4
b
I
De aanstaande verkiezingen
Provinciale Staten.
Bericht.
WOENSDAG 6 APRIL 1898.
Acht
No. 28.
Het spook der toekomst.
I
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG
DE UITGEVER.
H.
lang
Y KUIPERS, FIRMA H BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
maar
Een
waar
De
regel te
Een
N. N.
de katholieken laten er zich honderen malen '""K”
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer cent. By abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
dan, enz?”
lands en i
vaderland de hoop, hoe kan het ook anders
En hoop doet leven
Leven, dat wil men algemeen,
maatschappelijk leven evenzeer,
bespiegelende wijsbegeerte
om eens te vernemen, of of hoe ze zich verder willen noemen volstrekt
de zaken nog wel goed gaan. De onderwijzer
moet zich toch ook met deze bemoeien, bij kan I
een oogenblik
Wegens den GOEDEN VRIJDAG zal het
a.s. ZATERDAGNUMMER niet ver
schijnen.
Maar in zeer gunstige omstandig-
er f_i_ --1-
die er zich gaarne van afmaken en belemme
rende bepalingen stellen zoo
twaalfde jaar hebben bereikt.
Er werden reeds eenige voorposten gevechten
geleverd en er hebben enkele samensprekingen
plakte gehad. Zoo voor als na lekt daarvan
iets uit.
Op den voorgrond staat alweder, dat de
radicalen of geanvanceerd liberalen of democraten
Persoonlijk,
Men moge in
van ouden of
op voorstaan, dat zij zus en zooveel over heb
ben voor hunne eigene scholen, terwijl ze dan
ook nog moeten betalen voor de openbare.
Ernstig verwijtend, tot bet schampere toe
klinkt natuurlijk in alle nederigheid tot
den machtigen liberaal bij herhaling de vraag:
»En wat doet gij persoonlijk voor uwe school?”
«Waar zoo de liefde viel,
Smolt liefde ziel aan ziel”, enz.
En dan die huismoedertjes hunne kleine
dreumessen ter schole brengende: »Ja, meester,
ik kan ze nergens beter plaatsen. Ze zijn bier
bewaard, en och, ik kan ze niets beters mee
geven, dus
Die ouders kennen hunne plichten alzoo wel!
Hoe dwaas, dat bij den ernst van de zaak,
gindschen orgeldraaier zijn krassend:
Allemaal larie, allemaal larie!”
doet hooren. Foei, zulk orgelspel moest ook
verboden worden.
zoetjes, dat kwaad aan te pakken en men
hoort dan de groote trom slaan, dat een oude
knol van stal is gehaald, dat een spook is
verrezen, enz., enz., dan feliciteeren wij, als ze
dit willen, den radicale heeren, dat ze onder
deze bedillaars van al wat goed en schoon is
en wel luidt, hunne bondgenooten hebben wil
len zoeken, maar dan verheugen wij ons met
dubbele verheugenisse daartegen gewaarschuwd
te hebben.
Wij vervolgen dit opstel. Maar drukken aan
’t einde van dit gedeelte den hartelijken wensch
uit, dat geheel den leutergeest en de verblinde
partijzucht ten grave mogen dalen en dat daar
met Paschen een nieuwe geest moge opstaan
in kracbtigen, welwillenden zin het heil van het
Vaderland bedoelende ook en vooral in de vor
ming van het jonge geslacht, de hoop des
Vaderlands!
De bengel ja, was goed bewaard. En moeder
was er wat mee in d’r schik. Hoe pleizierig
toch eens wat vrije uren te hebben.
Maar de vent wordt grooter. Hij is al zeven, i
acht jaar. En zie, dan is ’t ook al gemakkelijk,
als hij eens eventjes wat mee kan doen. Een
boodschap verrichten, vader eens wat mee helpen,
’t Meisje evenzeer. Op zusje passen, als moeder
de wasch heeft, eene omstandigheid, die nu
maar eenmaal precies onder de schooluren wil
Brieven en Berijtiten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiteilijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiën Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
vallen. De kamer wat aanvegen, als moeder
wat laat is, enz., enz.
Negen a tien jaren.
O, foei, welke bezigheden niet al
In eene der jaargangen van ons blad komt
eene lijst voor van wijlen den heer R. Zijlstra,
hoofd der school te Heidenschap onder de
gemeente Workum. Deze lijst bevat de reden,
waarom de school verzuimd werd en wij
Daar is een oude knol van stal gehaald en
een boeman, hem mennende, heeft angst en
vrees verwekt alom in den lande. De verschil-1
lende humeuren zijn glad in de war en met
siddering en beving ziet men de toekomst te
gemoet. Het spookt reeds en ’t zal nog erger
spoken ook.
W at is het geval
Laat ’t ons bedaard onder oogen zien.
Door de tegenwoordige Regeering is een
wetsontwerp op den leerplicht ingediend, luidende
in art. 1
«Ouders, voogden en verzorgers zijn verplicht
de, bij hen of in de inrichting onder hun be
heer inwonende, kinderen van zes tot dertien
jaar, geregeld eene lagere school te doen be
zoeken.”
Is dat nu alles? En is dat nu het verschrik
kelijke spook
Ja, waarde lezers, dat is het verschrikkelijke
spook
De ouders, enz. verplicht hunne kinderen
van 6 tot 13 jaren geregeld eene lagere school
te doen bezoeken. Let s. v. p. op, er staat
niet uitsluitend eene openbare. Neen, reeds
in het onmiddelijk volgend artikel worden de
bijzondere scholen op ééne lijn geplaatst met
de openbare.
Maar wie kan daar nu iets tegen hebben
Ieder in den lande wil immers de ontwikke
ling bevorderen en de antirevolutionairen en
positie in dit «aardsche tranendal!”
Dat wordt gelukkig door velen ingezien en
daarom zenden ze hun kroost dan ook geregeld
naar school. En dit kroost weet niet beter, of
't behoort zoo en niet anders. Er zal zelfs
niet aan gedacht worden om een les te ver
zuimen. Zij moeten naar school.
En mocht ’t al eens een enkele maal ge
beuren, dat ze een dagje met pa of moe op
reis zullen gaan, wat een bezorgdheid om tot
i gerustheid te komen, of pa al aan den meester
houding tot de groote steden uit! Vrage: Wie verlof heeft gevraagd.
leveren de werktuigen, de ongelukkige wezens, I Zoo, zóó zou er geen leerplicht noodig zijn.
Maar zóó zijn ook niet alle
’t Mocht wat!
Nu is de wet niet voor de goeden
voor de kwaden, zegt het spreekwoord.
Eene kolomspreekwoord is echter niet altijd een
bij dit onderzoek woord. En dit is vooral hier eene waarheid.
De wet is vooral voor de goeden.
De kwaden, de verzuimers, brengen ’t toch
ver. Zij sukkelen van meet af, leeren
goed als geen ambacht, worden balieklui
r
ter schole ziet men deze nooit
De een heeft zoo g D
Merkt wel op, vers, trouwen eindelijk tot de jaren des onder-
scheids gekomen met dames van bun stand,
om onmiddelijk bij ’t verkrijgen hunner huwe-
lijks-akte de vraag te stellenmaar, waar
moeten we nu ons onderhoud weg halen? Want
onderhouden moeten ze worden, dat is nu een
maal de plicht van den Staat: ze mogen een
mensch niet van honger laten sterven. En ’t
nakroost van deze kloeke vaderlandsche burgers of de verschillende Gemeenteraden zal
is in den vervolge een tweede editie van het
ouderenpaar.
Moet dit kwaad dan ten eeuwigen dage
voortduren?
Doch de goeden, de getrouwe bezoekers?
Men weet, hoe roijaal de gemeente-besturen
in den regel zijn om de noodige onderwijs
krachten toe te staan. Ook hoe een ruimer
of minder ruim subsidie van Rijkswege kan I
afhangen van het aanwezig zijn of bet weg- i
loopen van een paar onverschillige leerlingen. I
Zulk een meesterstuk van wijze bepalingen is
de nieuwste, door anti-revolutionairen en katho
lieken ontworpen wet op ’t lager onderwijs.
1 paar sukkelende broeders kunnen een
onderwijzer overbodig maken. En dan valt er
een man over boord, zeer ten nadeele van de
getrouwe bezoekers.
Maar bovendien lijden deze enorme schade
nieuwen stempel vervallen, eene onafwijsbare
eisch des tijds is het, dat ieder individu tijdens
zijn hier-zijn bet nog al tamelijk wel wil heb
ben. Dat is dus buiten kijf. En om als
belangstellend en trekkend lid mee te doen in
den grooten strijd om het bestaan is kennis
noodig, veel kennis zelfs. En de grondslag
van deze levert de lagere school in de eerste
plaats. Haar geregeld bezoek is dus de eerste
geven op dit gewichtig oogenblik iederen onder- voorwaarde tot het verwerven eener behoorlijke
wijzer in ernstige overweging zoodanige lijst
b. v. over slechts eene enkele maand te willen
publiceeren. Hier zal het zijn een halve cents-
boodschap, daar het geleide van een driftig
konijn, eene driftige geit, of met behulp van
een vader zelfs eener dito koe, omstandigheden
reeds van dien aard, dat wettelijke tusschen-
komst in het belang van eenige zedelijke
opvoeding dringend noodzakelijk is.
Maar de zedeloosheid huist immers niet ten
platten lande. Zij strekt zich in vermeerde ver-
elders blanke slavinnen genoemd. De provincie- j Dat is zeker,
plaatsen zeker niet voor bet minste bedrag. Eene ouders en kinderen.
Staats-Commissie stelle omtrent dit punt eens
een grondig onderzoek inEn zij vrage tevens
naar de herkomst der bezoekers. F
«godsdienstige richting” ware
zeker niet overbodig.
Elf a twaalf jaren.
Maar waar t_.
wezens geregeld verschijnen
dit, de ander dat te doen,
wij spreken in den regel. Er zijn er enkele
uitzonderingen. Maar deze hebben ’t oog op
verdere vorming, op bet doen van een examen
of zoo iets. Maar het generaal Gelukkig,
dat men de heeren of dames zoo te-met eens
ziet, want de bezigheden verhinderen. En als
men als onderwijzer ’t al eens vraagt, waar is
- dan antwoordt daar een vertrouwde
leukweg «Meester, die is van school af.” En
zonder nadere kennisgeving blijkt dit den onder
wijzer, belaas maar de al te droeve waarheid
te zijn.
Elf jaar
Ja, nog zoo te hooi en te gras. «Och,
ziet u, meester de mijne is toch al spoedig
twaalf jaar, hij (zij) kent nu reeds meer dan
ik en daarom nu ja, daarom zoo on
geveer spoorloos verdwenen
Zegt nu niet, dat zijn plattelands-toestanden, I
want in de steden bestaan ze evenzeer.
Zegt evenmin, dat zijn uitzonderingen,
uitzonderingen zijn te sterk om een
formuleeren. Ja, daar zijn er, die hunne kin- l
deren onderwijs laten genieten tot hun 14e of I
15e jaar. M---1J:~ 1
heden. Want er zijn er ook gemeentebesturen
rlic» or 7inn rroorno van ufmolzon on Kolommo,
de leerlingen hun door de heertjes, die zoo tusschenbeide komen
En dit dan wel j als schoolopzienertjes,
in gemeenten, die voorgeven zoo zeer de be-1
langen van het onderwijs voor te staan.
Het deuntje van den orgeldraaier van zoo
straks klinkt ons opnieuw in het oor
Als dit aan het groene hout geschiedt, wat
En daar gaat de hoop des vader-
met dat henensnellen verliest het
EN TWINTIGSTE JAARGANG»
niet geregeld met zijn werk voortgaan, de
machine hokt hier en daar, en nakijken en
herhalen en opnieuw smeeren kost tijd, terwijl
de goede deelen gedwongen rust hebben en
door de rust zelfs roesterig worden.
’t Zou echter onzin zijn meer tot deze dingen
te zeggen. Alleen dit: het is eene schande
voor gansch Nederland, dat dit kwaad zoo
heeft kunnen voortwoekeren. En als daar
eindelijk eens iemand komt om zelfs heel
De schoone Meimaand zal ons deze drukte
bezorgen.
Maar immers eene zeer gewilde.
Of is er niet jaren lang geroepen om uit
breiding van het kiesrecht en pruttelen er nog
niet velen, die dit recht zoo nagenoeg tot alle
man willen brengen?
Genoeg, de kiezers kunnen in Mei dan
nog eens weer hun hart opbalen.
Evenwel slechts voor de Provinciale Staten.
Sle'hts
Ja, want bij een groot aantal stemgerechtigden
bestaat ten opzichte van dezen tak van vertegen
woordiging mindere belangstelling. Voor de
verkiezingen ten aanzien der Tweede Kamer
men
zich wakker inspannen, die voor de Geweste
lijke Staten daarentegen laten koel.
Deze houding valt niet te verdedigen. Ook
de provincie heeft behoefte aan knappe, dege
lijke representanten, die met ruimen blik het
terrein hunner werkzaamheden kunnen overzien.
En bovendien lette men op de politieke zijde
de keuze der Gedeputeerde Staten en die der
leden van de Eerste Kamer. Eene onverschillige
zaak is het niet, welke heeren daartoe worden
geroepen.
Derhalve geene lauwheid, zij is eiken kiezer
onwaardig.
geene bondgenooten zullen vinden in de gelederen
van Rome en Dordt, een luchtkasteel dat hen
warm beeft gemaakt, maar dat
op ’t moment der warmte reeds weder was
verdwenen. Bespiegelingen hebben dikwerf zoo
weinige practische resultaten. Zelfs den oud-
liberalen was een samengaan met de christelijk-
historischen niet beschoren, hoewel zij bij de
Kamer-verkiezingen het naast tot elkander heeten
te stam.
’t Is nu al weer hetzelfde liedjeRome en
Dordt zullen als van ouds samengaan en do
HU» lllllll 111 IESI.I Ml.
I
UITGEVER:
i
VOOR DE
MH II S- IA Uil EU'11ATIE-