i WOENSDAG 2 AUGUSTUS 1899. No. 61. De Vredesconferentie. Negen en twintigste Jaargang. Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ten dezen opzichte het H. T» 6 UITGEVER: Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM J|i A. - Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent PRIJS der ADVERTENTIÉN van 15 gewone regels 40 cents. Voor eiken regel meer 7^ cent. Bij abonnement is de pry's belangrijk lager Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. landin eene hernieuwde geestkracht om het groote werk dat Hij ondernomen heeft voort te zetten, de meest krachtige troost moge putten voor de groote en wreede beproeving, welke bij heeft doorstaan. Voor ons zal de herinnering aan een verblijf alhier immer een lichtpunt blijven in de geschiedboeken van ons land omdat wij de stellige overtuiging bezitten dat dit verblijf een nieuwe aera heeft geopend in de geschiedenis der internationale betrekkingen tusschen de beschaafde volkeren. wendige wetgevingen van de verschillende landen en in overeenstemming met hun zeer uiteen- loopende behoeften. Herinneren wij ons ten dezen opzichte het woord van een uitnemend historicus, den Hertog i de Broglie, die eenige weken geleden Z. H. het meest gunstige antwoord ont- naar aanleiding van de conferentie zeide »Wij leven in een tijdperk waarin men even veel en meer rekening moet houden met de zedelijke uitvoering van een grooten maatregel dan met de stoffelijke en onmiddelijke gevolgen er vanongetwijfeld zal de zedelijke uitwerking I van uwe beraadslagingen, thans reeds merkbaar, zich meer en meer doen gevoelen en niet in gebreke blijven op een tastbare wijze op de openbare meening in te werken. Zij zal op krachtige wijze de Regeeringen te hulp komen in hare pogingen om tot eene oplossing te geraken van het vraagstuk der beperking van de bewapeningen, dat die groote en gewettigde bemoeiing der Staatslieden aller landen zal blijven. Vergunt mijalvorens te eindigen de hoop ontwikkelen, ze op volledige wijze toe te passen. Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco aan dit adres, uiterlyk Maandag en Donderdag middags 1 uur. Advertentidn Dinsdag en Vrydag morgens vóór 12 uur. Hierna sprak de heer De Staal, wiens woorden levendig werden toegejuichto. a. Wij zijn aan het einde van onzen arbeid gekomen. Alvorens te scheiden en elkander voor de laatste maal de hand te drukken in dat schoone Paleis in ’t Bosch, richt ik tot u het verzoek u met mij te vereenigen om den cyns van dankbaarheid te hernieuwen welke wij verschuldigd zijn aan de bevallige Soevereine der Nederlanden voor de gastvrijheid ons in zoo ruime mate betoond. De wenschen die Hare Majesteit bij eene vorige gelegenheid met zoo bekoorlijke en vaste stem uitte, zijn een goed voorteeken geweest voor den loop j van onze beraadslagingen. Moge God de Re- geering van Hare Majesteit de Koningin ten hoogst zegenen voor het welzijn van het edele land onder Haar bestuur geplaatst. Wij verzoeken den heer De Beaufort in zijn hoedanigheid van eere-voorzitter van de confe- 1 rentie, onze hulde wenschen wel aan de voeten van Hare Majesteit te doen nederleggen. Wij verzoeken evenzeer aan zijne excellentie en aan de Nederlandsche Regeering wel te willen aanvaarden de betuiging van onzen hart- grondigen dank voor de welwillende mede werking die zij ons verleend hebben en die onze taak zoozeer vergemakkelijkt heeft. Wederom ter hand nemende den arbeid die zijne bijeenkomst heeft gekozen het geschikte nu 25 jaar geleden te Brussel is ingeleid onder de bescherming van keizer Alexander II, is de Conferentie er in geslaagd een vasten vorm te geven aan de wetten en gebruiken van den oorlog te land. Zietdaar, mijne heeren, de stellige resultaten na nauwgezetten arbeid verkregen. Maar bet voorname werk, de arbeid die, om zoo te zeggen, een nieuwe aera opent op het gebied van het volkenrecht, is namelijk de overeenkomst over de vredelievende regeling der internationale geschillen. Op den gevel staat geschreven»Over de algemeene hand having van den vrede.” Eenige jaren geleden heeft een uitstekend Fransch diplomaatbij den afloop van de arbitage over de Behringstraat, zich aldus uit gelaten»Wij hebben getracht ongerept te handhaven de grondbeginselen van dat verheven volkenrecht dat zich als het Hemelgewelf uit strekt over alle natiën en die de natuurwetten zelfs gebruikt om de volkeren der aarde de eenen tegenover de anderen te beschermen door hun in te prenten de voorschriften aan den wederzijdschen goeden wil.” De Vredesconferentie heeft met de kracht, die uitgaat van een vergaderingwaarin de beschaafde Staten vereenigd zijn, gepoogd ook in quaestiën van groot gewicht de grondbegin selen van intern, recht te beveiligen. Zij heeft zich ten taak gesteld ze te omschrijven, ze te Ir), a! nn na aa «taIIaïHaa wiï.nA Iaa *a «.aaaaa uit te spreken dat Z. M. de Keizer van Rus- Zij beeft op verschillende punten een nieuw recht geschapen, beantwoordende aan nieuwe behoeften, aan den vooruitgang van het intern, leven, aan de eischen van het publiek geweten, aan de beste neigingen der menschheid. Met name heeft zij een werk voltooid, dat de toe komst ongetwijfeld zal noemen het eerste internationale Vredeswetboek en waaraan wij den nederigen naam gegeven hebben van over eenkomst voor de vredelievende regeling van internationale geschillen. Toen ik de vergaderingen der Conferentie inleidde, wees ik als een der boofdelementen van onze gemeenschappelijke studie en als »de eigenlijke kern van onze taak” aande ver wezenlijking van den met zooveel ongeduld verwachten vooruitgang ter zake van bemidde ling en arbitrage. In heb mij niet vergist toen ik als mijn gevoelen uitsprakdat onze werkzaamheden in die richting van buitengewoon gewichtigen aard zouden worden. Het werk is thans volbracht. Het getuigt van groote zorg van de gouvernementen voor al hetgeen de vreedzame ontwikkeling raakt van de internationale betrekkingen en van het welzijn der volkeren. Deze arbeid iszeer zekerniet volmaakt maar hij is oprecht, practisch en verstandig Hij tracht te concilieeren, door ze te bevestigen, de beide beginselen die den grondslag uitmaken van het volkenrecht; het beginsel van de souve- reiniteit der Staten en het beginsel van eene rechtvaardige internationale solidariteit. Bij dat werk treedt meer op den voorgrond datgene wat vereenigt dan wat verdeelt. Die arbeid bevestigt dat in de nieuwe tijdendie wij in gaan, overheerschend moeten zijn die werken welke ontstaan zijn uit een behoefte van een dracht en vruchtbaar gemaakt door de samen werking van de Staten, die naar de verwezen lijking aan hunne rechtmatige wenschen streven onder duurzamer vrede, door het recht geregeld. Ik zalmijne heerenniet in de bijzonder heden treden van de akte welke verscheidenen onzer zooeven hebben onderteekend. Zij zijn uiteengezet en toegelicht in het onvergelijkelijk rapport dat zich in uwe handen bevindt. Óp het huidige oogenblik is het misschien voor barig in zijn geheel het nauwelijks volbrachte werk te beoordeelen. Wij zijn nog te dicht bij de wieg geplaatst. Er ontbreekt een verschiet voor ons gezichts- den stemhebbenden of nietdames of heeren, geen oorlog willen, maar een scheidsgerecht willen doen spreken, waar er van verschil sprake is. Bedriegen we ons niet, dan heeft ook H. M. onze Koningin in dien geest den Paus om ondersteuning gevraagd en i van 7 vangen, zoo gaat het goed. jStapje voor stapje dat vordert toch.” Als alle goede geesten maar willen samen werken, dan is er niets te doen. En goede geesten zitten er onder alle natiën, j onder alle volkeren. Daar waren ze dan bijeen Hollanders en Franschen, Engelscben en Duit- schers, Spanjaarden en Portugeezen, Chineezen en Japanneezen, Zweden, Noren, Oostenrijkers, Turken, Amerikanen en wie al niet meer. En in beginsel waren allen ’t toch eens. En daar waren buiten de officieele personen nog zoo vele officieuse. Ook zij hebben een hartig woordje mee gesproken, al staat dit niet in bet zoogenaamde protocol. De geschiedenis zal het boekstaven evengoed i als het officieele. En de geschiedenis heeft recht. De Vredesconferentie dan is gesloten en de resultaten barer zittingen zijn niet van belang ontbloot. Vooral niet, waar eene nadere samen komst, ’t zij hier of elders in vooruitzicht is gesteld. Laat ons het algemeene resumé der sluiting hieronder opnemen. SLÜITINGSZITTING. Heden werd in de groote zaal van het Huis- ten-Bosch de laatste zitting bijgewoond door al de nog aanwezige gedelegeerden, den secretaris generaal en de secretarissen van het bureau. De Erf-Groothertog van Baden zat naast den Duitschen gedelegeerden. De pers had toegang tot den koepel. De Minister van Buitenlandsche Zaken, mr. W. H. de Beaufort, eere-president der Confe rentie, hield de navolgende rede: Voordat de vergadering van heden worde geslotengevoel ik mij gedrongenu eenige woorden toe te spreken. De Nederlandsche Regeering heeft zich ge- u hier te zien; Zij heeft uwe beraadslagingen met de meeste belangstelling gevolgd en zij verheugt zich, dat uwe werkzaam heden vruchten hebben gedragen. Heeft de Vredesconferentie wellicht niet de droomen van utopisten tot verwezenlijking kunnen brengenmen mag niet uit het oog verliezen I dat zij dit gemeen heeft gehad met alle samen komsten van ernstige en bekwame mannen, die een practisch doel beoogenheeft zij aan den anderen kant de sombere voorspellingen der zwartgalligen gelogenstraft, die in haar niets anders zagen dan een edelmoedig streven geschikt om onder te gaan in de opsomming van eenige wenschen, juist daardoor heeft zij j de juistheid van blik bewezen van den verheven monarchdie voor het nemen van het iniatief van i oogenblik. Ik wensch niet in dit oogenblik op het hooge gewicht der verkregen uitkomsten nadruk te leggen. Het is waar dat een algemeene overeen stemming omtrent het grondbeginsel van ont- i wapening niet is kunnen worden neergelegd in een practische formule toepasselijk op de in- Zij is Zaterdag, 29 Juli, ’s namiddags 3 ure gesloten, de Vredesconferentie. Of het doel is bereikt? Dat hangt er van af, wat men zich er van voorgesteld heeft. Wij hebben reeds voor het begin tegen te hooge verwachtingen gewaar schuwd. Al spreken alle menschen van vrede, dan is in den regel de oorlog aanstaande. Regen en zonneschijn en zonneschijn en regen i wisselen elkander om beurten af en zoo gaat het met het humeur der menschen neteender, evenzoo met de leiders der staatkundige aan gelegenheden der verschillende staten. Roof en moord is strafbaar onder gewonen doen, maar in oorlogstijd geldt eenvoudig het recht van den sterkste en dan wordt voor den groot- sten rooverden grootsten moordenaar een standbeeld opgericht! Zwaai nu eens pardoes die toestanden om, een dubbel standbeeld voor hem, die dit kan onderstaan. Wat leert de geschiedenis Plotselinge bekeeringen zijn dingen van een oogenblik. Een vos verliest zijne haren wel maar zijne streken nooit. Zoo gaat het in de dierenwereld en in die der menschen evenzeer. Nog altijd geldt wat Dirk Raf. Camphuijzen, de verbannen Remonstrantsche predikant van Dokkum zong: »Achwaren alle menschen wijs En wilden daarbij wel, Deze aarde ware een Paradijs, Nu is zij vaak een Hel.” De mensch is nog steeds het grootste studie- voorwerp voor den mensch. En ’t staat aan hem zijne hartstochten te bedwingen. Dat is een karwei uit duizenden. »Die zeven steden won En legers heeft verslagen, Die mag vrij van laurier Een trotsche krone dragen; Maar die nog bovendien Zich zelf verwinnen kan, Geef dien den hoogsten kroon, Dat is de sterkste man.” De vredes-gezindheid gaat van het individu uit. En zoolang er nog lieden gevonden wor- lukkig geacht den, die zich verzetten tegen het openbaar gezag tot handhaving der orde mag men van wereldvrede droomen, maar dan is het begin daarvan zelfs nog niet aanwezig. Tot handhaving van den vrede in eigen en breeder kring is ieder denkend schepsel ge roepen en moet dit zelve, voor zoo veel in hem is, medewerken. Vrede in het het gezin, vrede met God en medemenschen. Vrede in den eigen lande, al sluit deze eisch de beginsel-quaestie niet uit. Als op dit kompas gekoerst wordtdan kunnen de verschillende volkeren zich verstaan en kan er van een begin van wereldvrede sprake zijn. En dat begin is er. ’t Was er reeds vroeger. De conventiën van Brussel en Geneve hebben ’t bewezen. Denk aan de instelling van bet Roode Kruis, de dienende liefde onmiddelijk achter den daemon der vernietiging en verminking. De Haagsche Conferentie heeft weder een schrede voorwaarts gezet. Dit is het verblijdend resultaat. Daar bij is tevens gebleken, dat zoovele edel-denken- FRISO mms- n urn üi ia in uni) mini ui list i\ii. i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1899 | | pagina 1