerlang te strijden
hebben, om met God en met eere door de
wereld te komen, om der maatschappij tot
sieraad, tot zegen te worden.
Maar moet men dan niet leven in de maat
schappij? Ook in de maatschappij; ook in de
maatschappij heeft men plichten te vervullen.
Daar zijn nog een menigte, een groote menigte,
die, ofschoon 23 jaren oud, op verre na nog
niet mondig zijn. Die onmondigen hebben niet
a''?en behoefte aan, maar ook een zedelijk
recht op een gedeelte der meerdere kennis en
beschaving van de gelukkige bezitters daarvan.
Het gesproken woord kan soms weldadiger
op hen inwerken dan het geschreven woord.
Daarom nu en dan in openbare bijeenkomsten
het woord tot hen gericht. Ik zeg nu en dan.
In den regel acht ik het geschreven woord
beter, dat beklijft meer’t kan herlezen, ’t
kan in den huiselijken kring besproken worden,
’t onttrekt niet aan ’t huiselijk leven, ’t houdt
Daar zijn er, helaas! die, geboren uit zieke
lijke ouders, van hun eerste levensuur af, een
sukkelend bestaan voortslepen. Die stumperts
zijn wel te beklagen en meestal moeten zij al
vroeg den tol aan de natuur betalen.
Laat ons met de zoodanigen medelijden, diep
medelijden hebben laat ons ook medelijden,
diep medelijden hebben met gebrekkigen, met
mismaakten.
Daar is niets wreeders dan gebrekkigen, dan
mismaakten te bespotten. Deze missen al zooveel
wat wel-gevormden kunnen genieten en zij
gevoelen zelf dat gemis in den regel al zóó
diep, dat anderen het waarlijk niet behoeven
te vergrooten.
Ouder geworden leerde «meester” ons «slechts
in een gezond lichaam kan een gezonde geest
wonen”.
Wie, die de waarheid hiervan niet erkent?
’t Leven kan lang duren, ’t kan betrekkelijk
kort zijn, ’t Duurt gemiddeld geen veertig
jaren.
Maar ’t zij ’t lang, ’t zij ’t kort duurt, in
beide gevallen is een «gezonde geest” iets
onbetaalbaars.
Groote waarde heeft het stoffelijke leven,
grooter waarde het geestelijke.
Het stoffelijke leven eindigt met den laatsten
adem, het geestelijke stelt ons in staat onzen
blik verder dan het graf te richten, het
geestelijke oog doet ons zien dingen niet waar
neembaar met het stoffelijke. Lichaam en geest
te samen vormen den mensch en onderscheiden
hem van de overige schepselen der aarde.
Daarom nogmaals draag zorg voor uwe
lichamelijke gezondheid. Beschouw ze als een
schat U toevertrouwd, maar als een schat, die
U, evenals den bezitter van iedere andere,
groote verantwoordelijkheid oplegt. Gij
niet roekeloos mede omgaan, ook I
f Benevel die nimmer, 1
En dan waarschuwde «meester verder tegen hetzij door te veel drankgebruik, hetzij door
of onmiddehjk na het gebruik
maal en tegen zooveel meer.
«Daarom”, zei «meester” dan ten slotte,
«behoef je niet angstvallig voor elk tochtje te
«wezen, vooral niet voor frissche koude en je
«niet in laten bakeren als vader Oost eens
«stevig opblaast. Neen, je moet trachten je
«te harden tegen den invloed van ons sterk
«wisselend klimaat”.
«Meester” is al lang dood en reeds bekleeden
meerdere van zijne zonen gelijk ambt op even die
waardige wijze als hun vader eertijdsmaar
al is «meester” al lang dood, de weinigen het kastje staande werken,
zijner leerlingen, die nog in leven zijn, roepen I? 1
hem, den verstandigen opvoeder, nog dikwijls nog
in hun geheugen terug, erkennen nog zoo
gaarne de groote verplichtingen, welke zij aan
hem hebben.
Of het nu heelemaal een gevolg van meesters
wijze lessen is geweest of dat ook andere oor
zaken daarop hebben ingewerkt, weet ik niet,
maar wel weet ik, dat mij immer voor den
geest heeft gezweefd den plicht om zooveel
mogelijk te waken voor eigen gezondheidwel
weet ik, dat ik het voorrecht eener goede
gezondheid zoo niet geheel dan toch voor een
groot deel aan die waakzaamheid heb te danken
en dat die goede gezondheid niet weinig tot
mijn levensgeluk heeft bijgedragen,
Ik meen derhalve ten volle gerechtigd te
zijn den lezers van Friso toe te roepen «Draag
zorg voor uwe gezondheid”.
DUITSCHLAND. In het ministerie van
Buitenlandsche Zaken te Berlijn is ook door
den Nederlandschen gezant, een uitleverings-
tractaat tusschen het Duitsche Rijk en de
Nederlanden geteekend.
De Duitsche keizer komt in den loop van
dit jaar jagen in Hongarije. Aartshertog Fre-
derik in Barany heeft officieel bericht ontvan-
dat Keizer Wilhelm in September met
groot gevolg op zijn landgoed komt jagen.
Alvorens de reis naar Hongarije te onderne-
een
tocht te maken in de Middellandsche Zee. De
keizerin zal vermoedelijk medegaan. Het voor
nemen schijnt te zijn, te Genua aan boord van
de Hohenzollern te gaan, en vervolgens eenige
Italiaansche en Spaansche havens te bezoeken.
Zoo wordt althans aan het Berliner Tageblatt
verzekerd.
In een te Berlijn gehouden, zeer talrijke
vergadering van de Vrije Vereeniging der
Berlijnsche Korenbeurs is eenparig besloten,
van 2 Januari a. s. af de Korenbeurs niet
meer te bezoeken.
FRANKRIJK. Bij de gebruikelijke nieuw
jaarsreceptie op het Elysée werd het corps
diplomatique voorgesteld door den Russischen
gezant Mohrenheim. Deze zeide in zijne toe
spraak tot den president, dat het nieuwe jaar
zich onder gunstige voorteekenen inzet, en hij
wenschte Frankrijk geluk met den steun, dien
bet edelmoedig geschonken had aan de zaak
des vredes.
Faure zeide, dat het vertrouwen in het
nieuwe jaar vergroot is door de uitstekende
betrekkingen van Frankrijk met de andere
natiën. Frankrijk zal nooit achter blijven,
waar het geldt zijn steun te verleenen aan
werken van rechtvaardigheid, sympathie en
vrede.
De Madagascarsche mail brengt het bericht,
dat de gemeenschap met de hoofdstad volko
men hersteld is, de brievenpost geregeld twee
maal in de week aankomt en de handel weer
gaat tieren, tengevolge van de meerdere vei
ligheid. De kleine boeren in den omtrek der
hoofdstad tijgen weer aan het akkerbedrijf en
de verlaten dorpen in het Noorden worden
EN