De vrede van Munster, 1848. WOENSDAG 2 FEBRUARI 1898. No. 10. 30 Januari Officiéél gedeelte. Acht en twintigste Jaargang. Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG voor Maar toen het moordend lood van En Wicquefort zeide: r Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent. Prys der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents Voor eiken regel meer 7^ cent. Bij abonnement Is de prijs belangrijk lager Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever 164S 1S9S. Y. KUIPERS, FIRMA H BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM predikanten zonden onze i godsdienstvrijheid, gestreden. Het is Munster blijft de naam j het heeft geene j overvloed van v I wijnbergen, zijn leven. een einde maakte, toen met den moord op den vader des vaderlands der geheele natie eene hartewond was toegebracht, toen bleek en zijne beteekenis Zondag in vele Protestantsche ’t een en men zijn van De den jongen Maurits, die bij i toenmaligen tijd, roemrijk blonk Pruisen en Polen hun en Arabië hun tuin.” (1). Evenals de bijen honig uit allerlei bloemen zoo trokken wij welvaart uit allerlei Maar hooger dan die stoffelijke wel de door hem begonnen taak voort te zetten, vaart stond het begrip van waarvoor zoovele jaren was waarde Calvinistische kerk werd de Staats- van vergeefs zijn leven had geofferd voor Brieven en Beri ititende Redactie betredende trance aan dit adres, uite. lijk Maandag en Donderdag middags 1 nu, Advertentién Dinsdag en Vrydag morgens vóór 12 uur. De BURGEMEESTER der Gemeente WORKUM herinnert de mannelijke ingezetenen (tevens Nederlanders), die vóór of op 15 Mei 1898 den leeftijd van 25 jaren hebben bereikt en over het laatstverloopen dienstjaar niet in eene njksbelasting zijn aangeslagen, doch ver- meenen overeenkomstig de wet, kiesgerechtigd te zijn, aan hunne verplichting tot aangifte vóór den 15 Februari e.k. ter Secretarie der Gemeente, gedurende de gewone kantooruren. Workum, den 1 Februari 1898. De Burgemeester voomoemd, S. R. BIJLSMA, l.-B Het is vandaag een historische gedenkdag. Het is vandaag 250 jaar geleden, dat de vrede van Monster werd gesloten, de vrede die een einde maakte aan den roemrijken taebtigjarigen oorlog. De historische gedenkdagen worden hoe langer zoo minder herdacht door de volken. Wij leven in onze negentiende eeuw, zoo snel, zoo geheel met het oog naar de toekomst, dat wij zelden ons den tijd gunnen eenen terugblik te werpen op het verleden, en dat is in vele gevallen jam mer. De herinneringen toch aan het grootsche verleden verlevendigt niet alleen het volksbe wustzijn, maar kan tevens kracht schenken in ge- hjksoortigen benarden toestanddie herinnering is eindelijk de eerste plicht der dankbaarheid van het nageslacht, dat de heerlijke vruchten plukt Omtrent dezen vrede heeft men kerken zoo ’t een en ander kunnen hooren. Op school heeft men er van geleerd en de geschiedboeken behandelen dit onderwerp uit voerig. Ook de verschillende organen der pers brengen ’t gewichtige feit van voor derdehalve eeuw in herinnering. Er is zelfs sprake geweest van eene nationale feestviering. Ware zij jl. Zondag gehouden, ze had het voorzeker met het weder slecht getroffen. Toch denkt men hier of daar. b.v. in Juni, ’t er nog eens van te nemen. Er is dus verschil in dagteekening. Wij meenen dit verschijnsel even te moeten verklaren. 30 Januari dan van het veelbeteekenende jaar 1648 werd, niettegenstaande ons bond genootschap met Frankrijk, op eigen houtje door zeven van de acht Nederlandsche gezanten het vredes-verdrag aangenomen. De achtste gezant teekende eerst later. De zeven gewesten der Unie hadden het verdrag te bekrachtigen, iets, wat kort daarop door vijf van de zeven geschiedde, doch wat door Zeeland en Utrecht eerst later werd gedaan. Zoo kwam het, dat eerst 16 Mei de plechtige afkondiging van den vrede te Munster plaats had, welke afkon diging eerst hier te lande op 5 Juni geschiedde. Feitelijk kan men alzoo, wil men feestvieren, een dag kiezen van 30 Januari tot 5 Juni. Te dezer zake heeft de Enkh. Ct. van Zondag een hoofdartikel, dat we met belangstelling hebben gelezen en hieronder laten volgen, meenende onzen lezers daarmede een dienst te bewijzen. in de geteisterde wallen, tot ontzetting van de belegeraars, die zich verbaasd afvroegen of honger en ontbering de gemartelde bevolking van baar verstand had beroofd. Aan den vrede van van den eersten Willem onafscheidelijk ver bonden. Hij heeft alles gegeven in den strijd vrijheid en waarheid, wat een mensch (1) Zie F. van Rijsens, geschiedenis van ons Vaderland. (2) Zie ibidem. van den moeilijken en gevaarvollen arbeid der voorvaderen. Op den 30sten Januari werd te Munster officieel verklaard, dat de Nederlanden vrije en onafhankelijke landen waren. Officieel zeggen wij, want in werkelijkheid waren zij dat reeds vele jaren vroeger. Van dien dag af nam de toen reeds machtige Republiek hare officieele plaats in onder de volkenrij van Europa; en de gekroonde hoofden gaven van de erken ning van dit feit dadelijk blijk door zich door hunne gezanten bij den nieuwen staat te doen vertegenwoordigen. Tachtig jaren had de worstelstrijd tegen het diepe machtige Spanje geduurd, den beginne even hopeloos scheen als die bet lam tegen den leeuw, een digde met Neerlands grootheid en de uitputting van het machtige naar de wereldheerschappij strevende Spanje, als om andermaal aan de volken de les in te prenten, dat vrijheidszin en recht het ten slotte altijd winnen van dwingelandij en willekeur. Hetzelfde Spanje dat bij den aanvang van den tachtigjarigen oorlog buiten kijf de eerste mogendheid was van Europa, dat ongeveer een derde der toen bekende wereld besloeg, en zoo groot was dat binnen zijne grenzen naar het bekende gezegde de zon nooit onderging, dat Spanje, dat over het beste leger beschikte van ons werelddeel, het was overwonnen door de kleinste van alle Europeesche statenhet was aan bet einde van den strijd zoo uitgeput, dat het voor goed zijnen rang van eerste Mogendheid kwijt was, en die kleine staat, dat volk van kramers en visschers, zooals Spaansche overmoed het had gedoopt, was eene toongevende Mogendheid in Europa geworden En toch, hoe bange dagen had men in dien strijd doorleefd. Hoe dikwijls scheen het dat de moedeloosheid de overhand zou krijgen, en men bukken zou voor de overmachtige dwin gelandij. Maar telkens herleefde de veerkracht, en wie denkt hierbij niet dadelijk aan den onverwelkbnren roem van prins Willem van Oranje, die de grondlegger van den Nederland- schen staat is geweest, omdat hij zelfs in de hacbelijkste tijden nimmer versaagde, omdat van hem eene bezieling uitging, die aan anderen nieuwen moed inboezemde, eene bezieling, die bij putte uit zijn kinderlijk en oprecht geloof, dat de Almachtige ten slotte waarheid en recht zou doen zegevieren. Zoo terecht legt Marnix van St. Aldegonde hem dan ook de woorden in den mond «Mijn schilt ende betrouwen Sijt ghij, O Godt mijn Heer Op U soo wil ick bouwen, Verlaet mij nimmermeer!” Wie was het die toen Leiden, Leiden waar mee Holland stond of viel, dreigde zich aan den Spanjaard te zullen overgeven, door raad en daad den moed van de bezwijkende stad wist staande te houden? En wie was het wederom die toen harde koortsen hem tijdens Leidens beleg op het ziekbed wierpen, deze ziekte zorgvuldig voor de Leidenaars verzweeg, om hen niet te schokken in het vertrouwen dat de Prins voor hen waakte en op uitkomst zon Het was immers Willem van Oranje, wiens enkele naam een leger waard was, van wien één enkele brief met troostredenen, den uitgeputten Leidenaars zooveel kracht schonk, dat zij te midden van honger, pest en ellende eene militaire wandeling met muziek hielden en Dordogne zijn hunne leden van die kerk konden in den toenmaligen Staat ambten bekleeden. Zulk een voortrek ken van den eenen godsdienst boven den an deren, was echter geheel in den geest van den De andere sekten werden slechts geduld, het is waar, maar daarin stond de Republiek boven de andere Staten, dat het met de godsdienstvervolging voor goed brak. De Republiek werd integendeel de schuilplaats voor allen, die in de naburige Staten onder godsdienstvervolging leden. Zij onderhield de oude vriendschapsbetrekkingen met Genève, de moederstad harer kerk, en zond de stad 20000, toen deze onderstand vroeg tegen den Hertog van Savoye, en later 75000 tot ver sterking der vestingwerken. Zij liet daar bijbels drukken, om onder de Grieksche Chris tenen het evangelie te verbreidenzij onder steunde de vervolgde protestanten in Ierland, zij moedigde de Waldenzen aan in hun oud tachtigjarige oorlog met den dertigjarigen oorlog geloof te volharden en sprong voor hen in den bres bij den onverdraagzamen Karel Emanuel IIvoor de Fransche Gereformeerden werden geldinzamelingen gehouden; de Zeeuwsche een brief aan de Schotsche kerk met vermaning zich niet door de Epis copale kerk aan banden te laten leggen, en in 1618 reeds kwam een gezantschap uit Rusland klagende over bet woelen der Jezuiëten en hulp vragende tegen Polen en den Paus, de overal vervolgde Joden vonden hier eene schuilplaats en dankten aan de Republiek eene periode van rust en rijkdom. (2). Zoo stond in 1648 onze Republiek op hooge trap van geestelijke en stoffelijke ontwikkeling. Zoo is de herinnering aan 30 Januari 1648 de herinnering aan de schoonste en edelste phase van het Nederlandsche volksbestaan. Zoo mag die dag eigenlijk door geen goed vaderlander worden vergeten. Onze voorvade ren van toen zijn de edele voorbeelden, wie na te volgen ons doel moet zijn. En daar de historie ons het verleden doet kennen, om in het heden daarmede ons voordeel te doen, willen wij ook niet vergeten, hoe de vrede van Munster deze les voor ons bevat, dat een klein volk dat zijne onafhankelijkheid verdedigt tegen de overmacht, niet behoeft te versagen, samensmolt en daardoor een algemeeoe Euro peesche oorlog werd, maakte dat het nog volle negen jaren na Trompa overwinning duurde eer de vrede gesloten werd. Een schitterend schouwspel vertoonde Republiek, toen in 1648 de vrede van Mun ster werd gesloten. De ontzettende inspanning, die de Nederlanders in dien oorlog hadden moeten ontwikkelen had hun eene kracht ge schonken, die niet alleen den oorlog ten goede Zelfs kwam, maar alle takken van bedrijf. Terecht zegt Dr. Kuyper«Een feit is hot, dat Ne derland op elk gebied en op elk terrein van meneebelijken arbeid, van menschelijke studie en van menschelijk leven toen het grootst is geweest. Heel Europa erkent aan de hand der historie, dat wij destijds het fijnst en het edelst bewerktuigde landsdeel van heel dit werelddeel vormden Handel, visscherij en vrachtvaart waren be nevens landbouw, veeteelt en nijverheid de hoofdbronnen van ons bestaan. Wij haalden de goederen uit alle landen van Europa en brachten ze daarheen, waar zij noodig waren. Men heeft berekend dat hetgeen door de Hol- landsche schepen in alle oorden der wereld geladen werd per jaar eene waarde bedroeg van 500 millioen gulden. Wij hadden 10000 koopvaardijschepen in de vaart met 160000 matrozen. Amsterdam was de stapelplaats voor het koren uit de Oostzee, in ééne week vielen daar 600 korenschepen binnen. Kar dinaal Bentivoglio zeide: «Holland heeft bijna geen graan, maar Europa heeft geen beter voorziene korenschuren, het kweekt geen vlas, maar verwerkt het in menigte tot lijnwaad; 1 kudde, maar verweeft een wol tot laken, het bezit geen maar bezit den stapel der Fransche vermag te geven; zijn geld zijne rust en eindelijk en Duitsche wijnen het heeft geene bosschen, maar timmert meer schepen dan al het overige onnoozelen dweeper aan dat edel leven een j Europa te samen. b maakte, toen met den moord on den Noorwegen is hun houtstek; de oevers aan den Rijn, Garonne wijngaarden, Duitschland, Spanje en Ierland Een strijd die in i toch dat hij niet voor niets had geleefd, niet hunne schaapskooi, Pruisen en de goede korenschuur, Indië strijd die ein- zaak; er was genoeg van zijne geest overgegaan I op zijne omgeving, dan dat men niet na de I putten, eerste radeloosheid genoeg veerkracht herwon i landen, om En geen 25 jaren na den dood van den Prins is de toestand zoo veranderd, dat de koning van Spanje Filips III een bestand sluitkerk, door den staat bezoldigd; en alleen de met de Nederlanders voor den tijd van 12 jaren. Een bestand met die rebellen, waarvan vader Filips II verklaard bad, dat zij allen den aardbodem vernietigd moesten worden, heldendegen van Nieuwpoort en Turnhout zoo en de nederlaag van die groote vloot, die zich luidens haren naam onoverwinlijk waande deed Spanje een lagcren toon aannemen, en na het bestand voltooide Frederik Hendrik het werk van zijn ouderen broeder. Stad op stad werd aan de grenzen op den vijand veroverd, de verovering van het onneembaar geachte ’s-Her- togenbosch maakte Fredrik Hendrik als steden dwinger beroemd, en toen 12 jaren later de laatste poging van de Spanjaarden om ons afbreuk te doen mislukte doordat Marten Har- pertz. Tromp de tweede zoogenaamde onover winlijke vloot vernielde, gaf Spanje voor goed zijne pogingen op, en alleen het feit dat de RI mil) wil niibinit WIIIS- El IIIIEIITEUli:- II UITGEVER: I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1898 | | pagina 1