iininmii
MS-COIMT.
MllUlLOIISUir
1
PROCLAMATIE Vflfl Bffl Majesteit (18 KOWMVG, REjjentBS.
Leve de Koningin!
1898.
LANDGENOOTEN!
WOENSDAG 31 AUGUSTUS 1898.
No. 69.
Dinsdag 30 Augustus 1898.
EMMA.
FEESTVIERING
Acht
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG
H
dank aan de
en
En doe den jubeltoon nu daav’ren langs
UITGEVER:
Y. KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON, TE WORKUM
ons Staatswezen heb bekleed, met
Volk te zamen, door de nauwste
De Minister van Financiën,
Pierson.
De Minister van Oorlog
Eland.
De Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid,
C. Lely.
De Minister van Koloniën,
Cremer.
De Minister van Buitenlandsche Zaken
W. H. de Beaufort.
De Minister van Justitie,
Cort v. d. Linden.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
H. Goeman Borgesius.
De Minister van Marine,
Röell.
op 31 Augustus en 1 September 1898.
De BURGEMEESTER te WORKUM
doet een beroep op de ordelievendheid
van Workums ingezetenen en verzoekt
mitsdien beleefd hem ter gelegenheid van
de Feestviering op den 31 Augustus en
1 September a.s. in het handhaven
der orde zooveel mogelijk te steunen;
en verder, bij het werpen met ZWER-
MERS te willen zorgen, dat dezelve niet
in
terecht komen of tegen de versieringen
worden geworpen.
Workum, den 30 Augustus 1898.
De Burgemeester voornoemd,
T. M. ten BERGE.
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 85 cent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7} cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever
I
i verantwoordelijkheid de regeering, Zij, gesproten
uit een aloud en edel geslachtZij, de laatste
telg uit het Huis van Oranje I
Geheel het Vaderland viert feest, van Oost
tot West, van Zuid tot Noord. In stad en
dorp, in vlek en gehucht is één gejubel. En
Eene Moeder, ja Zij trekt henen.
En dit besef tempert de feestvreugde.
Wij hadden ’t goed onder Haar bestuur.
Van a tot z heeft Zij den constitutioneelen weg
bewandeld en tevens daarbij op hoogst nauw
lettende wijze de zorg Harer Dochter, de tegen
woordige Koningin Wilhelmina, op zich genomen.
Gansch het volk van Nederland is dan ook een
stemmig in lof voor de Koningin-Weduwe
Regentes. Geen Nederlander zal H. M. ooit
vergeten, maar immer dankbaar zijn en daarbij
zal ieder den wensch doen hoorenOch, ver
laat ons niet, blijf bij ons en wees ooggetuige
van dé liefde tusschen Dochter en Volkoog
getuige van de heilrijke vruchten van het zaad
door U gekweekt
Onze eerbiedige hulde en
Koningin-Regentes Emma
Brieven en Berijhten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiteilijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentién Dinsdag en Vrjjdag morgens vóór 12 uur.
Maar daarbij tevens onze warme begroeting
aan Koningin Wilhelmina. Wetende dat Zij
is van een aloud en edel geslachtwaarop
gansch het Vaderland zijn verleden heeft gericht
en zijn toekomst zal bouwen
«Wilhelmus van NassouwenI”
roepen we H. M. een van harte welkom toe
op den Troon der Nederlanden en zijn wij
overtuigddat alle partijen in den lande ten
dezen opzichte niet voor elkander willen onder
doen. Dat getuigt de algemeene feestviering
van dezen dag en die der volgende dagen.
God zegene en behoede U en schenke U door
trouwe plichtsbetrachting de liefde van Uw volk
tot den einde toe!
Tal van wenschen zullen U bereiken in dicht
en ondicht. De telegraaf zal U uit alle deelen
des lands duizenden telegrammen zenden. Wij
willen daarom bescheiden wezen en bij al het
goede dat we U wenschenhier slechts een
tweetal eenvoudige liederen voegen, die, hoe
goed ook bedoeldwellicht minder opgemerkt
zouden blijven.
’t Eerstein de Friesche taalis van den
heer T. E. Halbertsma, getiteld«Op Kening-
inne jierdei”, en komt voor in een bundeltje
uitgegeven bij Van der Velde te Leeuwarden.
Bij ervaring weten we, dat de kinderen ’t, èn
om de woorden èn om de melodie gaarne
zingen. Het luidt
«De toerklok liedt, de flagge waeit
Op skoalle, bus en fen de most,
Us Mem stiik, do ’k nei burren gyng,
Oranje op myn buiske feet;
De famkes haww’ it om de mill
Of skean oer boarst en skouder boun
En elts-ien sjucbt men yn de pé
En blomt’ en grien de skoalle yn ’t roun.
’t Is feest’t Is Keninginnedei
De jierdei fen de Keninginn’ 1
In dei fen fleur en wille is ’t bjoed
Elts het den ek in noflik sin.
Hark, muzikanten Tettretet
De tromme davertRombombom
Hja blaze ’t aid Wilhelmusliet,
En dan is ’t my om ’t hert’ sa rom.
Den tink ik om it Nassauhüs;
Hwet dat sont ieuwen for üs diich
Dat jimmer helpe woe yn need
En mei üs libbe yn frede en kriich
En sjuchus Ijeave Keninginn’
Fen de aide stamme is Hja in leat,
Ek Hja wol *t lok fen ’t Heitelan
Fen earm en ryk, fen lyts en great.
zelfs op de eenzaam gelegen hoeve deelt men
in de feestvreugde.
Vlaggen overal, bij armen en bij rijken
Schoolfeestenvolksvermaken, allerlei ver
sieringen en vreugdevuren volgen na de meer
ernstige uitingen in al de verschillende kerken
des Lands. Gewis, het is goed gezien van den
Nederlandschen Journalistenbond om de pers
mannen uit den vreemde tot ons te lokken en
ze gul en gastvrij te ontvangen, om aan hunne
lezers door geheel de wereld verslag te geven,
hoe hecht en sterk de band is, die Oranje en
Nederland verbindt. Zij zuilen 't kunnen ge
tuigen dat onderlinge liefde en welwillendheid
Vaderland en Vorstenhuis siert en den binnen-
iandschen vrede waarborgteen noodzakelijke
eisch voor vrijheid en welvaart.
Nederland was immer de bakermat der vrij
heid. Verdraagzaamheid stond hier op den
voorgrond. En menig ruw tafreel, dat elders
drie vier eeuwen later werd afgespeeldwas
ten onzent ten eenenmale ongehoord, omdat de
beschaving hier sedert lange reeds andere en
betere toestanden had doen geboren worden,
dank zij den invloed van het Huis van Oranje.
Behalve vele andere schrijvers, heeft daar zelfs
een Motley op gewezen. Wij behoeven dit
nauwelijks te herinneren. En daarom zal het
zoo goed doen en het Vaderland ten zegen zijn,
zoo de persmannen uit den vreemde naar buiten
weten te seinenhoe goed het is te regeeren
en geregeerd te worden iii het vrije land der
Nederlandenhoe hier de oude deugd- der
voorvaderen steeds in eere wordt gehouden
«In eendracht macht
Bij de huldiging van Koningin Wilhelmina
zullen de woorden van Haren VaderKoning
Willem III, bewaarheid worden als Hij getuigde:
«Ik verbind mij aan een volk, grooter in zielen-
adel dan in zielental het is eene grootsche
I roeping Koning over zulk een volk te zijn
En evenzeer zal de roeping van H. M. Ko
ningin Wilhelmina eene grootsche zijn. Ont
wikkeling. welvaart, vrede, vriendschap, onder
linge toegenegenheid, verdraagzaamheid en al
wat tot de christelijke deugdenreeks gerekend
mag wórdentreedt met Haar ten Troon en,
wat daarbij van evenveel beteekenis is, wordt
door de landzaten gehuldigd en gewaardeerd.
Daar wees een Jood, wijlen de heer A. C.
Wertheim van Amsterdam, als voorzitter der
Maatschappij Tot Nut van ’t Algemeen ten jare
1892 er op, hoe hier te lande het hoogste
gezag was in handen eener Moeder met Haar
Kind, en hij noemde die omstandigheid voor ’t
oog zoo feedermaar in éénen adem voegde
de gevierde spreker er a in toe: «maar onv.r-
winlijk sterk door de liefde en de toewijding
van een erkentelijk volk!’’ En had hij ongelijk?
Hij was het mede, die in dezelfde kwaliteit
in openbare vergadering, ten tijde der beruchte
Jodenvervolgingen in Rusland er op wees, hoe
goed en hoe gezegend ’t wonen is in ’t vrije
Nederland en als bewijs daarvoor aanvoerde
«Ware dit njet het geval, ik zou op dit oogen-
blik niet de eer hebben Uw’ Voorzitter te zijn!”
Bij deze woorden rezen de ruim vijf honderd
afgevaardigden als één man van hun zetel en
brachten den waardigen mensch en Jood eene
hartelijke ovatie die van hart tot hart sprak.
Zoo moet ’t zijn en zoo is ’t ook, als ’t er
maar op aankomt. Winkler Prins wist ’t ook
te vertellen in zijn kort gedicht: «Van buiten
ijs, van binnen gloed I”
EN TWINTIGSTE JAARGANG.
In naam van Hare Majesteit WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin
der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassauenz., enz., enz.
Wij EMMA, Koningin-Weduwe, Regentes van het Koninkrijk,
De taak, die Mij in 1890 werd toevertrouwd, is weldra geëindigd. Mij valt
het onwaardeerbaar voorrecht ten deel, Mijne beminde Dochter den leeftijd te zien
bereiken, waarop zij naar het voorschrift der GVondwet tot de regeering wordt
geroepen In dagen van smart en rouw trad Ik op als Regentes van het Koninkrijk,
thans schaart zich het geheele Volk in vreugde om den troon zijner jonge Koningin.
God heeft Mij in deze jaren gesteund, Mijn dierbaarste wensch is vervuld.
Aan allen, die Mij met raad en daad hebben ter zijde gestaan en die Mij
gesteund hebben door hunne liefde en gehechtheid, breng Ik Mijnen dank.
Moge het ons land met zijne Bezittingen en Koloniën onder de regeering van
Koningin Wilhelmina wel gaan! Het zij groot in alles, waarin ook een klein volk
groot kan zijn!
Ik treed af van de hooge plaats, die Ik in
den diepgevoelden wensch, dat op Koningin en
banden vereenigd, Gods zegen blijve rusten.
Lasten en bevelen dat deze proclamatie in de Staatscourant en het Staatsblad opgenomen
ter plaatsewaar zulks gebruikelijk isaangeplakt zal worden.
Gedaan te ’s-Gravenhage, op heden den 30sten Augustus 1898.
«Triomf, de vreugde stijg’ ten töp,
HijschNeerlandvlag en wimpel op
En doe den jubeltoon nu daav’ren langs uw
[strand.”
Heden dan is het de laatste dag van Oogst-
m and, de lang verbeide dag.
H. M. Koningin Wilhelmina bereikt den
acbttienjarigen leeftijd en daardoor de bij de
Grondwet voorgeschreven meerderjarigheid om
den troon Harer Vaderen te bestijgen. Zij
een dichten drom van personen aanvaardt derhalve in eigen naam en voor eigen
FRISO
iiuii iiiiiii riiihinn
«ms- n ini mu mi
L
i
JE WAINTIENDRAI-_ J