1 I I I J WOENSDAG 14 FEBRUARI 1900. No. 14. Friesland in 1530. Al I I -fl j i Buitenlandsch Nieuws. Dertigste Jaargang. Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. e r i de Rijkspartij kwam met 1 vreemd soort bril moeten be- 1 en Daar ons eigen land geene leer- 1 als borstsieraden gouden en zilveren ja U I 'f G E V E B: Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM de berichten van I Prijs per kwartaal 70 oent franco per post 85 oent PBIJS der ADVEBTENTIËN van 15 gewone regels 40 cents. Voor eiken regel meer 7| cent. Bij abonnement is de prys belangrijk lag Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever. i lichaamsbouw en onversaagd gemoed. 1 71 y Aldus prijst Worp van Thabor zijn volk Denkelijk zal hij de medaille wel den schoonsten kant hebhen bekeken, doch men toen reeds van het rijke hedendaagsche over het tegen wees er ver ver en hun overvloed van zilver en goud. ingetogenheid van uit Friesland zoovele uitstekende personen zijn voortgekomen die door bekwaamheid en eere ambten in het buitenland naam hebben gemaakt. Toch vindt men aangeteekend, dat voor het jaar 1570 in Friesland nog geen drukkerij bestond hetgeen wel bewijst, dat der Friezen de gelegenheid ontbrak om in eigen gewest verder te komen, maar dat zij in het buiten land toondeu te kunnen, als de gelegenheid zich voordeed. (Stellingwerf.) naar Duitschland, Frankrijk en zelfs Italië om Wittenberg Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 nur. Advertentiön Dincdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur. bemind is, is stellig mede een reden van de gestadige uitbreiding van de rebellie van de ons het een en ander in handen is Het Friesche volk is krijgshaftig, van forscben en van een kalm en Het is een vrij volk, dat meer dan betamelijk aan de dronkenschap over te geven. Zij bezitten een soort van horens, van wilde dieren afkomstig en van ontzetten den omvang, met goud of zilver beslagen, van welke zij zich bij hunne maaltijden bedienen. Als zij aan tafel een ander den beker toe brengen, zijn zij gewoon elkander de rechter- I edelen en vermogenden, tot wier spijs zij meer bijzonder behooren, maar zelfs de klassen en toe kunnen eten. Omtrent de Friesche zeden zegt Worp Terwijl ik den lof der Friezen te vermelden en hunne zeden te schetsen wenscb, verdient te worden opgemerkt, dat de Friezen, hoewel zij tot de Germanen gerekend worden, thans (dus plm. 1530) door voorkomen, taal en zeden, ten sterkste van de overige Duitsche volken verschillen. Dat verschil bestond reeds bij onze vaderen, zoodat een Fries, ver van zijn vader land verwijderd, alleen daaraan gemakkelijk kon herkend worden. F F meen ik hieruit te moeten verklaren, dat -weinig omgang met de naburen had. thans (1530) zijn zij, tengevolge van vuldig onderling verkeer, naar het uitwendige meer aan de schoon de vrouwen nu vooral in kapsels aanmerkelijk van de der naburige volken verschillen. F landslieden overtreffen echter die van alle om aan vreemden te gehoorzamen, ook over anderen niet begeert te heerschen. Uit liefde tot de vrijheid aarzelt het niet, zich aan levens- 1 om de vloot klein te houden gevaar bloot te stellen en het verkiest den dood boven de slavernij. Daarom erkennen zij ook geen krijgsrang of waardigheden en dulden niet, dat iemand hunner, om den wille des oorloge, boven zijne medeburgers zich verheffe. Echter gehoorzamen zij aan rechters, die zij jaarhjksch uit hun midden verkiezen en die het gemeenebest naar billijkheid besturen. Op kuischheid stellen zij hoogen prijs en het gebrek De oorzaak hiervan laan eerbaarheid wordt in de vrouwen gestrenge- men lijk gestraft. Doch het veel- gelukkig. van Duitschers gelijk geworden, of- zeker is, dat men toen reeds nog in kleeding en Friesland kon spreken. En een vrouwen danig van goud moeilijk zou daarvan een dergelijk voorbeeld te vinden. Zelden ziet men alsdan eene boerenvrouw, die hoeven van den commandant Lubbe van Jacobs- dal werden verwoest. Wanneer lord Roberts dergelijke depêches opstelt, zegt de Débats, abedriegt bij de geheele wereld en zegt hij het tegendeel van de waarheid.” Zijne Engelsche lezers zullen wel overtuigd zijn, maar, vervolgt het blad, »de wereld zal weten wat zij voort aan van de beweringen des veldmaarschalks lord Roberts en de Britscbe wijze van doen te denken hebbe.” De correspondent van de Münchener Allge- meine Zeitung schrijvend over de steeds toe nemende moeielijkheden van de Engelschen in de Kaapkolonie zegt, dat gouverneur Milner, door den loop der gebeurtenissen zeer is aan gegrepen en erg oud schijnt geworden. Ik ge loof, zegt hij, dat het bewustzijn van de ver antwoording hem zwaar drukt. Hij die vroeger niet genoeg wist te praten is thans zeer laconisch geworden. Overal hoort men stemmen op zijn terugroeping aandringen; zou zeker de eerste stap zijn, dien Enge land, zelfs ingeval het zegevierde, zou moeten doen, om de vijandige partijen aan de Kaap te verzoenen. Ik geloof dat men in Engeland niet vermoedt welk een doodelijken haat de Afrikaanders dezen man toedragen, daar zij in In het te Canea verschijnend blad nog eens aan te Asty komt een bericht voor, dat de bedoeling i om eens langs niet-officieelen de drie groote weg gewaar te worden hoe de mogendheden Tot lof des Frieschen volks, zegt Worp, is eenden, I veel door de uitstekendste mannen geschreven, vogels niet te waarvan spreken, die in Friesland ontelbaar zijn, doch gekomen. die men elders ook vindt, is er hier eene zóó in den wapenhandel geoefend, groote hoeveelheid zwanen, dat niet slechts krachtigen ij meer j-o- D- --v - geringere j zijne eigenaardige zeden heeft en, ongeneigd de boeren daarvan tot verzadiging hand te drukken, waarbij de vrouwen gewoon- vleesch een hjk nog een kus voegen. Dit laatste wordt in geen geval onvoegzaam geoordeeld. rijke lekkerbekken niets ontbreekt, om hunnen smaak te streelen. Want, om van tcuuvu, ganzen en andere soorten van i schrijver, die iets dergelijks De Friesche i woordige Friesland wilde opteekenen, zou alles an- wel door een t. dere Germaansche gewesten door de beschaafd- schouwen. heid en ingetogenheid van hunne gesprekken In Worp’s tijd en i de netheid en fraaiheid van hun huisraad, de middelstand nam, tijdens den langdurigen vrede dit alles betreft nog slechts de vrouwen uit het j volk. De adelijke vrouwen zijn met nog zoo vele andere gouden en zilveren kle’noodiën van allerlei aard opgepronkt, dat zij er meer mede beladen dan versierd schijnen, hetgeen voor de Duitschers, die soms Friesland bezoeken, een ongewoon en vermakelijk schouwspel op levert. Ofschoon men gewoon is, aan de Friezen een woeste en onmeedoogende geaardheid toe te kennen, openbaren zij die echter alleen ten opzichte van hunne vijanden en geenzins van allen zonder onderscheid. Door buitengewone mildheid, wellevendheid en gastvrijheid over treffen zij veeleer andere volken. Vreemde- i en behoeftigen worden vaak vriendelijk ontvangen en rijkelijk onthaald. Ook vieren zij talrijke, ja bijna dagelijksche DUITSCHLAND. In den Rijksdag is het debat over het nieuwe vlootwetsontwerp voort gezet. Graaf Arnim van warmte voor het ontwerp op. De staatssecretaris Posadowsky volgens op, dat de eenige vraag is, of de grooting van de vloot noodzakelijk is en of bet dit Duitsche volk de kosten kan dragen. De Uaatssecretaris wees dan op de groote ver- meerdering zoowel van den invoer als van den uitvoer over zee, op den toenemenden welstand van het volk, ep verklaarde dat het ontwerp bij de beide lezingen in den Bondsraad een- hem nog meer dan in Rhodes de onmiddelijko stemmig is aangenomen. oorzaak van den oorlog zien. Dat hij zoo on- Richter, lid van de vrijzinnige volkspartij constateerde dat de toeneming van den handel ter zee juist heeft plaats gehad in den tijd toen Afrikaanders in de kolonie, er gebrek aan kruisors was. Die toeneming hing volgens hem samen met den economischen vooruitgang van het land, met de verbooging van den levensstandaard en de vermeerdering van bet verbruik. De staatssecretaris Von Tirpitz antwoordde daarop, dat Richter zijne kennis heeft misbruikt i en sprak de hoop uit dat de geschiedenis niet eenmaal vonnis mocht vellen. De afgevaardigde Rickert kwam met warmte voor de vlootversterking op. De Pool Motty was er tegen, de antisemiet Liebermann von Sonnenberg en de Litthauër Smalak is er voor. FRANKRIJK. Naar aanleiding van den reeds gemelden zonderlingen stap des befaam- den majoors Esterhazy tegen het amnestieplan, weet een Londensch berichtgever der Temps die een onderhoud met een vriend van hem heeft gehadeen en ander mede te deelen waaruit men zou kunnen afleiden, dat Ester hazy nu feitelijk Dreyfus’ onschuld (vroeger steeds door hem geloochend) erkend heeft, door te zeggen, dat het door hem, Esterhazy, ge schreven borderel slechts ten gevolge van de toevallige overeenkomst van schrift den kapitein werd ten laste gelegd. ENGELAND. De Regeering vraagt aanvullingskrediet van (156 millioen gulden) tot bestrijding van de kostenverbonden aan de oproeping van de 120,000 man extra die tengevolge van den oorlog onder de wapens geroepen gedurende het op 31 Maart eindigend begrootingsjaar en verder van andere hooge uitgaven voor mili taire doeleinden. Lord Roberts’ bewering, dat de Engelschen bij het oorlogvoeren zich van vernieling der de Gaarne mogen we snuffelen in oude kronie ken. Vooral Worp van Thabor, geboren te Rinsumageest, later prior van 't bekende klooster, heeft veel belangrijks nagelaten. Juist in den tijd van zijn priorscbap, van 1523 tot 1538, schijnt hij zijne kronieken ge schreven te hebben. In zijn tijd behoorde Friesland aan keizer Karel V en genoot rust en vrede, die voorheen zoozeer ontbraken daardoor bloeiden landbouw en veeteelt; en het is geen wonder dat Worp de loftrompet over zijn geboorteland uitsteekt, j Friesland, zegt hij, is vruchtbaar in granen, lingen, onbekenden overvloedig in gras en levert ontzaglijke groote en vette ossen op, die door inbeemsche en vreemde kooplieden naar elders worden ver- gastmalen, waarbij zij echter gewoon zijn, zich voerd. Het levert overvloed van melk, boter en honig op, waarvan bet vele streken van Nederland voorziet. Van de veengrond zegt j hijAldaar worden kluiten aarde (veen) uit gestoken, die, in de zon gedroogd, het gebrek aan hout rijkelijk vergoeden; anderen evenwel voeden het vuur met gedroogden koemest, i Van het wildHet land telt zooveel land- en watergevogelte, welks eieren en voortreffelijk voedsel opleveren, dat zelfs aan OOSTENRIJK-HONGARIJE. De Verzoe- nings-conferentie is begonnen met zich in twee afdeelingen te splitsende eene houdt zich voorloopig bezig met de Moravische, de andere met de Boheemsche Zaken. In de zitting van de eerstedie door de afgevaardigden van de verschillende Moravische partijen en de ver tegenwoordigers der Regeering werd bijgewoond, werd een algemeen debat gevoerd over de nationale verhoudingen in Moravië, waarbij men het er van alle kanten over eens was, dat men tot eene overeenstemming diende te komen in de quaesties, opdat de vurig gewenschte vrede I tot stand kon komen. Er werd besloten om in de eerstvolgende zitting te beraadslagen over de basis, waarop men de taalquaestie zou kun nen regelen ten opzichte van autonome bestu ren in Moravië. In de eerste bijeenkomst van de Boheemsche afdeeling heeft de minister-president medege deeld, dat de afgevaardigden der Duitsche Volks partij geprotesteerd hebben tegen de invoering van een tweede landstaal in Eger en Asch. Daarna werd de regeling der taalquaestie ten opzichte der autonome besturen in Bohemen behandeld. De vergadering besloot eene sub commissie te benoemen, die zal hebben te be- een raadslagen over quaesties, waarover men het 13 millioen pond sterling in de algemeene zitting niet eens is kunnen worden. ITALIË. In den Senaat heeft de minister Visconti Venosta verklaard, dat de betrekkingen met Engeland steeds van vriendschappelijken aard zijn en vol wederzijdsch vertrouwen. Hij hoopte, dat de gebeurtenissen in Afrika niet verwikkelingen van meer De Regeering zou over van het land zouden leiden tot algemeenen aard”. o D rechtstreeksche belangen particulaire eigendommen onthouden, noopt de waken. van groot gewicht is versierd. Hierbij voegen en Pavia, doch vooral Keulen, Leuven en Ros- Débats om de berichten en beschouwingen in CRETA. de rijken, naar voorvaderlijk gebruik, armban- tock werden door hen bezocht. da Times van 15 Januari i den en als borstsieraden gouden en zilveren j Opmerkelijk is ook, dat, terwijl de geleerd- halen, betreffende generaal Babington’s tochten j schijnt te hebben haken en platen van niet geringe waarde. En heid in ons land nog op een lagen trap stond op Vrijstaatscb gebiedtoen de drie groote weg gewaar te was niet alleen de talrijke manierendoor de pracht hunner buizen, Friesche adel krachtig en vermogend, ook de non kon -In I m ftI pl«f a n nam fiidpna dpn 1 (tn oA 11 Tl upn vrpdp kostbaarheid en de sierlijkheid hunner kleeding in aanzien toe. Vele edelen, die voorheen den hun overvloed van zilver en goud. tijd besteden met hunne oude veeten uit te Vandaar, dat de vrouwen op feestdagen zoo- vechten en nieuwe te zoeken, legden zich nu zilver schitteren, dat het op de wetenschappen toe, vooral op de rechts- zijn, elders in de christenwereld geleerdheid. Daar ons eigen land geene leer- scholen daarvoor had, maakten zij groote reizen naar y^-'-rookio»,^ .mifa Tiolm niet met een zuiver zilveren of vergulden gordel daar de hoogescholen te bezoeken. Hierbij voegen en F nieuws n mw lillll ÏOOHIlllBm U«- J 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1900 | | pagina 1