DWANG.
I
No. 16.
WOENSDAG 22 FEBRUARI 1899.
I
I
Officiéél gedeelte.
Negen en£ twintigste Jaargang.
1
Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
Vrijheidsbeperking.
ft
FRISO
NIEIIWS- H till Ellïli.VIIE-
IILIII lllllll fHIESEIMI.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
den
een
te lijden hebben, indien wij met den Pruisischen dat zulk
Gesteld eens, dat gij
En nu de Arbeidswet.
i
TT’
r
I
UITGEVER:
ijdele klank was,
waarde als roensch
zoudt gij in uwe
I k
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post8S cent.
PRIJS der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents.
Voor eiken regel meer 7} cent. Bij abonnement is de prjjs belangrijk lager
Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever.
«Maar er zijn gemoedsbezwaren.”
Hoe gaarne ik die ook ontzie, moet ik toch
zeggen, dat ik in dit opzicht voor die bezwaren
weinig eerbied heb, want die zelfde bezwaarden
spannen zich evenals alle andere menschen in,
om wat de natuur en hare krachten voor hun
welvaart, gezondheid en levensgenot ongunstigs
oplevert te bestrijden of te beperken.
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlyk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiên Dinsdag en Vrjjdag morgens vóór 12 uur.
bet primitief kohier van
ver
meer en
met een
burgerlijk recht om te bevelen erkend.
In dat opzicht zouden wij Hollanders dubbel
a. eigenaren van
om verhooging
de nabijheid der
als de uitkomst van dat onderzoek ongunstig,
dan vervalt het vanzelf. Maar ook is de uit
komst van dat onderzoek wèl gunstig, dan staat
van de zijde des geloofs niet alleen niets aan
ook in een artikel in het blad de Heraut:
«Alles komt tenslotte neer op de vraag, of de
inenting, of welk ander middel ook, proef
ondervindelijk metterdaad blijkt eenerzijds de
vatbaarheid voor de pokziekte te verminderen
en anderzijds geene ernstige schade aan het
lichaam toe te brengen. Dit nu moet beproefd,
moet onderzocht, moet door de ervaring uit
gemaakt worden.
(Ons nu dunkt dat die proef reeds lang
geleverd is en dat de ervaring alreeds uitspraak
maar
tot zelfbescherming onmachtig is
de aanwending er van in den weg, maar dan
zou het roekeloos en onvroom zijn een door
God ons aldus aangewezen middel ter bescher
ming van het leven van ons kind niet aan te
bepaling wordt in betrekkelijken zin dwang gewaarschuwd wordt,
uitgeoefend. En dat die dwang in de practijk
noodig is, mag nauwelijks betwijfeld worden. ziekte is uitgebroken of dat komt uit
Immers zal uit de vaccinatiebewijzen kunnen 1- -J 1J -
blijken, dat een aantal ouders eerst aan inenting
hunner kinderen denken als de tijd ophanden
Op vrijheid in onze handelingen, in ons1 doen
en laten, in ons spreken en schrijven, in ons
denken en gelooven, hopen en verwachten, zijn
wij bijna zonder uitzondering allen gesteld.
Vrijheid geeft waarde aanis de glans van
het leven.
En daarom is ’t natuurlijkdat ieder een
afkeer heeft van dwang. Die afkeer gaat zoo
dat iemand met een vriendelijk verzoek
beter iets kan gedaan krijgendan
dwingend bevelook al wordt het
van het lager
zijn van welwillendheid, inschikkelijkheid
humaniteit, ’t Zou zijn nut kunnen hebben, i
den RAAD der I dat onze oostelijke buren, eer zij een betrekking
Vrijdag moci)ten aanvaarden bij ons eenige jaren in
de leer waren geweest.
Vrijheid en dwang zijn tegenvoeters, zijn
onvereenigbaar. staan tegenover elkander.
Maar niet alles is dwang, wat daarvoor wel-
eens wordt gehouden.
Hoe lief ons de vrijheid ook is, wij moeten
dulden, ook om ons eigen bestwil dulden, dat
nu en danen in bet een en ander dwang
wordt geoefend en onze vrijheid door de-alge
meen geldende wet beperkt wordt. Het maat- j
schappelijk gebouw zou instorten, als *t anders
ware en de goeden zouden het eerst onder het
puin begraven worden.
Het is toch zoo verleidelijk, om
die onze vrijheid gesteld zijn, wijder uit te j
zetten, hier uit belangzucht, ginds uit een te
hooge zelfwaardeering, waardoor andere personen
en belangen eenvoudig worden over het hoofd
of voorbijgezien.
Nu zou het heel mooi zijn, indien b.v. achter
het opbrengen van belastingen geen dwang
behoefde te schuilenheel mooi ookindien
ieder bleef binnen de perken der vrijheid, die
door recht, rede en wet gesteld zijn, maar zoo
ver zijn wij nog niet, en daarom kan bet
gebruik maken van dwangmiddelen niet uit
blijven, den goeden ten bate, den kwaden en
onwilligen tot ergernis.
En daarom, omdat wij zoover nog niet zijn,
rust op den wetgever en den handhaver der
wet de plicht, om den rustigen staatsburger in
bescherming te nemen, en te waken tegen alles,
wat hem in zijne wel opgevatte vrijheid zou
kunnen belemmeren en tegen alles, wat de
orde, de algemeene welvaart en de gezondheid
zou kunnen verstoren of benadeelen, althans
voor zooverre dit tot zijn bevoegdheid behoort
of hij de macht er toe bezit.
Wellicht, dat daar iemand is, die zegt:
«Welnu, in dit opzicht laat de Wetgever zich
waarlijk niet onbetuigd,” denk slechts aan de
hinderwet, aan de arbeidswet en aan het vele,
dat wij tot beperking der vrijheid in dat opzicht
nog misschien te wachten hebben; denk aan
den vaccinedwang en aan den te wachten
schooldwang en meer andere dwangmiddelen
die in den nieuwen tijd zijn uitgedacht en die
dienen om de vroeger genoten persoonlijke
vrijheid te bsperken. Wat blijft er, zoo voort
gaande van de hooggeroemde vrijheid, waarop
wij zoozeer gesteld zijn over i
Maar, beste vriend, gij zoudt toch niet willen, i
VERGADERING van t'
Gemeente WORKUM, op1
den 24 Februari 1899, des namiddags
ten 7j uur, teneinde te beraadslagen
over de hieronder vermelde punten.
De Burgemeester,
T. M ten BERGE
I. Notulen der vorige vergadering.
II. Mededeeling van ingekomen stukken.
III Resolutie van heeren Gedeputeerde Staten
in deze provincie omtrent de verordening tot hef
fing en invordering van schoolgelden aan de open
bare lagere scholen in deze gemeente.
IV. Adres van den heer Simke Jager, ge-
meente-ontvanger alhier, om wijziging zijner in
structie
Voorstel van
behandeling
i en mededeelingen-
Adres van den heer A. H Geluk te Kou-
dum om eervol ontslag als gemeente-veearts.
III. Vaststelling der rekening van het fonds
der armengelden, dienst 1898/99.
IV. Voorstel tot wijziging der gemeente-begroo-
ting, dienst 1898.
V. Idem tot af- en overschrijving van posten
op de begroeting, dienst 1898.
VI. Idem, betreffende het aanleggen van
kunstweg van Warns naar Laaxum.
VII. Benoeming van leden voor de stembureaus
voor de stemming van leden van den gemeente
raad
Koudum, den 20 Februari 1899.
De Burgemeester,
H M. TROMP.
Wanneer een schip, waarop een besmettelijke
t een zee
haven in een vreemd land, waar zulk een
ziekte heerscht moet het zich ver genoeg van
den wal verwijderd houden en daar eenige
dagen blijven liggen, tot gevaar van overbrenging
der besmetting als geweken wordt geacht.
Ook dat is dwang.
Dwang ook is bet, wanneer reizigers, komende
uit een land of streek waar een besmettelijke
ziekte heerscht, zich aan een ontsmettingskuur
moeten onderwerpen.
Die dwang, die vrijheidsbeperking dient alleen
om het landom het publiek tegen het heer-
schen van een besmettelijke ziekte zoo goed
mogelijk te vrijwaren en ieder ingezeten is aan
Volgens het Nieuws zegt Dr. Kuyper dan zich zelf, zijn huisgezin en de maatschappij ver-
«En wij zouden zoo gaarne aan wie nog
aarzelen, later het bitter berouw besparen, dat
I we, helaas, bij zoo menigeen zagen, als bij het
1 graf van een geliefd kind eindelijk toch besloten
werd, om de kinderen, die men nog behouden
mocht, te laten inenten.
«En dit doel nu kan en zal o. i. bereikt
worden, zoo blijkt, dat Gods woord bestrijding
van alle lijden en ziekten eischt.
Wij mogen ’t er dus voor houden, dat dr.
Kuyper de vrijwillige inenting aanbeveelt.
De vrijwillige zeg ik, want dr. Kuyper zegt
tevens«Van dwang der overheid spreken we
nu niet. Die is steeds ongeoorloofd. Over
mijn lichaam en het lichaam van mijn kind
heeft de overheid niets te zeggen. Tegen
overheidsdwang zal deswege ons protest in
naam van onze burgervrijheid steeds blijven
uitgaan.”
Of hiermee bedoeld wordt het verbod om
i kinderen en jongelieden toe te laten tot een
inrichting van onderwijs, indien zij niet zijn
ingeënt. Misschien, want voor vaccinedwang in
algemeenen en meer uitgebreiden zin bestaat
toch zeker wel geen grond tot vrees.
a De Staat is verplicht, om door gepaste maat-
treden en de vrijheid in dit opzicht te beperken, regelen de volksgezondheid in bescherming te
En nu de zoogenaamde vaccinedwang. nemen en tegen bet zich verspreiden van
In rechtetreekschen zin bestaat die dwang besmettelijke ziekten zoo goed mogelijk te vrij-
niet, niemand wordt door de wet gedwongen waren. Maar zonder maatregelendie het
om zijne kinderen te doen inenten. Wil hij karakter van dwang vertoonengaat dat niet,
hun echter in een of ander locaal in vereeni- Indien in de woning van een neringdoende
ging met andere kinderen onderwijs doen geven, 1 iemand aan een besmettelijke ziekte blijkt te
dan moet vooraf het bewijs worden overgelegd, lijden, moet hij zich den onverdienden dwang
dat zij door een bevoegd heel- of geneeskundige i getroosten, dat het publiek door een biljet aan
dat ieder de vrijheid bezat om naast een school met voldoenden afloop zijn ingeënt. Door deze zijn woningvoor ieder duidelijk zichtbaar,
of een kerkgebouw een gebouw te stichten of b-—-u--
in te richten voor een veel levenmakend bedrijf,
een inrichting voor het vervaardigen van ont
plofbare of licht ontvlambare stoffen in het
midden van een stad te plaatsen, of een veel
stankverbreidende fabriek in de nabijheid van
een stad of dorp te stichten? En moet gij ’t is dat zij ter school moeten worden gezonden,
niet helpen toejuicben, dat de wet de middelen Vraag daarom niet hoe ’t gaan zou, als de
aan de hand geeft, om hetgeen gevaar, schade zijdelingscbe vaccinedwang niet bestond,
of hinder kan veroorzaken te weren? Naar
ik meen is in uw boog geroemd «vroeger”
weleens een plan voor iets van het door mij
genoemde voor veel geld afgekocht. Mij dunkt,
een wet noodig is en tegen een klein
dirigeerstok werden gekommandeerd. geestige of partijdige toepassing is de gelegen-
Gelukkig voor ons en voor hen zelf, dat heid tot beroep opengesteld,
onze rijks- en andere ambtenaren den Pruisi-
schen stok niet hanteeren, veeleer voorbeelden zwak en tot zelibescherming niet in staat waart
en en andere menschen die zwakheid in hun voor
deel wisten aan te wendenwaardoor uwe
gezondheid werd benadeelduwe uitzichten
voor de toekomst al sterker werden beneveld
uw persoonlijke vrijheid een
en uw gevoel voor uwe
I dreigde te verstikken
heldere oogenblikken dan toch niet wenschen
dat de slavenketen, waaraan gij geboeid waart,
zoo hij al niet kon worden verwijderddan
toch in zooverre verruimd dat het leven minder
drukkend en benauwd werd? Welnu, in de heeft gedaan),
werkmanswereld kan en mag' en zal de keten,
j die hem aan zijn werk voor zijn bestaan bindt
I niet verbroken wordenmaar omdat hij de
zwakke en
mag het worden toegejuicht, als de wet localen
de grenzen, voor zijn arbeid eischt, die door hunne inrichting
zijne gezondheid zoo weinig mogeljjk benadeelen,
hem de noodige rusturen verzekert en een j
arbeidsduur waardoor nog een weinig van het wenden,
leven kan worden genoten. Dat is toch waarlijk
niet teveel voor iemand, die dag aan dag ver- I
plicht is, om veelal eentoonigen arbeid te ver- j
richten.
Denk er daarbij aan, dat de winzucht hier,
en de steeds scherper concurrentie gindser
gewoon aan deed worden, om jeugdige krachten,
om kinderen meisjes zoowel als jongenste
exploiteeren en in veelal bedompte localen
lange dagen en vaak halve nachten eentoonigen
handenarbeid te doen verrichtenzonder zich
om bun lichamelijk welzijn, hunne verstandelijke
en zedelijke ontwikkeling te bekommeren, som
tijds bovendien overgegeven aan de willekeur
van hartlooze opzichters of werkbazen. En
zeg nu niet, dat de ouders bestemd en verplicht
waren om daartegen te wakenimmers ver
keerden ook zij onder den invloed van hen
die hunne kinderen of hunne krachten in hun
eigen belang misbruikten.
Het is mogelijk, dat in den tijd door u
«vroeger” genoemd dat misbruik niet bestond,
maar liever boud ik het voordat de oogen
er voor zijn opengegaan, waardoor een verklaar-
baren en hoogst noodigen drang op den Wet-
gever werd uitgeoefend om tusschenbeide te j
V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
om machtiging tot het uitdiepen van een vaar
water.
VI. Aanbieding van het verslag
onderwys over 1898.
VII. Adres van Vellinga e. t
vastigheden te- en onder Parrega,
van de brug in den trekweg, in
huizing van J. H. Heeres.
VIII. Alsvoren van H. Reitsma, H. Zeijlstra
en L. de Wit, om verhooging van hunne jaar
wedden.
IX. Vaststelling van 1
hoofdelijken omslag voor 1899.
VERGADERING van den RAAD der
Gemeente Hbmklumer Oldephaekt
en Nookdwolde, op Zaterdag den
25 Februari 1899, des voormiddags
te 94' ure.
Punten van I
I. Ingekomen stukken
II
uöK U IJ U JggtJLI UUblull, Uc
Door deze zijn woning
'in zlnjonn, i.nuro o onti,,
uitgeoefend. En dat die dwang in de practijk