WOENSDAG 10 AUGUSTUS 1898.
No. 63.
Een halve eeuw.
Buitenlandsch Nieuws.
Officieel gedeelte.
MM
■■MÉ
Acht en twintigste Jaargang.
y. KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
FR
MMS- n I mill 111111
III.III mil FIIIESI. 111).
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG
meening
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 85 cent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel rr.eer 7} cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever
UITGEVER:
nog 7/30 gedeelte
den boofdelijken
te komen.
Caesarea en
en overtuiging kan brengen.
Prinsterer begreep dit ook
Onder bovenstaanden titel stelt Het Nieuws
van den Dag eene premie beschikbaar voor
zijne abonnee’s en tegen hoogeren prijs,
ook voor alle anderen. Die premie schijnt
aftrek te vindenalthans de Directie bericht
dat de eerste druk is uitverkocht en de verdere
aanvragers moeten wachten op een tweede. De
belangstelling in dit werk verheugt ons. En
uit die belangstelling blijkt, dat het goed gezien
is van Het Nieuws in dit jaar zulk een premie-
werk te geven. Over ’t algemeen is de kennis
onzer geschiedenis bij ’t eigen volk dunnetjes
en zijdie vooraan meenen te staan in de
gelederen der beschavers hebben dikwerf hun
stem doen hooren tegen geschiedenis als leer
vak op de lagere scholen. Zij waren zij ’t
ook door de omstandigheden, tamelijk ver
blind. Juist de geschiedenis is een vak dat
Brieven en Beriihten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiteilijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Ad verten tién Dinsdag en Vrjjdag morgens vóór 12 uur.
DUITSCHLAND. Er is in den laatsten
tijd heel wat gesproken over de Kabinetsorder
van den 8sten September 1852, waarbij de
verhouding van den Pruisischen minister-presi
dent tot zijne collega’s wordt geregeld en die,
toen keizer Wilhelm II die wilde te niet doen,
leert en vormt
Wijlen Groen van
en daarom schreef hij zijne boeken. En de
heeren predikanten weten ’t der groote menigte
haarfijn te vertellen, hoe het oude Israël het
maakte en hoe het die lieden van vóór twee
a drie tiental eeuwen verging. En de onderwij
zers deden hun best mede en leerden ’t der jeugd
dat d<) oude Batavieren en Friezen in beesten
vellen liepenmet horens op den kop en dat
de jongens moedernaakt rondsprongen en dar
telden en zwommen naar hartelust, vrij van
school, want scholen waren er in dien tijd
niet. Neen, al die dingen vergeten niet, Die
blijven bij en in volle overtuiging, denkende
aan de heilige bosschen, waarin men zijne góden
kwam vereeren, zingt dan ook de goe-gemeente
uit volle borst mede
»Ja, wij, wier vaderen voorheen,
Hier knielden voor een hout of steen,”
en wat daar verder volgt.
Verder dan die Batavieren en Friezen werd
het al bitter weinig gebracht. Hier kwam nog
eens een Karei de Groote, elders een graaf,
dan een Allaert Beilinck of een Jan van Schaffe-
laar, een turfschip van Breda of een boekenkist
van Hugo de Groot, maar dan ook was het
voor het grooter deel basta.
Het jaar was om, de leerlingen waren ver
trokken en opnieuw moesten op school de oude
Friezen en Bataven, op de catechisatie de oude
Joden ’t ontgelden.
Een schromelijk vergrijp tegen de vorming
van waarachtige Nederlandsche patriotten, die
prinsgezind daarbij zouden zijn in hart en nieren.
Een schromelijk vergrijp steeds bevorderd
door den onzaligen schoolstrijd. Over die kinde
ren heen en naar ’t heette in en voor ’t belang
van die kinderen, vergat men eenvoudig hunne 1
vaderlandsche vorming en was de naam »de I
hoop des Vaderlands” een ijdele klank geworden.
Geen wonder, dat ondertusschen het onkruid
welig wortel schoot en met ’t oog op stoom
en electriciteit de vaderlandsche grenzen niet
meer wilde kennen, vergetende dat vaderlands
liefde de algemeene menschenliefde niet uitsluit.
Immers men kan hartelijk deelnemen in het
lot van alle anderen, maar toch thuis in
het eigen tehuis, zijn liefste plekje vinden
De breede schare des volks beeft minder
behoefte aan de kennis van het oude Israël
minder behoefte aan die der oudste bewoners
van ons land en aan het tijdperk der graven
en heeren. Zij mag en moet het voornaamste
weten van den vrijheidskrijg, dat is den tachtig-
I jarigen worstelstrijd tegen Spanje, van het tijd-
1 perk van bloei en van dat van achteruitgang aanleiding beeft gegeven tot depntslag-aanvrage
der Republiek der Vereenigde Nederlanden en van prins Bismarck. Van goed onderrichte
van de oorzaken van beide. Zij behoort te
weten de Fransche overheersching met al hare
voor- en nadeelen, maar het is voor alles eene
dringende eisch des tijde, dat ze geheel bekend
is met de geschiedenis der laatste vijftig jaren.
Hoort het Bilderdijk zingen
»In ’t verleden ligt het heden,
In het nu wat worden zal
Het heden sluit zich aan het verleden aan
wel aan het naaste verleden en juist
prins Bismarck. Van goed onderrichte
zijde wordt thans aan de National Correspondent
geschrevendat deze order nog altijd bestaat
en niet te niet is gedaan na het ontslag van
den oud-Rijkskanselier.
Het Ministerie van Oorlog is van meening,
dat het leger buiten politiek- en partijgebarrewar
moet worden gehouden. Dit is gebleken uit
het volgende. Te Torgau was eene vergadering
van liberale kiezers onmogelijk gemaakt, door
dat de adjudant van het daar in garnizoen
liggend regiment aan den bezitter van een zaal
had meegedeelddatals hij de zaal aan de
liberalen verhuurde, do regimentsmuziek voortaan
geen toestemming meer zou krijgen om daarin
Hierover heeft de liberale kiesver-
een bezwaarschrift ingediend
van Oorlog en deze heeft na
waren Nederlandschen zin, tot behoud onzer
volksvrijheid en eigen bestaan, tot voortgezette
ontwikkeling en beschaving
Daartoe hebben we in de eerste plaats noo-
dig de geschiedenis der laatste vijftig jaren.
Menig burger toch is thans gewapend met
het kiesrecht. En menig burger brengt zijn
stem uit, onwetend van de groote dingen onder
het rustig bestuur van wijlen Koning Willem
III en van de tegenwoordige Koningin-Regentes,
de ouders onzer aanstaande Koningin Wilhel
mina tot stand gebracht.
De beschuldiging van het liberaal wanbeheer,
in den regel werd gedurende die halve
eeuw in liberalen zin geregeerd, kon wortel
vatten alleen bij grootte onkunde van de ge
schiedenis dier jarendie velen voor een deel
zelve mee doorleefdendoch eng als ze waren
van blikgaarne aannamen als om toch iets
te hebben, wat als wrijfpaal kon dienen. Aan
zoo iets schijnt nog altijd behoefte. Al heeft
men ’t nog zoo goed, ’t kan nog beter. Beter
zeker, als men eigen bitterheid laat varenis
er reeds veel gewonnen. En daarbij bedenke
men ’t zijn de slechtste vruchten nietwaar
aan de wespen knagen.
Nederland heeft in de laatste halve eeuw
een tijdperk van rust en vrede, van welvaart
en bloei beleefdeen tijdperk waarin veel en
velerlei is tot stand gekomentrots snoode
ondankbaarheid en bittere betweterij. Dit te
ontkennen zou zijn der geschiedenis een slag
in ’t aangezicht te geven, ’t Is daarom een
goed werk van de Directie van het voornoemde
blad een gedenkboek uit te geven als we
boven hebben vermeld. Van harte hopen we,
dat velen ’t zullen bestellen om licht te ver
krijgen licht dat waarheid kan brengen en
eene waardige houding voor de naaste toekomst.
Enafgescheiden van dit werkhopen we
in een volgend nummer, een overzicht te geven
van het voornaamste wat al in de laatste halve
eeuw in ’t eigen Vaderland tot stand kwam
om alzoo voor te bereiden eene blijmoedige
feestviering tot ’t aanstaande Krooningsfeest
als bestendiging en voortzetting van het tijd
perk van ontwikkeling en vrede. H.
VERGADERING van den RAAD der
gemeente Hemelumer Oldephaert
en Noordwolde, op Zaterdag den
13 Angnstus 1898, des voormiddags
te 94 ure.
Punten van Behandeling:
I. Ingekomen stukken en mededeelingen.
II. Verzoeken om afschrijving van hoofdelijken
omslag.
III. Commissoriaal rapport over het onderzoek
der gemeenterekening, dienst 1897.
IV. Opmaking van eene opgave van personen
ter voorziening in vacatures in het Zetterscpllege.
V. Voorstel van B. en W. betreffende inzen
ding van een adres aan de Tweede Kamer, inzake
het aanhangige wetsontwerp leerplicht.
VI. Vaststelling van het le suppletoir kohier
van hoofdelijken omslag, dienst 1898.
VII. Idem van het kohier van schoolgeld over
het 2e kwartaal 1898.
Koudum, den 8 Augustus 1898.
De Burgemeester,
H. M. TROMP.
onderzoek uitgemaakt, dat de regiments adjudant
hierin verkeerd had gehandeldmet zoo iets
niet had mogen dreigenen dat aan de be
dreiging geen gevolg mocht worden gegeven.
De Berlijnsche bladen melden, dat het Keizer
paar zich den 13den October te Venetië zal
inschepen op reis naar Jeruzalem. Zonder
andere plaatsen aan te doen zal men dan naar
Constantinopel stoomen. Van daar uit zal
waarschijnlijk een uitstapje naar Bucharest
worden gemaakt. Den 22sten vertrekken de
Keizer en Keizerin naar Haifawaar zij den
26sten denken aan te komen. De tocht zal
dan verder over Caesarea en Jaffa te land
worden afgelegd.
Op den geheelen weg van Caesarea naar
Jeruzalem zal de Keizer als eenvoudig toerist
reizen in burgerkleeding en eerst bij zijn intocht
in Jeruzalem zal bij uniform dragen.
FRANKRIJK. Emile Ollivier, de welbe
kende Minister van Napoleon III, is in de
straten van Parijs door een ongeval getroffen.
Een tramwagen willende bestijgenis hij ge
struikeld en zoo ongelukkig gevallendat hij
ernstig gekwetst werd in het aangezicht. In
weerwil van zijn hoogen leeftijdschijnt hij
toch met die kwetsuren en den schrik te zullen
vrijkomen.
ENGELAND. Het Hoogerhuis heeft verl.
Donderdag met 40 tegen 38 stemmen het
artikel verworpendat de Regeering te elfder
ure bij de behandeling in het Lagerhuis in
haar wetsontwerp tot verbetering der vaccine
wet bad gebracht; het artikel namelijk dat
den vaccinedwang afschaft.
Twee redevoeringen zijn daarbij in het Hoo
gerhuis gehoudendie nieuw licht over de
quaestie werpeneene door lord Lister en
eene door lord Salisbury. Beiden zijn voor
standers der vaccine en beiden gaven het Huis
den raad om niettemin het bestreden artikel
goed te keuren.
De vermaarde chirurglord Lister, ver
klaarde dien raad met een bezwaard gemoed
te geven. Maar hij grondde zijn advies voor
namelijk op het door hem medegedeelde feit
dat tegenwoordig een derde der kinderen in
Engeland en Wales niet gevaccineerd wordt,
omdat vele ouders bezwaren hebben tegen de
vaccinegelijk die tot dusver geschiedt (van
arm op arm) en de autoriteitendie den vac
cinedwang zouden moeten toepassen, onder deze
omstandigheden daarvoor veelal terugdeinzen.
Lord Lister koesterde de hoop, dat de nieuwe
wet (die vaccine met glycerine-lymphe van be
kalf voorschrijft) aan die vrees van vele ouders
een eind zou maken en tevens, dat gunstig
zou werken het nieuwe artikel, omdat het aan
de tegenstanders der vaccine de gelegenheid
ontneemt zich met een martelaarskroon te
tooien.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. Een persoon,
die bet vertrouwen geniet van den Hongaarschen
Minister President Banffy, deelt in de Budapesti-
Hirlap mee, dat Banffy in het vorig jaar nog
aan graaf Badeni, toen Oostenrijksch Minister-
President, heeft voorgesteld een voorloopig ver
gelijk van twee in plaats van één jaar te treffen.
De heer Badeni heeft dit toen echter beslist
geweigerd. Ook de Keizer was het met Badeni
in dezen eens.
Dientengevolge heeft baron Banffy in het
ontwerp-vergelijk de bepaling opgenomen, dat
een langer Provisorium was uitgesloten, eene
en wel aan het naaste verleden en juist aan
dit naaste verleden kwam het op de scholen
in den regel niet toe en op de catechisatiën
heelemaal niet. En, waar men zoo weinig
vrucht van zijn werk zagkan het niet
verwonderen, dat er tegenzin tegen een leer te spelen,
vak ontstonddat overigens noodigdringend eeniging aldaar
noodig is, ter bevordering van den echten, I bij den Minister
VERGADERING van den RAAD der
gemeente HINDELOOPEN op
Vrijdag 12 Augustus e.k., des na
middags 7 uur.
Punten van behandeling:
I. Notulen der vorige vergadering.
II. Ingekomen stukken en mededeelingen.
III. Voordracht ter benoeming van twee leden
in het Zetterscollege tengevolge periodieke aftreding.
IV. Verzoek van den gemeente-opzichter tot
verbooging van de som waarop gemeentewerken
publiek moeten worden aanbesteed.
V. Concept-verordeningen op het openbaar lager
onderwijs in deze gemeente.
VI. Voorloopige vaststelling der gemeente
rekening over 1897.
VII. Vaststelling der rekeningen van het Bur
gerlijk Armbestuur en van het Stads Burger
Weeshuis over 1897.
VIII. Verzoek om afschrijving van hoofdelijken
omslag.
IX. Executoirverklaring van
van het primitief kohier van
omslag.
X. Reclames tegen aanslagen in het schoolgeld.
XI. Suppletoir kohier van den hoofdelijken
omslag.
XII. Sollicitatie gemeente-geneesheer.
Hindeloopen, den 5 Augustus 1898.
De Burgemeester,
VAN NAUTA.