I
i
w
pi
1
i
4
VërstanOiBe MMihel
jH
I
i
'j
jl
WOENSDAG 12 APRIL 1899.
No. 29.
Officiéél gedeelte.
Binnenlandsche Berichten.
Negen en twintigste Jaargang.
I
i
Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
*1
H
MMS- [Illll.llllAhl
Min minininuiiii.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
zelf.
der hulpbehoevendheid af en eer Youssouf van
over
van
man
UITGEVER:
vrees
waar
1.
2.
der
3.
posten
1.
2.
3.
en
na dien tijd
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 85 cent.
PRIJS dor ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents.
Voor eiken regel meer 7cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever.
delijk.
De bedriegersde oplichters mogen dat op
«Niets dan eigen schuld”, zegt C.
Och komzoudt ge liever willendat het
wat bij den be- uw schuld was?
Wat in het algemeen uitgemaakt kan wor
den is alleen, dat werkelijk ongelukkigen aan-
onze hulp tot het verkrijgen
om zich uit hun ongelukkigen
Youssouf voorzag die redeneering en daarom
I over de op-
van de exploitatie
Brieven on Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterljk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertontiön Din dag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
i
vergadering benevens
en mededeelingen.
van het gemeente-verelag over
i
on
geluk bewerktenzich weer op dezelfde wijze
van bedrogen te voordoen en onze weldaad, ondanks den goeden
die werkelijk I wil des beweldadigden van geen blijvende waarde
maken.
Dat eischt studie, inspanning en tijd; daarom
zal het altijd goed zijn, zoodra de gelegenheid
I er toe is, dat eenige personen zich bij elkaar
I aansluiten en zonder bepaald willekeurige han
delingen goed te keuren aan de meest geschikten
van de uitoefening der weldadigheid
op te dragen. Op den voorgrond sta echter
hoe men die zaak ook regele en welke
maatregelen men ook neme ter voorkoming
van bedriegerij dat niemandvooral niet
in deze dagen, nu bet zoo hard noodig is, zich
die met moeite zich een
Het hadnaar het Ildbld. doet uitkomen
blijkens het V. V. de aandacht van eenige
leden getrokken, dat ia het tractaat gesproken
1 van «onderdanen en burgers”, uitdruk
kingen die menvolgens deze ledenin ons
Staatsrecht niet kent. De Minister herinnerde
echter boe de uitdrukking «onderdanen” in
vele tractaten voorkomt, en ook in enkele
artikelen van het consulair reglement. Van
l «burgers” spreekt men in een Republiek.
Het komt het Ildbld. eenigszins vreemd voor,
dat leden der Eerste Kamer bewerendat de
term «onderdanen” in ons Staatsrecht niet be
kend is. Volgens art. 52 der Grondwet zweert
de Koning bij de inhuldiging dat hij de rechten
van al zijne onderdanen zal beschermen. Het
zelfde doet de Regent volgens art. 43 ten
aanzien van de rechten van alle des Konings
onderdanen. De Grondwet van 1848 sprak
ook van onderdanen bij het verbod om vreemde
ridderorden enz. aan te nemen zonder verlof
des Konings.
Het revisievoorstel heeft in de afdeelingen
der Eerste Kamer zeer belangrijke opmerkingen
uitgelokt, zoodat de behandeling er van hoogst
waarschijnlijk eerst in Meievenals van de
mijnwet, zal plaats hebben.
VERGADERING van den RAAD der
Gemeente Hemelumer Oldephaert en
Noordwolde, op Zaterdag den 15 April
1899, des vooimiddags te 9j ure.
Punten van behandeling:
Ingekomen stukken en mededeelingen.
Aanbieding van het verslag van den toestand
gemeente.
Vaststelling
"i v;
schoolgeld
4 Adres t
zijne betrekking van onderwijzer
B'J vroeg hij zijn «oplichter” niemand
lichterij te spreken.
hard bij Youssouf zelf niet
i worden
van de staten der oninbare
van den hooldeljjken omslag, van het
en van de belasting op de honden.
van A. Swart om eervol ontslag uit
r aan de openbare
lagere school te Njjega.
5. Adres van L. Sambrink te Molkwerum om
eene gratificatie voor buitengewone diensten.
6. Voorstel tot aankoop van een strookje grond
■om het als publieke weg te bestemmen.
7. Aanbieding van de rekeningen der burger
lijke armbesturen over 1898.
8. Vaststelling van het kohier van schoolgeld
over het le kwartaal 1899.
Kovduh, den 10 April 1899
De Burgemeester,
H. M TROMP.
Het is misschien niet precies zoo gebeurd
a. om
en b
8.
dergelijks komt vaak voor en zijdie er do
leelijke rol in spelenmogen zich wel eens
afvragen of zij al het kwaad dat zij anderen
berokkenen, zich wel bewust zijn.
Een Arabier bezat een paard, zoo schoon en brengen
zoo vol edele eigenschappen, dat een ander van
een naburigen stam slapelooze nachten door
bracht en zich suf peinsde op middelen om het
rijdier machtig te worden. Geld en kostbaar
heden had hij er voor geboden, meer dan ooit
voor
wilde geen afstand ervan doen.
Toen verzon bij de begeerige een
list: hij kleedde zich in lompen, bedekte zijn
gelaat met pleisters en zette zich neder op den
weg, waar bij zeker wist, dat Youssouf, zoo
heette de gelukkige eigenaar, moest passeeren.
Deze kwam werkelijk en hield bij den onge
lukkigen bedelaar op diens jammerklachten
stil, vragende, wat hij mankeerde en tot hulp
bereid.
De bedrieger sprak zoo hartroerend van zijne
ellende, vertelde zijne leugens van kommer en
gebrek met een zoo sterk sprekend accent van
werkelijke rampzaligheid, dat Youssouf, tot in
zijn binnenste geroerd, hem aanbood hem mede
naar zijn huis te nemen en van het noodige te
voorzienmaar de pogingen van den ongeluk
kige om op te staan waren vergeefschnaar
het scheen, en de gastvrije, liefderijke Arabier
sprong van zijn rijdier, tilde met inspanning
van alle krachten zijn beweldadigde er op en
deze zich, in het bezit van het zoo vurig
zij slagen vaak door goed volgehouden comedie-
i spel en de bedrogene ziet do bron zijner
menschenliefde uitgedroogd
drieger heeft gegeven, kan hij zeker niet weder
waar werkelijke behoefte is; maar
erger is bet nog, dat hij het geloof verliest in spraak hebben op
de waarheid der klachten ook van werkelijke van middelen,
hulpbehoevenden dat hij den klank der stem, toestand op te heffen en onzen steun om te
die met moeite zich een weg baant uit den voorkomen, dat oorzaken, die vroeger hun co
overstelpten boezem niet meer onderkenten I
eenig ros besteed waren, maar de bezitter l dat hij weigert, uit
worden, hulp te verleenen,
noodig is.
En de vraag iswie meer is te beklagen j
de beredeneerde liefdelooze of de armedie
tengevolge van die beredeneerde liefdeloosheid
niet geholpen wordtde laatste is misschien
stoffelijk bet slechtst af, maar de eerste lijdt in
zedehjken zinimmers liefdeloosheid is een
«Alles goed en wel”, zegt de lezer, «maar
ik bedank toch er voor opgelicht te worden
en bij voelt iets voor den vMenschenhater”
van Molière, die liever een proces wilde ver
liezen, dan de rechters er over te gaan spreken:
«j’aurai pour vingt mille francs le plaisir de
pester contre tout le monde.')
- I Maar de Misantrope had ongelijk, het is geen
begeerde paard gevoelende, wierp het masker lezier zljn uit te brakenis °oter
nnr h n Irvnnhnonnnn hmn of zir» aqo Vniiooonf non j
genot geen gal te hebben en geen behoefte
zijne verbazing bekomen was, waren paard en te gevoelen te ter><2) t wien ook.
FHirAF rpntlQ varwiiflarfl lit* mor rinn hnm -«--r-
Men zie daaruit in de eerste plaatsdat
i van plan was liefdeloos te
hij verwachtte alleen liefdeloosheid
bij anderen. Omdat zijn «oplichter” geen door
de wol-geverfde was, kreeg hij zijn paard terug
teruggave van door bedriegelijke handelingen
verkregen goederen is geen regelen daarom
ben ik ook geen onbepaald bewonderaar van
Youssoufs handelwijze.
waarde aan voorkoming der oplichterij dan aan
bet neutraliseeren der gevolgen.
Maar dat kost moeite en t
de werkelijk liefdadigen onder de lezers zullen
het met mij eens zijndat men iels moet over
I hebben voor
hand in zijn zak te steken en er wat uit te
halen kan ieder; het te doen te juister tijd en
met kans op succes eischt inspanning en studie.
«Ik geef niet aan de deur”, zegt A.
Goed, mijnheer, waar geeft u wel?
«Ik werp mijn weldaden niet in het rond”,
zegt B.
Zeer prijzenswaardig, mijnheer, want Bilder-
dijk zong reeds:
«Gij wierpt uw weldaad wel op straat,
Maar voor dien arme zonder baat.
Die arme man is blind
Maar mag ik u vragen, of gij met uw wel
daden ook iets anders doet dan «niet weg
werpen
Ik zal voor tienduizend gulden het recht
hebben mijn gal uit te braken tegen iedereen.
2) Vloeken of tekeer gaan.
ruiter reeds verwijderd. De dief riep hem
spottend toe«Zie, Youssof, ik ben hetp” 1
wildet uw paard mij niet verkoopen, daarom
nam ik het en ik zal het behouden.”
«Luister,” schreeuwde Youssouf, zoo
kon.
En de ander, meenende ver genoeg verwij
derd te zijnkeerde zich om in den zadel en
zei«spreek.”
«Gij hebt,” zeide Youssouf, «u van mijn
dier meester gemaakt, het zij zoo; beloof mij
één zaak.”
«Welke dan?”
«Dat ge nooit of te nimmer uw schandelijke
daad aan eenig sterveling vertellen zult.”
«Waarom niet?”
«Omdat indien gij vertelt, wat geschied
is bij, die u heeft aangehoord, niet meer
zal gelooven aan ellende bij hen, die als hulp
behoevend aan den weg liggen. In naam van
al wie werkelijk ongelukkig is, vraag ik u,
smeek ik uzwijg over uwe wandaad
De diefgetroffen door deze waarheid
wendde den teugel, stelde Youssouf weder in
het bezit van zijn paard, ging met hem naar
zijne tent, verbleef er drie dagen
hartelijke vriendschap verbond hem
met den mandien hij gepoogd had te be- 1
stelen.
VERGADERING van den RAAD der
Gemeente Wbrktim op Donderdag
den 13 April 1899, ’s namiddags
7} uur, teneinde te beraadslagen
over de hieronder vermelde pun
ten.
De Burgemeester.
T. M. ten BERGE.
Notulen der vorige vergadering.
Mcdedeeling van ingekomen stukken.
Aanbieding van het verslag van den toestand
der gemeente over 1898.
4. Alsvoren van het verslag
der Gasfabriek over 1898.
5. Alsvoren der rekening van do Gemeentelijke
Gasfabriek over 1898.
6. Ontwerp-besluiten tot af- en overschrijving
van posten op de Gemeente-begrooting, dienst
1898.
7. Adressen van Foeke Zeilstra alhier,
herbenoeming als stadstimmerman,
om verhooging van jaarwedde.
Missive van H.H. Gedeputeerde Staten in
deze provincie, omtrent de verordening tot heffing
en invordering van schoolgelden aan de school
voor U. L. O. in deze gemeente-
9. Resolutie van dezelfden omtrent de ver
ordening tot heffing en invotdering van school
gelden aan de O. L. Scholen in deze gemeente.
VERGADERING van den RAAD der
Gemeente H I N D E L O O P E N, op
Woensdag den 12 April 1899, des
voormiddags It’j uur.
Punten van behandeling:
I. Notulen der vorige
ingekomen stukken
II. Aanbieding
1898.
III. Wijziging der gemeente-begrooting
1898, besluit tot het doen van af- en overschr ijvin-
gen en betaling van sommige posten uit het fonds
van onvoorziene uitgaven.
IV. Reclame tegen het primitief kohier
den hoofdeljjken omslag dienst 1899.
De Burgemeester,
Van NAUTA.
de strekking ervan? Is zij niet der overweging
waard Daar zijn velen, die oplichters is
hun naam door voorgewende ellende trachten
te werken op het gevoel van menschen, die zij
als het verhaaltje het ons verteltmaar iets nauwelijks of in het geheel niet kennen. Ook
Zooals wij zeidenwij zijn er niet zeker van
dat dit verhaal geschiedkundig juist is; mis
schien is het slechts een parabel, maar
De Eerste Kamer heeft Vrijdag hare
goedkeuring gehecht aan een tractaat van
handel en vriendschap met Mexico en aan eene
overeenkomst tot wijziging van het slotprotocol
ten aanzien van een artikel der Rijnvaartakte
van 1868. Verder aan eenige naturalisaties,
de dading nopens den eigendom van duin onder
Callantsoog en het slot der rekening voor Suri
name over 1895. In afwachting dat de overige
wetsontwerpen bij de Kamer aanhangig in staat
van wijzen worden gebracht, is men tot een
nader te bepalen dag uiteengegaan.
Discussie is er niet gevoerd. De Minister
van Binnenl. Zaken schaarde zich aan de zijde
van de leden der Kamer, die bij bet sluiten
van tractaten liever gebruik zouden maken van
de Fransche taal dan van de talen der con-
tracteerende partijen. Mexico had echter van
de opening der onderhandelingen af prijs gesteld
op het gebruik der beide landstalen.
Ik voor mij hecht meer
gvu. leuen
tijd en inspanning; werd
het genot van wel te doen. Zijn
de leiding
toestand den mensch onwaardig en dus onze-1
hun geweten hebben, de pijn lijdt de liefdelooze
..utr
I onttrekke aan den plicht der weldadigheid.