WOENSDAG 21 APRIL 1S97.
No. 31.
Buitenlandsch Nieuws.
Na Paschen.
Officieel gedeelte.
Zeven en twintigste Jaargang.
Y KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM.
9
NIEUWS- EN WIERTENTIE-
IILW VOOR FIÏIESLO.
Dit Blad versohijnt eiken WOENSDAG en ZATEBDAG
0 r
Gewoonlijk wordt
de
men
c
Al moge de zet-
«Elk heeft zoo zijn tijd!
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 85 cent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lag
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
UITGEVER:
mede in overeenstemming is
daarop wijzende, zegt:
«De eeuwen getuigen *t:
God is getrouw!”
ook mogen vallen, de wereld gaat
Al moge men iemand
niet het onverbrekelijke orga-
btstaat,
beschermt.
geworden en
op hunne verkregen rechten en dankbaar waar-
deerende het feit, dat ze niet meer uit het
diensthuis der slavernij behoefden geleid te
worden, evenmin als uit de doode politieke
onmondigheid opgewekt, zullen erkennen
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiên Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
logie.
aan
na verdrukking
komt verblijden
en bemoedigt tevens om
We hebben de zoogenaamde stille week of
de week der gebeden weder achter den rug
’t is Goede Vrijdag geweest en Paschen is ge
volgd. Voorbij zijn al die dagen van voorbe
reiding en van feestviering. Hebben ze een
indruk ten goede achtergelaten? Dat is nu
maar de vraag.
Wij betreden hier niet bet gebied der theo
logie. Voor ons i„ het U dcr.kcL
ook door hunne stemmen, het goede
stelsel ook voor hunne belangen onophoudelijk
door in toepassing gebracht, waardoor ze zijn
geworden, wat ze zijn.
Het politieke Paschen brenge nieuw leven,
het kan dit niet anders dan in den geest, die
de geheele geschiedenis doorloopt, den geest
der vrijzinnigen, zooals die door de groote en
machtige partij der liberalen in daden is om
gezet.
Zulk een Paschen bij de stembus zou eene
waardige vrucht van het verleden zijn en tevens
een goed zaad bevatten voor het vervolg
H.
van de waarheid
FRANKRIJK. De Communards in den
Parijschen Gemeenteraad hebben dit jaar op
de gewone kerkhofmanifestatiën hunner geest
verwanten in de «bloedige week” van Mei
vooruitgeloopen en den prefect van politie geïn
terpelleerd over hetgeen hij dienaangaande dacht
te doen. De prefect verklaarde zeer onbewimpeld,
dat hij ook ditmaal den «revolutionairen van
beroep” beletten zou de orde te storen.
Na eenige discussie, waarbij tegen de uitingen
des prefects druk geprotesteerd werd, stelde
men voor, eenvoudig over te gaan tot de orde
van den dag. Met 39 tegen 23 stemmen werd
dit verworpen en daarentegen eene motie aan
genomen, den prefect uitnoodigende om geen
politiemacht te ontwikkelen, ten einde de vreed
zame manifestation op de verschillende begraaf
plaatsen te verhinderen.
De prefect heeft, schijnt het, daarop niet
meer geantwoord.
ENGELAND Van verschillende kanten
wordt gemeld, dat de Regeering de Scilly-
eilanden voor het land wil aankoopen, om er
een kolenstation en vereenigingspunt van te
maken, vanwaar de vloot den ingang van het
Kanaal zou kunnen beheerschen. Genoemde
eilanden vormen een groep van zes en de be
volking is ongeveer 2400 sterk. Er behooren
nog een 134 eilandjes of rotsen bij.
RUSLAND De Petersburger studenten, die
de vorige maand opgeteekend werden als deel-
i nemers aan de demonstratie ter eere van de
«Alles, wat we ons zien omringen,
In den schouwburg der natuur,
Toont ons vorm-veranderingen,
Wanklen stand en korten duur.”
Zoo is ’t.
Maar eene eeuwige waarheid is ’t ook, dat
welke vormen zich ook mogen wijzigen, de
kern, het wezen der zaken en dingen blijft
bestaan, onafhankelijk van den tands des tijds.
Wij menschen zijn niet op ’t zelfde uur ge
boren, wij gaan ook niet gelijktijdig benen.
Menseben zijn er geweest en menschen zullen
er blijven. Sterven en geboren worden gaat
als ’t ware elk oogenblik samen in de kiem
der ontbinding ligt weder de eerste kracht tot
nieuw leven.
Wie er
er even goed om door.
Ook in de menschenmaatschappij
ruw en haatdragend lid van de
sterke sekse door de zachtheid en tederheid
eener vrouw overwonnen.
«Lief is de Lente,
Vriend’lijk haar aanblik,
Schoon haar gelaat!”
Al wat jong is, is lief en teder en schoon!
Het voorjaar stemt tot vreugde, tot blijmoe
digheid, tot hoop.
En ongetwijfeld zouden we dat alles niet
zoo diep gevoelen, als daaraan niet een bar
getij was voorbijgegaan. Gezonden weten den
schat der gezondheid niet te waardeeren, de
zieken wel. Hoe gelukkig gevoelen ze zich
na
trowa, zijn, op enkele aanvoerders na, vrijge
komen met vier dagen arrest. Die naar Russische
uit het oog i begrippen uiterst zachte straf moeten zij aan
eene rechtstreeksche tusschenkomst van den
Czaar te danken hebben.
TURKIJE en GRIEKENLAND. UitWeenen
werd dezer dagen telegrafisch het bericht ver-
l spreid onder de bladen in Westelijk Europa:
«In diplomatieke kringen hier beschouwt men
den oorlog als onvermijdelijk.” Totnogtoe
waren, hoe vreemd dit moge schijnen na de
gebeurtenissen op Kreta, de diplomatieke be
trekkingen tusschen Griekenland en Turkije
niet afgebroken wel heeft reeds sedert eenigen
tijd de gezant der Porte Athene verlaten, maar
dat heette wegens gezondheidsredenen, en de
ambassadeur dineerde ten afscheid bij koning
George.
Thans echter gaat de Grieksche gezant Kon-
stantinopel ook verlaten reeds moeten er, naar
aan een Parijsch blad werd getelegrafeerd,
plaatsen voor hem en zijn gezin en voor de
leden der legatie besproken zijn op een stoomboot
die naar den Piraeus zou vertrekken.
Men denkt dan ook algemeen, dat men nooit
De winter, de lange en bange winter, gaat
Hoe doodsch hij alles maakte, hoe
Daaraan valt niets te veranderen en al moge
dit besef vooral werkzamen in den lande bij
het klimmen hunner jaren soms tot somberheid
stemmen, vader Cats, nu reeds zelve langen
tijd ter ziele, laat als uit zijn graf zijn stem
nog hooren
«Wat niet te mijden is,
Dat moet men willig dragen!”
En overigens, te weten dat men niet volstrekt
onmisbaar is, dat jongere krachten weder gereed
staan om oudere te vervangen, doet voortgaan
op den goeden weg, bij de heilige zekerheid,
inwendig tast- en voelbaar, dat er niettegen
staande een schakel van duizend dooden een
altijddurend leven bestaat, eene ontwikkeling
zonder grenzen!
Is deze Paschen voorbijeene nieuwe wacht
ons, een van meer prozaïschen aard en wel
die bij de stembus van Juni, voor de Kamer
verkiezingen.
Daarom is zij niet minder gewichtig.
Want, hoezeer men zich ook stelt tegenover
de zoogenaamde politiek, ieder burger van den
Staat heeft er mee te maken en dit ter wille
van zijn eigen belang. Het geldt hier zijn
buis, zijn gezin, zijn bedrijf, in ’t kort zijn
maatschappelijk belang.
daarover weinige bekommering gevonden. We
leven hier goed, neen,
zegd,
de leuze.
en de dichter
VERGADERING «an den RAAD der
gemeente Hemei.umer Oldephaert
en Noordwolde op Zaterdag 24
April 1897 des voormiddags te 9| ure
Punten van behandeling:
1. Ingekomen stukken en mededeelingen.
2. Benoeming van een lid van het burgerlijk
armbestuur te Koudum en te Oudega.
3. Benoeming van een onderwijzer aan de
openbare lagere school te Nijega.
4. Vaststelling der instructie voor den te be
noemen concierge in het gemeentehuis.
5. Benoeming van een concierge in het ge
meentehuis.
6. Adres van A. de Vries om verhooging van
tractement als telephonist of verhooging van be-
stelloon voor de telegrammen.
7. Voorstel om een geëxamineerdan veearts
aan te stellen in vereeniging met de gemeenten
Workum en Gaasterland.
8. Aanbieding van het verslag van den toestand
der gemeente over 1896.
9. Verzoek van R. de Vries om zijne toelage
voor de exploitatie der dorps-reiniging te Koudum
en te Molkwerum te verhoogen.
10. Voorstel betreffende de exploitatie van
dorps-reiniging te Koudum en te Molkwerum.
Koudum, den 17 April 1897.
De Burgemeester,
H. M. TROMP.
zoo wordt niet ge-
we. moeten ’t beter hebben, dat is
Precies als de gezonden, die de
gezondheid niet weten te waardeeren. Jaren,
tientallen jaren, hebben we vrede in den lande;
ieder, die iets bezit, weet van zijn eigendom
te spreken en hij zoowel als degene, die niets
bezit, kent zijn recht. Vol vertrouwen doet
en handelt men, vol vertrouwen gaat men
ongewapend uit of in: men weet, de Wet
Die bescherming is reeds gewoonte
vindt daarom geene waardeering.
En toch ligt het feit voor oogen, dat, niet
tegenstaande allerlei politieke en ook gods
dienstige stroomingen, die vroeger de lieden
in vuur en vlam zetten, die zaken thans hun
kalm en daardoor waardig verloop hebben.
Deze uitkomst vooral is de zegenrijke vrucht
van het groote beginsel der liberalenhet be
ginsel der verdraagzaamheid, dat nooit of nimmer
mag worden aangerand. Dit beginsel, belichaamd
in de openbare school mag ten allen tijde, als
het eenig goede, de werkelijke samenleving in
vrije ontwikkeling stijvend, fier omhoog ge
houden worden. Men vergete het niet! ’t
Zou snoode ondankbaarheid verraden de vrucht
te nuttigen, zonder den boom der voortbrenging
te kennen en te erkennen.
De politieke Paschen dan wacht ons bij de
stembus. Men moge al het voorgaande dood
hebben gewaand en nu van het verdubbelde
kiesrecht het afdoende heil v< rwachten, nemers aan ue uemomrraue ter eere van ue
nieuw leven mag geen kwaad integendeel het (in de gevangenis omgekomen) studente Wje-
is gewenscht
Mits men
nisme, dat rondom
verliest
Mits i
werk i
te brengen
Mits m< u
voor
niet uit pedante betweterij het I
zijner voorgangeren in discrediet tracht j
it en
heilig en zeker overtuigd is van
het voor allen heilzame en goede te bedoelen.
De Staat omvat allen. Sneuvelen er velen,
dan wordt de Paaschvreugde getemperd. Door
onheilig wroeten en berekenend spel gaat de
glans verloren.
Als daar straks het stembus-klokje klinkt
om ter bedevaart te gaan, dan kome ieder in
en onder het besef, dat bij niet zijne eigene
belangen op den voorgrond heeft te stellen,
maar die van het algemeen te bevorderen.
Wij vertrouwen, dat alle Nederlanders, die
van
in het begin van de lente.
ting zich ook gronden op, althans indertijd
rekening gehouden hebben met - - de feest j iets van de geschiedenis weten, prat zullen zijn
viering der oude Germaansche heidenen,
een feest in overeenstemming met de ontwik
keling der natuur, een feest van uitredding,
van opstanding ten nieuwen leven, krijgt dub-
bele waarde, als het geheel rondom ons daar-
Hoe gelukkig gevoelen
hunne herstelling.
«Dat dan geen donker oogenblik
’t Kleinmoedig hart vervuil’ met schrik,
Geen onheil ons doe wijken!”
’t Is goed gezien van de christenheid en
onmisbaar noemen, als hij gemist wordt, herstelt ook van de joden het Paschen te vieren
zich de breuk en schikt men zich al spoedig
weder in den nieuwen toestand. Een Willem
van Oranje viel«de regeering was radeloos,
het volk redeloos, het land reddeloos!” en
een Maurits, gesteund door Oldenbarneveld,
traden op en brachten weer redding uit den
nood.
«In de kiem der ontbinding ligt weder de
eerste kracht tot nieuw leven!” zeiden we zoo
straks. Iedereen kan zich
dezer stelling overtuigen.
’t Is de tijd van zaaien. Men neemt het
zaad, vrucht van een vorig jaar en vertrouwt
het den omgespitten of omgeploegden grond.
Daar blijft het zich niet gelijk. In het stille,
in het verborgen, ondergaat het eene geweldige
verandering. Het gaat zich ontbinden, zwelt
op en berst los, om spoedig daarna wortels en
kiemen te schieten en als plant boven den
grond te komen. Begrijpt ge het groote wonder
niet en wilt ge u met eigen oogen overtuigen,
leg het zaad, b.v. spinazie zaad in water en
sla de veranderingen van dag tot dag gade.
Uw reukorgaan kan bij de ontbinding ook al
dienst doen. Na eenige dagen zult ge de
kiemen des nieuwen levens ontdekken. Zoo
hier, zoo met andere zaden. Het zaad ontbindt,
ontkiemt, doet een plant geboren worden, die
vruchten geeft en deze leveren weder zaden
voor het volgend jaar met hetzelfde vermogen.
I We zien als ’t ware de eeuwigheid altijd rond
ons.
Voor ons is het voldoende te denken
het ópstaan uit den dooden, aan de uitredding voorbij.
En dan weten we ’t: na lijden hij den grond als tot ijzer verhardde, de strenge
Die wetenschap schenkt hoop moest het tegen de tederheid verliezen, de
den levensstrijd met lente won.
kloeke volharding tot een goed einde te brengen, werd menig