1
i
De Huldiging.
WOENSDAG 7 SEPTEMBER 1898.
No. 71.
Binnenlandsche Berichten.
MM
TWINTIGSTE JAARGANG.
Acht
EN
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG
het ge-
I
even-
I
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 85 cent.
Prijs der ADVEBTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7} cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever
UITGEVER:
Y. KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
Burgemeester
Heel
i bevattende de
missies,
r
veelvuldig voorkomt en zulke ernstige
na zich sleept.
»Ik hoop eerlang de vrije beschikking te
i over het landgoed Oranje Nassau-oord,
Door deskundigen voorgelicht,
voor op dat landgoed het eerte
het publiek is voorbeeldig.
De politie is
aanbieding in de volgende bewoordingen
»Ik ben zeer getroffen door uwe woorden
het geschenk, Mij aangeboden door het Neder-
landsche Volk bij het nederleggen
baarheid.
«Moge op deze wijze het huldeblijkMij
heden aangebodeneen zegen worden voor
velen tot in lengte van dagen.
Nog hoop ik ook in onze Indische-bezittingen
een herinnering achter te laten aan de hulde
op Mij heden gebracht.
na
als ook H. M. de Hare.
En zoo komt dan aan de feestviering ook
al weer een einde.
Dat Oranje en
De plechtigheid is afgeloopen.
formeert zich weder en gaat onder toenemend
gejubel den voorgeschreven wegom
voor goed ontbonden te worden.
Huldeblijk aan H. M. de Koningin-Moeder.
Vrijdagmiddag werd H. M. de Koningin-
Moeder door de commissie voor het huldeblijk
het Nederlandsche Volk het geschenk der
s van mr. S. A. Vening Meinesz,
van Amsterdam voorzitter der
commissie, aangeboden.
Bij het geschenk was gevoegd een album
namen van de leden der com-
die zich hadden gevormd om
schenk bijeen te brengen.
Mr. Vening Meinesz deelde aan H. M. mede,
dat een bedrag van ongeveer f 300,000 was
bijeengebracht.
H. M. de Koningin-Moeder dankte voor de
Brieven en Berijtiten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiteilijk Maandag en Donderdag middags J uur.
Advertentiën Dinsdag en Vrydag morgens vóór 12 uur.
Onze Koningin heeft een zware taak
Heden, Dinsdag, den zesden van Herfstmaand,
is te Amsterdam plechtig gehuldigd als Koningin
der Nederlanden H. M. Wilhelmina.
Duizenden en duizenden uit alle oorden des
Lands zijn naar de hoofdstad vertrokken om
min of meer van nabij getuige te zijn van wat
schier aller aandacht trok.
Maar wat natuurlijk is, bij tienduizenden
moesten thuis blijven. Wij mogen veilig aan
nemen, dat zij allen in hunne gedachten op
dezen dag te Amsterdam verwijlden en de jubel
kreten, daar aangeheven, met volle instemming
hoorden
Leve de Koningin
Daar donderen de kanonnen. Zij geven het
sein van aanvang. Ziet die menschenmassa op
straten en pleinen zich verdringen om toch maar
goed te kunnen zien. Aanschouwt die volle
tribunes; let er op, dat geen enkel raam onbe
zet isoveraloveral toeschouwerstot daar
ginds op die hooge daken. Bewonderen moet
ge tevens het geduld en het volhardings-ver-
mogen van die velen, die ai lang van te voren
in de telephoon-palen zijn geklauterd om dan
op dit been en dan op ’t andere staande, dan
aan dezen en dan weder aan den anderen arm
hangende, te genieten van het schoone schouw
spel. Merkt op, die duizenden door toeschouwers
schier overladen vaartuigen, welker gezagvoerders
elkander al lang te voren het beste plaatsje
betwist hebben. En weest er getuige van, boe
handig langs aanlegplaatsen en kaden rappe
scbippersgasten geïmproviseerde tribunes uit
allerlei vaten en kisten weten saam te stellen,
om daar hun slag te slaan.
Nieuwsgierigheidwinzucht alleen of beide
te gelijk
Ten deele, maar over ’t geheel toch wat
anders, wat beters, wat diepere.
Hoort ’t getrappel van een aantal paarden.
Niet waar, ge bemerkt die schitterende uniformen,
’t Is het begin van een langen langen stoet,
die voorbij trekt. Manschappen te voet volgen.
Rijtuigen met grootwaardigheidsbekleederskomen
nu. De muziek stemt vroolijk. Al meer en
meer schitterende uniformen en kostbare rijtui
gen maar eindelijk daar nadert een
rijtuig, bespannen met acht paarden en daarin
is gezeten een achttienjarige schoone Jonkvrouw,
H. M. de Koningin en daar gaan de hoeden
omhoog, de zakdoeken wuiven langs het geheele
terrein en het gejubel en het gejuich neemt
geen einde De vent uit de tekphoonpaal zou
zoo, zoo gevallen zijn, de dakman vergat schier
het gevaarlijke van zijn hooge zitplaats en tal
van dames brengen hunne zakdoekenna het
onvermoeide wuiven, eventjes aan de oogen en
ook menig heer keert zich heel eventjes om,
om zoo’n enkele traan weg te pinken, een traan,
die lastig was, maar toch zoo goed aan ’t
harte deed
Nieuwsgierigheid, winzucht alleen?
Heel wat beters, heel wat edelers. ’t Was
liefdedie verbond ’t was dankbaarheiddie
stemde, ’t was trouwe, die de overmacht hand
haafde.
Vreemd toch zulk een invloed bij de ver
schijning van eene onbedreven achttienjarige
Vreemd vooral voor een buitenlander, die
ons land en zijne historie niet kent. Vreemd
vooralzelfs onverklaarbaar vreemdvoor een
republikein.
Maar de Nederlander weet van vroeger. Hij
kent, zoo al niet in de puntjes, toch in hoofd
zaak zijne geschiedenis. Hem is het bekend,
hoe meer dan drie eeuwen aaneen Oranje en
Nederland in lief en leed verbonden waren.
En de vreemdeling kan het aanschouwen,
hoe als ’t ware over ’t hoofd der jeugdige
Oranjevorstin heen de verschillende politieke
partijmannen de handen ineenslaan, om elkander
te waarborgen bet heil van Vaderland en Vorsten
huis boven alles in ’t oog te houden.
Gelukkig Nederland, waar de Staatsinstellin
gen de Staatswetten zulk een hechten grond
slag hebben, dat eene jonge Vorstin de teugels
des bewinds in handen kan nemen en Zij tevens
het middelpunt is, waarom allen zich samen
trekken, één van zin.
Ziet, dat is het schoone, dat het verhevene,
’t welk gloed en veerkracht geeft tot de alge-
meene belangstellingtot het oorverdoovend
gejubel.
Elk buitenlandsch reporter zal dien indruk
naar zijn land overbrengen en daar naderhand
verder uitwerken. En Nederland zal er rente
van trekken. Staat het nu reeds daar buiten
hoog aangeschrevenblijkbaar uit de warme
sympathie van alle beschaafde landen vooral in
deze dagen, men zal naderhand onze hulde en
trouw te meer begrijpen, nu al weder zulk een
schitterend bewijs van Moederlijke zorg door
de afgetreden Regentes is geleverd. Volk en
Koningin wedijveren in onderlinge waardeering
en gehechtheid en zulk een band is sterker
dan die van legers en vloten
rend gejuich de muziek overstemde. Ontroering
en enthousiasme vereenigen zich.
Een schoone dageen belofte van loyale
trouw voor de toekomst.
-- De Ministers hebben 31 Augustus hun heeren, dat Ik bij het einde van Mijn taak in
Maar laat ons den stoet volgen.
Hij nadert onder voortdurend gejuich den
bekenden Dam en wordt daar voor eenigen
tijd ontbonden. De Vorstelijke personen begeven
zich naar het Paleis, maar trekken ook weldra
van daar naar de Nieuwe Kerk, in de onmidde-
lijke nabijheid. Voor nadere bijzonderheden
verwijzen we naar ons Inbuldigingsno. van j.l.
Zondag.
Daar in de Nieuwe Kerk treedt de Koningin
in al hare waardigheid opomgeven door en
met alle kenteekenen van Hare waardigheid.
Welk eene schitterende menigte van heeren en
dames in de fraaiste kleedij daar is bijeenge
komen, wagen we niet te beschrijven. Waren
er plaatsen te overgewis tal van minder
schitterende figuren zouden evengoed toegelaten
worden. Nu moet er beperking plaats hebben.
Maar al de pracht en praal daarlatende,
men denke zich die maar in den overtreffenden
trap, bepalen we ons tot de hoofdzaak
De Koningindaar staande op den Troon,
houdt eene korte rede tot de verschillende ver
tegenwoordigers van Haar volk en de Grond
wet voor Zich legt Ze den eed af, overeen
komstig dat fundament van Staat Haar volk te
regeeren als het een goed Koningin betaamt.
En wederkeerig komen de vertegenwoordigers
des Volks den eed (of de belofte) van getrouw
heid aan H. M. brengen en roepen de wapen
koningen luide»H. M. Koningin Wilhelmina
is gehuldigd.”
En »t vast verbond is thans gesloten
Neerland bindt.”
De stoet ons
enemend onze toekomst, het symbool
i eindelijk verleden herleeft in Haar.
Het volk herdenken wordt versterkt door de werkelijk-
ondertusschen zet zijne feesten voort, tot ’t ook heid van het leven.
eenmaal afgemat, langzaam bedaart en ten slotte
welverdiende rust den arbeid hervat, even- Haar schouders, maar ze regeert over een vrij
volk dat Haar liefheeft. Onze Koningin geeft
aan Haar volk een van de krachten die Hol-
Maar vergeten wij hetland groot gemaakt hebbende geestkracht
niet, niemand onzer’t vast verbond tusschen der liefde.
Oranje en Nederland is hedenDinsdag 6
September met alle warmte hernieuwd, en sterk,
op dit veelbeteekend feit komen we terug.
H.
hun betrekkingen gehandhaafd.
H. M. de Koningin heeft mr. N. G. Pierson,
Minister van F inanciën, bevorderd tot comman- IR hoop aan het geschenk een waardige
deur in de orde van den Nederlandschen Leeuw, bestemming te gevenen Ik meen dit niet
Maison de la Presse. Zaterdagavond beter te kunnen doen dan door het te bestern-
werden in het Maison de la Presse de buiten- men voor een liefdadig doel.
landsche journalisten door het bestuur van den »Sedert lang was het Mijn wenscheen
Ned. Journalistenkring ontvangen. I stichting in het leven te roepenwaaraan Ik
De voorzitter, de heer Charles Boissevaini geloof dat groote behoefte bestaatIk bedoel
heette de aanwezigen welkom en gaf hun de een sanatorium voor longlijders, in de eerste
verzekering van een hartelijke ontvangst door plaats ten bate van hendie de middelen
de Hollandsche collega’s. missen, in het buitenland hulp te zoeken tegen
Hij sprak zooveel mogelijk de aanwezigen de vreeselijke kwaal, die, helaasin ons Vader-
in hun taal toede Vlamingen in het Hol- land zoo
landsch, de Duitschers in het Duitsch, de En- gevolgen
gelschen en Amerikanen in het Engelsch en i
de Franschen in het Fransch. RussenItali- krijgen
anen, Noren enz. moest hij tot zijn spijt even- bij Renkum, en dit af te staan voor het doel,
eene in deze laatste taal toespreken. j dat Mij lief is. Door deskundigen voorgelicht,
Allen wenschte hij een aangenaam verblijf stel Ik mij
te Amsterdam, hij gaf den wensch te kennen, Nederlandsche Sanatorium te stichten.
zijn lief heb, Mij daartoe in staat stelt, maakt Mij
en stemt Mij tot groote dank-
bedieningen ter beschikking van H. M.
Koningin gesteld.
K°n'nS'n jiJ166/! de ^'n'8^er8 ’D de schoonste voldoening vind voor wat Ik ge
poogd heb te doen in het belang van Land
en Volk.
»Ik hoop aan het geschenk
bestemming te gevenen
Wij beminnen, wij hopen en wij voelen ons
Vivat Regina Leve de Koningin
De rede van den heer Boissevain werd
luide toegejuicht en beantwoord door den heer
G. Singer, president van het centrale bureau
van de Associations de Presse. In hartelijke
bewoordingen bedankte hij voor de ontvangst
De Koningin te Amsterdam. den vreemden journalisten ten deel gevallen;
Onder een onbeschrijfelijk enthousiasme trekt eindigde met den uitroep: Leve Holland,
zoo juist de koninklijke stoet over den Dam. ‘eve de Hollandsche pers, leve e Amsterdam-
Het gejubel der menigte gaat van straat tot sche Pers en onze vriend Boissevain.
gracht. Men wuift met zakdoeken en juicht i
zonder ophouden. De oogen vullen zich met
tranen bij het zien der jonge Koningin, die,
in het wit gekleednaast bare Moeder in de
ivoren koets langzaam voortrijdt. van.
De Koningin buigt en wuift met haar zak-
doek en schijnt getroffen door het hartelijke
innig begroeten der honderdduizenden.
Amsterdam met al de vreemdelingen is één in
zijn hulde.
Het weder heeft zich goed gehouden. Nu
en dan een enkele zonnestraal over de schitte
rende uniformen.
De houding van
Geen wanklank wordt gehoord.
uitnemend en vol égards voor hen die inlich
tingen wenschen.
Het was een schoon oogenblik toen het
koninklijk rijtuig zichtbaar werd en een dave- i
landsche Volk bij het nederleggen van het
i Regentschap, stel Ik op den hoogsten prijs.
»Mijn dank daarvoor uit te drukken, zooals
Ik dien gevoelis Mij op dit oogenblik niet
mogelijk. Slechts dit wil Ik u zeggen, mijne
de de liefde en den dank van het Nederlandsche
i Volk, waarvan dit geschenk getuigt, de grootste,
»Dat het geschenk van het Volkdat Ik
dat zij een goede herinnering mochten
nemen naar hun vaderland van Holland en v
bewoners, van Holland’s Koningin in het bij- oprecht gelukkig
zonder. Want onze jonge Koningin is voor
ons de dichterlijke traditie en het ideaal van
-toekomst, het symbool onzer eenheid. Het
De poezie van het
FRIS
iiliii mon FiiiEsinii,
Jill IIS- II IIIU IItlAIII
A
I LUVg C711J A.t UIVVUVD V*1V VY 11 JLXX l* UJyUU
mee-
>1