No. 20.
WOENSDAG 10 MAART 1897.
Opwinding Stilling,
Clericaal,
Liberaal en Democraat.
Buitenlandsch Nieuws.
Zeven en twintigste Jaargang.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG
eene
eene
s
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7} cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
UITGEVERt
Y KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
iets goeds, bij het ander ook,
allen I de tijden
Maurits i
zijden heeft men genoeg.
Als wij, kiesgerechtigden, dan eerlang worden
geroepen om onze Vertegenwoordigers te kiezen,
dan hebben we dit te doen in alle kalmte en
niet lettende op eenig geloof,
den Staat der Neder-
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiön Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
FRANKRIJK. Het plotseling herleefd anti-
clericalisme van de republikeinscbe meerderheid
der Kamer is nog krachtiger geweest dan uit
de vroeger ontvangen berichten viel op te
maken, aan de rede des heeren Hémon heeft
zij niet minder dan de eer bewezen van in het
ganache land te worden aangeplakt.
Toen wijlen vader .Lantech, uit de oudheid,
een zeker soort van zwaard ten geschenke
ontving, (hij had vroeger zulk een voorwerp
nimmer aanschouwd) en hij er de bedoeling
van begreep, was hij daar wonder mede in zijn
schik. Hij zwaaide het om en rond en boven
zijn hoofd als een held der eerste klasse en
hield eene redevoering tegen zijne wijven, zijne
dienstknechten en dienstboden en voorts tegen
allen, die meer onder zijn gehoor verkeerden,
hen verzekerende, dat zoo iemand ter wereld
het durfde te onderstaan een hunner eenig
leed aan te doen, of aan zijne kudde, zelfs
aan het geringste beestje daaronder, hij, Lamech,
nu zoo sterk was, dat hij zich tot zeventig-
malen zevenmalen toe, dat is dus tot in het
oneindige, wreken zoude.
Verbazend welk eene kracht 1 En ongetwijfeld
hebben ’s mans toehoorders deze rede der wraak
in optima forma vol siddering aangehoord.
ons te lande onderscheidene godsdienstige
gezinten. Gesteld nu de orthodox de modern
hervormden, de katholieken, de vereenigde-
de christelijk gereformeerden, de historische-,
de lutherschen-, de doopsgezinden, de joden,
enz., stelden in hunne clubs programma’s samen
geheel in overeenstemming met hunne kerkelijke
leerstellingen die dan gebiedend moesten zijn
voor alle andere, dan hadden we met het
volledigste clericalisme te doen. En het is
duidelijk, dat zoo een van allen overwon, de
anderen onder verdrukking zouden komen en
het met de werkelijke godsdienst vrijheid vol
komen gedaan zoude zijn. En wie van allen
zou dat nu bepaald wenschen? Wij weten ’t,
tot ’t clericalisme werden tot heden alleen
gerekend te behooren de katholieken en de
zoogenaamd orthodox protestanten, maar ieder
zal ’t ons toestemmen, dat de zaak van wijder
omvang is. Aangenomen nu nog verder dat
twee of drie dezer na eerste stemming,
bij herstemming samengaan en de overwinning
behalen, dan zal die overwinning nog eene zeer
onzuivere zijn en geen kracht geven tot verdere
ontwikkeling, dewijl op geen vast baak kan
worden gekoerst en de bondgenooten van meet
aan elkander wantrouwen. Er kan alleen
gedacht worden aan een zoo eervol mogelijk
terugtreden. Ziet, met zulke «overwinningen”
gaan we niet vooruit, maar raakt de hulk van
den Nederlandschen Staat vierkant op strand.
Geen enkele clerieale partij heeft dan ook
recht van bestaan, waar in ons Vaderland
algemeen de vrijheid van godsdienst wordt
gehuldigd. Men leze de historie en denke aan
i van Alva, zoowel als aan die van
en Van Oldenbarnevelt. Aan beide
bemerkt, ze betalen gewillig. Intusschen gingen
de liberalen door met te constateeren, dat dit
gewillige afgedwongen werd hoofdzakelijk van
de lagere volksklassen en de belastingen op
turf, op gemaal, op schapen- en varkensvleesch,
enz. vervielen. Zoo is die groote liberale partij
voortgegaan met arbeiden altijd in het belang
van den minderen man. Wij willen de geheele
geschiedenis niet opschrijven. Alleen wijzen
we nog op de jongste gebeurtenisseninvoering
van bet successierecht, zelfs in den eersten
graad, invoering van de vermogens- en bedrijfs
belasting samen eene inkomsten-belasting
vormende, afschaffing van het patentrecht,
herziening der personeele belasting zeer ten
voordeele van den kleinen man, afschaffing der
zeepbelasting, aanzienlijke vermindering der
belasting op het zout, vermindering van regi
stratie en hypotheekrechten enz., enz.
Met deze opsomming meenen we voldoende
den bedillaars der liberalen den mond gesnoerd
te hebben, vooral als we daarbij voegen, dat
ook de groote uitbreiding van bet kiesrecht
hun werk is. Om nu met één pennestreek die
liberalen als oud liberalen, dat is als verouderde
lieden, of nog liever als lieden met een verouderd
stelsel door te halen, gaat niet aan.
Wij zijn steeds liberaal geweest en we scha
men ons niet, dit te blijven. Integendeel, wij
stellen in die naam onze eere.
Liberaal is in de eerste plaats en in den
opgegeven zin beslist anti-clericaal: volkomen
scheiding van Staat en Kerk welke ook.
En voorts: rond, eerlijk, opkomend voor de
rechten van iedereen, bevorderend de belangen
van allen.
Democratisch, als de tegenwoordige predikers
dit doen uitkomen, is al weder stuk-werk en
beteekent alleen een
wel te verstaan voor de
lagen van het volk.
En nu wil eene bevoorrechting van den een
boven den ander er bij ons niet in. Wij willen
en kennen in ons Vaderland geene bovendrij
vende godsdienstige gezinten, wij willen en
kennen evenmin verschillende klassen in de
maatschappij. Geen adel, geen werkman, voor
de wet zijn en moeten we gelijk zijn. Dit
standpunt is en blijft liberaal en staat oneindig
boven het zoogenaamd democratische begrip.
Het Vaderland kent slechts zonen. En deze
kunnen gelukkig of ongelukkig, sterk of zwak,
of wat dies meer zij, zijn, de wetten moeten
gelden voor allen zonder onderscheid. Hulp
behoevenden steunen, ouden van dagen verzor
gen, wie zal er op tegen hebben? ’t Ligt ge
heel op den weg der liberalen dit en nog meer
te bevorderen, als hun den noodigen tijd wordt
gelaten. Zoogenaamde democraten kunnen
overmoedig als Lamech, optreden, haastige
handen breken den bloem der vreugde, voor
hij bloeit.
Sloopen gaat gemakkelijker dan bouwen.
En bet algemeene gaat boven het bijzondere.
H.
Als Lamech gaat het tegenwoordig een enkele
nieuwe kiezer. Voor ’t eerst van zijn leven
een stembiljet in handen zullende krijgen, is
de man brooddronken van vreugd en denkt hij
met deze zijne stem wonderen te kunnen
verrichten. Hij wikt en weegt, leest en herleest
programma’s van onderscheidene richtingen,
vindt bij het een
maar over ’t geheel bevredigt geen van
hem. Hij slaat zelve de handen aan ’t werk
om zijn staatkundig gebouw te ontwerpen en
zoekt dan als ook wijlen Diogenes, bij
lichtklaren dag naar menschen, natuurlijk naar
menscben als hij
’t Was te voorzien, dat er bij eene belang
rijke uitbreiding van het kiesrecht vooral in de
eerste dagen der voorbereiding wonderen zouden
vertoond worden Maar zoo zoetjes aan kalmeert
zich deze toestand van opgewondenheid, om
plaats te maken voor het beredeneerd overleg
van het koele verstand. Langzamerhand begint
men te begrijpen, dat een stem in ’t wilde
uitgebracht totaal weggeworpen is en niets
beteekent. Immers er moeten voor de
Tweede Kamer n.l. reeds veertig gelijk
gezinden zijn, zal eenige candidatuur in aan
merking komen.
Men zal dus in ’t verschiet een strijd zien
ondernemen tusschen de kerkelijke en niet
kerkelijke partijen.
Dit blijft de hoofdquaestie, onverschillig hoe
de onderdeden der beide hoofdpartijen zich ook
verder willen noemen.
Laat ons daarom het verschil tusschen beide
hoofdgroepen op eenvoudige wijze in ’t licht
trachten te stellen.
De kerkelijke partij dan noemt men ook
clericaal. En nu heeft men dikwijls clericaal
met godsdienstig, met vroom verward. Deze
woorden zijn volstrekt niet van dezelfde betee-
kenis. Men kan zeer godsdienstig, zeer vroom
zijn, zonder clericaal te wezen. Ja dezulken
zijn de minsten niet, zij zijn de ware vaderlanders.
Een clericaal is hij, die voor het algemeen
Nederlandsch Staatsbestuur ingaat op een bijzon
der program, dat alleen zijne kerk en hare
aanhangers ten goede komt. Wij hebben bij
oprechtheid,
maar alleen op dat van
landen.
Die belangen raken ons allen en zijn dus
van wijden omvang.
Nu is daar jarenlang in den lande
menigte, eene groote menigte Nederlanders
geweest, die steeds anti-clericaal optrad en
werkte in algemeenen zin. In de politiek werd
ze gedoopt met den naam van liberaal. Eerst
had ze veel te strijden met de lieden van het
behoud van bestaande toestanden, de zoogenaamde
conservatieven. Deze evenwel hebben hun spel
verloren.
De dikke voordeelen uit Indië werden voor
Nederland afgewezen, de Nederlandsche en de
Indische geldmiddelen van elkander gescheiden
De Maatschappij »ten nutte van den Javaan”
waartoe we ook behoorden, had een
belangrijk aandeel in dat werk en de anti
revolutionairen deden, ’t zij te hunner eere
gezegd, dapper mede, ’t Was dan ook
meer dan genoeg, dat de 127 millioen noodig
voor den aanleg van spoorwegen bier te lande,
uit Indische middelen bestreden werden. Genoeg.
Nederland moest zich zelve redden, zeer tot
leedwezen der conservatieven, die het lekker
vonden, minder tot de algemeene lasten bij te
dragen en de Indiërs voor zich te laten betalen.
Later kwam er meer. De accijnsen werden
aangetast. Foei, zeiden de conservatieven, die
accijnsen komen als indirecte belastingen zoo
lekker binnen, geen mensch, die er iets van
Blijkens nadere opgaven is het besluit tot
het onderzoek naar abbé Gayraud’s verkiezing
te Brest genomen met 339 tegen 412 stem
men. Van de minderheid waren 43 republi
keinen en 75 hebben er zich onthouden.
Daarentegen hebben Koningsgezinden tegen
den abbé gestemd, gelijk hunne geestver
wanten te Brest een candidaat tegenover hem
gesteld hadden.
«Zoo ziet dan,” merkt de Figaro aan, «de
politiek der verdraagzaamheid, der nauwge
zette wetseerbiediging, der vrjjheid van eere-
diensten en overtuigingen, hare natuurlijke
vijanden het masker afwerpen en zich aaneen
sluiten.”
Het proces wegens de verkiezingsknoeierijen
te Nizza is afgeloopen met vrijspraak van de
beklaagden, ofschoon dezen overal elders zou
den zijn veroordeeld. Bij de eerstvolgende
verkiezingen zal kunnen blijken of het treurig
licht, bij dit proces over de eigenaardige ze
delijkheidsbegrippen der Niceesche bevolking
opgegaan, althans moreele gevolgen hebben
zal dan wel of zij, naar de uitdrukking van
een der advocaten, bij hare olijfboomen de
stembiljetten als hare voornaamste bronnen van
inkomsten zal blijven beschouwen.
ENGELAND. Rhodes is Vrijdag weer voor
de parlementaire commissie geweest, voor den
laatsten keer voorloopig. Hij is bedankt voor
zijn welwillendheid om te antwoorden en Cecil
Rhodes sprak daarop een tegenbedankje uit.
Vooral het einde van dit verhoor heeft eenige
sensatie gewekt.
Nadat Rhodes, in antwoord op Chamberlain,
gezegd had dat hij niet bezwaar heeft tegen
den Transvaalschen regeeringsvorm, alleen tegen
de regeeringepersonen, die nu in Transvaal
opkomen voor het volk, I aan het bewind zijn, stelde Labouchère getuige
zoogenaamde onderste de vraag, of hij gedeeltelijk de boeten betaald
had, die door de Transvaalsche regeering aan
de veroordeelde leiders van het zoogenaamde
hervormingscomité waren opgelegd. Hierop
antwoorde Rhodes «ja, 50.000 pond sterling”
en dit antwoord wekte sensatie in de zaal
der zitting.
Vooraf had Rhodes nog verklaard, dat hij
94 000 pond sterling heeft betaald voor een
overlandsche telegraaflijn in Afrika met de
gelden, die hij verkregen had door den ver
koop van aandeelen in de Chartered Company.
Het verhoor is gesloten met eene ondervraging
door den heer Chamberlain, die een aantal
vragen deed waaruit moest blijken, dat de
politiek der Zuidafrikaansche Republiek er reeds
jaren op gericht was om de vrede in Zuidafrika
te verstoreniets wat de heer Rhodes volko-
m< n toestemde.
Het slotstuk was dus komediespel.
NOORD AMERIKA. De inauguratie te Was
hington werd Donderdag door helder koud weêr
begunstigd.
De niet te groote Senaatszaal, wit en goud
en met eene zoldering van gekleurd glas,
was stampvol. Tegen twaalf uur verschenen
de ambassadeurs van Groot Britannië, Frankrijk,
Rusland en Duitschlandsir Julian Pauncefote
als de oudste voorop, schitterend in goud, met
het grootkruis en ’t roode lint der Bath-orde.
Later kwamen de andere gezanten en diplomaten
en de leden van ’t Oppergerechtshof in ambts
gewaad en eindelijk de 357 leden van het
Huis van Volksvertegenwoordigers, generaal
Miles met zijn staf, een paar admiraals, de
hub- h tin riii hui
unii iiioii niir'inii
L
l
I
I
I
1
1
1
FRISO.