WOENSDAG 16 AUGUSTUS 1899.
No. 65.
Transvalia.
Officiéél gedeelte.
Negen en twintigste Jaargang.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
f
II.
Prijs per kwartaal 70 cent franco per post 8S cent
PRIJS der ADVERTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents.
Voor eiken regel meer 7j cent. Bij abonnement is de prijs belangrijk lager
Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever.
aan bun zenders en
i opnieuw gedreigd
UITGEVER:
Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM.
vestigden zich de boeren, op hun eigen kracht,
de vlugheid van hunne paarden en de juistheid
van hun schot vertrouwende.
goed als woest
en
waarop alleen wilde volksstammen gingen jagen,
r’
dapper aan
in voor.
En toen werd ook de zuidpunt van het toen
nog weinig bekende Afrika door Nederlanders
in bezit genomenaanvankelijk ten nutte van
dat bij de Engelsche regeering aanbiedingen de tocht, om welke te volbrengen veel moed
inlander die nimmer met vriend-
i bedoelingenmaar altijd om te
gebied van de Transvaal betrad
werd neergeschotenzal wel waar
en vastberadenheid noodig was.
Eindelijk werd dan toch de rivier bereikt,
die de. Vaal wordt genoemd, en als men haar
overtrokbevond men zich op onbewoondop
vrij terrein. En in dat zoo
liggende land, dat niemand toebehoorde
De boeren zouden wel dom moeten zijn als
zij het opzet niet doorzagen en daarom zijn zij
i om zichliever dan zich daaronder
te krommen, naar de onbekende wildernis te
begeven om daar den strijd om het bestaan
met wilde dieren en heidensche volksstammen
te aanvaarden.
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterljjk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiön Dinsdag en Vrjjdag morgens vóór 12 uur.
-
hetzij groot of klein van
een zekere band behoort te bestaan waardoor
de verschillende deelen een zekere eenheid
vormen en waardoor wet en recht niet van
ieders bizondere meening of van de macht van
den sterkste afhankelijk zullen zijn, is ’t geen
wonder, maar lag het voor de hand, dat de
Transvalere (dat zijn de over de Vaal getrokkenen)
den republikeinschen regeeringsvorm zouden
kiezen.
Van het even willekeurige als wreede Koning
schap van Philips II waren geen andere dan
treurige herinneringen of overleveringen bewaard
gebleven en de druk van het Engelsche Koning
schap hadden zij zwaar en bezwarend genoeg
de scheepvaart naar Oost-Indië, onder de be- bevonden
naming van «de Kaap de Goede Hoop.”
Het land Noord- en Oostwaarts bleek echter
bij uitstek geschikt voor kolonisatie en tot het
stichten van een kolonie werkten de omstandig
heden mede. De gruwelijke geloofsvervolging
toch, waaraan onze Calvinistische voorouders
ten doel stonden en een dito vervolging in
Frankrijkbevolkte betrekkelijk spoedig de
Kaapkolonie met Calvinistische landverhuizers,
zoo zelfs, dat èn door vermeerdering der geves
tigde bevolkingèn door toevloed van nieuwe j
landverhuizersmen zich gedrongen gevoelde
om verder oost- en noordwaarts op te trekken,
waardoor de republiek, »de Oranje-Vrijstaat”
genaamd, ontstond.
Want de zucht om vrij te zijn en zich niet
door een vorst maar door zelf gekozen mannen
te laten regeeren die zucht was uit het
moederland mee herwaarts genomen en plantte
zich van geslacht op geslacht voort.
En mede en vooral ook uit die zucht ont
stond de republiek die wij Transvaal noemen.
Niet altijd toch, niet ook tot op dezen tijd
zou de Kaap de Goede Hoop met bare uit
gebreide kolonie een Nederlandsche bezitting
zijn.
Tijdens de vernedering waarin ons land onder
Napoleon I verkeerde, nam Engeland, dat met
Napoleon in oorlog was, daaruit aanleiding om
een groot deel van onze koloniën in bezit te
nemen, en daaronder ook de Kaap de Goede
Hoop met hare kolonie.
Al spoedig bleek, dat de boeren-kolonisten
zich moeielijk naar de eischen van het inhalige
Engelsche bewind konden schikken, de druk
werd voor hen telkens zwaarder, ook omdat bij
in strijd was met hun belang en hunne repu-
blikeinsche ideeën.
Een groot aantal van henNederlanders
vooral, besloot daarom weg te trekken, verder
noordwaarts Afrika in en een nieuw land op
te zoeken waar zij vrij konden zijn.
En voort gingen zij door de Oranje-Vrijstaat
met hunne zwaar beladen ossenwagens en hunne
kuddenfel bestookt door op roof en moord
beluste Kaffers. Moeielijk en gevaarlijk was
weinig zou overblijven voor Engelsche bemoei
en exploitatiezucht.
Toch zou het misschien niet tot een open
baren oorlog zijn gekomen, indien ’t niet ge
bleken was, dat de Transvaal diamantvelden
en goudmijnen had bezeten. Er kan moeielijk
iets genoemd worden dat in staat is de hebzucht
meer te prikkelen dan diamant en goud. Een
groot aantal gelukzoekers uit schier alle hemel
streken stormden het Transvaalsche gebied
binnen. Een gereede aanleiding voor Engelsche
kapitalisten om door het exploiteeren van goud
mijnen schatten te verdienen, iets wat het best
zou slagen indien het boerenbewind aan een
kant kon worden gezet en door een Engelsch
vervangen.
Maar dewijl men zeer goed, ook bij ervaring
wist, dat het niet veel hielp als men al tot de
boeren zeide: ga heen, waren diamanten en
goud en het beheer over goudmijnen het Torey
Kabinet wel een oorlog met de boeren waard.
En de publieke opinie, dia in Engeland nog
al in aanmerking wordt genomen was immejs
door opgeschroefde zendelingsverbaleu voorbereid
en bewerkt.
De proef viel echter niet gunstig uitde
boeren verstonden beter de kunst geweld met
geweld te keeren dan verwacht werdhet
I Engelsche leger op hen afgezonden, werd door
de boeren vernietigd of verstrooid en zijn bevel
hebber sneuvelde mee.
Toch bleef in zekeren zin de oorlogstoestand
nog voortdurenmaar toen in Engeland een
Whig Kabinet optrad met Gladstone aan het
hoofd werd er vrede gemaakt en bij wettige
Conventie de Transvaal vrij en zelfstandig ver
klaard.
En niettegenstaande dit, ligt Jamesons ver-
I raderlijke inval, met voorkennis van het tegen
woordige Torey bewind beraamdnog versch
in het geheugen.
Opnieuw echter kwamen de Engelschen er
met schade en meervoudige schande af.
Toch laten de Engelschen het plan om de
Transvaal te bezitten niet los. Met oorlog is
en omdat allen die eenigs-
zins redelijk denken, binnen Engeland zoowel
als daar buiten oorlog afkeuren, wordt getracht
het doel langs den politieken weg te bereiken.
Door de groote menigte vreemdelingen die
in de goudstad Johannesburg gevestigd zijn en
waarvan de meesten de Engelsche taal spreken,
bet kiesrecht te verzekeren zou men op den
duur kunnen bereiken wat met een oorlog toch
zijntevens zal ’t wel waar zijn, dat een kaffer, altijd wisselvallig is.
Uit een particulier schrijven uit Amerika
blijkt onsdat men daar te lande sterk tegen
de Transvaalsche boeren en hunne regeering is
ingenomenen naar de berichten luiden, is dit
evenzoo in Canada en in Australiëzoo zelfs,
weinig genegen om de verstrekkende eischen
van Salisbury en Chamberlain in te willigen.
Belangrijke concessiën zijn door de boeren reeds
gedaan en zij hebben gelijk met te zeggen
tot zoo ver, maar niet verder. Niet goedschiks
zich door uitheemsebe gelukzoekers aan Engel
sche willekeur en gouddorst laten overleveren.
Als men niet wist hoe zwaar macht en goud
bij de Engelsche bewindsmannen weegtzou
men er zich over verbazen, dat de regeering
van eene beschaafde natie zich durft verstouten
om zoo diep in de binnenlandsche aangelegen
heden van een kleinerustige natie in te
grijpen met het tegen beter weten in voorop
zetten van de aanmatigende, grove onwaarheid,
dat men over die natie suzereiniteitdat is
opperheerschappij of voogdijrecht bezit.
CONATUS.
die werd aangenomen om tegen loon arbeid
te verrichten, die zich in alle opzichten slecht
gedroeg en onbetrouwbaar bleek, niet malsch
werd afgestraft, maar zooiets kwam dan toch
En dewijl dan toch in elke maatschappijniet in vergelijking met de aanwending van I
omvang of door ledental j maxim kanonnen, door wier projectielen ook
de meest onscbuldigen werden getroffen.
Intusschen werd het doel bereikt; het over
dreven en opgesmukte alarm van de «Christen
I zendelingen” had de publieke opinie in Enge
land met verontwaardiging jegens de boeren
vervuld iets wat de regeering den plicht op
legde of liever de begeerde aanleiding gaf om
zich met ernst met de zaken in Transvaal in
te laten.
Intusschen kan gezegd worden dat de Trans
vaalsche republiek doorgaande een doorn in
het oog was van vele Engelsche bewindsmannen,
als vreesden zij dat de boeren hun gebied zoo
ver zouden uitbreidendat er van Afrika te
VERGADERING van den RAAD der
gemeente WORKUM, op Donderdag
den 17 Augustus 1899, ’s namiddags
8 uur, teneinde te beraadslagen over
de hieronder vermelde punten.
De Burgemeester,
S R BIJLSMA, l.-B.
I. Notulen der vorige vergadering.
II. Mededeeling van ingekomen stukken.
III. Rapport van het onderzoek en voorloopige
vaststelling der Gemeenterekening en goedkeuring
der arm- en wees voogdij-rekeningen over 1898.
IV. Onderzoek van den geloofsbrief van het
benoemde raadslid de heer G. Posthumus Gz.
V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
inzake de concessie tot. tolheffing aan den weg
van Workum naar Bolsward.
VI. Adres van de Bond „Friesche Stoom vaan
belangen” om plaatsing van lantaarns op de be
weegbare bruggen.
VII. Alsvoren van de Directie der Algemeene
Verzekering-Maatschappij „de Philantroop” omtrent
deelneming voor ambtenaren in de bestaande pen-
sioen-verzekering.
VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het vaststellen eener verordening op de heffing
en invordering van schut- en opbrenggelden voor
het in bewaring gebrachte vee.
Onderstaand artikel van Conatus, voorkomende
in de jongste Enkhuizer Courant, drukt zoo
juist ook naar onze meening de Trans-
vaal-quaestie uit, dat we het gaarne in onze
kolommen overnementemeer omdat we nog
gisteren een uitvoerig gesprek hielden met een
inwoner der Republiek, tijdelijk hier vertoevende,
die zich niet kon voorstellendat bet tot een
oorlog zou kunnen komen. Over verdere bij
zonderheden van ons gesprek nader. Vooreerst
dus Conatus aan ’t woord.
inkomen tot het verleenen van hulp om de
«boeren” ten onder te brengen.
Het een en ander zou kunnen dienen als
bewijs, dat Frankrijk niet het eenige land ter
wereld iswaar door vooroordeel het gevoel
voor rechtvaardigheid aan ’t dwalen kan geraken.
Wanneer een eiland of landstreek wordt ont
dekt, die alleen door wilden wordt bewoond
en die dus «aan niemand toebehoort,” dan
■wordt dat eiland of die streek in bezit genomen
en wordt er de vlag geplant der natie tot
welker gebied het ontdekte zal behooren. Thans
gaat dit niet meer zoo gemakkelijk, want er
is niet veel meer te «vinden” dat de kosten
van vestiging en beheer loont; Duitschland, al
erkent het ’t niet, zal ’t daarom toch wel reeds
weten.
In vroeger tijd echterlaat ons zeggen van
omstreeks drie eeuwen geledenging dit vrij
gemakkelijken wij, Nederlanders, deden er
mee en gingen er in vele opzichten
De boeren hebben gebruik gemaakt van het
van eeuwen her erkende recht om landdat
geacht wordt aan niemand toe te behooren, in
bezit te nemen en een Staat te formeeren met
een republikeinschen regeeringsvorm.
Hadden de Engelsche Staatslieden recht of
gegronde aanleiding om zich met de zaken der
Transvaalsche republiek te bemoeien
In geenen deele. Maar baatzuchtige en
heerscbzuchtige Staatsliedendie hun machts
kring altijd te beperkt vinden en die, als zij
de gansche wereld de wet konden voorschrijven
en exploiteeren misschien het begeerig oog ook
nog naar de Maan wenden zoudenStaatslieden
die, om hun doel te bereiken onzedelijke mid
delen durven aan te wenden zulke staats
lieden weten steeds een aanleiding te vinden
of te scheppen die in ’t oog der natie die zij
regeeren en in dat der wereld hun een zedehjk
recht geeft om zich met eens anders zaken in
te laten.
Het is bekend dat de Engelschen veel piëteit
aan den dag leggen omtrent het bekeeren van
heidenen en dat zij daarvoor groote sommen
offeren. Engelsche zendelingen waren dan ook
steeds in schier alle werelddeelen werkzaam.
Voor de regeering waren ’t wel eens kostelijke
voorloopers voor het bereiken van belang- of
heerscbzuchtige oogmerken. En zoo waren dan
ook zendelingen werkzaam in het uitgestrekte
gebied bewesten dat van Transvaal.
Of die zendelingen er voor betaald werden
dan of zij er voor waren geïnspireerdweten
we natuurlijk niet, maar dit is zeker, dat uit
hetzelfde gebied waar de maxim kanonnen van
Rodes en Jameson de bevolking tot onderwer
ping bracht, door de zendelingen allerlei akelig
heden omtrent de wreedheid der boeren tegen
over de arme heidenen i
aan de dagbladen werden kenbaar gemaakt.
Hieraan zal het vooroordeel jegens de boeren,
op te merken bij hen die Engelsch spreken
wel voor een goed deel moeten worden toege
schreven.
Dat een
schappelijke
rooven het
wel eens
■IS- II Uil HIT IAIII
iiitiiiiwuiii'i.nii
8
FRISO