Veeinvoer in België.
WOENSDAG 2 NOVEMBER 1898.
No. 87.
Binnenlandsche Berichten.
Officiéél gedeelte.
Acht en twintigste Jaargang.
Y. KUIPERS, FIRMA H BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
iiuiis- n iiimnmiE-
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG
1
1.
De
111,111 1111)11 FIIIESI.I 1
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent.
Prijs der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents
Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de pry» belangrijk lager
Voorwaarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever
UITGEVER:
beurt te benadeelenook door het heffen van
hooge inkomende rechten op de voortbrengse-
Vrede best, zeker, maar
schip, dat die vlag voertgaat zich toch
verdedigen als getracht wordt het te plunderen.
CON ATUS.
mocht
van het
woordelijk is
2.
3. Mededeeling
4. Stemming
om te schrappen sub 4 van art. 1 der verordening
tot heffing van schoolgeld aan de school voor u
vorige vergade-
en verdere behandeling en
vaststelling dier verordening met verordening op
Onze Koninginnen in Stuttgart. Een
onzer abonnees te Stuttgart schrijft ons dd.
van
onze Koninginnen bij het huwelpk van den
een warm hart toe te dragen op dat oogen-
blik de officieuse toezegging had verkregen, dat
de grenzen voor ons vee niet meer ongemoti
veerd zouden worden gesloten en het lijdt geen
twijfelof deze toezegging is van beslissenden
invloed geweest op de aanneming van het
tractaat.”
Toen ik die verklaring van den Minister
Roël in de Telegraaf lasherinnerde ik mij
terstond haar, of met den zin daarmee over
eenstemmende in een der Kamerverslagen te
hebben gelezen, maar ik herinnerde mij tevens
terstond, dat onder het lezen bij mij de vraag
opkwam heeft de Belgische regeering de onze
of heeft de Minister Roël de Kamer bij den
neus genomen? Ik geloof van het eerste, voor
het laatste zou
geachtmaar
warm hart
hadde gehandeld
zijn, die zich
laat afschepen, kunnen en behooren te zeggen:
eerst de grenzen voor het Nederlandsche vee
openen dan behandeling van de verbetering
van het kanaal naar Terneuzendan wascht
de eene hand de andere schoon.
Dat de genoemde vraag bij mij oprees bewijst
genoeghoeveel vertrouwen ik toen reeds in
de politieke soliditeit van de Belgische regeering
stelde, en de uitkomst leert, dat mijn wan
trouwen gegrond was, en daarom kan ik ’t
mij maar moeielijk verbeelden, dat een staats
man als de Minister Roël zich zoo zoetsappig
bij den neus liet nemen en daarom niet stand
vastig stond op den alleszins billijken eiscb
eerst de grenzen open en dan een gunst be
wijzen.
Er is dikwijls geklaagd over de flauwheid
toegeeflijkheid en inschikkelijkheid die in dit
t onze
regeeringscollegie tot de orde behoort te worden gehaalde staaltje daarvan is niet het eenige.
geroepen.
Zou hier het; «die stilzwijgt consenteert” volgt:
ook gelden
Men weetdat de halve openstelling door heeft opgehoudenis de parelziekte tot
1 om
weer
leiden van boerenbonden het goedgeloovige
boertje bij den neus te nemen en hem in zijne
eenvoudigheid te doen geloovendat het ’t
belang van hemboertjehoofdzakelijk geldt.
De Minister Roëll «droeg den landbouw een
goed hart toe.” Wel zeker dat doet, althans
met woorden ieder der Ministers, maar niet
allen van hen begrijpen even goed of erkennen
even graagdat de algemeene belangen met
die van den landbouw samenhangen, iets wat,
nu wij in handels- en nijverheidsopzicht hoe
langer zoo meer overvleugeld wordentelkens
meer en beter aan het licht zal komen.
«Ik bad de zaak van dien kant niet leeren
inzienochom op de hoogte van al zulke
zaken te blijven moet men veel lezen en moet
men het gelezene kunnen onthouden en ver
werken daarbij komt dat ikgij weet zulks
nogal van kalmen aard ben en instem met bet
opschrift op een zomerhuisje aan den «Singel”
naar Medemblik: Vrede best.”
Of die «Singel” nog bestaat, en of dat tuin
huisje daar nog is, weet ik niet alles ver
andert zoo maar de waarheid in die spreuk
voorop gezet, blijft.
Intusschen leert ons, hetgeen gij daar om
trent den Minister Roëll mededeeldetdat de
Belgen hem en door hem ons bedrogen hebben
en in zulke gevallen is 't moeielijk om kalm
te blijven. Opzettelijk bedrog en misleiding is
al van het leelijkste dat de eene buur tegen
over den ander kan uithalen, en ik meen, dat
men er óf boer, óf Minister voor zijn moet om
zich daarbij geduldig neder te kunnen leggen;
dat zou ook mij temet warm kunnen maken,
en daarom wil ik u de harde woorden die gij
bezigdet niet al te euvel duiden. Maar wat
er aan te doen?
België rekent natuurlijk op onze zoetsappig-
regeering kenmerkte en het aan- heid, maar wij hebben dan toch nog wel mid
delen aan de handdie dienen kunnen om ’t
der Belgische regeering benauwd te maken.
Hiervoor gaan dan ook reeds stemmen op.
Wij lezen toch in het door de Telegraaf over
genomen stuk: «Bij onze Regeering worde
nu reeds aangedrongen op uitsluiting der uit
België in Nederland ingevoerde grondstoffen en
materialen bij leverantiën aan het Rijk en bij
de van Rijkswege te houden aanbestedingen
zoolang de grenzen niet formeel, dus ook voor
fok- en slachtvee, dat niet meer besmetting bij
zich draagt dan melkvee, worden opengesteld.
«Maar dan zou men de onschuldigen treffen.”
Ja en neen. Er staan hier geen nijverheids
belangen, maar landsbelangen tegenover elkan
der. De uitvoer van vee is een landsbelang
voor Nederland en die van nijverheidsproducten
voor België. Van dien kant moet, dunkt mij,
de zaak bezien worden. De Belgische regee
ring moet aan het verstand worden gebracht,
dat wij baar begrijpen en in staat zijn weer-
Sedert hebben we van hoor en wederhoor ver
nomen. De commissaris van den landbouw
laat men ons dien titel gunnen, ried tot
voorzichtigheid aan, België kon moeielijk anders,
dan daar werd gedaan. Van andere zijde volgde
weer tegenspraak. De kosten der quarantine,
van de voorloopige bewaring waren te groot
en ook onder die gereserveerde beesten
waren nog gevallen van besmettelijkheid gecon
stateerd
Alzoo dus bij' «geopende grenzen” geven we
volgaarne het woord aan Gonatus in de Enkh.
Ct. van 23 Oct. j. 1.
«De Belgische grenzen zijn voor den invoer
van vee weer opengesteld? Gelukkig voor den
Belgischen veeboer zoowel als voor den Neder-
landschen veefokker, dat dit nog vóór het houden
van de najaarsmarkten plaats had; de boeren
daar ginds zoowel als hier zullen er veel bij
winnen.”
Wat zegt gij daar, de grenzen voor ons vee
open ’t Mocht wat
Slechts eens in de veertien dagen wordt vee
toegelaten en omdat het vee, dat uit Nederland
wordt ingevoerd ziek of verdacht van ziekte
zijn moet, zal ’t nabij de grenzen tien dagen
in quarantaine moeten blijven om, als ’t belang
van de groot-grondbezitters, b. v. van den Mi
nieter van landbouw, zijne familie of iemand
of iets anders bet meebrengt eventjes ziek te
maken. Daarvoor zijn in het besmette Bel
gië zelf middelen genoeg voorhanden.
menschen en omstandigheden als afgedwongen wendeel gebezigd
kan beschouwd worden.
In het dagblad de Telegraaf van 17 October
j. 1. is opgenomen uit de «Mededeelingen en
berichten van de Friesche Maatschappij van
landbouw, ook het volgende:
«Is deze halve afgedwongen openstelling, in
overeenstemming met onderstaande verklaring
door den Minister Roël op 15 Mei 4896 in
onze Kamer afgelegd, bij de behandeling van
het tractaat tot verbetering van het kanaal van
Terneuzeneene zaak, bij de tot standkoming
waarvan België groot belpng had, luidende (de
verklaring van den Minister Roël namelijk)
«Welnu, Mijnheer de Voorzitter, ik wensch
als mijne gevestigde overtuiging in dit opzicht j vraag zijn)
te kennen te geven en zoo iets zegt men vee c
van deze plaats niet zonder grond dat sluiting om
van de Belgische grenzen voor ons vee bij aan- voorwendsels natuurlijk
neming dezer conventie noch nu, noch in eene j
toekomst die verder reikt dan de naastkomende
zal geschieden, tenzij zeer ernstige en over
wegende redenenuitsluitend aan den sanitairen
toestand van ons vee ontleend zulks voor de
Belgische Regeering onvermijdelijk
maken,” welke verklaring, op verzoek
kamerlid Hennequin nog eens
herhaald.
«Duidelijk blijkt hieruit, dat de Minister
Roël die steeds getoond heeft den landbouw
Brieven en Berijuten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uite. lijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentièn Dinsdag en Vrydag morgens vóór 12 uur.
«Nadat het mond en klauwzeer in ons land
l voor
de gr.nzen gesloten te
houden. Nu weer wordt fok- en slachtvee
uitgesloten en aan den invoer van melkvee zeer
bezwarende quarantaine opgelegd.
«Vrij zeker zal, zoodra voldoende melkvee
is ingelaten onder een of ander voorwendsel
opnieuw worden gesloten. Een besmet dier is
te vinden 1 De artikelen door een heer Vor-
sterman van Oyen dezer dagen openbaar ge
maakt, hebben ons te dien aanzien droevig
licht gegeven.”
Hier boven wees ik daarop ook reeds,
heer Vorsterman van Oyen deelt mede, uit
een Belgisch blad vernomen te hebben dat
buiten de regeering om (maar dat zal nog de
aan mond- en klauwzeer lijdend
opzettelijk in Nederland werd aangekocht j wraak te nemen door hare nijverheid op onze
bet in België ziek te doen verklaren als
voor het sluiten der
grenzen. len barer nijverheid.
Is dat fijn of grof overlegd? een
De heer Vorsterman van Oyen deelt mede, l
dat de schrijver van het door hem genoemde,
in politiek opzicht met de Regeering bevriend
bladdes vereischt bereid is de personen te
noemen, die voor die grof-fijne handeling zich
hebben laten gebruiken.
En thans zijn die huichelachtige lieden in
hun groot-grondbezitters alvermogen klein ge- 26 October omtrent de tegenwoordigheid
noegom door het stichten en leiden of doen
ik hem niet in staat hebben
als de Minister Roël met «zijn
voor den landbouw,” verstandig
en getoond had iemand te
met een officieuse belofte niet
VERGADERING van
gemeente WORKUM, op Donderdag
Q Nï z'r, rt 1 QOQ nnm.zlJArvo I
7 uur, ten einde te beraadslagen over
de hieronder vermelde punten.
De Burgemeester,
T. M. ten BERGE.
Beëediging van het benoemde raadslidde
heer J. Jansen.
Notulen der vorige vergadering.
van ingekomen stukken,
over het aangehouden voorste)
van schoolgeld aan
1. o waarover de stemmen in de
ring hebben gestaakt
vaststelling dier verordening met verordening op
de invordering.
5. Alsvoren over het aangehouden voorstel van
den heer Sluyterman, om den post „Openbare
vermakelijkheden” met f 100 te verhoogen en
vaststelling van den staat der Gemeente-begrooting,
van dien van het Burg. Armbestuur, Stads Wees
huis en Gasfabriek, voor den jare 1899.
6. Voorstel van den heer W. Kroese, tot af
schaffing der kermis in deze gemeente.
7. Adres van Taeke Hoekstra e. a. alhier, om
kosteloos onderwjjs in het bouwkundig teekenen
voor hunne zonen.
8. Benoeming van twee leden der pl. comm.
van toez. op het 1. o., wegens periodieke aftreding
alszoodanig van de heeren H, D. v d. Werf en
T. Conradi.
9. Alsvoren van een Weesvoogd en een Secre-
taris-Boekhouder, onderscheidenlijk wegens perio
dieke aftreding alszoodanig van de heeren F. de
Jong en J. Deinum.
10. Alsvoren van een Armvoogd, wegens perio
dieke aftreding alszoodanig van den heer J. Bogt-
at ra.
In ons no. van heden voor acht dagen be-
«Hè wat hard en scherpst. watst. wat,
zou ik zeggenniets is leelijker dan kwade
den RAAD der I buren, door kwaaddenkendheid veroorzaakt.”
Ja. zoo hebben onze Overheden misschien
den 3 November 1898, s namiddags we| eeng gedacljt, maar dit inschikkelijke,
7 uur tan pindA tp nprHfl.nalA.0pn over u
dat niet ergdenkendedie zucht om dan toch
maar beleefd en goede buren te blijven heeft
niet weinig nadeel veroorzaaktzijde Belgi
sche grooten namelijk nemen een loopje met
ons en doen er hun voordeel mee, tot groot
nadeel van hun eigen volk en van ons. En
is er dan eene satirete scherp voor woord
brekers en huichelaars uit zucht om zich en
zijne vrienden te bevoordeelen Als ik mij
nóg scherper kon uitdrukken, ik geloof zeker,
dat ik het doen zou. En dat niet omdat ik
veeman beu, of hen onder mijne familie tel.
«Maar dan begrijp ik toch niet best, dat
gij u zoo warm kunt maken om iets, dat u zelf
of uwe familie niet rechtstreeks aangaat.”
Eilieve, zoudt gij dan meenen, dat de belang
stelling van den mensch zich bepaalt tot zulke
zaken, waarbij het eigenbelang rechtstreeks of
zijdelings betrokken is? Ik weet wel, dat er
zoo zijn, maar van dat deeg ben ik niet gekneed.
Neen ik kan mij óók warm maken voor de
belangen van land en volk, voor recht en on
recht en voor nog veel meer. En zou dan
woordbreukveinzerij en huichelarij met een
belangzuchtig doel, dat indruischt tegen alles
wat redelijk denkt, mij koud kunnen laten?
Ik geloof dat ikals ik een buurman had
die aan dat euvel mank ging, ik hem eerder
in ’t oog hebben en op een afstand houden
zou als onze regeering de Belgische.
Ik spreek van regeeringen, en met
opzetwant als het zaken betreft zooals hier,
waarbij de goede verstandhouding tusschen
twee naburige rijken door één der Ministers
- op het spel wordt gezet, hij door het ganscbe 1 opzicht
spraken we o. a. ook den vee-invoer in België. j I
Het stuk in de Telegraaf opgenomen ver-
-