Zeven'•bn twintigste Jaargang.
'1
I
I
JT
WOENSDAG 1 SEPTEMBER 1897.
No. 69.
I
Buitenlandsch Nieuws.
1
I
J
Uit onzen tijd en - van heden.
Officiéél gedeelte.
1
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG
Tegenover deze schaduwzijde doet het goed
lijk geluk
i tigheid, tegenover den engel des lichts
I
wereldcongressen
zien omringen
J
Wenscht terug, ’t geen hij eens zag!”
Prijs per kwartaal 70 oent franco per post 86 cent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 1—5 gewone regels 40 oent»
Voor eiken regel meer 7} oent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever
UITGEVER:
Y. KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM.
Van verre tot nabij.
Niettegenstaande den jongsten, hevigen ver
kiezingsstrijd, viert de jeugdige Koningin der
1
I
De ver-
Brieven en Berichtende Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentién Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
I
waarop men elkander leerde kennen en
waardeeren. En dit laatste zegt al veel.
De daemon der verschrikking gaat wijken
voor den engel des lichts.
van het departement van de Buitenlandsche
Zaken, die de heer Von Bülow sedert eenige
weken voor hem «waarneemt.”
FRANKRIJK. Het groote woord is ge
sproken. «Frankrijk en Rusland vormen twee
bevriende en verbonden volken,” heeft Tsaar
Nicolaas II gezegd, toen bij afscheid nam van
Felix Faure. Deze verklaring is natuurlijk
in Frankrijk met algemeene instemming, met
groote blijdschap ontvangen. En al geven die
woorden nu juist geen nieuws, al liggen reeds
achter ons de dagen van admiraal Gervais te
Kroonstad, van admiraal Avellan te Toulon,
van den Tsaar te Parijs, als zoovele schakels
van een zelfde keten, eerst door het bezoek
van Faure aan St. Petersburg schijnt deze
keten volkomen te zijn geworden, is zij ge
sloten. Al is het woord van Nicolaas II ook
niet meer dan een bevestiging van vroegere
feiten, de omstandigheden, waaronder het
gesproken is, eenige dagen na de kalme toos
ten van keizer Wilhelm II, geven er een zeer
bijzondere een zeer belangrijke beteekenis aan.
«Het Tweevoudig Verbond bestaat, het Drie
voudig Verbond bestaat, maar het eene staat
niet tegenover het andere, want Rusland
wilde dat Verbond alleen onder voorwaarde,
dat Frankrijk den vrede wenschte en bewaarde.”
En dan wat godsdienstzin aanbelangt. De
1 van ieder is gewaarborgd. Maar juist
Het duizend-jarig rijk van vrede ligt nog in bel feit is het reeds, dat er wereldcongressen
’t verschiet, al zal de geschiedschrijver wellicht in zake den godsdienst zijn gehouden, congressen,
zijne pen in den inkt doopen, om te boekstaven,
dat er eene schrede ten goede is gevorderd.
Van David tot heden is een lange tijd.
En toch jaagt en zwoegt en draaft de maat
schappij zoowel om bet dagelijksch brood als
om het brood des levens.
Daar is gevloekt, gescholden, gemarteld, ge
brand, gekruisigd en wat niet al in «het belang
der menschheid.”
Daar is in stilte welgedaan, daar zijn won
den geheeld, pijnen gestild, ongelukkigen wel-
DUITSCHLAND. De Keizer en de Keizerin
zijn na de onthulling van het ruiterstandbeeld
huns grootvaders te Maagdenburg naar Pots
dam gegaan, waar zij den uit Dresden komen
den Koning van Siam ontvingen. De Koning
heeft op het graf zoowel van Keizer Wilhelm
I als van Keizer Frederik een prachtigen
bloemkrans nedergelegd en aan verscheidene
leden van het Keizerlijk Huis bezoeken ge-
Voorts woonde hij militaire oefeningen
Het is duidelijk, dat de mensch bij al de
wisseling naar iets blijvends zoekt, naar iets
wat het gemoed versterkt, dat niet vergaat
het edele, het reine, het hoogere. Bedenkende,
dat men bij brood alleen niet leven zou, bad
reeds de grijze dichter David
«Heer, leer ons onze dagen tellen, opdat we
een wijs hart bekomen
naar iets blijvends zoekt, naar iets
den engel der het beste bewijs daarvan is wel het feit dezer
;heid en barmhar- dagen, dat de machtige Czaar van alle Russen,
i de meest-despotische Europeesche vorst, den
Duisternis en licht zijn van meet-af vijanden burger Faure, president der Fransche republiek,
geweest. /Juiuaoïti uccu uc,uc iu axju gvuo- i
dienst belichaamd.
Zoroaster, ongeveer zes eeuwen voor Chris-
Er komen predikers ten tooneele met den
tekst«het uwe is het mijne,” en andere, die
beweren, dat alle gezag overbodig is geworden
en als van ouds het recht van den
sterke weder op den voorgrond moet treden.
Met eene sluwheid en eene standvastigheid,
eene betere zaak waardig, werpen hunne leer
lingen bommen zelfs in de vergaderingen, door
het algemeen kiesrecht ontstaan en steken ze
dolken in de harten van personen, die het ook
met hen wel meenden. Men denke o.a. aan
de gepleegde moorden op den Franschen pre
sident Carnot en op den Spaanschen minister
president Canovas. De moordenaars werden
gegrepen, gehangen of geworgd. Zij verdwe
nen, als hunne slachtoffers mede van dit nietig
stipje in het wereldrond, zelfs met een loflied
op de lippen, als waren ze martelaren.
En niettemin draait de aarde weer rond en
gaat alles weder zijn ouden gang. Men roemt
de gevallenen als slachtoffers van hunne plichts
betrachting en verfoeit de laagheid der straf
waardige bedrijvers.
Er kunnen uitwassen zijn en zij zijn er,
helaas! die van vernieling, verwoesting,
vernietiging het eenige heil der maatschappij
verwachten, die duivels der verschrikking over
tuigen duizenden en tienduizenden, dat helsche
krachten als bommen en granaten geene projec
tielen zijn op weg ter verbetering. Integendeel,
het oude gevoel van ridderlijkheid, nog in zoo-
velen aanwezig, stempelt zulke daden van geweld
tot lafheden. Op zulk eene wijze kan een
kwajongen wel een reus vellen en dat zegt
niets! De wereld draait er ongestoord mee
voort en morgen komt er weer een dag!
en Hare doorluchtige Moeder op
tienden verjaardag. De groote menigte, die
standvastigheid, stabiliteit in onzen regeerings- komen,
vorm verlangt, verheugt zich en
ondubbelzinnige blijken. Oranje en Nederland,
een baak van vertrouwbaarheid, van hope voor
de toekomst!
Als al de goedgezinden in den lande wenschen
yy I T 1 yl sx «al at v C* A. z» /■!- u z.».
dezen dag alle heil en het Vaderland geluk.
Daar is een band, innig en onverbreekbaar,
niet steunende op kogel of dolk of dynamiet,
maar op het sterkere wapen «Hebt elkanderen
lief!”
En liefde, onderlinge liefde, moet het cement
zijn der geheele maatschappij zal het haar wel
gaan. Medewerken, medestreven en daarbij
elkander vertroostende en elkanders lasten dra
gende. Regeerders en geregeerden hebben
slechts één belang. En dat is het belang van
allen.
Welop dan, landgenooten, weest blijde en
neemt u heilig voor, bij alle wisselingen in dit
leven, het goede te betrachten in het aloude
om zijne deugden zoo geroemde Vaderland.
Blijft eendracht en onderlinge welwillendheid
bevorderen en ge zult daardoor het best de
voornemens steunen van de jonge Majesteit, i
die wij twijfelen daaraan geen oogenblik
ook als een Engel des Lichts zal optreden, als
ze geroepen zal worden tot den Troon Harer
Vaderen. Ook voor Haar zal er zijn een tijd
«En zoo rollen dan de wereldbollen rusteloos
en toch met wiskunstige zekerheid voort van
eeuwigheid tot eeuwigheid
Dat was het slot van een zeer diepzinnig
gesprek naar aanleiding van bet onuitputtelijke
onderwerp «Komen en Gaan.”
Wij kwamen niet op dezelfde stonde, wij
zullen niet op een eigen oogenblik verdwijnen.
Tusschen beide laat ze ons zoo noemen,
eindpunten, ligt een wijle tijds, elders een spanne
geheeten. Die wijle, die spanne maakt dan ons
leven uit. Een oogenblik, slechts één enkel
van de eeuwen der eeuwigheid, gelijk we zelve
tegenover het groote, het verhevene als wormpjes
een gangetje rondkruipen op een enkel stipje
in de oneindige ruimte
Wij, groote bazen, mogen dit treurig vinden,
het is eenvoudig zoo.
«Alles wat w’ ons
In den schouwburg der natuur,
Toont ons vorm-verwisselingen,
Wanklen stand en korten duur.”
Zoo is ’t.
En toch maken we ons op, alsof we voor
altijd onze tenten op dit ondermaansche zouden
opslaan. Wij jagen en drijven om de wereld
naar onze hand te zetten. Geheel anders dan
de groote leekenwereld van vroeger. Deze
beschouwde het «hierzijn” als van weinig waarde
en slechts als een tijd van voorbereiding. Daar
om verdroeg zij smaad en hoon en slavernij.
Voor de groote toekomst toch zoude er geen
onderscheid van rang of stand bestaan. Dit te
weten gaf moed en volharding.
Hoe geheel anders thans. Men moge nog
het oude geloof aankleven of een ander daar
voor in de plaats hebben gesteld, tegenwoordig
is men bet er vrijwel over eens, dat men nu
tijdens het korte hier-zijn, een goed,
behoorlijk, menschwaardig bestaan wil hebben.
Dat streven is ieder reeds bij, al verschilt het
inzicht omtrent de maat van het begeerde, en
de billijkheid van dit streven wordt door
ons in het geheel niet ontkend. Het komt er
op aan, ook in dit geval zich van overdrijving
te onthouden. Het rusteloos jagen naar ver
andering en weer verandering werd reeds ver
oordeeld in het bekende lied
«Ieder woelt hier naar verand’ring,
En betreurt ze dag aan dag,
Hunkert naar hetgeen hij zien zal,
bracht,
bij.
De nieuwe minister van Marine, admiraal
Tirpitz, is te Friedrichsruh geweest en dat
heeft natuurlijk de aandacht getrokken, om
dat hij dat bezoek zeker niet zonder voorkennis
des Keizers zou afleggen, evenmin als twee
maanden geleden de Rijkskanselier (prins Ho-
henlohe) toen hij prins Bismarck opzocht be
geleid door den tot minister van Buitenlandsche
Zaken bestemden ambassadeur Von Bülow.
Men verneemt thans, dat de admiraal aan prins
Bismarck eene uitnoodiging des Keizers heeft
overgebracht om in de volgende maand tegen
woordig te zijn bij hef van stapel loopen van
een der nieuwe kruisers, die «Bismarck” ge
doopt zal worden.
Wat den heer Von Bülow aangaat, deze
is en blijft de aangewezen opvolger van baron
Von Marschall, hoewel laatstgenoemde nog
Nederlanden heden rustig en wel haar zeven- pas eene verlenging van zijn hem «om ge
zondheidsredenen” verleend verlof heeft be-
Niemand gelooft, dat de heer Von
geeft daarvan Marschall weder feitelijk zal optreden als chef
aw. "NT yx J „M1 w. I rrnn Vi r»4- rl Annvif AmnvG TvZttt zin
van komen en gaan en daartusschen een tijd
van leven. Dat leven is een deel ook van
ons leven, van het leven onzes Koninkrijks.
Dit hangt voor een
groot gedeelte van onze medewerking af. Het
goede, het edele, het reine omhelsd en een
blijden blik geworpen op de lichtende toekomst
met een heil voor
Nederland en Oranje!
Koninginnedag 1897. H.
te constateeren, dat kalme, bezadigde mannen
voortgaan met de teugels des bewinds te voeren.
Deze teugels over ’t algemeen op verschillend Laat het gezegend zijn,
gebied genomen. Men laat zich niet zoo plotse
ling bang maken of verschrikken door een
enkel loos alarm, overtuigd als men is, dat
tegenover een enkelen onverlaat duizenden goed
gezinden staan, die in rust en orde en in
vreedzame ontwikkeling alleen het maatschappe
lijk geluk voor het heden en de toekomst zien.
Zij werken door van dag tot dag en staande
op den grondslag van elkander lief te hebben,
twijfelen ze geen oogenblik aan hunne kracht
en evenmin aan de bereiking van hun doel, al
ligt dit ook in het verre, verre verschiet.
Tal van maatschappijen voor ongelukkigen,
behoeftigen, misdeelden, werken onophoudelijk
gedaan en wat dies meer zij, ook in het belang door, al zouden dolken en granaten en bommen
der menschheid. De daemon der verschrikking, ze van het goede werk terughouden. -
der vernieling, der verwoesting, de duivel der schillende standen der maatschappij verliezen
duisternis, de koning der verschrikking stond de scherpste kanten, zij ontmoeten elkander en i
daar en wroette er tegen
vertroosting, der hulpvaardigheid
VERGADERING van den RAAD der
gemeente Hemelümer Oldephaert
en Noord wolde, op Dinsdag den
7 September 1897, des voormiddags
te 9} ure.
Punten van behandeling:
I. Installatie van de nieuw benoemde raads
leden.
II. Ingekomen stukken en mededeelingen.
III. Benoeming van een wethouder.
IV. Idem van Ambtenaren van den Burgerleken
Stand.
V. Idem van een armvoogd te Nijega.
VI. Idem van een veearts.
VII. Reclames tegen het 1« suppletoir kohier
van hoofdeljjken omslag, dienst 1897.
Koudum, den 30 Augustus 1897.
De Burgemeester,
H. M. TROMP.
Zoroaster heeft beide in zijn gods- j omarmt en omhelst als teeken van onderlinge
welgezindheid en vrede
ongeveer zes eeuwen voor Chris- T"
tusEn sedert heeft de aarde weder duizenden vrijheid
wentelingen gemaakt, zijn millioenen gekomen door die vrijheid is de onderlinge verdraagzaai
en is de strijd nog niet uitge- heid geboren en, wat
FR
lil, lil lllllll IIIII.MIIII,
MEIEl Uil EI1TEIIIE-
s
f
V
im-
en gegaan en is de strijd nog niet uitge- heid geboren en, wat men voor eene eeuw
streden. anderhalf niet kon droomen, een feit, een dub-