R Oorlog. WOENSDAG 27 APRIL 1898. No. 33. r 1 Acht en twintigste Jaargang. Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG DE UITGEVER. Pry's per kwartaal 70 cent franco per post 85 oent. Prijs der ADVEB.TENTIËN van 15 gewone regels 40 cents Voor eiken regel meer 7J cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever UITGEVEBs Y. KUIPERS, FIRMA H BRANDENBURGS EN ZOON. TE WORKUM Verschillende landen, verschil- In de onderscheidene onder een zelfde land is dit al het vooral in de Cubaansche producten koffie, suiker en tabak; en vele Amerikanen hadden er eigen dommen. Jarenlang is ons volk daar schandelijk door de Spanjaarden mishandeld en in vele ge vallen zonder grondige redenen in gevangenissen geworpen. Dit duurde tot dat Weyler verleden ver van onze Zuidelijke kust. De Vereenigde Staten heeft met Cuba veel handel gedreven, Voor ’t oogenblik is ’t genoeg te constateeren, dat Amerika in conflict treedt met eene Euro- peesche mogendheid van den tweeden rang, dat Engeland daarbij blijkbaar Amerika niet ongunstig gezind is en dat te midden van dit drama in het Westen, de gieren loeren naar Bij de verdeeldheid der sympathieën voor Amerika en Spanje komt tot ons een stem uit Amerika, die wij gaarne in ons Blad willen laten spreken. Eene stem uit Spanje zou zeker anders klinken. Met groet en een woord van dank aan den geachten inzender Is er wel iets afgrijselijker dan oorlog? Menschen, die elkander niet kennen, die den een den ander nooit iets misdaan hebben, maar den vreemden broeder gaarne een bete broods of een dronk waters zouden aanbieden, als hij daaraan behoefte had, schieten elkander daar maar zoo pardoes dood of verminken den vreemdeling voor zijn leven en maken met hem zijne vrouw zijne kinderen, zijn verloofde, zijne verwanten diep, diep ongelukkig. Zij vernielen, wat voorgeslachten hebben gewrocht in minder dan geen tijd, zij vertrappen den oogst, zij laden het nageslacht onder zorgen en schulden van aanbelang. Oorlog, leelijke oorlog 1 «Wanneer zult gij vernageld zijn, Gij allerlaatst kanon?” En dan een zeeoorlog! De vreeselijkste van alle. Te land kan men, bij nederlaag, nog bergen wat te bergen valt, maar ter zee? Die drijvende ijzermassa’s van duizenden en tien-duizenden kilo’s! Naar den kelder met al de dappere opvarenden, naar den kelder voor eeuwig! En dit tot handhaving van de eere van het Vaderland. O, gruwel! Een oorlog, een zeeoorlog vooral en deze tusschen beschaafde volkeren op het einde der zoo hoog geroemde, verlichte negentiende eeuw noemen we in één woord een schande voor ons geslacht, een slag in ’t aangezicht der bescha ving. Ieder onzer lezers gevoelt reeds, dat we het oog hebben op het conflict Spanje Amerika Die strijd, lang voorzien, is eindelijk en nog wel op geniepige wijze uitgebroken. Spanje heeft veel toegegeven, meer dan van zijn nationalen trots kon gevergd worden, Spanje werd een ultimatum (een laatste woord) gesteld en Spanje had den tijd tot Zaterdagavond 12 uur, derhalve tot den Zondag. En intusschen neemt Amerika reeds Spaansche schepen in beslag, althans schepen varende onder Spaansche vlag- De oorlog is onder deze omstandigheden onvermijdelijk. ’t Is alsof we een paar eeuwen ten achter zijn geraakt, ’t Is alsof we weer de vrijbuiterij der Watergeuzen of die der Duinkerksche katholieken zien herleven. Wat zal het einde der historie zijn? Laat ons daarover nog in geene bespiegelingen treden. Voorbands ge- looven we u nog niet schim van professor minister Moddermandie bij Uw leven tegen ’t einde dezer eeuw eene revolutie van aan belang voorspelde. En och, eerbiedwaardige Cbristoffel Columbus, houdt U in de Elyzeesche velden nog een wei en schaam U niet ten behoeve naat terug. Denemarkens vorst bestuurde Sleeswijk-Holstein, Oostenrijk en Pruisen ont futselden hem dit bestuur en ten slotte liep de laatste er mee heen. Griekenland erlangde een gedeelte Turksch gebied en later werd den Turk weer een klein strookje terug gegeven. Eerlijk verdiend, met de wapenen in de vuist! Ziet, voor eiken onderdaan zou zoo iets roof en diefstal heeten. Voor hem geldt het recht der wet. Maar voor de volkeren onderling wordt nog altijd het recht van den sterkste gehuldigd. Ongelukkig genoeg! Dubbel ongelukkig in onze beschaafde eeuw en ten aanzien van beschaafde natiën. winter terugging naar Spanje en door kapitein- generaal Blanco vervangen werd. De opstande lingen in Cuba hebben nu reeds drie jaren het moederland bestreden en met de treurigste ge volgen. Spanje heeft in dien tijd circa 200,000 soldaten naar Cuba gezonden. Men zegt dat van dit getal minstens 140,000 gesneuveld, overleden, of zwaar gekwetst naar Spanje zijn teruggekeerd. Al de onkosten van den oorlog heeft Spanje tegen Cuba aangeschreven, totdat de schuld in Cuba nu tot honderden millioenen dollars gestegen is veel meer dan het eiland waard is. Uwe lezers weten zeker alles van de concen tratie reglementen, hoe Weyler in de Provinciën, waar zijne legers toen nog op meer of mindere wijze de Spaansche regeering konden handhaven, de landbouwers bij de honderdduizenden naar de vestingen dreef, landbouw verbood teneinde de opstandelingen door honger tot capitulatie te diijven, de woningen der landbouwers ver nietigde en zoo ver mogelijk het bebouwde land verwoestte, zoodat er niets groeide. De arme concentrados naar de stadjes gedreven zonder dat voor hun onderhoud gezorgd werd, sterven bij de tienduizend, en in sommige plaatsen zijn er zeventig percent door honger en ziekte graf waarts gezonden. Dat blijft nu nog zoo. De opstandelingen hebben nu bezit van ongeveer vier vijfde gedeelte van het eiland. Zij ook hebben vele landerijen verwoest en de Span jaarden geen kans voor rooverijen achtergelaten. Dus is bijna het geheele land verwoest en zijn millioenen van waarde verbrand. De Koningin-Regentes van Spanje heeft den lOden dezer een wapenstilstand doen verklaren, maar dat zal een onmogelijkheid zijn zoolang als de opstandelingen vier vijfde gedeelte van het land regeeren. De bevolking is meestal zwart. Er zijn vele negers, en dan een meng sel van Spanjaarden, Mexikanen, Roodhuiden en zwarten, met een klein percent blanken. De opstandelingen hebben wel eenige bekwame leidsmannen, maar de meeste Amerikanen den ken, dat, als die menschen met de regeering van Cuba belast zouden worden, dan zou er niet genoeg kans zijn voor bestendige orde en voor rechtvaardige behandeling van de belan gen van alle nationaliteiten. Daarom denkt onze President Mc. Kinley misschien dat het niet goed zal zijn om de regeering van de op standelingen te erkennen. Gij vraagt wellicht: »wat heeft de Vereenigde Staten met die zaken te doen?” Ik zal antwoorden. Er zijn in de Vereenigde Staten velen die met de opstandelingen sympathiseeren, en ande ren wiens handel en eigendommen vernietigd zijn. De neutraliteitswetten verbieden dat die menschen oorlogsmaterialen naar de opstande lingen sturen. Nu moet ons volk altijd een vloot van oorlogschepen in Cubaansche waters hebben om toe te zien dat Amerikanen de opstandelingen niet steunen. Dat kost ons jaar lijks vele millioenen. Een van onze groote oorlogschepen werd door de havenmeester te Havana over een mijn geplaatst en later ver nield en 266 van onze manschappen vermoord. Spanje kan de opstandelingen niet bedwingen. Zij toont dat zij geen controle heeft over haar eigen volk in Cuba, anders zouden de Span jaarden ons oorlogschip niet vernield kunnen hebben. Onze handel met Cuba is gestaakt, en wij hebben de vrijheid niet om de sterven den op volstandige wijze te helpen. Zal de Vereenigde Staten de allergruwelijkste nam Elzas en Lotharin- van Duitschland en eerst een paar eeuwen erlangde Keizer Wilhelm de Groote die beide Duitsche zusjes uit het Fransche pensio- nig bedaard van Spanje Amerika ontdekt te hebben. Wie weet, hoe ’t nog komt. Een dubbeltje kan soms op eene vreemde wijze rollen. Maar ’t staat er ernstig genoeg voor, dat is waar. Over de aanleiding tot dezen oorlog spreken we nader, want tot oorlog moet er altijd eene aanleiding bestaan, hoewel de oorzaak of te wel de staatsmanskunst dieper is gelegen. CHICAGO, 13 April 1898. Mijnheer! Ongetwijfeld zullen er allerlei tijdingen in Uw sanctum sanctorum komen over de geschillen tusschen de Vereenigde Staten en Spanje, en het zal U moeilijk vallen te gelooven, dat liefde tot onzen naaste de eerste en krachtigste reden is voor onze tusschenkomst. Ik lees nu en dan in de Nederlandsche bladen dat financieele be langen veel met onze houding te doen hebben maar dat is laster. Dat menschenliefde de mogelijke oorzaak voor oorlog zal zijn is misschien iets nieuws voor de diplomatieke wereld. Men herinnert echter wel in Europa dat menschenliefde ons de oorlog van 1861 tot 1865 aanbracht, en een einde maakte aan slavery. Nu neemt (niet «nemen” want de Vereenigde Staten is één Natie) de Vereenigde Staten de positie, dat een natie niet alleen plichten heeft die haar dwingen om hare eigene affaires met rechtvaardigheid te hand haven, maar dat er ook nationale plichten zijn die over een grooter terrein dan hare eigene oppervlakte moeten strekken, en niet verzuimd mogen worden. Het groote, vruchtbare eiland Cuba is niet Brieven en Beri juten, de Redactie betreffende franco aan dit adres, uite: lijk Maandag en Donderdag middags I uur. Advertentièn Dinsdag en Vrydag morgens vóór 12 uur. De dichter van »’s Lands wijs ’s lands eer” zong in zijn kort en kranig liedeken «Elk land heeft zoo zijn eigen wijs, En ook zijn eigen eer, mijn vrinden.” En, niet waar? wij waren ’t volkomen met hem eens. lende zeden afdeelingen van geval. Zelfs in de meest in de nabijheid lig gende gemeenten of deelen eener zelfde ge meente. Men denke b.v. aan geboorte- en huwelijksfeesten, aan begrafenissen en dergehjke. En is dit nu in bet klein reeds het geval, hoe veel te meer dan in het groot Onze dichter sprak derhalve de waarheid. Ook daar, waar de tegenstelling groot is. Van een zendeling, hier te lande optredende, hoorden we van den kansel, dat een kanibaal, bezoek ontvangende van een collega, dezen niets beters wist aan te bieden dan een stukje ge braden zendeling O, foei En wij hier in onzen beschaafden kring, wij helpen en steunen de zendelingen en wenschen ze ’t meeste succes op hun arbeid. Een prediker heeft natuurlijk altijd gelijk, anders waren we wel geneigd geweest aan ’s mans waarheidsliefde te twijfelen. Doch in hoeverre de eer van het kanibalen land ook mocbte gaan, wij vonden de wijze van doen in elk geval beneden kritiek. Intusschen, wat valt er van kanibalen anders te verwachten. Men mag ze toch niet op ééne lijn stellen met (Vereenigde Staten.) de beschaafde volkeren. Dit immers zou eene beleediging zijn. Voor deze wordt des dichters zang binnen enge grenzen beperkt. Aan de manier van doen mag iets verschillen, doch in ’t wezen der zaak, komt het bedoelen vrij wel op het zelfde neer. Denk maar aan de uitspraak van ons eigen Nederlandsch en neem daarbij tot voorbeeld de letter d. De een moge oa zeggen en een ander ze bedoelen toch allen de heldere a. Ze streven naar eene beschaafde uitspraak. En zoo doen ook de beschaafde natiën. Van hunne onderdanen eischen de regeeringen eerlijkheid en goede trouw en wat dies meer zij. Vechtpartijen worden gestraft met gevangenis en boete, en moord en doodslag en brandstichting met levenslang. En nu die beschaafde natiën, die zoo voor gaan op den goeden weg, zij zullen zich toch wel onder ling netjes en fatsoenlijk weten te verstaan!.... Zacht wat! Een Lodewijk XIV gen later het Oosten om daar den Chineeschen haan te plukken, dat de veeren er na stuiven, met andere woorden in beschaafden vorm landerijen, uitgestrekte landerijen pachten met al de voor rechten daaraan verbonden. En zoo zit dan het centra der beschaving, Europa, het land der blanken, tusschen twee vuren èn bet Oosten èn het Westen. En als het onweder van uit den laatsten hemelstreek bet eerst losbrandt, wie zal ’t ons vertellen hoe lang de dreigende Oosterwolken hunne bliksemflitsen zullen tegenhouden? Vuur aan allen kant! Was dit wellicht de profetie van Modder man? Wij nemen ’t niet aan. Hij bedoelde voorzeker sociale woelingen onder de kleinen, die door de grooten bestreden zouden worden, eene gewapende oplossing wellicht der sociale quaestie, eene onbeschaafde oplossing alzoo. Kon de oud-Minister droomen van een ver- delgingskrijg der beschaving, van een rooven, moorden, en stelen op groote schaal? Immers niet, de ontwikkeling van ons menschenge- slacht waarborgde hem tegen zulk een gruwel. Hij is heengegaan in de vaste overtuiging dat de beschaving post had gevat. En die beschaving? Zij haalt daar onder Christenzin en broeder moord, een zeeoorlog uit! Schaam u, Schaam u, beschaving en sluier uw gelaat 1 H. FRISO BLAD WOU FRIESLAND. MELWS- l'\ ADVERTENTIE- Oorlog V .i.nnn i n ftfnlnn I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1898 | | pagina 1