Leerplicht.
WOENSDAG 15 SEPTEMBER 189T.
No. T3.
Zeven en twintigste Jaargang.
Buitenlandsch Nieuws.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG
de tijd
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent.
Prijs der ADVEBTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever
UITGEVER:
Y. KUIPERS, FIRMA H- BRANOENBURGH EN ZOON. TE WORKUM.
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiteilijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiên Dinsdag en Vrydag morgens vóór 12 uur.
den leerplicht heeft als
de uitbreiding van het
De laatste is tot stand gekomen
de eerste de noodige aandacht te
Door verschillende om-
s over de tien laatste jaren bedraagt
79,2. Het cijfer is gedaald tengevolge van
de zware regens, die op de groote droogte
gevolgd zijn.
Beieren uit Homburg
En daarom een wetsontwerp op den leerplicht,
niet tot twaalf, maar alsjeblieft tot veertien
jaar, met verplicht herhalingsonderwijs daarbij
tot zestien h achttien jaar.
Komt, kloeke Nederlanders, van welke richting
ook, werkt daartoe nu eens ferm en kranig
mede. Waarachtig, ge zult een goed werk
doen. Als ge nu nog ligt te leuteren over
de toenemende ondeugendheid der straatjeugd,
ge zult een middel hebben aangegeven tot be
teugeling daarvan en tevens het beste hebben
aangegeven om den gezichtskring te verruimen
tot oplossing van een der groote vraagstukken
op sociaal gebied in den zin van«God geeft
ieder vogeltje zijn brood, maar hij moet het
zoekenH.
DUITSCHLAND. De Kölnische Zeitung leest
zeer scherp de les aan de Parijsche Avenir
Militaire, welk blad «in den roes” over de
Fransch-Russische alliantie onder meer dwaas
heden te verstaan bad gegeven, dat de Duitschers
in de Rijnprovincie, gelijk zij «in 1870 de zege
der Fransche wapenen wenscbten”, bij den
eerstvolgenden «gelukkigen” oorlog wel weder
van dezelfde gevoelens bezield zouden worden.
Laat de schrijver van dat artikel zoo
besluit de Kölnische eens inlichtingen gaan
vragen bij die Fransche soldaten, welke in
1870—1871 tegenover Rijnlandsche regimenten
stonden; dan zal hij het juiste antwoord betref
fende hunne «sentiments” ontvangen. «Mochten
echter de lieden, die nu zoo luide schreeuwen,
nogmaals lust hebben hunne groote woorden
in daden om te zetten, dan zal het hun niet
aan
slagveld, hetzij als gevangenen in eene
Uit het maandelijksch rapport over den graan
oogst blijkt, dat de gemiddelde staat der mais
op 1 September was 79,8 tegen 84,2 in de
vorige maand en 91 te vorigen jare. Tarwe
85,7 tegen 74,6 in 1896; haver 84,6 tegen
74, rogge 90,1 tegen 82, gerst 86,4 (een maand
geleden nog gesteld op 87,5) tegen 83,1 in
het vorige jaar.
Het uitvoerend comité der Kamer van Koop
handel te New-York heeft eene motie aange
nomen, verklarende dat de douaniers opzettelijk
nalatig plegen te zijn bij het onderzoek van
de bagage der aldaar aankomende eerste-klasse
reizigers.
AUSTRALIË. De minister van Landbouw
in Nieuw-Zuid-Wales heeft, na het oordeel van
een «expert” gehoord te hebben, die meende,
dat de noordelijke deelen der kolonie geschikt
waren voor koflie-cultuur, besloten van Staats
wege een kweekerij aan te leggen, teneinde
eventueele planters te voorzien.
De graanoogst in de kolonie wordt op
11.600.000 schepels geraamd, zoodat 2.500.000
schepels overblijven voor den uit voer.
CUBA. De Spaansche Gaceta zet de open
baarmaking van het tarief voor Cuba voort.
Het is thans duidelijk, dat de (verlaging der
rechten van invoer van bijna alle artikelen,
behalve ruwe petroleum, uit het buitenland
aanzienlijk is. Alleen eenige artikelen van
weelde ondergaan in het tarief eene kleine
verhooging.
Zonder op den inhoud der aanstaande Troon
rede vooruit te loopen, zou het ons sterk ver
wonderen, zoo daar niet eene zinsnede in zal
voorkomen, gewijd aan de noodzakelijkheid van
de invoering van den leerplicht.
Natuurlijk wij moeten afwachten, doch we
meenen voor ons oordeel verschillende gronden
te hebben.
Vooreerst is de zaak reeds lang aan de orde.
Een onzer vrienden, die het weten kan, ver
zekerde ons, dat er reeds tot drie a vier malen
toe een ontwerp van wet op den leerplicht aan
het ministerie van binnenlandsche zaken in be
werking is geweest. Die voorraad ligt dus
nog als opgehoopt.
Ten tweedende tegenwoordige Minister van
dit Departement is sedert eene reeks van jaren
Voorzitter geweest van de Vereeniging «Volks
onderwijs,” welke al sedert lang de bevorde
ring van den leerplicht in haar vaandel schreef.
Vanwege dit lichaam werd indertijd eene com
missie benoemd tot het ontwerpen van eene
zoodanige wetsvoordracht en ter algemeene
vergadering werd deze met zooveel vuur en
zooveel warmte door mr. De Kanter, bet onlangs
niet herkozen lid der Tweede Kamer voor ’t
kies-district Tietjerksteradeel, uiteengezet en
verdedigd, zoowel in het algemeen als in hare
onderdeden, dat de gansche Vergadering, die
bij den aanvang eenige bedenkingen meende
te hebben, onder algemeen applaus mede ging.
En eindelijk het vraagstuk van den leer
plicht stond op het program van
die vooruitstrevend heeten. En immers deze
hebben de meerderheid in de tegenwoordige
Kamer. Wat nu beteekenen programma’s, als
ze geene vervulling na zich baren? afgetrokkene wijd
Wij mogen dus van Regeering en Vertegen
woordiging een welgemeend, zusterlijk samen
gaan ten dezen verwachten.
Oppositie van de zoogenaamde kerkelijke
partijen is niet te vreezen. En al ware het
dit al, dan behoeft men zich voor een goed
werk nooit terug te houden. Daar is eene
pacificatie, eene bevrediging, gesloten. Deze
moge blijken niet voor de leuze, maar in waar
heid te bestaan. Anders is de vrede een on
vrede, een wapenstilstand, die slechts zoude
dienen om het kamp der tegenstrevers te ver
sterken.
Na de pacificatie is de invoering van den
leerplicht naar onze meening meer gemakkelijk
dan vroeger. Zij schrijft niet voor, uw kind
zal en moet of ter openbare of ter bijzondere
schole gaan, maar eenvoudig: uw kind mag
niet op straat rondslenteren om zoo bij het
opgroeien dan en later tot een ballast in de
maatschappij rond te dolen. Uw kind moet
onderwijs genieten, ’t zij in huis, ’t zij in eene
bijzondere inrichting, ’t zij aan de openbare
scholen, die rondom in den lande in voldoende
mate aanwezig moeten zijn. Waar ter synagoge
doet er niet aan toe, als met behoorlijke con
trole maar aan het wettelijk voorschrift wordt
voldaan.
Redenen van financiëelen aard kunnen niet
meer gelden. De bijzondere scholen genieten
subsidie en dit is, naar we meenen, door allen
zonder onderscheid aanvaard. De penning-
quaestie, vroeger de school-quaestie genoemd,
is dus opgelost. Alleen zou eene wet op den
leerplicht een verhoogd subsidie met zich mee
ciatie der daar gesproken woordenhet blad
wijdt er een lang artikel aan. Karakteristiek
is vooral het volgende daarin. «De gewisselde
woorden laten geen dubbelzinnige uitleggingen
toe. Wilhelm II heeft met zijn gewone scherp
heid en kracht de duurzaamheid van het Drie
voudig Verbond uitgesproken; dat was van hem
niet anders te verwachten Maar het antwoord
van den koning van Italië verdient veel meer
aandacht. In zijn verklaring is iets geheel
nieuws te vinden. Hij stelt niet meer het
Drievoudig Verbond tegenover het Tweevoudig,
hij schijnt niet te gelooven, dat Europa wegens
het bestaan dezer beide verbonden noodzake
lijkerwijze verdeeld moet zijn in twee groepen
van staten. Integendeel hij hoopt, door aller
eensgezindheid, op de handhaving van het be
staande en de bevordering van den vooruitgang.
ENGELAND. De Times bevat een brief
van vertrouwbare hand, verklarende dat de
directeurs der Engelsche Bank er in hebben
toegestemd, de Bankreserve voor een vijfde in
zilver te doen bestaan. De Times keurt dit
scherp af en noemt den maatregel eene omwen
teling.
Koningin Victoria heeft aan den «Lord lieu
tenant” van Ierland van haar kasteel te Balmoral
uit een telegraphische boodschap gezonden,
waarin H. M. hare voldoening uitspreekt over
de loyale en vriendelijke ontvangst van hare
kleinkinderen den Hertog en de Hertogin van
York.
OOSTENRIJK. De Keizer is naar de ma
noeuvres bij Totis, in Hongarije, vertrokken,
waar de Duitsche Keizer zich bij hem voegen
zal.
AMERIKA. Volgens het verslag van het
de gelegenheid ontbreken, hetzij op het landbouw-departement te Washington, is de ge-
j Rijn- middelde stand van den katoenoogst 78,3; het
landsche vesting, hunne kennis van Rijnlandsche i gemiddelde
vaderlandsliefde aan te vullen.” 1 '7Q Q TToi
Koning Umberto is Vrijdagmiddag om 5 uur
met Koningin Margherita en even daarna de
Prins-regent Luitpold van
vertrokken. De Duitsche Keizer en Keizerin
en Keizerin Frederik deden hunnen gasten tot
het station uitgeleide, waar men zeer hartelijk
afscheid nam. Een uur later vertrok Groot
vorst Nikolaas Nikolajewitsch. Keizer Wilhelm
heeft ook, naar gemeld wordt, den Italiaanschen
minister van Buitenlandsche Zaken, markies
Visoonti-Venosta, in bijzonder gehoor ontvangen
en hem vervolgens zijn portret gezonden.
FRANKRIJK. De internationale toestand
in Europa is niet zoo hachelijk meer. Het
eindigend conflict in het Oosten niet meegerekend
kan men zeggen, dat het volop vrede is in ons
werelddeel. Merkwaardig kalm ook nemen de
Fransche bladen de toosten in Homburg op.
De verklaringen en verzekeringen der beide
daar saamgekomen monarchen, dat het Drievou-
men
in Parijs zooveel mogelijk te ignoreeren. In-
tusschen de commentaren op de redevoeringen
der Vorsten zijn door en door vredelievend
men zou er uit kunnen opmaken, dat men in
Frankrijk evenzeer overtuigd is van de zucht
naar vrede, die het Drievoudig Verbond bezielt,
als in Duitschland, dat het Tweevoudige niets
anders wil dan dienzelfden vrede in Europa
handhaven. Over ’t geheel echter zijn de bladen
kort in hun uitingen over de drinkspreuken te
Homburg.
Alleen de Temps, als officieel orgaan, kon
zich niet tevreden stellen met een korte appre-
kunnen brengen, maar de gelden, daarvoor be-
nocdigd, zouden den Staat, alszoodanig dubbele
renten leveren.
De invoering van
eisch gegolden voor
kiesrecht,
zonder aan
hebben geschonken,
standigheden heeft het liberale element in den
lande gezegevierd. Mannen, van wie men bij
aanvang dit niet mocht verwachten, gingen
kloekweg mede, om het groote beginsel der
verdraagzaamheid, het sieraad van ons land, te
handhaven en te bestendigen. Bij meer alge
meene ontwikkeling kan het niet anders of dit
zal steeds de leuze zijn, waarom tienduizenden
en nogmaals tienduizenden zich scharen. De
ware vrienden van Nederland en Oranje kun
nen dus niet anders dan voorstanders van den
leerplicht te zijn, vooral dewijl zij weten, hoe
zeer door de kinderen het onderwijs nog te
hooi en te gras wordt genoten. Menig onder
wijzer, en zoo ongeveer ieder houdt daarvan
aanteekening, zou de meest erbarmelijke lijst
van allerlei nietigheden niet alleen, maar ook
van allerlei misselijkheden kunnen aantoonen,
waarom kinderen de lessen verzuimden of wel
de school verlieten. Half rijp weggegaan,
om verder nimmer weer te keeren. Het her-
balings-onderwijs in den lande beteekent nog
zoo bitter weinig. En toch is en blijft het
waar, dat de Staat in de eerste plaats behoefte
heeft aan goed onderlegde burgers. Deze
voorwaarde mag met recht bet fundament van
den Staat genoemd worden. Ieder, met eenig
al de partijen, verstand, zal ons dit gaaf toestemmen en daarom
is het dan ook, dat we omtrent deze quaestie
geen woord meer willen verspillen. Daar zijn
waarheden als koeien, waarover men in het
en breed kan redeneeren.
Over de zaak van den leerplicht is deze rede
natie al zoo lang, dat men niets anders behoeft
te zeggen en helaas ’t is treurig genoeg,
hij is noodig, dringend noodig en
zijner invoering is daar.
Die invoering staat ook in verband met de
behartiging der sociale belangen. Wij nemen
ten dezen den zwaksten term, anders hadden
we geschrevenzij is de voorwaarde voor elke
hervorming. Waar ter wereld kan behoorlijk,
zelfs dragelijk werk geleverd worden door on-
ontwikkelden. Wij weten ’t, hoe meer de
machines de menschen ’t werk uit banden
nemen, hoe meer de menschen machines wor
den Stopt, als ’t u belieft. Niet aldus.
De historie leerde geheel iets anders en wel
dit, dat de machinist door oplettendheid zelve
menige verbetering aanbracht. Een denkend
wezen kan niet zonder denken, ook niet bij
eene machine
Maar en dit is van wijder belang,
de jongen of ’t meisje is in de prille jeugd dig Verbond krachtiger is dan ooit, zoekt
geen arbeidskracht, ’t Is de woeker alleen,
die hem of haar plaatst in de fabriek, de woeker
van den fabrikant of wel de luiheid of de ge
makzucht der ouders. Een paar kleine bengels
houden een groote uit het werk. En ’t is
zeker waar, als de kinderarbeid werd beperkt,
zouden tal van huisvaders langer arbeid vinden
om in de behoeften van hun gezin te voorzien.
Verbod, scherper verbod zou dus reeds veel
zegen aanbrengen. Maar als de jongens dan
als baliekluivers den tijd gingen dooden, zou
er nog weinig of niets gewonnen zijn. Naar
school met die kereltjes. Daar is hunne plaats.
mms- Ei nu urn i ii
m in mon i iiiLsiiui.
b