41
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1898.
Acht
No. 72.
1
Nieuwstijdingen.
De Koningin!
MHMm
TWINTIGSTE JAARGANG.
EN
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATEBDAG
Dat hij
pred. te Lochemmr. E. R. van Bienema te
Y. KUIPERS, FIRMA H- BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
onze
van
dierbaar volk, en zoo bevestig Ik heden den
hechten band die tusschen Mij en Mijn volk
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de prijs belangrjjk lager
Voor waarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever
is in deugden, krachtig in aard en karakter.
Ik acht het een voorrecht dat het Mijn levens-
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiteilijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentién Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
Nu H. M. de Koningin ingehuldigd isj
Onder deze plechtige tonen schreed de stoet
langzaam voort tot voor den troon.
De heeren der hofhouding en de hofdames
plaatsten zich achter den zetel der Koningin-
Moeder.
De eerewacht vult nu de toegangsruimte.
Op het Paleis klinken elf klokslagen.
Op het gejuich van buiten, dat het Godshuis
met jubelkreten omringtzacht wegruischend
langs de hooge gewelven, volgt de uitroep:
Allen staan van hun zitplaats op.
Ook de Koningin-Moederdie vol teedere
oplettendheid elke schrededie de Koningin
doet, bespiedt.
Het elite-koor van onze eerste zangeressen
en zangers jubelt de Koningin het oude Wil
helmus tegen en statig schrijdt de stoet door
de deur van den Dam de kerk binnen.
De vaandels
troepen persoonlijk gedragen, de rijksstandaard
en
ik tot de mijne: «Oranje kan nooit, ja nooit!
genoeg doen voor Nederland.”
Tot de vervulling Mijner taak heb ik uwe
hulp noodig, heeren leden van de volksvertegen
woordiging, die ge Mij ongetwijfeld ook in ruime 1
mate zult verleenen. Laat ons samen arbeiden
tot bloei en tot voorspoed van het Nederlandsche
volk.
van
van
Groninger
nog in leven de heeren
Mr. H. H. A. Sluis, oud-lid der Ged. Staten
I te Assen, dr. S. K. Thoden van Velsen, em.-
pred. te Lochemmr. E. R. van Bienema te
van
een
rekruten van 18-jarigen leeftijd voor 8; van
rekruten van 17-jarigen leeftijd voor 9 en van
rekruten van 16-jarigen leeftijd en daar bene
den voor 10 jaren.
De miliciens groot-verlofgangers der lich
tingen 1894 en 1895 die thans bij de infanterie
en de compagniën hospitaal-soldaten in werke-
lijken dienst onder de wapenen zijn, zullen als
van onbepaald verlof wor-
Aan de Amsterdamsche Courant ontleenen
wij het volgende
De Inhuldiging in de Nieuwe Kerk.
Reeds te 8 uur begon de file van rijtuigen
van en naar de Nieuwe Kerk en langzamerhand
vulde zich de omheinde ruimte waarbinnen zich
de oploopende tribunes bevonden.
Het gedeelte der kerk dat voor de plechtig
heid was ingericht, geleek één reusachtige veel
kleurige bloem waarvan de plaats voor den
troon de kelk, waarin straks de oranjebloesem
de kern zou zijn.
Elke tribune op zich zelf, vooral die waar
de dames er bijna een geheel vulde, geleek
weer een bloembed.
Het was een onbeschrijflijk schitterend gezicht
dat de kerk opleverde door de gouden en zilve
ren uniformen der dignitarissen en autoriteiten,
de uitgelezen toiletten der dames en dat alles
gevat in een lijst van lichtblauw fluweel met
de goudgele klimmende leeuwen als de manchet
van de reuzenbouquet.
Te 10.40 klonk plotseling één stem.
Het was de voorzitter van de beide Kamers,
mr. A. van Naamen van Eemnes, die het
Koninklijk besluit voorlas waarbij de beide
Kamers der Staten-Generaal bijeengeroepen
worden, en die deze plechtige zitting opent.
Inmiddels zijn de Indische vorsten in hun
schitterende gewaden binnengekomen, vooraf
gegaan door ceremoniemeesters.
Zij nemen ter linkerzijde van den troon plaats
vóór de tribune van het corps diplomatique.
Te half elf valt door de hooge ramen een
zonnestraal, die de reuzenbouquet, waarin tel
kens nieuwe kleuren gemengd wordenkomt
verlevendigen en nieuwe glans geven.
Het was weer als gister bij de aankomst,
dat de zon tegelijk met de Koningin verscheen
als deelde de natuur in onze hooge feeststemming.
Wie nog niet aan de traditioneele oranje-zon
geloofde geraakte nu mede onder den indruk
van die alom-tegenwoordigheid bij de konink
lijke verschijning van onze jonge Koningin.
Vervolgens kwamen door den ingang N. Z.
Voorburgwal de Prinses en Prins Von Wied
de Hertog van Saksen-Meiningen en de familie
leden der Koninklijke familie, die plaats namen
ter rechterzijde van den troon.
midden van Mijn trouwe Staten-Generaal, onder
Te 10.55 werd door een der kamerheeren aanroeping van God, zal verbinden aan Mijn
geroepen de Koningin-Moeder.
H. M. Koningin Emma, voorafgegaan door
kamerheeren en gevolgd door Haar hofdames,
trad in statigen optocht langs denzelfden ingang
als de genoemde Vorsten het kerkruim binnen.
De Koningin-Moeder was gekleed in een zeer
licht-lila kleed met geborduurde bloemeneen
schitterende diadeem op het hoofd.
De Koningin droeg bet insigne van Groot-
meesteresse der Militaire Willemsorde; de
Koningin-Moeder het Grootkruis der Ned. Leeuw.
H. M., door duizenden dankbare blikken ver
welkomd en gevolgd, schreed tusschen de leden
der beide Kamers statig naar den troon, waar
Zij, na vriendelijk de aanwezigen gegroet te
hebben en door de Indische Vorsten en de
familieleden met een buiging begroet te zijn,
plaats nam op een gekroonde stoel ter linkerzijde
en in de onmiddelijke nabijheid van den troon
der Koningin.
Tijdens het binnenkomen speelde het orkest
onder leiding van Mengelberg een plechtig pre
ludium op motieven van het oude Wilhelmus.
God zegene uwe en Mijne arbeid,
strekke tot heil van het Vaderland
Om ten slotte met eenige verheffing en
plechtig te eindigen met opheffing der 2 voorste
vingers der rechterhand
Zoo waarlijk helpe mij God almachtig.
Na een korte pauze wordt door de menigte
een driewerf Leve de Koningin Haar toegejuicht.
De president der Eerste Kamer nadert den
troon, spreekt H. M. toe en legt den eed af.
Daarna zich voor de Koningin en Koningin-
Moeder buigend zich terugtrekkend wordt de
eed of belofte afgelegd door alle aanwezigen
leden der beide Kamers.
Hare Majesteit die voor den eed was opge
staan nam zittend den eed der Kamers in ont
vangst telkens het hoofd wendend naar hem
die den eed aflegde.
Nadat dit geschied is weerklinkt met luider
Dam de kerk binnen. stemme van den oudsten koning der wapens
door de commandanten der joor het kerkruim
De Koningin is ingehuldigd
een geestdriftig tot
en leve de Koningin.
Het koor valt in met eerbiedig
Nun danket Alle Gott.
In de kerk dringt het gejuich van den Dam
waar de bekendmaking der Inhuldiging
beradenheid die straks als Zij met vol en melo- Nederland en Oranje op nieuw bezegeld werd.
De gebeele ceremonie maakte op de aan-
I wezigen een diepen indruk.
Niet het minst de verschijning van
bevallige Koningin, die bij het uitspreken
de toespraak en bij het afleggen van den eed
met zooveel fierheid en zelfbewustzijn optrad.
Niet alleen door Haar Koninklijke houding,
dier schoone Jonkvrouw, met die open blauwe
oogen, die vol vertrouwen Haar volk in de oogen
blikten, maar vooral door dat heerlijk melodieuse
geluid dat nu eens van hoop en vertrouwen,
dan weder van plecbtigen ernst en Godsvrucht,
maar niet het minst van een krachtig willen
getuigende, maakte de toespraak op allen aan
wezigen een overgetelijken indruk.
Die indruk werd overheerscht door de over-
i tuiging, die op dezen plecbtigen en soor het
lieve vaderland zoo beteekenisvollen dag bij
bestaat en wordt den alouden band tusschen *Jlen zich vestigdedat Nederland heden een
- ij Koningin rijk geworden is, die aan de frisch-
heid van haar jeugd i«i-i-„j-
Haar uiterlijk, gaven
lonrl far waralrl nns
volk te mogen regeeren als het Neder-
i zich met Haar volk verbond,
dieus geluid Haar volk zal toespreken nog te
meer uitkomt. Die toespraak naar ons
stellig verzekerd werd niet door den minister
president, maar door H. M. volgens Haar ver- 1
langen zelf gesteldluidde
Mijne heeren leden der Staten-Generaal!
Door het afsterven van mijn onvergetelijke
vader tot den troon geroepen, die ik onder het
zoo wijze en zegenrijke regentschap van mijn
innig geliefde moeder beklimheb ik na de
voleindiging van mijn 18de levensjaar de
regeering aanvaard. Mijn proclamatie heeft
dit aan Mijn dierbaar volk bekend gemaakt.
Thans is de ure gekomen, waarin ik Mij te
volgt in het genot
den gesteld en naar hun haardsteden terugkeeren;
die van het reg. gren. en jagers, het 4e en
7e reg. inf. op 21 Sept. a.s.die van het le,
2e, en 3e, 5e, 6e en 8e reg. inf. en le, 2e
en 3e hospitaal-comp. op 24 Sept, d.a.v.
De zeven laatsten. Volgens opgave
den oud-flankeur ds. C. H. Sijtsma zijn
de voormalige flankeur-compagnie der
en Franeker studenten van 1830
zal Zij binnenkort nogmaals in de Vereenigde
Vergadering der Staten-Generaal verschijnen.
De nieuwe zitting wordt namelijk, volgens
art. 100 der Grondwet, geopend op den derden
Dinsdag in September, dit jaar den 20sten van
die maand, dus juist 14 dagen na den dag der
inhuldiging. Wel laat de Grondwet toe (art.
103) dat de opening door een Commissie van
wege de Koningin plaats heeft, maar H. M.
zal ongetwijfeld er prijs op stellen het voorbeeld
van Hare voorgangers en van Hare Moeder te
volgen en persoonlijk de eerste «troonrede” uit
te spreken.
Als gewoonlijk zal den Zaterdag te voren,
dus op 17 Septemberde zitting der Staten-
Generaal worden gesloten. Ook deze plechtig
heid geschiedt volgens de Grondwet door de
Koningin zelf of door een Commissie van
Harentwege. Het gebruik is dat de Minister
van Binnenlandsche Zaken daartoe gemachtigd
wordt, en vermoedelijk zal zulks ook dit jaar
wel gebeuren.
Van de nieuwe postzegels is voorloopig
die van één guldentot een beperkt aantal
verkrijgbaar gesteld.
Het zegel vertoont, in een medaljon gedekt
door een kroonde buste der Koninginmet
opgestoken haar en den diadeem op het hoofd;
het kopje is in profiel genomen en prachtig
van uitvoering. Boven het medaljon staan op
een lint de woorden«Koninkrijk der Neder
landen”, in de bovenhoeken het wapen, en in
de benedenhoeken het cijfer 1 en daartusschen
het woord gulden.
Het zegel is in één tint gedrukt.
Ten aanzien van het reserve-geniekader
is bepaalddat de korpscommandant bevoegd
is, boven den tijd van verplichten werkelijken
diensttoestemming te verleenen tot vrijwillig
verblijf onder de wapenenvoor ten hoogste 2
maanden in het jaar aan den vaandrig; voor
ten hoogste 3 maanden in het jaar aan de
overige vrijwilligers, en voor een onbepaalden
tijdwanneer de vrijwilliger geen aanspraak
maakt op soldij of andere vergoeding, waarop
hij bij verplicht verblijf onder de wapenen recht
zou hebben.
De Minister van Oorlog heeft bepaald
dat dienstverbintenissen voor vrijwilliger moeten
worden aangegaan als volgtvan een rekruut
19-jarigen leeftijd en daarboven en van
overeenkomend milicien voor 6 jarenvan
van 18-jarigen leeftijd voor 8;
heid van haar jeugd en de bekoorlijkheden van
i van geest paart, die elk
land ter wereld ons deze Koningin zullen doen
benijden.
Het is geen zwakke jonkvrouw die heden j
maar een jeugdige I
van Haar Hooge en
taak Tn Mijn71ich^ ’erb®ve“ roeping om een volk dat Haar op
te wijden aan het welzijn en den bloei van de banden draag|t- ^ver het in Haar
het dierbaar Vaderland. ver“°fen 1S’ g*lukk,g te maken.
De woorden van Mijn overleden Vader maak ,Me* aandoening en trots tevens ,s het dat
- - wij onder aanhoudend opzien tot de Koningin- 1
Moeder, die ons deze kostbare Oranjetelg
schonk, uit volle borst het jubelend uitroepen
LEVE DE KONINGIN!
de Kronings-insignes worden binnen gebracht. Wat gevolgd wordt door
De eerste worden ter rechterzijde van den troon driemaal herhaald hoera
gezetde laatsten op roodfluweelen kussens op
den kredenstafel voor den troon neergelegd.
H. M. de Koningin in hermelijnen mantel
de Kroon op het schoone blonde hoofd, treedt door
het middenschip der kerk binnen. Op die in de kerk gevolgd is.
Met opgeheven hoofde nadert Zij in Konink- Langzaam zijn allen opgestaanook Hare
in plecbtigen optocht verlaten
lijke houding den Troon. Uit geheel Haar Majesteiten
in waarheid tot een Koninklijke kleedij maakt aj8 j,jj het binnenkomen het Godshuis,
spreekt gratie en 1
Nederland en Oranje opnieuw bezegeld.
Het is een schoone roepingeen schoone j
taakdoor God Mij op de schouders gelegd I
maar Ik ben gelukkig en dankbaar om over
een volk te mogen regeeren als het Neder-
landsche, dat, hoewel klein in zielental, groot j
Vorstin, ten volle bewust
Met opgeheven hoofde nadert Zij in Konink- I
lijke houding den Troon. Uit geheel Haar Majesteiten, en in plecbtigen optocht verlaten
fiere houdingdie Haar schitterend omhulsel verschillende groepen in omgekeerde orde
waar
vastberadenheideen vast- Op indrukwekkende wijze het verbond tusschen
mms- i:\ wiEinwiE-
IILIII IliOll III ILSLIMl.
A
I
l
UITGEVER: