a
i
Na het Kerstfeest.
i.
Bericht!
NIEUWJAARSWENSCHEN
il 25 cent,
WOENSDAG 28 DECEMBER 1898.
No. 103.
1
twintigste Jaargang.
Acht
en
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
met haren neef den
De wind is zoo
DE UITGEVER.
Die er leven tot Gods lof.
H.
Een »Vrede op Aarde I” wordt langs eerlijken
I
’t vernomen van uit de
voornamelijk te danken zijn dat menige slag-
Europeesche dames bij de Keizerin
van China.
UITGEVER»
Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
het paleisgebied bereikten, werden zij aldaar
door
Daar is nog eene Justitie,
laten hebbende, namen zij in draagstoelen
menschenwereld 1 Hoe eenvoudig en
tegen de onopgesmukte kinderzin,
wel gelijk met zijn
«Laat de kinderkens tot Mij komen!”
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 85 cent.
PRIJS der ADVERTENTIËN van 1—5 gewone regels 40 cents.
Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voor waarden daaromtrent te vernemen by den Uitgever.
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiön Dinsdag en Vrydag morgens vóór 12 uur.
boom uit den weg werd geruimd welke tot-1
nogtoe Europeanen buiten het Hof hield.
Toen de echtgenooten der zeven gezanten
door afgezette straten, te zamen de grens van
audiëntie op de Chineesche bevolking misschien
een geheel anderen indruk zal maken dan de
ambassadeurs beoogden. Het zou haar n.in.l
niet verwonderenzoo de audiëntie aan de
Chineezen werd voorgesteld als eene bijzondere
hulde aan de vermaarde Keizerin-Weduwe en
als een teeken van berusting der Europeesche
mogendheden in haar reactionair staatsbeleid.
In Frankrijk vindt men de voorbeelden te
over Het Judas-systeem sshenkt geen vrede
op aarde. Zelfverloochening door meer dan
éénen stichter van godsdienst gepredikt, wees
den goeden weg. Het «Nirvana” is ook reeds
bedorven door betweters
Och, of we den kinderkens gelijk waren
Gelegenheid tot het plaatsen van
in FRISO van 1 Januari, wordt weder
aangeboden.
Voor spoedige toezending houdt zich
aanbevolen
gelijke wijze als zij gekomen
De Keizerin
gaf zelfs mevr.
gesprek een
Men verwacht
werking op het algemeendaar de Chineezen
zulk eene afwijking van aloude gewoonten
veelbeteekenend moeten achten, meer dan wel
ken politieken ommekeer ook.
De Times echter doet in een hoofdartikel
over «Chineesche zaken” dat voornamelijk
over Britsche handelsbelangen loopt op
merken, dat deze op zich zelve merkwaardige
«Zouden nergens Englen wonen
Dan in ’t zalig Hemelhof?
Neen, ook de aard kan Englen toonen,
-OoO-
Na eindelooze moeilijkheden en herhaald
uitstelniet bet minst wegens de vroeger ver
melde bezwaren rakende de tolken, beeft zoo-
Vrede op Aarde
In handel en wandel
Daar komt een koopman met puik beste
aardappelen en ge koopt. Een zeer prozaisch
onderwerp te midden der poëzie! Neem ons*
als ’t u blieft, niet kwalijk, want de ont
nuchtering is ook prozaïsch. Het puik-beste is
eenvoudig geen menscheneten.
Zoo gaat het met meel, vermengd met krijtwit
en dergelijke stoffenmet schoeiseldat leer
moet heeten en oud touwwerk of papier is, met
echte rollende, maar vol met peezen en «trek
kers” of vellen, met nu ja, vul verder
het andere maar aan.
Op de markt evenzoo. Een paardeene
koe, een kalf, een zwijn, alles zonder gebreken.
Graangewassen evenzoo. Dranken dito, dito.
Enzoovoort, enzoovoort. Immers men moet
elkander op zijn woord vertrouwen Komt er
iets anders te pas in een beschaafde maat
schappij
Klinkt u de nagalm nog niet duidelijk in de
ooren«Vrede op Aarde!”
De menschen zijn immers Engelen?
De Kaïns-vraag«Ben ik mijns broeders
hoeder?” heeft uitgediend. Hoeders ziju er
aan alle kant.
Hoeders?
Commissiën voor de veemarkt, voor de bakke
rijen, voor de scholen, voor de slacht, voor de
visscherij, voor de kerken, voor de geneeskunst,
voor ja, wie weet waarvoor al niet meer?
Voor de boter, voor de botervaten zelfs. Och,
we zullen de opsomming maar niet voortzetten.
Commissiën overal, de een den ander contro-
leerende, gebaseerd op het onderling wantrouwen
in de maatschappij en bare leden.
Noodwendige maatregelen, maar niettemin
«Vrede op Aarde!”
«Och waren alle menschen wijs,
En wilden daarbij wel
’t is of de verbannen Remonstrantsche predikant
en dichter Camphuysen een kind der negentiende
eeuw uitmaakt.
Deze Aarde ware een Paradijs;
Nu is ze vaak een Hel
zoo eindigt hij, en ook zijne slotregelen passen
in onzen tijd. Een Hel! gewisselijk
aan ware deugden leeg.
De liefde is lankmoedig, zij denkt, zij duldt
kwaad.
Want wie graag het welbehagen
En den wil des Vaders doet,
Mag den naam van Engel dragen
Is een Engel, rein en goed.”
En dan eindigt de schrijver met de opwekking
voor de openbare, de zoogenaamd godsdienst
loze, neutrale school, dat is voor de kinderen
in het algemeen, met de woorden
«Wenscht ge U dus in booger kringen door den menseb,
Eens aan de Engelen gelijk
Wordt bij de aardsche wisselingen,
Dan aan Englen -deugden rijk.”
Op die deugden nu komt bet aan.
Doch ’t begrip daaromtrent is bij groote
menschen zoo verschillenddat zelfs onder de
fijnste vormen de grootste ondeugd gestalte
aanneemt. Hoe haat men niet die openbare
schoolhoe haat men zelfs den persoon van
den openbaren onderwijzer. Ware hij
eene schare luisterrijk uitgedoste man
darijnen ontvangen. Hare draagstoelen ver-
van
’t paleis plaats, en werden zoo naar den elec-
en verder naar de groote
een aantal hofdames haar
haar naar de audiëntiezaal te
sierd tafeltje gezeten,
Keizer ter linkerzijde.
De Europeesche dames schaarden zich voor
de verhevenheiden als de oudste trad Lady
MacDonald naar voren en las in het Engelsch
een adres voor, H. M. met haren geboortedag
geluk wenschende en de hoop uitsprekende
dat nu ook de Chineesche dames het gegeven
voorbeeld zouden volgen.
De Keizerin betuigde haren dankwaarop
de dames de verhevenheid bestegen en voor
baar en den Keizer bogen. De Keizerin schonk
elk een gouden ring met juweelen welke H.
M. zelf aan den vinger schoof.
Na deze plechtigheid begaven zich de dames
naar een aangrenzend vertrekwaar zij onder
voorzitting van Prinses Tsjing aan een weel
derig Chineesch déjeuner aanzaten. De tolken
spijsden aan eene afzonderlijke tafel. Vervol
gens werden de dames weder naar een ander
vertrek geleid om er wat te rusten. Toen zij
vervolgens naar de eetzaal wederkeerden
vonden zij die vol Prinsessen en paleispersoneel
en kort daarna trad de Keizerin binnenmet
de gemalin des Keizers. De eerste wordt be
schreven als een gelaat hebbende van vast
beraden uitdrukkingeenigszins groezelig van
tint maar verhelderd door een bekoorlijke
glimlach. Tegen Chineesch gebruik in blanket
zij zich niet, ’s Keizers gemalin moet zeer
schoon zijnmaar schuchter en treurig van
uitdrukking.
De Keizerin onderhield zich vriendelijk met
de dames, de hoop uitsprekende dat zij genoegen
hadden gehad van haar bezoekdronk thee
uit hetzelfde kopje met elk van haar en werd
eindelijk zoo ontroerd dat zij haar één voor één
omhelsde.
Door allerlei prachtige gangen begaf men
zich voorts naar het tooneel j een groote zaal
met een platform in bet midden en omringd
van loges, afgesloten met spiegelglas. Het
tooneel was vol hooge mandarijnen die drie
maal voor den Keizer en zijne tante ter aarde
bogen. Daarop werd een lang stuk vertoond
door eunuchen van het paleisgevolgd door
acrobatische toerenen eindelijk begaven de
gasten zich naar de eetzaal terug v waar
Chineesche lekkernijenthee en wijn werden
rondgediend.
Daarop verscheen nogmaals de Keizerin-
Weduwe om afscheid te nemen, met den wensch
meer zoude zien. Allen ont-
en vertrokken op
waren.
was zeer hartelijk geweest en
MacDonald in den loop van
speelsch tikje op de wang.
van het bezoek groote uif-
Daar is de zee
Een effen, gladde spiegel,
goed te zwijgen.
Vrede beerscht daar rondom in de zilte plas.
Vrede! Is ’t niet of de eenvoudige kabbeling
toeroept: «Zelfs in visschen een welbe
hagen
Dwazen wie ’t gelooven.
Daar onder dien effen waterspiegel heerscht
een strijd op leven en dood. De een tracht
den ander te verslinden. Hij moet er van
leven. En denk nu eens een paar dagen verder,
als ’t Nieuwjaar is en de haai den kabeljauw
passeert met een «pik, daar heb ik je!”
Een gezegend Nieuwjaar zit er voor hem
niet aan.
Treurig voor ’t beest, en volstrekt niet gezond.
Doch dit is in de visschenwereld, niet op aarde,
maar in de zee. Wij, menschen, leven immers
boven, dat is in hooger sfeeren
Zoo, leven we daar?
Ons goed.
Maar dan ook dat hoogere getoond, die zelf
verloochening, die naastenliefde, dat willen en
bedoelen van mensch zijn en mensch willen
wezen in ’t gemeenschappelijk-, in ’t handels-,
in ’t staatkundig leven; zoo, wie de Meester
wil zijn die zij de dienaar van U allen
Alleen op dezen grondslag is het «Vrede op
Aarde!” een ware lofpsalmder behartiging
waardig nu en voor alle eeuwen, in eigen 1
omgeving zoowel als in wijde ommering.
Laat deze overweging de nagalm zijn onzer
jongste Kerstmisviering en de vruchten zullen
der zake waardig zijn
Het «Vrede op Aarde I” heeft op nieuw’
weerklonken. Het daverde wellicht door de
veldenhet werd met zachte stem (piano pia
nissimo) in de sted< n herhaald. Hier gold
meer kunst, daar natuur. En duizenden, bij
tienduizenden aardbewoners hebben getracht
het zoogenaamde Engelenlied in meerstemmig
gezang ten beste te geven en ze slaagden niet,
om de eenvoudige reden, dat ze geen
Engelen waren. Menschen, groote menschen,
die Engelen gelijken, zoek ze vrij met
Diogenes’ lantaarn. Bij uitzondering valt er
eentje te ontdekken.
Bij kindereneenvoudige kinderen, is dit
geheel anders. Hoe leuk, maar ook hoe veel
beteekenend in een eenvoudig versje van een
openbaar onderwijzer:
dat zij de dames
vingen opnieuw geschenken
als reeds kortelijk gemeld is, Woensdag de
beloofde audiëntie der dames van ’t corps diplo
matique bij de Keizerin-Weduwe te Peking I
I plaats gehad. Aan de echtgenoote van den een
Britschen gezantLady Mac Donald, moet het
Daar is nog een breidel in den lande van
ren, "maar zijner «stijf koppigheid” verdient een weten eD ervaring, een breidel, die zoowel den
«geesel.” F
wroet onder vele grooten in den lande, die nog
zoo pas het «Vrede op Aarde” en «In menschen die Jood en on-Jood bekruipt en rechtvaardig-
een welbehagen” gezongen en gepredikt hebben, heid wil betrachten. F
daarbij het «Eere zij God I” uitbazuinend in ho°g verheven boven alle kleingeestige en achter-
welken God zij al of niet gelooven 1 dochtige geschillen, hen ontmaskerende, die in
Verbazende tegenstrijdigheden in die groote lAgheid eere zoeken
- - rejn (jaaren. I Een «Vrede op Aarde I” wordt langs eerlijken
Jezus had weg verkregen, niet met de arglistigheid als afwachtbD
die van den slang, niet met de valschheid als
die van den tijger, maar fier en flink als den I
leeuw waardig.
trischen tramweg
zaal geleid, waar
om
vergezellen.
Hier was de Keizerin op eene verhevenheid
voor een met chrysanthemums en appels ver-
geen
«Waar liefde woont, gebiedt de Heer zijn zegen!”
Maar waar de verdachtmakingde haat
den oppersten zetel verwerft, - daar deugt
de «rommel” eenvoudig niet.
Zoo hebben we ’t gehoord van uit de Tweede
Kamer, zoo hebben we
verdere regeerings-collegiën, Goddank nog niet
een i van wege de meerderheid.
renegaat, een overlooper, wel hem in de gelede-
En zoo wordt daar gewerkt en ge- openbaren als den sluipmoord doodt.
- - - Daar is nog een géést van Christus levend,
pas het «Vrede op Aarde” en «In menschen die Jood
FRISO
\it i us H im h; u:\iii.
mui imii r ii i i:s m fi.
ons