h
r
E'
ZATERDAG 3 MAART 1900.
No. 19.
b
1
Nieuwstijdingen.
Dertigste Jaargang.
Dit Blad verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
van haar bezoek
l
I
--
Prjjs per kwartaal 70 cent franco per post 86 cent
PRIJS der ADVERTENTIËN van 15 gewone regel# 40 cents.
Voor eiken regel meer 7} cent. Bij abonnement is de prys belangrijk lager
Voor waarden daaromtrent te vernemen bij den Uitgever.
UITGEVER:
Y. KUIPERS, FIRMA H. BRANDENBURGH EN ZOON. TE WORKUM
Onder de sollicitatie,
van veer-
Tiel komt het volgende schrijven
Verder wilde hij als voorwaarde aan de invoe- I
het Nederlandsche Roode Kruis heeft van den
Minister van Buitenlandsche Zaken de mede-
deeling ontvangen, dat de Nederlandsche re-
A
h
Gelezen
heb ik de eer u bij dezen mijn diensten
te bieden.
als veerman
druk en te warm, zoodat ik gaarne
I
Brieven en Berichten, de Redactie betreffende franco
aan dit adres, uiterlijk Maandag en Donderdag middags 1 uur.
Advertentiön Dinsdag en Vrijdag morgens vóór 12 uur.
geering, in overleg met het Russische gouver
nement, bij den Portugeeschen Minister van
Koloniën stappen heeft gedaaan tot het onge
hinderd doorlaten naar Pretoria van de arnbu-
lance-van Leersum, (Russisch-Hollandsche ambu-
lance), tegen wier doortocht de Portugeesche
gouvernements-ambtenaren te Mozambique be
afhankelijk te stellen van een nadere wet in j zwaar hebben gemaakt.
Naar het Handelsblad verneemt heeft de
Gouv.-gen. van Ned -Indië de invoering der
wijziging van den lucifers accijns in Indië voor
onbepaalden tijd verdaagd.
Ook te Leeuwarden bestaat het voorne
men eene vereeniging Volksweerbaarheid
op te richten. Door 25 ingezetenen van ver
schillende politieke en godsdienstige richting
is eene circulaire verspreidwaarin zij hunne
stadgenootenmannen en vrouwen oproepen
tot het bijwonen eener openbare vergadering
op Woensdag a.s., ten einde tot de oprichting
over te gaan.
Het voorloopig bestuur is samengesteld uit
de heeren mr. J. van Binsbergenmr. A. D.
H. Fockema Andreae en G. J. Bergman.
het Friesche Tijdschrift
3de Maert 1900:
in elk geval dat de dappere Cronjé, in wien
de Boeren zooveel vertrouwen hebbenniet
meer aan den strijd kan deelnemen. En dan
verder: »Het is nog niet bekend, welke ver
liezen generaal Cronjé met zijn kleine helden
schaar den Engelschen heeft toegebrachfen
misschien zal Engeland reden hebben den daar
over liggenden sluier nooit geheel op te lichten.
Dit echter is wel zeker, dat de krijgsgeschie
denis geen voorbeeld oplevert hetwelk naast
dat van Cronjé kan worden gesteld, en daarom
zalhoe tragisch zijn ondergang moge wezen
zijn naam, met dien van zijne dappere Boeren
in de geschiedenis altijd een eereplaats innemen.”
De ontmoeting van generaal Roberts en
generaal Cronjé vondvolgens een Reuter-
bericht, voor een eenvoudigen wagen plaats,
dien Roberts tot slaap gelegenheid dient. Toen
des morgens te 7 uur een kleine groep ruiters
onder leiding van generaal Pretyman in ’t
gezicht kwam, liet lord Roberts een afdeeling v
Hooglanders aantreden. Toen de ruiters nader
kwamen, zag men rechts van Pretyman een
oudachtig uitzienden man in eenvoudige klee-
ding met een breedgeranden vilten hoed op
het was Cronjé. Roberts en diens generale
staf ontvingen hem staande. Pretyman stelde
hem aan Roberts voor met de woorden: »Com-
mandant Cronjé.”
Cronjé groette op militaire wijze en Roberts
beantwoordde zijn groet. De ruiters stegen af,
Roberts trad op Cronjé toe, reikte hem de
hand en sprak »Gij hebt u dapper verdedigd 1”
Daarop noodigde Roberts Cronjé uit eenig
voedsel tot zich te nemen.
Tot nu toe heeft men 3700 gevangen Boeren
geteld.
Een sollicilant.
brieven voor de vacante betrekking
knecht te
voor
ring van leerplicht verbonden zienbeperking
van het leerplichtig onderwijs, eerbiediging van
het recht van andersdenkenden, aansluiting van
de wet aan maatschappelijke toestanden, eischen
en nooden, en volle eerbiediging door de wet
van de gewetensvrijheid. En wat dit laatste
betreft verlangde hij herziening van art. 54bis
der schoolwet in dier voegedat het beginsel j
der rechtsgelijkheid voor de bijzondere scholen
volkomen wordt verwezenlijkt. Later, zei spr.
zou hij voorstellen de invoering van leerplicht
dien zin. Hij aanvaardde deze wet als een j
middel tot voortzetting van de onderwijs-pacifi-
catie in de richting van een vrije school voor
de geheele natie. Hoewel erkennende dat
allereerst de Kerk met haar zedelijke middelen
moet tusechenbeide komen indien de ouders
het onderwijs van bun kinderen verwaarloozen,
wettigde hij staatstusschenkomst bij relatief
schoolverzuim, hetgeen hij een gevaarlijk ver
schijnsel achtte.
Door de heeren Van KolSchaper en
Troelstra zijn een drietal amendementen inge
diend strekkende om aan art. 47 der school
wet toe te voegen
1°. dat in die gevallen, waarin gebrek aan
voeding of kleeding oorzaak is van ongeregeld
schoolbezoek of het kind verhindert in vol-
- INHOUD van
I vSljucht en Rjucht.”
Minne Simens, Sj. de Zee. In wirdke
oan de hear Th. v/d. S., M. Miedema.
Fryheit, In frysk fanke S. K. Myn Like-
blom, M. Miedema. Us Beppe, Madzy.
Briefwiksel. Koartswyl. In hopen lijen
is net to mijen (mei plaetsjes), D. H. Z.
De nieuwe commandant van Bronbeek.
De gepens. luit.-kolonel van het Oost-Indisch
leger jhr. N. C. van Peurn, die, in plaats van
wijlen den luit.-genera. K. van der Heijden,
benoemd is tot comma dant van
Koloniaal Militair Invalidenhuis op Bronbeek,
heeft in Indië een niet onbelangrijke loopbaan
achter zich.
Zaterdag vertrekt van Amsterdam per
s.s. Prinses Sophie een detachement koloniale
reserve, sterk 100 onderofficieren en minderen, I
naar Oost Indië.
Gelukkig gered. Onder Clingendaal trachtte
zich een juffrouw met haar twee kinderen die
zij eerst ontkleed had te verdrinken. Een be
woner van Wassenaar wist echter alle drie
weer op het droge te brengen.
Ladysmith is ontzet!
Ziedaar gebeurd wat wij sedert eenige dagen
reeds vreesden, dat zou geschieden.
De Engelschen, zoo berichtten de telegrammen,
veroverden op de nog in betrekkelijk kleinen
doende mate het onderwijs te volgen, hierin
door het gemeentebestuur wordt voorzien vol
gens regelenvast te stellen bij algemeenen
maatregel van bestuur;
2°. om in art. 44 der Schoolwet onder de
kosten van het L. O., die ten laste der ge
meenten komen, te brengen »die ter bevorde
ring van bet schoolgaan der kinderen van be
deelden, onvermogenden en minvermogenden”;
3°. om aan art. 45 der Schoolwet de be
paling toe te voegendat het Rijk 50 ten
honderd zal dragen van de kostengemaakt
ingevolge de bepaling hierboven omschreven
sub 1
H.H. M.M. de Koningin en de Koningin-
Moeder met gevolg vergezelden Woensdag
ochtend den Vorst en de Vorstin van Waldeck-
Pyrmont tot aan den trein in het staatsspoor-
station bij den terugkeer der vorstelijke gasten i
ten 8 u. 55 min. naar Arolsen.
Voor het salonrijtuig wisselden de vorstelijke
personen hartelijke afscheidsgroeten en tot aan I
den trein werd het Waldecksche vorstenpaar
uitgeleide gedaan, behalve door verschillende
hofautoriteiten, door den gezant van Duitscbland
te ’s Hage, de Ministers van buitenlandsche
zaken en van financiënden Burgemeester
dezer gemeente en den Generaal majoor, gou-
verneur der residentie.
II. M. de Koningin heeft, naar aanleiding
van haar bezoek aan de Haagscbe porselein-
TWEEDE KAMER.
Leerplicht.
Dinsdag zijn de algemeene beschouwingen
over het Leerplichtontwerp aangevangen.
De heer Schaepman opende bet debat en
verklaarde zich principieel geen tegenstander
van het ontwerp, mits aan eenige voorwaarden
door hem gesteldwerd tegemoet gekomen.
In de eerste plaats wenschte de heer Schaep
man herhalingsonderwijs niet te aanvaarden
om redenen van wetgeving en goed onderwijs.
en kunstaardewerkfabriek Rozenburg op Maan
dag j.l. een bedrag van f 100 geschonken ten
behoeve van het ziekenfonds voor het personeel
der fabriek.
De Minister van Binnenl. Zaken, over
wegende dat volgens ingekomen ambtsbericht,
I de pest te Aden voorkomt; gelet op de wet
van 28 Maart 1877 (Stbl. No. 35), laatst,
gewijzigd bij de wet van 8 April 1893 (Stbl.
No. 63); heeft goedgevonden: 1°. Aden
(Arabië) besmet te verklaren wegens pest
2°. het aantal dagen, bedoeld in het eerste
lid van art. 8 van bovengenoemde wet, te be
palen op tien.
De Voorzitter van het hoofdcomité van
getale de Toegela aanwezige Boeren de
eene stelling na de andere, zij het met zoo
groote verliezen aan den kant der Engelschen,
dat Buller het aantal gewonde en gesneuvelde
manschappen niet kon bijhouden. Dinsdag nam
bij de laatste belangrijke door de Boeren ver
dedigde stelling, den Pietersheuvel, op ongeveer
10 Engelsche mijlen van Ladysmith, en Woens
dagavond rukte generaal Dundonald de sedert
29 October 1899 belegerde veste binnen.
Het officieele telegram van generaal Buller
dat door het Ministerie van Oorlog werd bekend
gemaakt, luidt als volgt:
Kamp van generaal Lyttelton 1 Maart
9.5 uurLord Dundonald rukte Woensdag
avond met Natal-karabiniers en een gemengd
regiment Ladysmith binnen.
Het gebied tusschen mij en Ladysmith is
vrij van Boerenik begeef mij naar Nelthorpe.
Waarschijnlijk reeds voor de gevangenneming
van Cronjé was het Joubert blijkbaar reeds
duidelijk dat bij Ladysmith zou moeten prijs
geven en zijn troepenmacht beschikbaar moest
stellen om lord Roberts zoo mogelijk het verder
oprukken in den Vrijstaat te beletten. Her
haaldelijk lazen wij in de telegrammen dat de
Boeren bij duizenden Ladysmith verlieten om
zich naar den bedreigden Vrijstaat te begeven.
Dientengevolge kon de weerstand, dien men
generaal Buller had te bieden, niet groot meer
zijn. De tegenstand van de laatste tien dagen
is hem blijkbaar nog slechts geboden om ge
legenheid te hebben de zware belegerings-
kanonnen en d^n kolossalen tros langs de
spoorweglijn door Natal in veiligheid te brengen
naar de grenzen van Transvaal.
Eergister had de Daily News een telegram
uit Lourenzo Marques, waaruit men kan op
maken, dat de aftocht der Boeren reeds sedert
eenige dagen in vollen gang was. Daarin
toch wordt gezegd, dat het geheele spoorweg- I
verkeer tusschen Ladysmith en de Boerengrenzen
het vervoer der vertrekkende Boeren in beslag
neemt.
Reuter, doch niet van
Men erkent, volkomen terecht, dat de veld-
j tocht feitelijk pas begonnen is, hoewel dit succes
van ontzaglijken invloed zal zijn op het resul
taat van den oorlog.
In alle persorganen der wereld wordt hulde
gebracht aan Cronjé en deelneming uitgespro
ken met zijn lot en dat zjjner dappere man
schappen, die door een geweldige meerderheid
van
van artilleriewaartegen Cronjé slechts 4000
man met een paar kanonnen kon stellenge
dwongenzich moesten overgeven.
Vooral de Duitsche pers is zeer bewogen
met het lot van Cronjé en zijn heldenschaar.
Toen te Berlijn de eerste bulletins uitkwamen,
kon men op straat overal de luide betuigingen
van het diepste leedwezen hooren.
De militaire medewerker van het Berl. Tagebl.
zegt o. a., dat men de politieke en militaire
beteekenis van Cronjé’s overgave nog niet vol
komen kan vaststellen. Belangrijk acht hij bet
Weledelachtbare Heeren.
Uwe advertentie in het Nieuws,
aan
Mijne tegenwoordige betrekking
aan de Toegela wordt mij te
van baantje
wil veranderen. Bewijzen van bekwaamheid,
zoowel in het besturen van pontons als andere
vaartuigen, kunt u in de bladen der gansche
wereld lezen. Informaties worden verstrekt
door Victoria en Chamberlain.
Voor eventueele overkomst zal ik gaarne
een vrijgeleide hebben.
Hoogachtend.
UEd. Achtb. dw. dr.
REDVERS BULLER.
Op weg naar Pretoria, 26 Februari.
Vier Hollanders. De 18e Jan. j.l. was
de dag bepaald voor een getuigenverhoor in
een proces voor een Londenschen rechter,
40,000 Engelschen met een enorme macht waarin gedaagde een Hollander was. Gedaag-
artilleriewaartegen Cronjé slechts 4000 de had kennis gegeven, dat hij eenige getui
gen uit Holland zou medebrengen. Gedaagdes
agent ontvangt van den procureur te Londen
bericht op 17 Jan., dat den volgenden morgen
het getuigenverhoor zal plaats hebben. De
agent telegrapbeert aan gedaagde, om over
te komen met zijn getuigen, waarop gedaagde
’s middags terugseint: Four Dutchmen crossing
tonigt Zeeland” (vier Hollanders steken van
nacht met de Zeeland over.) De beteekenis
is natuurlijk nogal eenvoudig. Het telegram
is echter door de Engelsche beambten naar
GENERAAL CRONJÉ.
Het is begrijpelijk dat de tijding van Cronjé’s
overgave in Engeland groote vreugde heeft
veroorzaakt. Deze vreugde is echter niet zoo
uitbundig geweest als men zou verwachten.
Zij uitte zich b.v. niet door het uitsteken van
vlaggen of illumineeren. Feitelijk is bet over-
heerschende gevoel dat van tevredenheid, seint
I Reuter, doch niet van opgetogenheid.
het Kon.
Ill,III lllllll FIIILSL1 Ml.
\n iffl iiihi;h:\iii
7
f
k