De afsluiting en droog legging der Zuiderzee. WOENSDAG 2 MAART 1898. No. 18. Acht Buitenlandsch Nieuws. Officiéél gedeelte. verkoopers van sterken drank in ’t klein, die na 1 Mei 1898 hun beroep wenschen voort te zetten, hiervan uiterlijk vóór 1 April schrif telijk op ongezegeld papier, aan van Burgemeester en kennis te geven, ten einde geen stoornis hun beroep te ondervinden. A I Y- KUIPERS, FIRMA H- 8RANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM i. FRI .VIEÜWS- en wmwiE- BMD VOOR mi> Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG bet College Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent. Prjja der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever UITGEVER: H. (Wordt vervolgd.) MM DUITSCHLAND. De begrootings-commissie uit den Rijksdag heeft hare eerste zitting ge- over het marine-ontwerp. dienst 1897/98. Koudutn, den 28 Februari 1898. De Burgemeester, H. M. TROMP. polder) herboren, tot beter en was geroepen. Hooren we, Smeenge al zoo in ’t midden bracht. V. Idem van den heer D. Molenaar om de vergaderingen van den Raad met gebed te openen. VI. Vaststelling der tekening van armengelden, van dit plan, verdeeld en aan eene particuliere maatschappij bahoorde opgedragen te worden, met financi- ëelen steun van het Rijk. Minister Heemskerk belichaamde een en houden zekerheid. Zoo is gebleken, in ’94, toen De Lemmer in angst verkeerde bij een storm uit ’t N.W. ander in een wetsontwerp, waarbij f 400 werd toegezegd als steun van het Rijk voor eiken hectare droog te maken grond. Dit wetsont werp is echter nooit in openbare behandeling gekomen. De Staatscommissie van ’7D wilde dus wel den IJsel zijn vrijen loop laten, maar liet daarbij Overijsel en Friesland aan hun lot over. III. het plan Opperdoes Alewijn, welk plan men als de vader van het tegenwoordige kan beschouwen. Het legde een afsluitdijk Hinde loopen--Wieringen en omvatte daarbinnen vier polders met een nieuw Flevo meer, dat echter grooter bleef dan de inpoldering. Op grond der vier eisehen: dijksbescherming, vermeerdering van grondgebied, verbetering van waterafvoer en bevordering der scheepvaartbelangen ver diende het zeker ernstige overweging; doch het viel niet in de gunst der Regeering. In ’76 handhaafde Minister Heemskerk nog het plan Beijerinck, zonder dat er iets van kwam en in ’78 ging Minister Heemskerk heen. En toen was bet vraagstuk der Zuiderzee afsluiting dood? Wij zullen verder zien. De Nationale Zuiderzeebond heeft goed gevonden sprekers uit te zenden om ’t vraag stuk der afsluiting en drooglegging van de Zuiderzee alom in den lande bekend te maken, wetende dat op dit gebied nog veel onwetend heid bestaat. Alszoodanig trad dan ook bij (Mr. H. Smeenge) als Spreker namens dien Bond op en hij meende daartoe wel eenigszins gerechtigd te zijn, aangezien hij indertijd lid was der Staatscommissie voor het onderhavige vraagstuk, 't Was zijn doel dan slechts twee vragen te bespreken, die wel stof tot over weging in voldoende mate zouden aanbieden. De eerste vraag was dezewat verstaat men onder de afsluiting en de drooglegging der Zuiderzee? veel te wenschen overliet. En dit in Friesland, het gewest, dat immerdoor het onderhoud zijner zeeweringen zelf betaalde en daardoor ook in minder goeden financieelen doen is gekomen.(1) Die dijken hebben hier tonnen gouds verslonden en ’t is zeker, dat Friesland wel gaarne van dien lastpost bevrijd zal worden. Eene waarheid is het, dat veel van die schatten in handen kwamen van werklieden, en Spr. zal de laatste zijn, die hun het brood I wil ontnemende arbeid echter moet vruchtdragend zijn en allen ten goede komen. Daar is alszoodanig nog genoeg overig en be sparing hier geeft voordeel daar. Ook elders was toen vrees voor doorbraak, b.v. te Zwartsluis. Zelfs Meppel was niet gerust.(2) Evenals Friesland klaagt ook Noord-Holland over hooge dijkslasten. 't Behoeft derhalve niet te verwonderen, dat de vraag algemeen begint te worden maar kan men dat aanhoudend dure onderhoud der zeeweringen niet beperken b. een vraag van productieven aard. Vooral ontstaan in den tijd, toen de tarwe f 16 en de rogge f 10 per H.L. kostte, en dus het brood duur was. Zit er onder dat groote water ook een bodem, die geschikt is de allereerste levensbehoeften te leveren Een onderzoek daarnaar werd zeer wenschelijk be vonden. c. bevordering eener geregelde afstrooming van het overtollige boezemwater. Voor Friesland zeker een groot belang (3) Maar ook voor andere gewesten. De zee- provinciën kunnen niet voldoende bevrijd wor den van den overlast van het binnenwater, wanneer de waterstand op de Zuiderzee eene afstrooming niet toelaat. En dit heeft nog al dikwijls plaats.(4) Met W. of N.W. wind kan Drente in ’t geheel niet aflossen. De landen aan het Meppeler diep vooral ondervinden dan de schade, ’t Gemaaide gras of het bijeen verzamelde hooi dreef meermalen weg en de bemeste gronden werden geruïneerd op be mesten grond moet geen water komen. Ook Utrecht moet door zijn Eem en Vecht op de Zuiderzee zijn overtollig water aflossen, maar heeft daartoe bij Westewinden geen ge legenbeid. en d. de belangen der scheepvaart (en dus ook die van den handel). Het is bekend, dat bij aanhoudenden Oosten wind de verschillende havens aan de Oostkust der Zuiderzee niet bereikbaar zijn.(5) Wel zijn ze met het oog op dezen toestand kunst- conclusie stelde ’t plan Beijerinck in ’t gelijk, matig verbeterd, maar Spr. wijst op een geval Zij adviseerde, dat de uitvoering dat zelfs in een November-maand de schepen ad f 120.000.000 over 20 jaren zou worden Blokzijl niet konden binnenkomen en evenmin het Zwolsche diep passeeren. Ook op grond der laatste drie overwegingen ëelen steun drong de vraag derhalve als van zelve op Allereerst gaf Spr. rekenschap van de over- kan met het oog op dit alles niet getracht wegingen die tot bet denkbeeld van afsluiting enz. hebben geleid. Deze waren van vierderlei aard a. de kosten van het voortdurend onderhoud der zeeweringen zijn te hoog en na al de ver beteringen daaraan achtereenvolgens aangebracht Brieven en Beri :nten, de Redactie betreflende f ra nee aan dit adres, uite lijk Maandag en Donderdag middags 1 uu. Advertentién Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur. De aanteekeningen zijn van den Schrijver. (1) Voor jaren reeds is er door mij op gewezen, dat bet onderhoud der zeeweringen, evenals dat van de groote rivieren, behoort ten laste van het Rijk. Menig mede-afgevaar- digde ter Centrale Vergadering zal zich dit herinneren. Friesland evenwel lette bij het kiezen zijner afgevaardigden ter Tweede Kamer minder op deze omstandigheid. ’t Ging dan ook in de vette tijden. En als daar al eens eene poging werd gewaagd in den vorm van een adres aan den Minister luidde 't antwoord: ^Friesland is rijk genoeg!” Men liet zich dit antwoord eenvoudig aanleunen en besteedde na Oppedijks brochure sGevaar!” opnieuw tonnen gouds, die later natuurlijk op gebracht moesten worden. (2) De Spr. overdreef niet. Hij had b.v. ook bet telkens weeraan ongelukkige Marken wel mogen bedenken. (3) De afstrooming van Friesland heeft vooral plaats door de kanalen naar ’t Noorden, waar aan de sluizen 't grootste waterverval bestaat. Maar bij N. en N.W. winden doen die sluizen geen dienst evenmin als die in ’t W. en ’t Z.W. der provincie vanwege de opstuiving des Waters in de Zuiderzee. Ware de afsluitdijk PiaamWieringen daar, het grooter aantal Friesche sluizen zou steeds kun nen werken en met goed gevolg ook, aangezien in den ZuidWesthoek nog altijd het centra des waters is gelegen. Een groot voordeel der halve voor de afstrooming. (4) Sints jaren her is dan ook aangedron gen op de plaatsing van stoomgemalen aan den zeekant. Alsof deze maar voor niemendal zijn. Noord-Holland weet er van te vertellen. (5) Zoo noemt men b.v. de havens van Workum, Hindeloopen enz. gelegenheidshavens. Een leelijke smet voor het aandoeu. (6) Men zou dit plan het historische plan kunnen noemen en het volgende het halve. EN TWINTIGSTE JAARGANG. ’t Is geschied in ’t jaar onzes Heeren acht tienhonderd acht-en-negentig, den 25 Februari (te Workum) en den 26 daaropvolgende (te Hindeloopen), dat de heer Mr. H. Smeenge, lid der Tweede Kamer, in de onmiddelijke nabijheid der Zuiderzee en als naast het graf van den vader der Zuiderzee Vereeniging, wijlen den heer A. Buma, optrad, om die Zuiderzee zelve ten doode te doemen, 't Veroordeelend vonnis was kort en krachtig en berustte op goede gronden na tal van degelijke over wegingen maar, wat niet altijd gezegd kan worden, gelde bierde ten doode opgeschrevene hoorde de uitspraak kalm en zonder eenig verzet aan, overtuigd dat zij, als een hij (een edeler leven wat de heer worden naar verbetering En die verbetering meende men dan ook te vinden door geheele of gedeeltelijke afsluiting der Zuiderzee, waartoe in den loop der tijden verschillende plans zijn ontworpen. Spr. heeft een aantal kaarten meegenomen en rondom opgehangen en als een waardig onderwijzer, met een kleineren of grooteren stok daarop alles aanwijzend wat hij besprak, toetst hij achtereenvolgens die ver- schillende ontwerpen met het oog op de vier nog wel, dat de bescherming tegen overstrooming motieven, zoo straks vermeld. onvoldoende was en de samenstelling der dijken I. ’48 het plan van vóór 50 jaren, dat van van den ingenieur Van Diggelen. Het bedoelt eene radicale afsluiting der Zuiderzee, laat het Marsdiep met het Vlie verbinding houden, hoewel het de gronden ten oosten van Texel en Vlieland in polder brengt. De IJsel zou hier in ouden vorm worden hersteld met breede uitwatering langs het tegenwoordige Friesland benen naar het noorden, terwijl een andere mond zuidwaarts om langs Gelderland en Utrecht zou worden gebogen, om zoo bij Hoorn dwars door Noord Holland de aloude Alcmaria weder in ’t leven te roepen en de Hondsbosche zeewering voor een deel weder te vernietigen.(6) Dit plan heeft met ’t oog op de eisehen onder a en b vermeld bepaald veel voor. Maar het groote bezwaar is dat het tegenover c af stuit. Er wordt geen goede waterafvoer door verkregen. De IJsel voert veel slib mee en dus is de vrees gegrond, dat de beide kanalen of monden), zoowel naar 't Zuiden als naar ’t Noorden voortdurend zullen verondiepen. Boven dien wordt de scheepvaart van en naar Am sterdam in rechten gang weggenomen. En deze beteekent nog al iets, als men bedenkt, dat jaarlijks van Amsterdam naar de overzijde der Zuiderzee nagenoeg veertig-duizend schepen varen. Op gronden dus van slechteren waterafvoer en minder gunstige scheepvaart aangelegenheid verdient dit plan afkeuring. II. het plan Beijerinck van '66. Dit wilde eene afsluiting van Enkhuizen tot bezuiden den Ketelmond. (IJsel), met een kanaal naar Amsterdam. Dit plan gaf wel iets, maar niet genoeg. Wat a en b betreft, mocht men spreken van halve kustverdediging en halve landaanwinning. De vaarweg gaf voor ’t Noor den zoo goed als niets. Bij W. en N.W. wind zou daarentegen het water in de overgebleven kolk der Zuiderzee een grooter opstuivings- vermogen verkrijgen, derhalve hooger peil be reiken, waardoor weder hoogere dijken noodig waren en de gemelde halve kustverdedigings besparing weder zoo goed als verloren zoude gaan. Tengevolge van dit een en ander zouden dan ook de gelegenheden tot waterafvoer der buitengesloten deelen verminderen, zoodat op al deze gronden ook dit plan afkeuring ver dient. De onder I en II genoemde plannen zijn in Regeeringskringen herbaaldelijk besproken. De Staten van Overijsel wendden zich dienaangaande tot de Regeering. Deze stelde eene Staats commissie in ter fine van beoordeeling en hare De BURGEMEESTER der Gemeente WOR KUM, maakt bekend, dat de Workum, den 1 Maart 1898. De Burgemeester voornoemd, T. M. TEN BERGE. VERGADERING van den RAAD der ge meente Hemellmer Oldephaert en Noordwolde op Zaterdag den Maart 1898, des voorm. te 9} ure. Punten van behandeling: I. Ingekomen stukken en mededeelingen. II. Benoeming van een onderwijzeres aan de openbare lagere school te Warns. III. Voorstel tot af- en overschrijving van posten der begrooting, dienst 1897. IV. Idem tot wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1898. Idem i geven die verdedigingsmiddelen nog volstrekt geene Wethouders behooren in

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1898 | | pagina 1