WOENSDAG 26 JANUARI 1898.
No. 8.
1 I
WL;
Volkssanatoria.
Officieel gedeelte.
Binnenlandsche Berichten,
daar is ook niemand, ---u
Acht en twintigste Jaargang.
Dit Blad versohijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG
en
Koloniën is
Y. KUIPERS, FIRMA H BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
eindelijk het lijden
Doodt
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent.
Prijs der AD VERTENTIÉN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7^ cent. Bij abonnement is de prjjs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
ze natuurlijk ook en meer-
baat voor hunne patiënten,
gezon-
In De Vacature, Nieuw Advertentieblad voor
het Lager, Middelbaar en Gymnasiaal Onderwijs,
van 21 dezer (uitgave van W. J. Thieme Cie
te Zutphen), vinden we onderstaande opwekking:
een eind heeft genomen.
uitgebreiden zin).
«Geen muren
Verduren
Der eeuwen geweld,”
en gaan, dat kiemen
van teringlijders
Inrichtingen tot genezing
door te trekken naar Pedir, zijn troepen daar
heen gezonden.
Toekoe Oemar had Djantoi verlaten, tot
dekking achterlatende 180 man; dezen verdreven.
Toekoe Oemar wordt vervolgd. Onzerzijds
één zwaar en drie licht gewonde militairen.”
In April aanstaande zal een vergelijkend
onderzoek worden gehouden voor de betrekking
van adspirant-opzichter der telegrafie, waarvoor
drie plaatsen worden opengesteld.
Gemeente-ambtenaren. Zondag 13 Febru
ari des middags te 1 uur zal in Krasnapolsky
vergaderen de Nederlandsche bond van gemeente
ambtenaren.
Op de agenda komt o. a. voorbespreking
van het persoonskaartenstelsel, waartoe wordt
geadviseerd in het verslag der centrale commissie
De
Wagtendonk commies-chef der
Brieven en BeriiUten, de Redactie betreffende fran cc
aan dit adres, uitei lyk Maandag en Donderdag middags 1 uui
Advertentièn Dinsdag en Vrydag morgens vóór 12 uur.
VERGADERING van den RAAD der ge
meente Hemelümeb Oldephaert en
Noordwolde, op Zaterdag den 29
Januari 1898, des voorm. te 9| ure.
Punten van behandeling
I. Ingekomen stukken.
II. Adres van A. de Vries om eervol ontslag
als telephonist te Koudum.
III. Benoeming van een telephonist aldaar.
IV. Idem van een veearts.
V. Bezwaarschrift tegen het 2e suppl. kohier
van hoofdelijken omslag, dienst 1897.
VI. Behandeling van het primitief kohier van
hoofdelijken omslag, dienst 1898.
Koudum, 24 Januari 1898.
De Burgemeester,
H. M. TROMP.
Eene Vrouwe op den Troon en deze be
schermend hare handen uitstrekkend over ster
ken en zwakken, gezonden en zieken, en een
Volk, welks zonen en dochteren wedijveren
om mede te doen in de bevordering van alge-
en welvaart, elkander helpend,
elkander steunend en troostend, waar ter wereld
kan dan voor de spanne tijde, die we hier
vertoeven, een beter land ter wereld gevonden
worden? «In eendracht macht!”
H.
ze zijn, ook wat de erfelijkheid in de familiën
betreft. In den regel toch is de persoon van
den lijder niet de oorzaak en hij of zij is de
beklagenswaardige. Nog moedig onder ’t lijden,
hoopvol eiken dag beterschap wachtende en
steeds achteruitgaande, leest de naastbestaande
niet anders op het voorhoofd van den of de
sukkelaar dan deze woorden: «Ten doode op
geschreven. Voor u zijn geene kruiden ge
wassen.” En ofschoon met een bloedend hart
brengt hij toch nog het stoffelijk overschot ten
Ongeveer terzelfder tijd, dat de Bond van
Ned. Onderw. de wenschelijkheid besprak om
in eigen beheer een herstellingsoord op te
richten voor zieke collega’s en leden van hun
gezin, richt een breede rij van mannen buiten
het onderwijs zich tot het Nederlandsche Volk
om met vereende krachten te werken aan een
zelfde doel: het stichten van Volkssanatoria
voor teringlijders. Want al moge de Bond
wellicht aan het te stichten herstellingsoord een
ruimer arbeidsveld toekennen, men denke slechts
aan de vele zenuwlijders van den tegenwoordigen
tijd, toch kan niet ontkend worden, dat vooral
onder de onderwijzers bet aantal teringlijders
betrekkelijk zeer groot is en dus aan dezen
wel in de eerste plaats gedacht zal zijn.
Het mag niet verzwegen worden, dat den
Bond van N. O. een woord van warmen lof
toekomt, waar hij oog en hart toont te hebben
voor een zoo groot belang, en dit te meer,
daar alle exclusivisme werd ter zijde gesteld
en men ook Hoofden van Scholen, hoewel zij
geen lid van den Bond kunnen zijn, tot die
inrichting wenschte toe te laten. Waar nu
evenwel een aantal medici van naam zich op
maken om bij het geheele volk belangstelling
te wekken, is het niet onwaarschijnlijk, dat de
Bond zich hierbij zal aansluiten, en dit zou
reeds een flinke schrede zijn op den weg om
tot het gewenschte doel te geraken. Ook het
Nederl. Onderw. Genootschap zou zijn sympathie
en steun kunnen toezeggen en langs dien weg
de mogelijkheid openen, dat één of meer in
richtingen verrezen en in het Bestuur daarvan
een paar onderwijzers zitting verkregen.
Deze zaak komt mij zoo hoogst belangrijk
voor, dat ik bet durf wagen alle onderwijzers
en onderwijzeressen toe te roepenSteunt de
oprichting van Volkssanatoria met woord en
daad. Waar het niet mogelijk is dat ieder
persoonlijk als contribuant toetreedt, daar kun
nen de onderwijzers-vereenigingen zich verbinden
tot eene jaarlijksche bijdrage, en naar wij hopen,
zal in de naaste toekomst veel meer gedaan
kunnen worden.
Er bestaat toch gegronde hoop, dat zoo niet
alle, dan toch de openbare onderwijzers zullen
worden opgenomen in het pensioenfonds voor
Burgerljjke Ambtenaren. Waar wij tot heden
kundigen dienst.
De Arbeiderskiesvereeniging te Rotterdam
heeft besloten zich bij de aanstaande herstem
ming voor een lid der Tweede Kamer in district
IV te onthouden.
Ouderlijke macht. Naar men verneemt
wordt eerstdaags het wetsontwerp tot regeling
der ouderlijke macht en der voogdij weder bij
de Tweede Kamer ingediend. Een dergelijk
ontwerp van het vorige ministerie is met alle
aanhangig gebleven wetsvoorstellen, ingetrokken.
Het nieuwe, gewijzigde ontwerp zal, als wij
wel zijn ingelicht, ook de gevallen waarin het
onderzoek naar het vaderschap wordt toegelaten,
aanmerkelijk uitbreiden en in verband daarmede
voor de wettelijke voogdij van natuurlijke
kinderen nieuwe regelen stellen.
Atjeh. Bij het dep. van
ontvangen het volgende van 21 dezer gedag-
teekende telegram van den Gouverneur-generaal
van Ned. Indië, betreffende de gebeurtenissen
in Atjeh:
«Op het bericht, dat Toekoe Oemar met
zijn benden Djantoi, op nege.n kilometer bezuiden
eigen land in- Selimoen aan de Atjeh-rivier, bereikt had, om
en, kan
Engelbrecht
maar tusschen dat komen en gaan, dat kiemen I
en verflensen ligt toch een zeker tijdsbestek.
dat in gewonen doen ieder wel een heel klein zoomede eenige hoofdofficieren bij den genees-
beetje lang wil hebben en ook zijn evenmensch
gunt, niet alleen op den Nieuwjaarsdag maar
ook bij elke korte afreize, als hij banddruk-
kend, ’t uitspreekt; «Goede reis en ge
zondheid 1”
En nu hebben menschenvrienden, ernstige
denkers onder ons, ja wel geene kruiden tegen
den dood uitgevonden, maar toch voor jeugdige
teringlijders heilkruiden aangebracht in gezonde
omgeving, frissche lucht en stevige voeding.
Welgestelden kunnen zulk eene afzondering en
eene dergelijke verpleging betalen, maar gewone
burgerluidjes, werklieden en behoeftigen? Klinkt
dezen niet als spot den raad van den genees
heer in de ooren: zooveel liter melken zooveel
eieren per dag, een frissche kamer, goed vleesch,
enz. enz.?
Dat kunnen rijken alleen betalen.
Ja, en dat doen
malen vinden ze
die ze dan naar het buitenland hebben
den.
Maar nu al de anderen, buiten de rijken?
Och, waarom zou ’t niet kunnen, als we de
handen ineensloegen en die rijken willen
’t ook wel, dat we in ons
stellingen verkregen ter verpleging
het, ter genezing
Volkssanatoria 1
voor de lijders uit het volk, zonder onderscheid.
ij hebben reeds veel te lang op zich laten
wachten. Met bidden alleen komen we er
niet, het werken moet daarmede gepaard gaan.
Welnu, men roept aan allen kant om een
bededag bij de troonsbestijging onzer jeugdige
Koninginne. We hebben er niets op tegen.
Maar laat ons bij dat bidden een dankoffer
voegen in den vorm van een ruime gift voor
de oprichting van Volkssanatoria, eene daad,
waarover onze beide Koninginnen zich hartelijk
zullen verheugen en ’t zich ongetwijfeld eene
eere zullen rekenen van de stichtingen zelve
Beschermvrouwen te mogen worden. Wij be
driegen ons niet, als we bij de Majesteiten voor de statistiek d.d. 20 October 1896.
grave met dankbaarheid in zijne ziel, omdat j hart veronderstellen voor alles, wat het welzijn 1 heer W. J. van
aanbelangt van het Volk, (en dit in den meest afdeeling bevolking te Amsterdam zal dit onder
werp inleiden.
I pensioen voor weduwen en weezen moesten
missen, hebben we de handen ineengeslagen
en is een ondersteuningsfonds in ’t leven ge
roepen, waaruit óf aan collega’s steun wordt
verstrekt om eene levensverzekering te sluiten,
óf aan weduwen en weezen eene jaarlijksche
uitkeering wordt verzekerd. Enkele malen
werd ook aan zieke onderwijzers de gelegen
heid gegeven elders herstel voor bunne geschokte
gezondheid te zoeken. Mocht eenmaal de blijde
dag aanbreken, waarop we van bange vrees
zullen zijn ontheven, de dag, die ons het
Weduwen- en Weezenpenisoen verzekert, dan
zullen wij niet ophouden dat ondersteuningsfonds
eene bijdrage te schenken. Als dankoffer zullen
we dan onze contributie verdubbelen ten einde
daardoor den broeder te kunnen helpen, om nu
niet meer op den vreemde maar op eigen
j bodem herstel te zoeken voor eene ziekte, die
jaarlijks zoovele jeugdige levens verwoest en
die toch volgens de ondervinding in het buiten
land opgedaan, door gezonde, zuivere lucht en
doelmatige behandeling te bestrijden is.
Bond van N. O.; N. O. Genootschap en
Onderwijzersgezelschappen van wat naam of
richting, zendt aan de mannen van ’t initiatief
voor de oprichting van Volkssanatoria de ver
zekering van uw sympathie en steun, opdat
ook in deze de leus bewaarheid worde
Eendracht maakt macht!
Genderen. R. BRAAMS.
Wij behoeven niet te verzekeren, dat we ’t
met de algemeene strekking van dezen oproep
volkomen eens zijn. De schrijver, zeker
een onderwijzer, schrijft in een vakblad en
spreekt derhalve tot zijne ambtsbroeders. De
zaak zelve betreft echter geheel ons Volk, dus
ook de breede schare van lieden, die buiten
de onderwijzerswereld staan. En daarom meenen
we goed te doen, door ook een handje te helpen.
Immers «Eendracht maakt macht!” Als de
publieke pers zich er mee bemoeit, als de ver
schillende vakbladen een woordje mee spreken,
als men het van oor tot oor trommelt: «daar
loopen, daar zuchten onder ons lijdenden, die
geholpen kunnen worden,” wie ter wereld zou
dan nog een hart van steen hebben, om niet
al zou ’t slechts een enkel half-stuiverstuk
wezen, te offeren op ’t altaar der algemeene
liefde.
Teringlijders! Hebt ge ze ontmoet?
Ongetwijfeld
Wijs ééne familie aan, waaronder een zoo
danige lijder niet voorkwam, en ge zult op
eene uitzondering kunnen roemen.
Tering!
Och, zoo vele soorten. En eigen schuld!
en erfelijk in den zooveelsten graad, en
nog al meer van die opmerkingen. Maar wij
kennen die praatjes en laten ze voor ’t geen
rvZA n 1*1 n ZA za It* ut o 4- zl ZA za wv I’za 1 I Ia za i zl zl za A l za
HH. MM. de Koninginnen hebben duizend
gulden doen toekomen aan den resident van
Amboina, ten bate der slachtoffers van de
aardbeving.
Op de eerste audiëntie van den minister
i van marine, vice-admiraal jhr. Roëll, kwamen
Vrijdag vele hoofdofficieren der zeemacht, o. a.
de commandanten en directeuren der onderschei-
j dene marine directiën, de vice-admiraal Ten
Bosch van Amsterdam, de schout-bij-nacht
i van Willemsoord, de commandant
Stolp van het Instituut van Marine te Willems
oord, de inspecteur der administratie Van Wage,
O, hoevele levens zijn alzoo niet afgesneden,
hoeveel jeugdige levens vooral. Vaders, die
noodzakelijk moesten blijven, moeders, die on
misbaar waren
God, zoo daar een middel tot redding ware,
het zou algemeen worden aangegrepen. Daar J meen geluk
is aan duizenden ziekbedden gebeden tot in het 1
oneindige toe. En toch kwam de dood.
Tegen dezen verschrikker, elders weder ge
noemd een goede engel der menschheid, zijn
zegt de volkstaal. geene uitvindingen
mogelijk.
De volkstaal steunt hier op 't meest vaste
fundament. Maar
zelfs niet de ergste kwakzalver, die een middel
tegen den dood aan de hand wil doen.
«Er is een tijd van komen,
Er is een tijd van gaan,”
zong De Genestet, en een ander dichter
«Planten, dieren, meuschen,
Kiemen, bloeien en verflensen,”
nog een derde:
MEI B B 1IIIH1BTII*
mill mini friesland.
i
UITGEVER:
'V"
i.' J