WOENSDAG 25 AUGUSTUS 1897.
No. 67.
Buitenlandsch Nieuws.
Zeven en twintigste Jaargang.
Dit Blad veraohijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG
Praatjes, overdrijving, laster.
H.
sliep weldra den
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 85 oent.
Prijs der ADVEBTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7} cent. Bij abonnement Is de prijs belangrijk lag
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
UITGEVER:
Y. KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
hebben gedaan.
tot waarheid hebben geleid.
dichter Heije, ook al ter ziele, drong
er op aan, als hij schreef:
»Een korrel graan, in de aard’ gestrooid,
Geeft honderdvouden overvloed;
Zoo zaaide ik graag in uw gemoed
Een korrel deugd, die ’t zelfde doet:
»Lieg nooit!"
’t Is
verstandig geen menschen te
Brieven en Berichtende Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiön Dinsdag en Vrjjdag morgens vóór 12 uur.
bevallig, naar de nieuwste mode. Onwillekeu
rig zal ieder U bewonderen en U een compli
ment maken over uwen fijnen smaak. Lacht
nu niet, als ’t U belieftdien onnoozelen
bloed, die, zijns ondanks, daar met een gat in
zijn kous loopt, hoe prozaïsch, niet waar?
of met een vlek op zijn jas, och niemand
slaat hem gade. Men knijpt zijne oogen even
toe. De dertiende eeuw was eene geheel
andere dan de negentiende. Men ziet nu niet
meer den splinter in het oog van den broeder,
omdat men genoeg heeft de balk uit het eigen
te verwijderen. En daaraan is men bezig,
steeds bezig, en als ’t nog niet gelukt is, dan
is dit evenmin uwe als onze schuld. Want
wij menschen zijn immers menschen geworden
en zijn aller kleinzieligheid afgestorven. Groot
heid van geest adelt ons allen, zielenadel is
de v arehij overvleugelt immers het klatergoud
van den ouden?
«Och, dat aller menschen tongen
Aller englen-stem, o Heer
Samenstemden, samenzongen”
En zij jokten nimmer meer
Jokken, onschuldig gesnap; onwaar
heid spreken, bet kan in commissie, ofschoon
’t onnoodig is, men zwijge liever, liegen,
een misselijk iets overdrijving een
hatelijk middel om eigen zonden te bedekken
en zich deugden aan te leunen, op wier bezit
men boeggenaamd niet kan roemenlasteren,
het werk van den duivel
Eene haastige climax, eene opdrijving. Voor
zeker, maar geene zoo natuurlijk als deze.
Weet ge, wat wijlen Simon Gorter er van
Zij moeten tot oprechtheid, is geheel hersteld van eene onpasselijkheid,
Ook de volks- welke bij eenige dagen gevoeld had.
,:_i_ j- De Engelsch-Egyptische troepen hebben Aboe-
Hamed versterkt. Twee kanonneerbooten zijn
de gevaarlijkste deelen van den vierden waterval
gepasseerd en 3 andere kanonneerbooten zijn
op weg. Men werkt ijverig aan het voortleggen
van den spoorweg.
Sir Bartie Frere heeft zijne stem gevoegd
bij die van de velen, die den goudzoekers
ontraden naar Klondyke te trekken. Hij zegt,
dat, behalve enkele, met de streek goed be
kende en geharde gouddelvers, slechts Maat
schappijen met groot kapitaal kans hebben geld
te verdienen.
Dat goede raad, hoe duur die ook moge
zijn, niet erg gewaardeerd wordt, blijkt uit
het bericht, dat de geheele bemanning van
het stoomschip Dorothy, dat te Savanah binnen
kwam, naar de goudvelden vertrokken is. De
matrozen lieten een briefje achter aan den
kapitein, waarin zij hem schreven, dat zij binnen
een paar jaar terug zouden komen en dan de
Dorothy zouden koopen, om ze hem als plei-
zierjacbt cadeau te doen
ZWEDEN en NOORWEGEN. Koning Oscar
heeft aan de buitenlandsche boven doen weten,
dat hij den 26en September zijn jubileum als
Koning van Noorwegen te Christiania zal vieren
en dat het hem aangenaam zal zijn, wanneer
de verschillende mogendheden zich laten ver
tegenwoordigen.
De feestelijkheden zullen drie dagen duren
en vele vorstelijke personen, voornamelijk tot
het Koningshuis behoorende, worden verwacht.
Koning Oscar gaat den 27en Augustus naar
Kopenhagen om bet huwelijk van zijnen zoon
Prins Karei met Prinses Ingeborg van Dene
marken bij te wonen.
OOSTÈNRIJK-HONGARIJE. De minister
president graaf Badini heeft de aanvoerders der
Czechen en Duitschers in Boheme uitgenoodigd
den 26sten dezer te Weenen bijeen te komen
om met hem te beraadslagen over eenige wets
ontwerpen, die z. i. tot de pacificatie van
Boheme kunnen leiden.
De Duitschers zullen overwegen of zij aan
die uitnoodiging gevolg willen geven. «Pacifi
catie” echter wordt hoe langer hoe dringender
noodig, want bijna dagelijks komen uit Boheme
berichten van botsingen, die dikwijls bloedig
en meestal door Czechen veroorzaakt zijn.
SPANJE. Generaal Azcarragua, de minister
van oorlog, is definitief met het voorzitterschap
van den ministerraad belast. Overigens is geen
wijziging gebracht in de samenstelling van het
ministerie.
GRIEKENLAND. Havas meldt uit Athene,
dat onmiddellijk na de onderteekening der
vredes-preliminairen de ontruiming van Thessalië
tot aan de Peneios-linie zal beginnen. Toch
zullen de Turken Valos bezet houden, totdat
de oorlogsschatting in haar geheel betaald is.
NOORD-AMERIKA. De Amerikaansche
minister van Buitenlandsche Zaken, de heer
Sherman heeft een antwoord gezonden op de
laatst diplomatieke nota van Japan. Daarin
verzekert hij de Japansche Regeering, dat de
rechten van dat land, uit contracten met de
Hawaï-eilanden voortvloeiende, gewaarborgd
zullen blijven en drukt hij er zijne voldoening
over uit, dat het voorstel gedaan is de immi
granten quaestie aan het oordeel van een scheids
gerecht te onderwerpen.
Naar men zegt, heeft dit antwoord te Tokio
’t Is zwaar te doen en ras vergeten
Al wat gij goeds voor ’t oog der wereld doet;
Maar struikelt ééns, terwijl zij ’t merkt uw voet
’t Is ras gedaan, maar nooit vergeten.”
Zoo zegt een oud rijmpje uit de dertiende
eeuw en, treurig genoeg, geldt het ook nog
evenzeer voor onze hooggeroemde negentiende.
«Men wil de waarheid wel,
Maar nergens loopt ze min gevaar,
Dan in een beestenspel,”
dit moeten woorden van Esopus zijn,
daarom maar
noemen, maar over dieren te spreken. En
dan herinneren we aan de vreeselijke kippen-
historie.
Er was dan eens eene hen in bet begin van
het ruien. Zij verloor een veertje, een enkel
maar, ’t Speet haar wel een beetje, maar ’t
dier troostte zich in dr. eigen met de woorden
«Och, één zoo’n veerfje kan me niet deren, ik
heb er nog genoeg over en bovendienik krijg
er weer een nieuwe voor, zoo word ik nog
schooner dan voorheen.” En welgemutst schikte
’t beest zich op den rik en
onschuldigen kippenslaap.
Maar, ongelukkig genoeg, daar waren kraaien
of eksters op 't kippenhok geweest en die
hadden de woorden der hen gehoord en zij
dachten er het hunne van. Deze vloog hier,
gene daar, en als ze gezelschap vonden wisten
ze 't al spoedig te vertellen: «daar ginder is
een kip, die zich de veeren uittrekt, om schoo
ner te worden, die ijdeltuit.” En de nieuws- zei
gierige hoorders, die bet «vooral en believen”
niet weer mochten vertellen en dan ook stipte
geheimhouding hadden beloofd, deden ’t hunnen
vrienden verstaan, dat er eene kip was geweest,
die zich geheel kaal had geplukt om o, zoo
schoon te worden en deze vrienden deden de
pronkzieke kou vatten en baar ten slotte als
gerechte straf sterven, terwijl ter verdere vol
making, de cirkelgang schijnt ook onder
de dieren te bestaan, het bericht weder bij
onze eerste kip aankwam, luidende, dat er wel
vijf kippen waren geweest, die uit louter ijdel
heid, om schooner te worden, zich alle veeren
hadden uitgeplukt, in dien toestand eene erge
verkoudheid hadden opgedaan en zoo ellendig
om het leven waren gekomen. En onze kip,
die slechts één veertje had verloren en daar
door onwillekeurig oorzaak van deze droeve
historie was geweest, schudde bedenkelijk den
kop en was bijna geneigd hare zusteren te
vloeken en zich zelve te schamen, dat ze ook
eene kip was.
«Onder de dingen, die ten monde uitgaan
en den mensch verontreinigen, onder de boos
doeners der lippen behoort ook het laffe woord
ze zeggen, het moet waar wezen.
Hebt gij zelf het gezien, gehoord, bijge
woond
«Neen, ze zeggen
Wie zeggen
Nu, ze, ik weet het niet, men, de menschen
natuurlijk.
Goed, hebben die het zelven gezien, ge
hoord, bijgewoond
Neen, dat juist niet!
Wat dan? Weten ze het dan zeker?
Kunnen ze man en paard noemen, die het zeker
weten, gezien, gehoord, bijgewoond hebben?
Gij vraagt zoo veel: weet ik alles? Of
ze man en paard weten? dat kan ik niet zeg
gen, maar
Maar mensch, gij martelt mij! mijn fortuin,
levensgeluk, naam en eer staan op het spel
noem mij één bewijs, dat ik weerleggen, eenen
getuige, dien ik bij de keel grijpen en ter
verantwoording dwingen kan, of anders zwijg
Ik weet het niet, maar het moet toch
waar wezen, zeggen ze.
O, wie verlost ons van dat laffe, dat laag
hartige woord?”
Met die bede van den vroeg verstorven Gorter
zal ongetwijfeld iedere goedgezinde instemmen.
Hij zelve werkte tot hare vervulling, ’t Is
onze plicht haar verder te brengen En we
zullen dit, door aan leuterpraatjes geen oor te
verleenen en der kwaadsprekendheid den rug
toe te keeren; door te strijden met open vizier.
De lafheid verbergt zich onder een mom, wer
kelijke mannen treden open en rond in het
krijt.
Zes eeuwen na de dertiende moeten rente
Zoo gaat het in de dierenwereld. In de
groote menscben-maatschappij gaat bet natuur
lijk gansch anders. Of meent ge, dat de kwa
jongen, die over een sloot zou springen en heel
eventjes een natte hiel haalde, er straks tot
aan de enkels «in” sprong, later tot over de
knieën, daarna halverwege, eindelijk kopje
onder, om ten leste ellendig in modder en water
door verstikking om te komen Neen maar,
zulk eene overdrijving, zij moge in warme lan
den als door de natuur geboren bestaan, maar
in onze koele gewesten vindt men ze niet.
Foei, hoe leelijk, de menschen hier zijn immers
christelijk
En, als ge nog niet overtuigd zijt, neemt er
dan zelve de proef van. Kleedt U netjes en
DUITSCHLAND. Te Berlijn is het geschenk
van den Sultan aangekomen, dat deze bij het
begin der Grieksch-Turksche verwikkelingen aan
keizer Wilhelm had toegezegd. Het bestaat
uit zes kanonnen, die indertijd door de Turken
op Duitsche legers veroverd waren, gegoten in
de 16e, één in de 15e eeuw. Zij worden
geroemd als modeden van middeneeuwsche
gietkunst.
FRANKRIJK. Het bericht van het ongeval,
den kruiser Bruix overkomen, maakt in Frank
rijk een onaangenamen indruk. Wat zal men
er in Europa over zeggen? Zal men niet
lachen Deze vrees staat duidelijk in de
Frensche couranten uitgedrukt. Men weet dat
de Franschen voor niets zoo bevreesd zijn, dan
om in de oogen van anderen ridicuul te schijnen.
De minister van Marine, admiraal Besnard,
wordt voor het ongeluk verantwoordelijk ge
steld in den Donderdag gehouden ministerraad
werd hij hevig door zijne collega’s aangevallen
en hij heeft zelfs zijn ontslag aangeboden.
President Faure is Maandag met veel geest
driftig betoon te Petersburg aangekomen en
door de Keizerlijke familie ontvangen.
De beer Méline echter heeft hem aan het
verstand gebracht, dat zulks in de gegeven
omstandigheden, nu de President op reis is,
niet zou kunnen aanvaard worden. Het is
niet onmogelijk, dat na den terugkeer van den
heer Faure, de Minister zijn portefeuille neder
zal leggen.
Het blijkt nu, dat de kruiser op de reis
van Cherbourg naar Duinkerken, dus alvorens
den President der Republiek te gaan af halen,
reeds averij aan de machine heeft gehad, zoodat
het eskader, waarvan het schip deel uitmaakte,
de snelheid van zijne vaart heeft moeten ver
minderen om het niet in den steek te laten.
Officieren en bemanning van dien bodem zijn
natuurlijk erg teleurgesteld in hunne schoone
verwachtingen van een feestelijke reis naar
Ruslandzij toch moeten hun plaats aan col
lega’s afstaan. De officieele passagiers, die
zich aan boord bevonden en nu de reis over
land moeten ondernemen, zijn echter hartelijk
verheugd. Hun kon de zeereis volstrekt niet
bevallen en met luchtelijke harten zijn zij in
den trein naar St .-Petersburg gestapt. Daar
zullen zij nu aankomen zoo «frisch als hoentjes.”
Wie weet hoe de zeereis hun anders bekomen
zou zijn, aan hen, de martelaren van den plicht,
die de President achter zich aan zou sleepen,
over de ziedende baren? Vijf dagen op zee!
De Figaro gelooft niet, dat hun enthusiasme
aan de schommelingen van het schip weerstand
zou hebben kunnen bieden, en meent, dat de
Russische alliantie, zoo weldadig voor de harten,
het in dit geval minder zou geweest zijn voor
de magen.
ENGELAND. De Koning van Siam is uit
Londen naar Duitschland vertrokken. Z. M.
FRI
liras- n nu mini ii
iiliii iiiim ui 'i nu