n. WOENSDAG 1 DECEMBER 1897. No. 95. Binnenlandsche Berichten. De strijd om het bestaan. J Zeven en twintigste Jaargang. Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG n- U het natuurlijke H. Y. KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBUR&H EN ZOON. TE WORKUM e i n )- L ;e l- n een heerlijke tijd Het vleesch moest vertje vracht op en een baas voor de klandisie, en De Benoemd tot leden van den Raad van State de heeren Mr. J. E. Henny, te Amster dam. lid van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland en Mr. Th. Borret te ’s Gravenhage. oud-lid der Tweede Kamer en lid der Prov. Staten van Zuid-Holland en zulks voor de vacatures ontstaan door het overlijden van de heeren Heemskerk en Des Amorie van der Hoeven. Door den kantonrechter te Enschedé is uitspraak gedaan in de zaak van Kerkvoogden der Hervormde gemeente daar ter stede, contra enkele nalatigen in de betaling van den hoof- delijken omslag der kerkelyke gemeente. Aan Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco aan dit adres, uite.lijk Maandag en Donderdag middags 1 uur. Ten vervolge op een paar vroegere artikelen over dit onderwerp gelde het volgende >De kruisspin is der vliegen schrik, De musch is haar verderver; De sperwer plukt de zwakke museb, En d’ ad'laar plukt den sperwer Zoo plukt in ’t groote dierenrijk. De eene soort soms de ander Alleen de menschen doen dat niet, Die plukken steeds elkander.” Welk eene ontnuchtering geeft die laatste regel! Die stoomboot met zijn zwarte vlag daar ginds aan de kimme bewijst reeds de waarheid in de aangehaalde dichtregelen opgesloten. Stoombooten, wat wist men vroeger van die dingen Met de voorvaderlijke trekschuit ging ’t goed. Men kon er zoo gezellig zitten keuvelen en de schipper en zijn knecht hadden een be hoorlijk bestaan. Ook ’t jagertje werd niet vergeten. Maar daar kwamen die verwenschte barges, ijzeren voorwerpen nota bene, die de reis zoo ongeveer een vierde bespoedigden. En als deze zoo ternauwernood in de vaart waren gebracht, werden de paarden weer aan kant gezet, paarden met de jagertjes er bij, en de stoombooten sloegen de wateren stuk en wonnen ’t weer van de barges. Doch ook die booten hielden ’t niet uit. De stoomtrams rolden langs de wegen en kort daarna floot de locomotief van een effectieven spoortrein, gevolgd door zoovele waggons, die alles met zich sleepen. Geen wonder, dat trekschuit en bargeschipper en stoombootkapitein, boe vijandig gezind ze elkander vroeger ook waren, thans in wonder volle harmonie bet wee laten booren over trams en treinen en ze in hunne klaagliederen de sloopers van elk menschwaardig bestaan noemen. En dan die karreman Ook bij mengt zijn stem onder het accoord der andere klagers, zij het ook met gewijzigde tonage. Daar heb je ’t nu, zal hij zeggen, vroeger hadden we de wissels, maar thans gaat alles per postkwitantie, en dan de pakjes, ook ’n goed zaakje, kom er thans eens aan. De post slokt alles op. ’t Spoor hindert nog niet zoo veel, maar die post met z’n pakketten en kwitantiën, neen, maar ze nemen iemand het brood uit den mond! En dan, och arme, welk was dat voor eenige jaren. uit de stad komen eh had je ketels te soldeeren of ander koperwerk te herstellen, ’n boodschap naar de stad en dan zat er al gauw een stui- kleinigheid van den Maar uit is ’t met al dat goede van voorheen, ’t is nu maar zoeken, zoeken! >Volkomen gelijk, buurmanvalt de dag- looner in, die in zijn jeugd weinig anders ge leerd heeft, dan modderkruien en palen-beien. vVolkomen gelijk!” »Daar heb je nu langs de zeeweringen, bijna alles glooiing, ’t ligt en ’t blijft liggen en alle palen gaan weg en met die palen ook zoo nagenoeg onze kostwinning. En als er nog al eens een kleinigheid valt te heien of een stuk gronds te verzetten, dan heb je daar de stoom, een, twee, drie ’t blok omhoog en rrrt! daar slaat ’t raak, een jongen kan 't doen en met dien modderboel ze leggen een spoor en iemand het brood kwamen aanbrengen, die tijden zijn voorbij. In den strijd om het bestaan komt het nu maar op eigen krachten aan. Ieder voor zich en God voor ons allen. Zoo is ’t, maar zoo is ’t ook altijd geweest, ’t Schijnt zoo inhalig, zoo egoïstisch, zoo on- menschelijk zou ik bijna zeggen. Maar toch, ’t is niet anders. Kom b.v. in een groote stad. Wat een drukte en beweging! Hondt rden natuurgenooten sjouwen je per minuut voorbij. Een praatje niaken? Ónmogelijk. De lui kennen je niet, ’t Is of ze zonder spreken tot je zeggen, wat raakt mij een ander, als ik er maar kom! En zoo woelen en krioelen en wemelen en wriemelen weer andere honderden in een kort tijdsbestek om je heen, precies als de bijen op ’t veld. Niet waar, menschen zijn ook bijen, zij moeten ’t althans zijn, zoeken en vergaren? Vergaren? Maar niemand kan toch iets medenemen naar de overzijde van het graf? Niets? Ja wel, minstens een eerlijke naam, minstens den roem van voor zich zelf gezorgd te hebben en daarbij nog wel de verzekering van zijn volkje behoorlijk onderlegd te hebben, zoo dat ze ook kunnen staan en volharden in den strijd des levens, die hen wacht. Want het leven is een strijd. Men spreke van misstanden. Die zijn er, die zijn er overal, en die zijn er in en onder alle klassen der maatschappij. ’t Is niet alles goud wat blinkt. Maar werken, arbeiden, moet ieder, luiaard en ik voeg er bij de onwetende, leeft op kosten der maatschap. Hij vermeerdert de algemeene ellende. Het leven is strijd. Allereerst een strijd bestaan. In dat opzicht zijn mensch en dier gelijk. De mensch moet daarentegen hoogere be hoeften kennen. En ook deze eischen bevre diging. In beiderlei opzicht staan in onze heden- daagsche maatschappij bakens om reeds van meet afaan den goeden weg te nemen. En bij verandering van het getij worden die bakens verzet, omdat ze verzet moeten worden. Met die wetenschap voor oogen moet ieder zich schikken en kiezen als ’t tijd is, pruttelen en tegenstribbelen baat niet. »Wie zijn tijd voorbij laat gaan, Blijft als Jut voor ’t landhek staan.” Over die bakens, enz. later! een prijzen van litairen. de kepi’s op rekening verstrekt voor den prijs van f 2 36 terwijl ze bij particulieren verkrijg baar zijn voor den prijs van f 2.00 voor model en buitenmodel voor f 2.75. De kepi’s die uit ’s Rijks magazijnen geleverd worden zijn slordig afgewerkt en zien er onoogelijk uit terwijl die voor f 0.36 minder door particu lieren worden geleverd er zeer net uitzien. Alleen voor de infanterie wordt door het Rijk dus al meer dan f 4000 onnoodig uitgegeven, voor bedoeld hoofddeksel. Voor de rechtbank te Amsterdam is in hooger beroep behandeld de zaak van den directeur van de buskruitfabriek te Muiden wegens overtreding der veiligheidswet. Op genoemde fabriek had een ongeluk plaats, waarvan de directeur binnen 48 uur aangifte moest doen daar deze termijn op Zondag viel, wachtte de directeur tot Maandag. De kan tonrechter te Hilversum veroordeelde echter den directeur tot een boete van f 10, oor- deelende dat de Zondag in deze zaak geen uitzondering maakte. Het O. M. bij de rechtbank daar was het met de opvatting van den kantonrechter eens doch achtte de straf te zwaar en eischte een boete van één gulden. De verdediger, wijzende op analoge gevallen bij aangifte voor den burgelijken stand, drong op vrijspraak aan. Aan 30 officieren van gezondheid be- hoorende tot groote garnizoenen, zal eene te gemoetkoming van f 25, ’s jaars worden ver strekt, als bijdrage in het onderhoud hunner rijwielen. Iemand te Bolsward kan thans voor de tweede maal in dit jaar in zijn tuin aardbeziën plukken en onder Nijland kan men in een stuk land paardebloemen in vollen bloei zien staan. weg gaat de vracht, in een ommezien een honderd of wat kruiwagens te gelijk. Houd daar je verstand nu maar eene bij en den mond eens open!” Enz., enz., enz. Immers ’t zou gemakkelijk vallen, het aantal klagers met een groot aantal te vermeerderen. Kleermakers en schoenmakers zonder machine pruttelen tegenover hunne beter bedeelde collega’s en deze zullen 't op hunne beurt weer doen, als weldra de stoom-naaimachines in de wereld komen. Waarom niet? De voerlui en kasteleins hebben een grooten hekel aan de fietsen en de turfschippers van professie aan steenkool en cokes. En nogmaals: enz., enz., enz.! Weet ge, hoe 't is? Ieder wil bestaan, en dat is niemand kwalijk te nemen, want ieder moet bestaan. Dit is eene waarheid als eene koe. ’t Hangt er nu maar van af, wat men onder de voorwaarde van bestaan verstaat. Leven bij brood alleen, of bij meer dan dat? Een menschwaardig bestaan Ook al goed, maar dit begrip is zoo voor rekking vatbaar, dat ’t ook al weer geene duidelijke omlijsting geeft. Een behoorlijk maal, een behoorlijk huis, een behoorlijk bed, een behoorlijk kleed, een voudig ziet u, maar toch degelijk en goed, weet u Wij komen nader, alhoewel t begrip behoor lijk nog niet zoo precies is afgebakend. Wat de een toch behoorlijk, eenvoudig, vindt, zal I de ander nog niet bevredigen. En de eene mensch heeft zoo geheel andere behoeften dan de ander! Alles waar, volkomen waar. Maar ’t komt niet te pas, daar waar de aarde meer dan ge noeg voor allen oplevert, dat er dan nog honger wordt geleden, koude wordt doorstaan, dat er dan nog ellende en jammer en verdriet onder ons geslacht moet worden aangetroffen. Ook dit is waar, volkomen waar. Hoe gelukkig zou het wezen, zoo we elkander bij de aanstaande jaarwisseling de hand konden drukken met de verzekering dat het uit is met alle ramp en tegenspoed en dat de welvaart en de vrede nu maar voor ieder voor het grijpen zal vallen! Hé, wat pakt die kip daar een vette pier! Hoe komt het beest er aan? Wie heeft haar dit gezegd, dat ze precies op dit oogenblik en precies op deze plek moest wezen, om zoo’n buitenkansje te snappen? Toeval? 't Kan zijn, maar ’t beest is er op uitgegaan om wat te snappen, ’t heeft gezocht en weeraan gezocht, bier mis, daar mis, en eindelijk dien pier! Nu is een kip een vogel en wel voor ons doen een groote vogel, maar ook dat muschje daar vindt zoo al wippende weg hier en daar zoo ’t een en ander en vliegt dan tevreden en welvoldaan naar baar nest, daar ginds in een hoekje onder een simpelen dakpan. ’t Blijft toch ook maar waar: »God geeft ieder vogeltje zijn brood,” 't vogeltje heeft dit ook noodig, ’t is een voorwaarde ook voor zijn bestaan, maar aan die waarheid is eene andere verbonden»het beestje moet dat brood zoeken Ja, dat zoeken, daarop komt veel aan. Er kunnen tijden geweest zijn, dat de raven Kerkvoogden werd hun eisch ontzegd tegen een lid der Ned. Herv. Kerk, die zijn attestatie te Enschedé niet had ingediend, terwijl een ander werd veroordeeld tot betaling van het verschuldigde, zonder kosten, daar bij hangende de zaak betaling van zijn aanslag had aange boden, doch de aanneming was geweigerd. De directie der Holland-Amerika lijn beeft bij de bouwmeesters Harland en Wolff, te Belfast, een derde dubbel scbroefstoomscbip, besteld, groot 12.000 ton, dat den naam liijndam zal dragen. Te Rotterdam is een 28-jarige bootwerker aan boord van een stoomschip, liggende in de Rijnhaven, in het ruim gevallen. Met een schedelbreuk werd de man naar het ziekenhuis vervoerd. Te Middelburg is een timmermansbaas achter over van een trap gevallende man was on middellijk dood. Door den Hoogen Raad is, met hand having van een uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam, beslist dat volgens de wet het vermogen eener firma afgescheiden behoort te worden van dat der vennooten van de firma, en dat daarom hij faillissement de schuldeischers der firma den voorrang hebben boven de par ticuliere schuldeischers der vennooten uit de baten der firma. Het is te verwachten dat van Rijkswege onderzoek zal worden ingesteld naar de het nieuwe hoofddeksel onzer mi- Uit de kledingmagazijnen worden FRI I BMD VOOR FRIESLOIl. NIEUWS-1' ADVERTENTIE- N, d: n, om UITGEVEBs dj ET- cht 'en irft dit Ika da K, is- kt in T. n- L de Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 85 cent. Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever Advertentiftn Dinsdag en Vrydag morgens vóór 12 uur.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1897 | | pagina 1