r Oorlog. WOENSDAG 20 JULI 1898. No. 57. Buitenlandsch Nieuws. Binnenlandsche Berichten. Acht en twintigste Jaargang. Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG e r u -c Prijs per kwartaal 70 oent franco per post 85 cent. Prjjs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents Voor eiken regel meer 7J cent. Bij abonnement Is de prijs belangrijk lag Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever UITGEVER: Y. KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON, TE WORKUM dagen niet maar aan hun lot kan overla- Het gebeurt dan ook inderdaad niet, voor aanmeldt, kan om bij k er hier ook alweer bij. H. DUITSCHLAND. De Minister van Publieke Werken heeft last gegeven tot het onmiddellijk uit werken van een plan om den waterweg tusschen Berlijn en Stettin te verbeteren, daar de tegenwoordige verbinding niet meer aan de eischen van het bedendaagsch verkeer voldoet. De Keizer heeft aan het comité van het De Koningin en het leger. Onder bevel van maj. Cramer maakten Zaterdag 4 comp, der genie uit ’t kamp Zeist, met den gebeelen telegraafdienst een militairen marsch naar Soestdijkwaar H. M. Wilhelmina te paard den troep inspecteerde. Na gedefileerd te heb ben, vertrok men weder. Zaterdagmorgen tusschen 1012 uur zou H. M. op *t oefeningsterrein de Vlasakkers tusschen Soest en Amersfoort een inspectie houden over het 3e en 4e bataljon van het 5e reg. infanterie uit Amersfoort resp. onder commando van luitenant-kolonel Van der Horst Bruin en majoor Brender a Brandis. Tal van personen spoedden zich reeds vroegtijdig naar de Vlasakkers, en de C. S. Mij. voerde even eens vele nieuwsgierigen aan. Teleurgesteld keerde men echter huiswaarts, daar H. M. niet verscheen. De vele inspecties die H. M. in den laatsten tijd houdt, zijn zoo deelt men aan het U. D. mede om H. M. met het leger en de mi litaire honneurs meer vertrouwd te maken. De liberale leden van de Provinciale Staten van Zuid-Holland zullen een diner aan bieden aan mr. G. J. Goekoophet nieuw gekozen lid voor het district Brielle, en den heer J. W. Hein van Rockanje, die zijn zetel ter beschikking stelde om zoodoende mr. Goe koop weer in de Staten te brengen. pensionneering had j hij, Balfour, ringspartij den werklieden een oplossing dit vraagstuk voorgespiegeld. juicht. Tegenover het besluit der Fransche Kamer om de rede des Ministers Cavaignac ten be- tooge van Dreyfus’ schuld allerwegen te doen aanplakkenhad de Siècle eene inschrijving Brieven en Berirtiten, de Redactie betreffende franco aan dit adres, uiteilijk Maandag en Donderdag middags 1 uur. Advertentién Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur. te geven. Vele armbesturen hebben ook de outdoor-relief het verstrekken van hulp aan huiszittende armen belangrijk uitgebreid. Er is verschil van meening over of dat ver standig is, en of de besturen het recht hebben zoover te gaan als sommige doen, die tot 7 sh. in de week toelage geven. OOSTENRIJK-HONGARIJE. De Poolsche conservatieve bladen laten zich heftig uit over de houding der Poolsche liberalen, die zich bij de Duitschers aansluiten in de taalquaestie. Zij dreigen een storm in het land te zullen ver wekken tegen dit liberale element. Een artikel ten gunste van de Duitschers in de Budapeste Hirlap, wekt groot opzien, daar dit blad tot nog toe als den Duitschers vijandig bekend stond. In dat artikel wordt stelling genomen tegen het panslavisme in Oostenrijk. De Keizerin is van Ischl naar de Duitsche badplaats Nauheim vertrokken. TURKIJE. De Minister van Oorlog heeft zijn ontslag verzocht en dat wel om de volgende redenen. Sinds langen tijd dringt de Minister aan op uitbetaling van bepaalde sommen om in de meest dringende behoeften te voorzien. In de kas is echter geen geld, daar volgens een onlangs genomen besluit van de nieuw benoemde commissie tot reorganisatie van de financiën, de provincies eerst in eigen uitgaven voorzien en dan de rest naar Constantinopel zenden. Aan de Grieksche oorlogsschatting mag de Minister zonder de toestemming des Sultans niet raken. Nu wordt het hem te lastig en heeft hij zijn ontslag gevraagddoch ten paleize stelt men alles in het werk om hem op zijn verzoek terug te doen komen. De laatste termijn van de Grieksche oorlogs schatting is op het vastgestelde tijdstip aan de Bijbanken van de Ottomaansche Bank te Parijs en Londen gestort. geopend om hetzelfde te doen geschieden met den brief van overste Picquart aan den Minister- President Brisson en den brief van Dreyfus’ advocaat Demange aan den Minister van Justitie Sarrienbenevens de nota van Dreyfus zelven na het bezoek van Du Paty de Clam aan zijn advocaat geschreven. Daarop heeft de heer Demange bij deurwaar- ders-exploit zeer nadrukkelijk tegen de uitvoering van het denkbeeld geprotesteerdverklarende er zich formeel tegen te verzettenen den directeur der Siècle sommeerende om er van af te zien. ENGELAND. Het rapport der Staatscom missie onder lord Rothschild is in uittreksel bekend. Maar het onderwerp, van actueel belang overal, verdient nog eens nader bekeken te worden. Ook om den politieken achtergrond van het geval. Want die zit er hier ook alweer bij. Drie jaar geleden heeft Chamberlain er het liberale Kabinet een verwijt van gemaaktdat het de van werklieden niet ter hand genomen en bij de verkiezingen hebben en heel de tegenwoordige Regee- van Nu geloof ik het vellen van een oordeel over den oorlog, die ook ons en anderen raakt, maar waar omtrent we bijna zonder uitzondering zoo kalm mogelijk zijn gebleven. Wij bedoelen de oorlog Amerika— Spanje. Dr. Kuyper heeft daaromtrent in de Tweede Kamer de groote trom geroerd. Wij zijn met onze Oost lndische bezittingen de naaste buren der Spanjaarden, die de Philippijnen in hun deel hebben. Nu, die Philippijnen (niet de Filisthijnen) zijn zoo goed als door de Ameri kanen genomenofschoon ze er nog wel een beetje verlegen mee zullen zitten. Dr. Kuyper schijnt nog al eene specialiteit op oorlogsgebied. Hij toch wraakte hetdat er geen enkele Nederlandsche oorlogsbodem bij de Philippijnen aanwezig was, terwijl andere volkeren daar wel vertegenwoordigd waren. Men moet het maar durven zeggen. Volgde men dezen spreker en zijne bond- genootenwij vreedzame Nederlanders, zouden een volk vormen van geharnasseerde mannen (en vrouwen) steeds gereed om ten oorlog te trekken. Eene pleizierige positie voorwaar. Want oorlog schijnt van die zijde de leuze te wezen. Oorlog met allerlei bondgenooten tegen al wat vooruitgang heet. En daar heeft men Spanje en Amerika. Spanje had een flinke vloot. Waartoe heeft ze gediend? Ze werd uitgezonden en geheel in den vreemde is ze vernield. Bij Manilla, bij Sant-Jago is de boel plat geschoten, evenals vroeger bij Duins. Waarvoor spaart, waarvoor bewaart men zijn geld, en vooral waarvoor betaalt men zijne duiten om ze zoo in rook en vlammen te zien opgaan Daar is een oorlog gevoerdeen zeeoorlog zoo als onze voorouders er meer dan eentje hebben beleefd, een zeeoorlog, die tot nadenken mag leiden. Eene flinke Spaansche vloot werd tot tweemalen toe door de nieuwerwetsche Amerikaansche flottille in den grond geboord, juist door het nieuwerwetsche. En wij, Neder landers wij maken onze Ministers van Oorlog en Marine af, omdat ze gelden durven te vragen voor de verdediging ter land of ter zee. En nog meet: we onthouden onze stem aan de leden der Tweede Kamer, om dat ze, volgens plicht en geweten, de aangevraagde gelden voor de verdediging toestaan. Ja, oorlog is en blijft eene leelijke en door niets te rechtvaardigende zaak. Wie hem be gint drage de verantwoordelijkheid. Al de ellende daar ginds geleden, ook die in Italië en eld rs, de opjaging der broodprijzen en wat dies meer zij, ’t is alles de schuld van het geweld. Dit smore zich. En hetzij Spanje, hetzij Amerika, wie van beide het eerst de witte vlag opsteekt, om te praten, fatsoenlijk en eerbaar te praten, die heeft de zege in dezen oorlog, die naar ’t heet ter wille van de menschheid ondernomen, ter wille van diezelfde menschheid zoo spoedig mogelijk moet beëindigd worden. Daar is oorlog. Waar? Welwij Nederlanders zelve voeren oorlog daar ginds ver in ’t Oosten, in Atjeh Zoo, nu ja, ’t is waar, maar zie je, dat is nu al zoo gewoonte. Gewoonte om oorlog te voeren, ’t Heeft er iets vanwant die Atjeh oorlog heeft al een kwart-eeuw geduurdof eigenlijk nog al veel langer. Maar dat oorlogvoeren kost centen. En van waar moeten die komen? Van mijn belasting- penningen Neenmaar hoor eensik ben een vriend van den vrede en dat geheele Atjeh komt me niet aan de koude kleerenwaarom moet ik daar nu voor betalen? Zoo, en in dier voege wordt thans door rad draaiers zoogenaamde volksvriendenveel ge preekt en ze vergeten niet, daarbij de hooge pensioenen in aanmerking te nemen, waarvoor de genieters eerlijk en trouw hunne dikke bijdragen hebben gestort. Maar die laatste opheldering wordt eenvoudig vergeten. Foei, men kan toch zijn eigen glazen niet ingooien I Dit immers zou dom zijn Nu mogen we even ter loops opmerken, dat al die zooveel besproken pensioenen door de belanghebbenden zelve betaald zijn. Ieder deel genoot moet zijn offer storten en het geheele stortingsbedrag is van dien omvang, dat alleen uit de renten al de pensioenen flink en ferm kunnen worden betaald. En dit geheel buiten bezwaar van de Rijks Schatkist. Het Burgerlijk Pensioenfonds was van dien aard dat ook al de lagere ambtenaren bij de posterijen en de commiesen bij de directe belas tingen met hunne weduwen (eventueel) en hunne kinderen op zeer gunstige voorwaarden in dit zoo goed rendeerende fonds zijn opgenomen. Voor onderwijzers bestaat er nog altijd eene afzonderlijke regeling tegen twee ten honderd van hun jaarlijksch inkomen. Maar weduwen en weezen proiïteeren daarvan niets. Geen wonder derhalve dat er hier oorlog bestaat, een krijg, die gedeeld wordt door ieder, die belang stelt in het lot van zich en de zijnen. Daar zijn er fondsen in overvloed. Verzekeringen kan men sluiten voor alle mogelijke gevallen. Doch we hebben, dank zij der Maatschappij Tot Nut van ’t Algemeen rapporten gelezen. En die adviseeren tot voor zichtigheid. ’t Is helaas, eene treurige waarheid, dat bet eigenbelang nog steeds de heerschappij voert. En hoezeer daartegen wordt gewaarschuwd, wil de groote menigte daar zoo goed als niets van booren. De mensch ziet aan, wat voor oogen is. De mensch, de niet behoorlijk ontwikkelde menseb. Hij vecht tegen zijn eigen belang in met een moed, een betere zaak waardig. Als daar zoo straks komt een wetsontwerp op den leerplichtdan zal hij er zich vierkant tegen verklarenhoewel hij ’t toegeeft, dat er voor zijn kinderen wie hij in den regel niets kan nalaten, geene betere erfenis is dan goed, afgerond, voldoend onderwijs, ’t Is het beste, wat we onze kinderen kunnen mede- geven De binnenlandsche oorlogen en de vredes voorstellen hebben nog hun einde niet. En met die wetenschap doen we voorzichtig met Roode Kruis de som van 10,000 mark doen toekomen ten gunste van de gewonden en zieken in den Spaansch-Amerikaanschen oorlog. FRANKRIJK. Blijkens de pas openbaar gemaakte statistische opgaven beeft in Frank rijk de invoer over het eerste halfjaar 2,284,956,000 fr. bedragen tegen 1,930,716,000 fres. verleden jaar in hetzelfde tijdperk, en de uitvoer 1,688,493,000 tegen 1,806,636,000 fres. Verminderd is de invoer van ruwe stoffen. De vermindering van den uitvoer betreft alle posten, het meest dien der verwerkte stoffen. De nationale feestdag van 14 Juli 'is in Frankrijk als gewoonlijk gevierdal heeft de Dreyfusquaestie ook hierop haar invloed wel doen gelden. Rochefort hoeft reeds sedert geruimen tijd zijn mannetjes opgeruid door hen te vertel len, dat de Dreyfusianen bij de revue te Long- champs een betooging tegen bet leger in den zin haddenen het gevolg daarvan wasdat de President niet werd toegejuicht zonder dat cr bij werd geroepenweg met Zola, weg met Dreyfus of weg met de joden. Toen Generaal de Pellieux aan het hoofd van zijn troepen langs de tribunes van het publiek reed werd een geestdriftig Leve het leger, geuit. Ook Cavaignac werd zeer toege- wel, dat Chamberlain het er persoonlijk eerlijk mee meende. Maar dat is zoo in abstracta met de meeste menschen wel het geval. Men is het er, om den scherpsten hoek te nemen, nu wel over eens, dat de gemeenschap de ouden van ten. Wie er zich voor aanmeldt, kan om bij Engeland te blijven altijd in het Werkhuis opgenomen worden. En in de laatste jaren zijn, in de groote steden vooral, de armbesturen er op uit, die Werkhuizen voor zoover de fatsoenlijke ouden van dagen betreftmeer en meer het karakter van vriendelijke woningen met betrekkelijke vrijheid van armen stigmata, lll.lll lllllll FIIIESLIJII. JIMS- II HIIHIIE\III I FRISO.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1898 | | pagina 1